Levensverhaal Ethiopische Nederlandse vrouw

34 jarige vrouw vluchtte uit Ethiopie toen ze jong was. In haar vrije tijd is ze dichter en ze begint haar interview met een gedicht.

[i] Kan je voorstellen. Zou je jouzelf voorstellen?
[r] Ja, mijn naam is [naam] , ik ben 34 jaar oud. En ik woon hier al 15 jaar, meer dan 15 jaar.
[i] Je hebt iets in jouw hand.
[r] Ja, mijn telefoon.
[i] Ja, hoe komt dat nou, jouw telefoon?
[r] Mijn telefoon is altijd in mijn hand en nu toevallig wou ik ook mijn gedicht voor jou lezen.
[i] Ja.
[r] Dus ik was mijn gedicht uitzoeken.
[i] Heb jij nu al?
[r] Ja ik heb hem.
[i] Kan je die gedicht dan voor mij voorlezen?
[r] Ja, ik ga één van mijn gedichten voor jou voorlezen.
[i] Jij bent dichter, jij schrijft, dicht?
[r] In mijn vrije tijd, als hobby. Als ik niks te doen heb of verdrietig ben, dan schrijf ik altijd gedicht. En ik schrijf mijn gedicht in Amharisch [Amhaars] , dat is mijn eigen taal. Dat is ook makkelijker voor mij. En mijn gedicht, de title [titel] van mijn gedicht is ‘Geragebtoin’ [Amhaars: “Ik ben in de war”]. “Ik eet… maar het stilt mijn honger niet. Ik drink… maar het lest mijn dorst niet. Ik werk… maar het vult mijn portemonnee niet. Ik leer… maar het verrijkt mijn kennis niet. Ik kleed me… maar het staat me slecht. Ik werk keihard… maar geen succes. In een vreemd land kan het nooit zijn als in eigen land. Ik ken geen vreugde… ik ken geen rust. Ik voel me leeg… zonder begrip. Ik voel me bang… nog diep in angst. Met stress en verdriet. Met verlies van moed. Word ik kwaad en prikkelbaar. Door verlies van mijn inheemse denkwijzen. Door verlies van mijn goede aard. Brak ik met al mijn goede gewoontes. Ik zet mezelf in een kooi van slechte verslaving. Hierdoor voel ik mij als drenkeling. Spartelend om te overleven zonder doel te bereiken. In het buitenland word ik beschouwd als buitenlander. Word ik zo moe van de ondervraging waar ik vandaan kwam. Alsof ik geen land heb, word ik gezien; vluchteling zonder thuis. Mij intimiderend om niet te bestaan. Met valse grimassen vernietigen ze me. Ondermijnen ze me. Ik leef het leven zonder betekenis. Ik leef het leven zonder er iets mee te kunnen. Ik ben in de war.” Dat is mijn gedicht.
[i] Wauw. Heel mooi. Maar ook zit heel veel, heel veel onderwerpen, heel veel emoties zitten in. Als ik terugkom, wanneer heb je die gedicht geschreven?
[r] Eh die gedicht heb ik, 2004 heb ik het geschreven. Dat is bijna ongeveer elf jaar geleden.
[i] Elf jaar geleden. Waar was, waar was jij?
[r] Toen woonde ik in eh, in Soest. Soestdijk ja.
[i] Woon jij eh, heb jij al verblijfsvergunningen op dat moment?
[r] Ehm ja, net. Ik heb net toen heb ik een verblijfsvergunning gekregen.
[i] Zit heel veel gevoelens zitten in de gedicht. Zoals angst, leegheid, boosheid en verdrietig. En ook dat, ongelukkig. Kan je voor mij beschrijven welke moment was precies dit, toen je hebt dit dicht geschreven? Hoe herinnert je, welke tijd? En hoe ja, hoe voel je op dat moment.
[r] Het is gewoon mijn gevoel, het was niet echt dat het een bepaalde tijd was, of moeilijke tijd. Toen was ik, ik was pas nieuw en ik wou mijn leven gewoon een goeie richting zitten, maar soms is moeilijk. Het is niet jouw eigen taal, het is niet je eigen land. Het is ook heel moeilijk om asielzoeker te zijn. Je probeert alles goed te doen, en aan de randje te zitten, maar het is, het komt nooit uit hoe jij wilt. Ja. Je voelt gewoon verdriet, je bent leeg, je bent zonder familie. Eh, je begrijpt dingen niet zo goed. En je werkt en je verdient, maar je hebt het niet. En toen was ik, mijn droom is niet uit gekomen. Toen dacht ik, oh dit is moeilijk om mee te leven, met zo [zulke] dingen. En dan heb ik het gewoon gedicht geschreven.
[i] Ja, wat is het moeilijkste van hier? Jij werkt, je verdient, maar je hebt ook niet zoveel. Maar op dat moment vooral, wat was de ergste? Moment? Is dat jouw dromen niet uitkomt, of wat was de moeilijkste?
[r] Je voelt gewoon leeg, je bent alleen. Je bent gewoon echt, hier is gewoon, kom je niet een open deur, komt niet iedereen bij jou of jij gaat bij iedereen niet. En ik ben echt van veel familie gekomen in Afrika, je weet het, zoveel mensen. En wij wonen alle mensen dichtbij elkaar. Maar hier, je voelt gewoon alleen, vooral als je alleenstaand bent en zonder familie als jonge vrouw gevlucht bent. En dan wou je ook, dan wil jij studeren en de taal is moeilijk. Dan wil je werken, het weer is moeilijk en, sociale contact is moeilijk in het begin. En ja, dan komt, dan heb jij zware leven. En dan voel je leeg.
[i] Ja. Voel jij steeds nog dit gevoel?
[r] Eh, nou, niet zoveel eigenlijk. Toen was het echt heel erg zwaar. Nog steeds voel ik leeg, alleen. En de warmte, die mensen die dichtbij mij is die niet meer hier zijn. Maar, nu voel ik een beetje thuis.
[i] Dat is na elf jaar geleden.
[r] Ja, nu kan ik ook de taal en ik heb ook mijn opleiding afgemaakt en nu werk ik, een goeie sociale contact. En nu ben ik een beetje gewend. Dus eh…
[i] Toen die tijd, waar woon je? In asielzoekerscentrum? Of?
[r] Toen ik deze gedicht schreef, toen woonde ik gewoon een kamer. Met een groep anderen, met andere groep.
[i] Kan je me vertellen terug naar jouw vlucht? Je komt uit Ethiopië gevlucht. Waar ben jij terecht gekomen?
[r] Ik was voor het eerst in asielzoekercentrum in OC Eindhoven. En daar had ik, daar heb ik voor drie maanden gewoond. Daarna heb ik een huis gekregen, nou niet huis, gewoon opbouwhuis. Een groep minderjarigen samen. In Hoogezand-Sappemeer, dat is heel ver weg, in Groningen. Dat is ook erg, het is heel saai, heel rustig. En ook niet zoveel donkere mensen. Dan is moeilijk om een leven te beginnen. Eh daar heb ik bijna twee jaar gewoond. Dan was ik met mijn vriendinnen naar Amersfoort verhuisd. Van Amersfoort naar Soest.
[i] Eh, Soest. Soest was jij met een kamer, met veel meisjes?
[r] Met twee andere meisjes.
[i] Is uit zelfde land, of iets anders?
[r] Nee, zijn uit Somalië.
[i] Uit Somalië. En je hebt daarvoor ook met verschillende mensen gewoond?
[r] Eh, ja ik heb ook met mensen uit Zaïre gewoond. En ook uit China. En ja, en ook één keertje met mensen uit Ethiopië.
[i] Oké. Hoe was voor jou dat? Want je hebt al blanke mensen gezien. En gelijkertijd je hebt ook verschillende mensen van Afrika, van Azië achtergrond, die hebben. Is dat verschil, merk jij?
[r] Eh, je voelt nooit thuis in het begin. En het is.. Je hebt je familie niet. Maar hoe dichtbij je bij jouw mensen komt, dan voel je wel beter. En gelukkig, toen ik in Soest woonde, heb ik een mevrouw leren gekend. Dus zij is net als mijn moeder geworden nu. Nederlandse mevrouw. Zij heeft mij geholpen met mijn allermoeilijkste tijd, met mijn alle problemen. En ze is altijd voor mij klaar geweest [altijd voor mij klaar gestaan] . Daardoor is het ook stukken makkelijker geworden. En, ja.
[i] Hoe kom je terecht aan die mevrouw in Soest?
[r] Eh, via, eigenlijk zij huurt een kamer voor minderjarige meisjes. Daar ben ik terecht gekomen via VWN.
[i] Vluchtelingenwerk. Vluchtelingen Werk. En, daar heb ik bij haar gewoond en zo heb ik aan ’t contact gekomen. En, wij hebben nog steeds een goeie contact.
[i] Hoelang was jij bij haar?
[r] Acht jaar.
[i] Acht jaar?! Dus jullie zijn gewoon familie eigenlijk.
[r] Ja, dus zij is echt mijn moeder geworden ja. Toen ik klaar was met mijn opleiding, ik heb werk gevonden in Utrecht. Eh, het was heel moeilijk van Soest naar Utrecht iedere dag te reizen. En haar huis moet ook verkocht worden en dan wij moeten ook verhuizen. Zo heb ik naar Utrecht gekomen.
[i] Wat was de eerste indruk dan in Utrecht, toen je hier komt? Ik ken Utrecht…
[r] Nou eigenlijk, ik woon in Soest, maar was ik ook altijd vaak in Utrecht. Dus, voor winkelen Utrecht is een grotere stad dan Soest. Dus ik kan alles, alles vinden. Ik kan shoppen, winkelen, ik kan stad gaan, ik kan even terrasje pakken. Utrecht is gewoon gezellige stad. Dus kom ik vaak in Utrecht. Maar toen moest ik verhuizen en heb ik een kamer gevonden. En ja, een beetje ver weg van [naam Nederlandse ‘moeder’] maar eh, ja. Zo heb ik Utrecht gekomen.
[i] Heb jij nog steeds contact met haar. Zij woont steeds in Soest.
[r] Nog steeds ja.
[i] In Utrecht gekomen, is dat, waar woon jij, in dit wijk?
[r] Bij de eerste heb ik in Overvecht gewoond. Ja.
[i] Hoelang?
[r] Twee jaar. Toen moest ik ook weg van die huis en die huurder moet de huis teruggeven aan woningbouw. En toen had ik heel moeilijke tijd gehad. En door de sociale werkster en nog maatschappelijk werkster, en daardoor heb ik een huis gevonden, die heet Corporatiehotel. En de Corporatiehotel in Blauwkapelseweg in Utrecht. Dat is eigenlijk alleen maar voor gescheiden mannen. Maar uitzondering voor mij, is voor, als noodopvang heb ik daar een jaar gewoond. Als jij daar jaar woont en dan goeie gedrag hebt en je eigen inkomen, dan krijg jij een huis. Vandaar ben ik hier gekomen.
[i] Was je de enige vrouw daar? In de opvang?
[r] Toevallig twee vrouwen.
[i] En daar, hoeveel mannen waren ongeveer?
[r] Het is gewoon, het is, je hebt je eigen kamer. Alleen maar koken en douchen ga je delen. Het is niet opvang, het is huis, een Corporatiehotel. Maar het is meer voor mannen. Voor gescheiden mannen die niet in de straat terecht komen, en zo. Daar[voo[r] was bedoeld, de huis.
[i] Hoe was het voor jou, tussen al die mannen. Je was de enige twee meisje?
[r] In het begin was ik heel erg bang, maar gelukkig ik was als een prinsesje behandeld daar, ’t was hele lieve mannen voor mij en die waren goed. En eh, ja. Ik heb echt geen slechte ervaring.
[i] Dat was, waar was in Utrecht?
[r] Blauwkapelseweg, bij Kleine Singel. Dat is in de stad, eigenlijk.
[i] Maar opvang in de stad. Hoelang was je daar?
[r] Het heet Corporatiehotel. Als je man gescheiden is, in dit land, een vrouw heeft recht. Dus de mannen laten de huis aan vrouwen, die komen in de straat terecht, hè. Daardoor is deze organisatie geregeld. Of eh, deze corporatie geregeld. En dat is meer voor mannen bedoeld, bestaat ook volgens mij voor vrouwen. Maar dit was toevallig voor mannen.
[i] Praat jij met die mannen over, ja over hun scheiding? Hebben jullie contact ergens, bedoel ik.
[r] Ik heb niet echt veel contact gehad. Ik werk iedere dag. Dus ik ga heel vroeg weg en ik kom naar zes uur thuis. Dan meestal ben ik ook op mijn kamer. En alleen maar als je in die keuken gaat, eventjes. Als iemand daar is, daar praat ik. Maar niet over hun eigen leven, een beetje wel, maar niet over alles.
[i] Was veilig? Zeg maar, tussen die mannen.
[r] Bij mij, was het veilig. Ik heb geen moeilijkheden gehad. Nee, nee. Dat waren echt lieve mannen.
[i] Is alleen Nederlanders of buitenlanders zitten erin?
[r] De meesten waren Nederlander, maar er was één Irak, een man uit Irak volgens mij.
[i] Hoeveel ongeveer mannen zijn er?
[r] Het is, het heeft vier verdiepingen. En bij mij waren twee, drie, vier, vijf.. Zeven.
[i] Zeven. En in de hele gebouw?
[r] Ja, vier keer zeven, dus dan kom je 28 of zo.
[i] Maar er is geen gelegenheid dat iedereen bij elkaar komt één keertje, of?
[r] Jawel. Ja.
[i] Welke gelegenheid dan?
[r] Ja, we hebben één keertje, eh, één keer in het half jaar of zo, in de zomer, hebben wij een barbecue gehad. In de achtertuin. En soms ook een groepvergadering. Want wij hebben begeleider daar hè. Ik heb geen begeleider, maar alle mannen die daar wonen hebben een begeleider, want ze hebben ook veel meegemaakt. Dus soms, als je overleg hebt, soms wij hebben één keertje in de maand vergadering. Als iets fout gaat of als iets niet schoon is, gelukkig die voor mijn verdieping was ’t heel simpel en schoon. En heel makkelijke mensen waren. Maar boven waren een beetje… Moeilijke mensen waren. Ruzie vaak, en daar misschien vaak vergadering, bij ons was rustiger gewoon. Regels alleen maar, over regels even uitleggen en als jij nieuw. Één keer, daar woon jij een jaar, maximaal. Dus als jij een huis krijgt, dan als jij in de buurt bent dan krijg jij gesprek met vierde kamer. Dan krijg je een huis, dat is éénmalige kans. Dan mag je niet negeren. Als jij de huis krijgt, dan moet je accepteren. En maakt niet uit waar, dat moet je accepteren.
[r] Zo heb je geaccepteerd?
[r] Ik heb het geaccepteerd, maar dit is gewoon een droomhuis voor mij, dichtbij mijn werk, alles. Maar ik heb geluk gehad.
[i] Oké.
[r] Maar ik heb het geaccepteerd. Iedere keer als je eentje weghaalt, dan komt andere. Dan gaan wij kennis maken en uitleggen. Ja. Afscheid nemen, en zo, zo contact hebben wij gehad.
[i] Dan ben je terecht in dit wijk. Hoe heet de wijk?
[r] Dit is Hoograven.
[i] Wanneer was dat?
[r] Sinds 2011.
[i] 2011. Dan ben je ongeveer zes jaar.
[r] Nee, drie en een half jaar. Nee. 2011, ben ik hier gekomen, eind van 2011. Dus nou, we zijn 2015. Ik ben echt drie en een half jaar hier.
[i] Ben je hier gewend?
[r] Ja, ja.
[i] Is fijne wijk te wonen?
[r] Ja, hele leuke rustige wijk hoor. Dus, gelukkig ik woon ook dichtbij, ik werk dichtbij. Het is gewoon vijf minuten lopen, met loopafstand. En ehm…
[i] Waar werk jij?
[r] Ik werk hier bij Smaragdplein, kapsalon Bruce.
[i] Oké. Dus ben jij kapster?
[r] Ik ben kapster, ja.
[i] Kapster voor wat? Voor man, vrouw, of?
[r] Van allebei, ik heb een dames en heren kapperschool gezeten en dat opleiding gedaan.
[i] Oh oké. Je hebt de kapperopleiding gedaan. Wanneer was dat?
[r] Dat was 2004 en 5.
[i] Oké. Is dat wat jij wil studeren? Droombaan?
[r] Nee, dat was, nu is mijn droombaan, maar in het begin was het niet. Nee. Ik wou eigenlijk altijd actrice worden. Ja, films spelen en drama’s en zo. Maar eh, met deze taal het is niet te doen. Toen heb ik gelijk eh… Eigenlijk, weet je hoe ik kapster geworden ben? Ik was boos op één kapster, zo ben ik kapster geworden.
[i] Hoe kwam dat?!
[r] Ik had een tijdje geleden, ik heb nog nooit een kapper geweest hier. En in Tilburg, ik vergeet nog steeds niet, toen woonde mijn vriend daar. En ik was bij mijn vriend huis, en wij hebben, avond was een feestje. Wij moeten naar feest. Ik zei oh, nou mijn haar ziet niet uit, dus ik moet een kapster vinden. En een vriend voor ons, hij zei: ‘Nee, ik ken hier een goeie kapster, ik ga jou naar de kapsalon brengen’. Ik ging in de kapsalon, het is echt heel veel moet ik wachten. Echt heel lang. En ehm, is ook de wens wat ik wil is niet uitgekomen. En ik heb veel betaald.
[i] Oh.
[r] En de haar was, zit helemaal niet goed. Ik was helemaal niet blij mee. Toen dacht ik als deze vrouw kan kapster worden, dan kan ik ook, want ik kan beter dan dat. Als ik echt niet bij de kapper geweest was, misschien mijn haar had ik dan beter gedaan. En eh, toen dacht ik als zij kan als kapster verdienen, dan kan ik ook. Zelfs zonder opleiding kan ik beter dan haar. Als ik nou weer op de opleiding doe, dan kan ik echt gewoon perfect profession [beroep] , toen had ik echt beslist. Ik zei, nou vanaf morgen ga ik kapperopleiding beginnen.
[i] Nou, zo wordt makkelijk dan, die opleiding te kiezen.
[r] J, ik was boos, en dan heb ik wel opleiding gekozen. Maar nu ben ik heel erg blij dat ik kapster ben. Want ik ben gewoon blij. De werk is zo gezellig, je maakt contact met veel mensen, dan maak je mensen mooi. En is ook leuk als jij, klanten tevreden zijn, om te zien. Tevreden mensen. Dus eh…
[i] Klopt. Jij hebt de ervaring dat jij was ontevreden met die mevrouw. Heb jij ook in jouw werk mensen niet tevreden zijn?
[r] Soms maak je wel ontevreden mensen. Ja. Soms, als zij niet tevreden is, het ligt niet aan mij, het ligt hun eigen probleem misschien. Ze zijn niet echt met een goeie… Ik weet niet hoe je het zegt, ze zijn misschien boos thuis, en met de boosheid daar gekomen. Ze willen op jou reageren. Maar klant is koning, dus je gaat gewoon rustig aan doen, met overleg. Misschien als zij boos op mij is, dan neemt mijn collega over of mijn baas. Maar de meeste klanten is heel erg tevreden.
[i] Leuk. En wat voor soort kapper is dat? Die is speciaal voor een bepaalde ras of?
[r] Nee, ik werk en de eigenaar is Afrikaans. Wij hebben wel black hair [afro haar/ zwart haar] , meer klanten van black hair. Maar is black and white [zwart en wit] . Wij hebben mensen van Suriname, Afrika, Aruba, Antilliaans, we hebben Nederlands. Dus we hebben alle mensen, alle soorten mensen.
[i] Wie komt de meeste bedoel ik?
[r] Komt alle rassen. Ja.
[i] Wat vind je fijn zelf, om eh, mensen zeg maar, van bepaalde haarstijl, of bepaalde? Ja, wat vind je prettiger om te doen?
[r] Hoe bedoelt u?
[i] Je krijgt verschillende cliënten, of Nederlanders of Surinaams.
[r] Alleen maar heren knippen vind ik niet leuk.
[i] Oké, dat bedoel ik.
[r] Ja als je één keer daar misgaat, dat kan je niet corrigeren, dat goed mis. Dus als je de stand niet goed pakt, als je misgaat, dan gaat die mis.
[i] Oké, die heren heb je ooit teleurstelling gekregen? Oké. Jij vindt dit niet zo leuk, bij mannen haar knippen. Klopt?
[r] Heren knippen, dat vind ik niet leuk. Nee.
[i] Oké. Wat vind je zelf wel leuk?
[r] Nou, alles. Vooral bij dameshaar, stijlen, vlechten, weaven, haar verlengen en opsteken, alles.
[i] En dat gaat goed met jouw collega’s? De contact tussen jouw collega’s, jouw baas?
[r] Eh, ja. Het is de laatste tijd een beetje misgegaan, het contact met m’n baas, om een bepaalde reden. Maar eh, ik ben ook lid van vakbond. En CNV. Ze hebben geholpen. En dankzij CNV heb ik nu een rustig plekje voor mijn werk.
[i] Wat is vakbond?
[r] Vakbond is een, CNV, dat is een, dat als je een probleem hebt en ze gaan voor jou een juridisch iemand regelen, ze kunnen jou helpen of je kan ook contact opnemen, ze gaan je uitleggen hoe het moet. En ze staan bij jouw kant. Met alles. Het is ook goed lid te zijn van CNV of van vakbond. Dat is, die zijn voor vakmensen.
[i] Hoe ben je daar lid geworden, zelf? Hoe weet je dat die bestaat? Eigenlijk heb ik van iemand, van, ja, is een oude collega voor mij heb ik dat gehoord. En hoe dat is, over CNV. Dan heb ik zelf gelezen. En, heb ik lid geworden, ben ik al jaren lid. En dan betaal ik ook iedere maand de kosten, maar ik dacht eerst nou dan betaal ik alleen maar de kosten, het komt toch nooit voor iets eh… Maar deze jaar hebben zij mij echt geholpen. En ik ben ook blij mee, voor de eerste keer ben ik voor mijzelf opgekomen. Als Afrikaanse vrouw, we accepteren alles. En dan kom jij nooit voor jezelf op. Maar deze keer ben ik voor mijzelf opgekomen. En ook soms als jij jouw baas of iemand gaat jou iets vragen, vooral iets papieren tekenen, het is goed door te lezen, vooral die algemene voorwaarden, die kleine letters enzo, voordat jij tekent. En ook contact te nemen met CNV om uitleggen en die brief laten zien. Het is goed. Nu heb ik wat geleerd.
[i] Geleerd. Daarvoor heb jij het allemaal gewoon handtekening gezet?
[r] Hm?
[i] Daarvoor heb je allemaal gewoon handtekening…
[r] Ik heb ook geen handtekening gedaan, ik heb het gelezen. Het is eigenlijk als jij tekent, dan verlies ik mijn recht. Dus heb ik contact opgenomen met CNV. En ze hebben mij ook geadviseerd niet te tekenen, en ja, ze hebben mij ook geholpen en ze hebben ook uitgelegd. En ze hebben ook bij mijn werkgever geweest. En eh ja, ik ben goed geholpen door hen.
[i] Dus ben jij trots?
[r] Ik ben echt trots en ik ben blij dat ik lid ben. En ik ben ook trots dat ik dat ik geleerd heb voor mezelf op te komen. En eh, ja.
[i] Hoe komt dat nou dat je hebt gevoel daarvoor, dat je hebt geen gevoel voor jezelf op te komen? Weet je dat? Heb je eerder iets meegemaakt die kan jij niet echt voor jezelf nemen?
[r] Ik ben iemand die alles accepteert. Ik zeg nooit nee. En hoe moeilijk het is ook voor mij, het is niet makkelijk nee te zeggen. Maar hier, wij hebben ook op school geleerd, opkomen voor jezelf. Hoe belangrijk het is, of als je iets niet leuk vindt dan moet je nee zeggen. Maar is, wij hebben van, ik ben van huis uit geleerd, respect voor de ouderen en geen antwoord aan de ouderen geven. Dan moet je ook niet tegen ouderen nee zeggen en zo. Daardoor zeg ik oké meestal. Ja. Maar deze keer, maakt niet uit hoe oud je bent, ook hoe, of je mijn baas bent, of maakt niet uit, als je mij niet valt [bevalt] , als ik zie dat iets tegen mijn wens is, of niet goed voor mij is, dan moet ik het niet accepteren.
[i] Denk je dat, jij zegt dat van je opvoeding, die heb jij meegenomen.
[r] Nee, ik heb dat echt niet van mijn opvoeding, ik heb dat hier geleerd. Gewoon van Nederlandse mensen en voor school.
[i] Nee te zeggen, klopt. Voor jezelf op te komen. Maar daarvoor, daarvoor heb je gezegd dat je moet alles ja zeggen, is dat tijdens jouw opvoeding?
[r] Ja, dat is mijn opvoeding, ja. Dat is meestal Afrikaanse opvoeding, hoor. Meestal Ethiopische opvoeding, denk ik.
[i] Ja?
[r] Ja.
[i] Is dat anders dan Nederlandse opvoeding?
[r] Ja, hier komen de vrouwen voor hunzelf op. Maar in Afrika, vrouwen komen nooit voor henzelf op.
[i] Zie jij bij jouw vriendin, collega’s, of eh, zie je van dat?
[r] Ja, bij iedereen, bij iedereen.
[i] Ja?
[r] Ja.
[i] Wat ga je adviseren dan, ga je van de mensen nu, vanaf nu zelf, je hebt ’t zelf geprofiteerd om nee te zeggen, ga je andere mensen ook, collega’s of vriendinnen adviseren?
[r] Ja. Voor mensen die, vooral mensen die werken, ga ik adviseren om lid te zijn bij CNV. En mensen die echt, ook als mijn Afrikaanse Ethiopische, vooral Ethiopische meisjes, die vrouwen, dus je moet echt nee zeggen tegen hun wens. Als iets komt dat zij niet leuk vinden, als je denkt dat is niet goed voor mij, zij moeten ’t niet accepteren. Echt, als je echt een beetje accepteert, dan komt nog een grote. Als je de grote accepteert en dan komt nog grote, dan kom je nooit uit. Dus je moet vanaf begin laten zien dat jij voor jezelf kan opkomen. Dat jij nee kan zeggen. Je kan dingen wat jij, dat jouw wens is, of dat jij nodig heeft en dat goed voor jou is, je kan het accepteren. Maar mensen moeten jou niet pushen te accepteren wat jij niet leuk vinden. Een relatie kan zijn, of een werk, bij jouw werkgevers kan zijn, of ergens bij de buren, of maakt niet uit. Maar als je denkt nou dit is niet goed, dat is niet goed. Dan moet jij nee zeggen. Dat heb ik hier geleerd, dan ben ik ook trots.
[i] Ben je echt zelf ontwikkeld?
[r] Ja, in dit manier, ja.
[i] Ja, in dit manier. Maar hoe…
[r] Het geeft ook echt goeie gevoel gewoon.
[i] Ja.
[r] Ja, dan heb je niemand nodig, je hebt zelf gedaan. En dan heb je ook, als je help regelt, dan heb je zelf geregeld. En iemand gaat niet voor jou regelen. Dan moet je eerst je moet het zelf doen, daarna komt help erbij. Je kan ook niet altijd zitten, help vragen. Nee.
[i] Oké. Dat is echt grote, grote stapje. Maar voor jou, zo. Maar welke stapjes moeten andere mensen, of vriendinnen van jou of, hier van jou kan leren? Het komt zo één keer bij jou. Of door de opleiding, dit ontwikkeld? Hoe heb jij dat bereikt?
[r] Dit was teveel. En het is teveel. Ik heb de eerste kleine, kleine dingen geaccepteerd. En dan als je de kleine stapjes accepteert, dan komt de grote stap. Ik had de grote stap niet verwacht. En dat was niet terecht. Dit is niet right [goed], dit is gewoon misbruik. En dan dacht ik nee, hier moet het stoppen. En hier moet ik wat aan doen. En, ja. Als één ding teveel wordt, dan word jij wakker. Ik heb deze keer wakker geschud.
[r] Oké. Maar daarvoor, je hebt wel het gevoel dat je alles moet je accepten [accepteren] , je hebt de gevoel dat jij moet niet nee zeggen, je hebt aangegeven meeste Afrikaanse, of tenminste Ethiopische vrouwen hebben. Wat denk je de oorzaak? Het komt vanuit cultuur, of opvoeding?
[r] Ja, ik denk het is, het is ook onze cultuur. Het is… Wij denken respect is met alles accepteren. Respect is niet met alles accepteren. Respect verdien je, als iemand jou respect geven, dan geef je respect terug. Als iemand die jou niet respect geeft, dan verdient dat respect niet. Maar wij hebben geleerd, je moet een oudere respecteren, gewoon respect geven. Wij denken, oh ja ze hebben mij respect geven of niet, dan moet ik, ze moet het verdienen, ik niet. Zo hebben wij geleerd. Voor de ouderen moet je alles doen. Ja, het is ook goed, respect aan ouderen, maar de ouderen moeten jou ook respecteren. Of respect aan jouw baas, jouw baas moet ook respecteren. Als jij mij respect geeft, dan verdient het terug. Denk ik.
[i] Wat is nou de grootste cultuurverschil naar Nederland en Ethiopië? Je hebt nu aangegeven over respect en nee te zeggen, is dat iets verschillend?
[r] Ik vind mijn cultuur, mijn tradities leuk. Ik ben niet tegen mijn cultuur of mijn traditie. Maar bepaalde dingen, bijvoorbeeld als jonge vrouw, als jouw ouders tegen jou zeggen vroeger, dat heb ik niet meegemaakt. Maar als vroeger jouw ouders, je ouders gaan voor jou regelen met wie je gaat trouwen. Je kan niet nee zeggen, je moet accepteren omdat het is jouw ouders wil. Het is niet jouw wens. Dat is, dat is je vaders wens. Je kent de man niet. Maar wat voor leven ga je mee leven dan met dan deze man? Dat is gewoon, het is niet leuk, maar misschien jouw ouders wil ook niet aan jou verdriet doen. Maar ze hebben ook de traditie van hun groot-, grootouders overgenomen. Als je nee zegt, je krijgt een probleem daar. Dus je gaat hun accepteren. Dan heb je geen huis om te leven, dan heb jij, je verliest je ouders. Maar hier, ik ben alleenstaand. Ik woon voor mijzelf. Gaat niemand voor mij niet bepalen. Ik bepaal gewoon.
[i] Dus de vrijheid?
[r] Ja de vrijheid, ja. De vrijheid. Als ik nou van daar kom, hier precies precies dezelfde dingen meemaken, nee. Daarom ben ik ook gevlucht. Dat wil ik niet meemaken. Bepaalde dingen, zware dingen.
[i] Zoals?
[r] Zoals nou, ik wil als ik in Afrika ben misschien mijn dochtertje besnijden worden. Maar ik ben hier, gaat die misschien de vader tegen mij zeggen “ja, ze moet besnijden”. Ik kan zeggen “nee, ze kan niet besnijden, ze moet niet besnijden worden”. Misschien als ik in Afrika was mijn ouders, mijn grootouders bepaalt dat. Of als iemand tegen mij zegt: “je moet met deze man trouwen”, als ik niet verliefd ben of als ik niet de man ken dan ga ik niet met de man trouwen. Of, ja, of als je moet onder de man zijn, als je jouw man kan alles, je mag niets. Dat kan ik niet accepteren. Het is gewoon, mensen moeten gelijk behandeld worden, niet echt vrouw onder de man. Dat bedoel ik eigenlijk. Maar als Afrikaans, denk je altijd man is de baas. Dat traditie bedoel ik, nou dat traditie wil ik echt niet accepteren. Maar, de rest is echt samenleven, en gewoon de gezelligheid, en de gastvrijheid, en dat is gewoon leuk. Dat wil ik echt gewoon meenemen voor altijd.
[i] Oké. Is dat dan jouw sociaal leven hier, is dat zoals in Ethiopië of in Afrika? Ben je vriendelijk en gastvrij?
[r] Ja, het is niet helemaal als Afrika, maar…
[i] Oké, hoe was jouw sociaal leven daar en hier?
[r] Kijk, ik was heel erg jong daar, hè. Ik was gewoon met m’n ouders huis gewoond, ik had geen huisje om iemand uit te nodigen om te zeggen. Misschien mijn klasgenootjes en zo. Ik heb hier leven begonnen voor mijzelf. Dus…
[i] Hoe oud was jij, toen naar Nederland komen?
[r] Eh, ik was bijna zeventien. Ja.
[i] Dus ben je alleen naar Nederland gekomen, zonder ouders.
[r] Ja.
[i] Oké. En hoe was dat voor jou dan, dat stapje te nemen zelf?
[r] Het is niet makkelijk, maar als je geen keuze hebt, dan neem je de stapjes.
[i] En wat was de normen, de waarden, de tradities, de rituals [rituelen] wat jij bewaard? Je bent jong naar Nederland gekomen, maar wel heb jij vanuit jouw…
[r] De meeste traditie is het samenleven en het samen eten bijvoorbeeld. Of mijn geloof, respect van andere mensen geloof, respect voor oudere, een bepaald, bepaalde limiet, niet echt boven de limiet, niet. En, mensen helpen, als ik beter dan hun ben op bepaalde dingen, dan help ik wel. Dat heb ik wel, overgenomen van mijn traditie. Alleen maar voor mijzelf opkomen, dat is wel van hier.
[i] Nieuw?
[r] Ja.
[i] Nou. En nog iets, dat is belangrijke dingen in jouw leven gebeurd, of hier of daar, wat je echt herinnert?
[r] Iedere keer gebeurt er wat, maar echt iets bijzonder, weet ik niet.
[i] Oke, heb je daarvoor een fantasie, voor jouw vertrek, welk soort leven kom jij terecht?
[r] Je komt nooit terecht met het leven dat jij denkt. En kijk als, wanneer, als ik geen probleem had, had ik ook niet gevlucht. Maar door mijn probleem ben ik gevlucht, maar dacht ik, oh ik kan eerst gewoon makkelijk alles krijgen. Dat niet, als vrouw, maakt niet uit, of man. Je moet hard werken om jouw leven te bereiken. En we dachten ook in Afrika, je zit gewoon dan ga je echt gewoon geld verdienen, je hoeft niet te werken, nee dat niet. Dan moet je echt hard werken en studeren en je eigen broodje te verdienen. Oh je kan ook misschien makkelijk wat krijgen, maar dat is, dat is niet zo echt makkelijk hoe ik gedacht heb. Maar, als jij werkt, als jij hard voor jouzelf vecht, dan kom je wel, dan overleef je wel.
[i] Ja. Dat is gewoon een soort integratie, denk je?
[r] Ja, ook.
[i] Hoe ben jij hier, bedoel ik, voor jouw gevoel, ben je geïntegreerd?
[r] Moet ook. Als je echt een, kijk dit is, je woont niet in je eigen land. Je kan niet zeggen oh ja, ik moet m’n eigen taal, ik moet m’n eigen traditie, nee, het moet fifty-fifty. Je moet de taal leren. Om te werken. Je hebt de taal nodig, zelfs bij de dokter te gaan. Je hoeft niet tolk te nemen, weet je. Bepaalde dingen wil je echt voor jezelf houden. En het voelt ook lekker als je kan de taal gewoon spreken. Dan contact kan je ook nemen, met mensen nemen. En je gaat werken, je verdient je eigen geld, is ook leuk. ’t Is gewoon lekker gevoel. Maar het is niet altijd lekker weer hier. Je weet hoe moeilijk het is met koud, snow [sneeuw] en dit en dat. Ja, dat is wel moeilijk soms, vooral om te fietsen. Je valt, opstaan.
[i] Ben jij hier fiets geleerd of in Ethiopië?
[r] Ja ik heb hier in Groningen fietsen geleerd eigenlijk.
[i] Ja, leuk?
[r] Ja, het is wel leuk. Maar soms, vooral in de winter, kan je echt heel vaak vallen en opstaan. Maar is leven, is ook zo, het is ook, fietsen is ook goeie voorbeeld voor leven.
[i] Ja?
[r] Leven is vallen en opstaan.
[i] Wauw.
[r] Als jij valt, dan moet je ook proberen om op te staan. Dan ga je verder, maar als jij valt en zegt, nee ik ga niet opstaan, dan gaat je leven gaat afgelopen. Je moet echt opstaan en doorgaan.
[i] Ben je in je leven valt en opstaan?
[r] Ja. Sowieso ja. Sowieso. Met alles, met alles.
[i] Ja? Wanneer? Ja, welke situatie bijvoorbeeld, in jouw gedicht eigenlijk zoveel dingen ja, genoemd. Waren er bepaalde momenten, “oh nu kan ik niet meer opstaan of nu kan ik niet meer verder”?
[r] Ja, eh. Ik zei ook tegen jou eerder, het is moeilijk alleen te zijn. En ik mis mijn familie, ik mis de warmheid, ik mis gewoon mensen om me heen. En vooral als je soms ziek bent, je bent gewoon thuis alleen en niemand komt ook niet je bezoeken, en ehm. In Afrika, de deur is open, iedereen mag komen. Hier niet. Dan weet je niet als je, weet niet als je, je buren weten zelfs niet als jij leeft of dood bent. En dat situatie, vooral als je ziek bent, dan ben ik altijd bang. Maakt niet uit, ik kan ambulance bellen, dokter, maar je hebt iemand nodig. En eh, vooral als je niet goeie relatie hebt, ofzo. Dan denk je, oh. Als het mis gaat, dan gaat het ook goed mis. En soms ga je ook naar buiten toe, je probeert iets te bereiken, het gaat jou niet lukken, je gaat tweede keer proberen, het gaat jou niet lukken. Dan wil je bijna opgeven, je denkt “nou het gaat mij nooit meer lukken”. Maar opgeven is verliezen denk ik, moet jij nooit opgeven, gewoon… Daarom zeg ik ook vallen en opstaan. Soms je komt tegen dingen, soms is ook discriminatie hoor, soms. Bijvoorbeeld in mijn gedicht, sommige mensen gaan met jou lachen, maar dat is niet goed, dat is niet waar. Ze lachen gewoon niet van binnen, ze gaan gewoon, een… ik weet niet. Ze gaan jou glimlach laten zien, maar niet van binnenuit. En je denkt, oh ja, die mensen die lachen voor mij, je gaat echt wanneer je wil dichtbij komen, ze gaan gewoon afstand nemen van jou. Dan denk je “hè wat raar, bij mij waar ik vandaan kom, mensen lachen, lachen ze goed. En lachen ze van binnenuit en ze accepteren jou echt goed. En niemand gaat niet de deur bij jou dingen [dicht] doen”. En ehm, is ook iedereen keer wordt je gevraagd: “Waar kom je vandaan?”. En je zegt waar je vandaan komt, de tweede vraag is “wanneer ga je terug?”. Als je ook in Afrika bent voor vakantie, ze gaan mij vragen “wanneer ga je terug?”. Word ik nergens geaccepteerd op een bepaalde manier? Dat vraag steeds maakt mij ook boos. Ik zei: “Nou, ik mag toch leven? Ik mag toch wonen? Waarom vraag jij mij dan wanneer ik terugga?”. Ik hoef toch, ik leef, zij gingen niet, zij betalen niet voor mij. Ik werk voor mijzelf. En dat vragen ze. En ze gaan ook, ze hebben misschien alleen maar één beeld over Afrika, slecht beeld. Oorlog en honger. Afrika heeft héél veel kanten. En de rijkste, de echt, ik weet niet, misschien Afrika is één van de rijkste continent denk ik. Maar ze denken alleen maar over die oorlog, over die honger, en zeggen: “Oh ja, heb je ook meegemaakt? Heb je ook honger? Heb je ook geen eten gehad?”. Die vraag maakt mij ook boos. Ik zei: “Laat mij met rust, ik ga mijn leven gewoon leiden”. Niet over die vraag gewoon… Ik heb het misschien heb ik het meegemaakt, maar wat heeft het met jou te maken? Waarom moet ik dat vraag beantwoorden, weet je?
[i] Hoe ga je omgaan met dit soort vragen?
[r] Ze laten jou nooit thuis voelen. Dat bedoel ik.
[i] Op welke manier?
[r] Bepaalde mensen, niet iedereen, maar in algemeen, ze gaan jou nooit laten thuis voelen. Ze gaan jou altijd, je denkt oh ja, ik voel thuis. Maar ze laten jou niet thuis voelen.
[i] Jij hebt noemen discriminatie, ben je ooit gediscrimineerd?
[r] Niet echt direct, maar ondirect komt ‘ie ook vaak.
[i] Zoals, voorbeeld? Met jouw kleur? Welke gelegenheid voel jij ongemakkelijk?
[r] De eerste, als jij vooral bij sollicitatiegesprek of stageplaats zoeken enzo, ik kan ook begrijpen misschien mijn taal is niet perfect, niet als de anderen. En ze kan als reden geven, oh ja, ik kan de taal zo goed of zo. Maar als ze mij kans geven, ik kan ook leren, weet je. Ze gaan jou niet zeggen, wie gaat tegen jou zeggen, ik ga jou niet accepteren omdat jij zwart bent? Nee. Wie gaat tegen jou zeggen: ‘Ja, zwarte ga weg.’ Nee dat heb ik niet meegemaakt. Maar indirect, ze gaan jou ook laten voelen. Dat jij niet welkom bent daar. En ze gaan zeggen: ‘Oh, we gaan jou bellen.’ Ze gaan je eens niet tijd geven van interview, voor gesprek, sollicitatiegesprek. Gelijk, ze zeggen: ‘Oh ja, we gaan jou terugbellen.’ Je wordt nooit teruggebeld. Maakt niet uit welke diploma je hebt, maakt niet uit hoe hoog je gestudeerd je hebt, dat zie ik wel vaak van mijn vriendinnen ook.
[i] Ja?
[r] Ja.
[i] Oké. Maar heb jij zelf teleurstelling? Zeg maar, je hebt bij jouw vriendin gehoord, zelf ook jij? In sollicitatiegesprek, of andere teleurstelling?
[r] Ja, ja, ja. Dat je niet helemaal geaccepteerd wordt.
[i] Dat voel jij?
[r] Ja, soms. Daardoor denk je, ik ga gewoon, weet je, afstand nemen. Ik doe mijn ding. Dan als je niet bijhoort, dan kom ik ook niet daar, weet je.
[i] Maar dan voel jij je wel veilig?
[r] Ja, veilig wel.
[i] Oké. Ben je niet angstig?
[r] Nee, nee.
[i] Aangezien van jouw werk, werk jij fulltime?
[r] Nou, bijna fulltime.
[i] En dan, wat doe jij in jouw vrije tijd?
[r] In vrije tijd, ja ik ga uit, naar Amsterdam of in Utrecht in de stad. Gewoon de gracht zoeken. En, shoppen, television kijken, mijn gedicht schrijven, mijn gedicht teruglezen, of bij mijn vriendinnen op bezoek gaan. Ik wou graag met mijn vriendinnen voor mensen uit mijn land gewoon contact houden. Dan wil ik niet contact verliezen.
[i] Dus de meeste contact is met jouw landgenoten of?
[r] Ik heb wel contact met Nederlandse mensen, ik heb ook Nederlandse vriendinnen enzo. En ik heb ook Nederlandse moeder, zeg maar. Maar eh, de meeste contact is eh, ja, met Ethiopische mensen.
[i] Jouw Nederland moeder, bedoel jij?
[r] Eh de vrouw die waar ik gewoond heb, zij is als een moeder voor mij geworden. Niet echte moeder voor mij, maar ze is als een moeder. Zij noemt mij ook dochter, dus eh.
[i] Dus je hebt een soort moeder figure [figuur] . Wat betekent voor jou eigenlijk?
[r] Alles. Alles, ze is de liefste vrouw, en ze laat mij ook, ze laat mij nooit in de steek. Ook als je ook een paar keertjes niet gebeld hebt, ze zoekt mij, ze belt mij. En ze vraagt mij waar ik een probleem heb, maakt niet uit, als je ook geld probleem heeft, of een andere probleem, als je iemand nodig hebt om te praten, één ding wat ik geleerd heb met haar kan ik over alles praten, want zij bewaart het. Ze vertelt het nooit door. Dus daar ben ik veilig, dus ik praat alles met haar dan met de anderen. Dan is alle verhaaltje is veilig. Ze vertelt nooit door. En eh, dan voel ik ook een beetje beter als ik met haar gepraten heb. We gaan ook soms in Utrecht gewoon rondjes lopen. En koffie drinken. Ze is niet jong, ze is oud. Ze is boven de 70. Ja. Maar ze maakt wel tijd voor mij en ik maak tijd voor haar.
[i] Dus ze komt naar Utrecht?
[r] Ja, ze komt nog steeds.
[i] Waar gaan jullie dan? Is dat bepaalde plek, zij vindt het leuk, jij vindt het leuk?
[r] Ehm meestal, omdat ze kan, zij heeft een hobby om kleren te naaien, ze heeft ook mijn gordijn genaaid, eigenlijk.
[i] Wauw, mooi, ja.
[r] En ehm.
[i] Die gordijn?
[r] Ja, en wij gaan gewoon bij open markt, waar die stoffen verkopen, of soms gaan wij ook eh, hoe noem je dat ding? Textile [textiel] winkel of zo. Daar gaan wij, zij vindt het leuk daar rondjes te gaan, daar in de gracht, bij de Oude Gracht hebben ze. En meestal, jammer nu, ik werk op zaterdag, maar als ik zaterdag vrij ben soms, dan gaan wij in zaterdag markt. En om stoffen te kijken, en daarna gaan wij boven V&D koffie drinken. Eh, ja.
[i] Heb jij zelf moeder? Leeft jouw moeder nog of niet?
[r] Nee.
[i] Wat is de grote verschil? Nou je hebt een moederfiguur. Dan zij is, eh nou, voor jou is een moederfiguur?
[r] Ja, het is… Zij geeft mij gevoel dat ik nog moeder heb.
[i] En zij ook als kind, jou neemt als kind?
[r] Ja, zij neemt mij kind, zij heeft kinderen, zij heeft kleinkinderen. Maar ik ben ook één van die kinderen.
[i] Nou, leuk. Heb je contact ook met haar kinderen ook?
[r] Ja, ook.
[i] Jij bent een soort familie?
[r] Hmhm.
[i] Oké, fijn. Oke, met jouw gemeenschap, met Ethiopische gemeenschap hier in Utrecht, heb je veel contact?
[r] Ja. Redelijk. Ja.
[i] Hoe komen jullie bij elkaar eigenlijk? In Utrecht, Ethiopische mensen? Dus er zijn veel Ethiopiërs en wanneer komen jullie bij elkaar?
[r] Ja, hoe komen we bij elkaar? Misschien eentje heeft een jarig-feestje of zo. Je gaat bij die ene die je kent. En daar komen ze meer mensen, misschien mensen die je nog nooit gezien hebt. En dan ga je kennis maken, waar kom je vandaan, of sinds wanneer ben jij hier? En de volgende keer gaan wij ook even wat drinken of telefoon met elkaar wisselen. En, ook in de kerk.
[i] Ja?
[r] Ja. Ik ben niet vaak in kerk.
[i] Ben je niet gelovig?
[r] Ik geloof wel, ja, ik geloof in God, ja, ik geloof in God. Maar voor mij is, ik maak geen verschil ook tussen orthodox en protestant enzo. Voor mij is een christelijk geloof, is geloof. Ik geloof in God, ik geloof in Jezus. En die ga ik bij alle kerken waar open is, dan ga ik in.
[i] Dus je hebt geen bepaalde groep of geloof? En jouw vriendin ook zo? Bedoel ik jouw vriendin is ook eh…
[r] Nee, de meeste vriendinnen van mij zijn orthodox. Maar wij hebben geen probleem met een geloofverschil. Maar ja, als het feestdag is, bijvoorbeeld paasdagen, dan ga je jou uitnodigen of ga ik hun uitnodigen, en komen ze ook met iemand meekomen. Bij ons is niet eh, maken wij niet moeilijk, je bent alleen uitgenodigd, dan mag je niet andere mensen meenemen. Je hebt eentje uitgenodigd, ze komen met vijf. Is ook gezellig.
[i] Hoe moet dat dan, als er geen genoeg eten?
[r] Nou je deelt. Je deelt wat je hebt. Kan misschien, je hebt één brood, en zijn met twee mensen gekomen, je deelt met twee. Dat hebben wij geleerd, delen.
[i] Ja.
[r] Dus je maakt niet moeilijk je kan niet zeggen, oh ik heb eten van drie mensen, moet je alleen maar drie mensen meenemen. Als je meer dan drie mensen meeneemt, je deelt met die eten wat we hebben. Is ook, we hebben geleerd om samen eten, toch, één grote bord. Is ook gezellig.
[i] Hoe je komt met bord, je hebt toch een film gespeeld op de televisie?
[r] Ja.
[i] Oké, kan je me vertellen?
[r] Heb je die film gezien?
[i] Ja, Abi.
[r] Abi, ja. Het is ‘Bordje leeg’, is de title [titel] ja. Het was, in de film heb ik gespeeld dat ik geen Nederlands spreek. En Abi is een Nederlandse meisje, Surinaams meisje, van Suriname afkomst, maar Nederlandse meisje. Zij was met mijn neefje buiten aan het spelen, dus mijn neefje zegt: ‘Nou, ik moet eten, ik moet naar huis.’ Zij zegt: ‘Oh wat gaan jullie eten?’ Hij zei: ‘Injera.’ ‘Mag ik ook mee?’ Hij zei: ‘Kom maar, maar wij gaan eerst bidden.’ Voordat wij gingen naar te bidden, ik heb injera met grote bord klaar gemaakt, ik heb tegen haar gezegd in mijn taal, maar probeer ik ook met alle seintjes laten zien hè, met, hoe noem je, gebaren woorden enzo, en ik heb tegen haar gezegd, ‘wij gaan allemaal bidden, als je terug bent, wij eet samen’. En zij vraagt, zij zegt tegen mij, ‘deze allemaal voor mij?’ Ik heb geen idee wat zij tegen mij gezegd hebben, ik zei ‘ja’. Zij, Abi heeft van huis geleerd, ze moet haar bord leeg eten. Haar vader heeft haar altijd gezegd je moet je bord leeg eten. Maar ze krijgt gewoon klein bordje. Dus ik heb heel grote bord voor zeven mensen, ze heeft geprobeerd te eten, en dan zij zegt: ‘Hoe kan ik dit opkrijgen?’ Ze heeft de helft gegeten en de helft aan een kat gegeven en de helft in de prullenbak. Zij wou gewoon haar bord leeg eten.
[i] Is dat de bedoeling van jouw boodschap, eigenlijk? Toen?
[r] Het is niet mijn film, het is zo geschreven, het is, heb ik de film niet geschreven.
[r] Oké, dus je krijgt script en wordt gespeeld?
[r] Wordt gespeeld, ja. Maar Abi is iemand die bij alle huizen gaat eten. Zij speelt met verschillende traditie, met verschillende ras, en als ze over eten hoort, zij is zo nieuwsgierig. Ze wil bij alle mensen gaan proeven. Dus toevallig door mijn neef zij is bij ons komen proeven, maar als jij de taal niet spreekt, dan geef je verkeerde informatie. Zij heeft mij helemaal verkeerd begrepen, ze heeft ons eten verpest. En ook om te laten zien dat onze traditie is samen eten. Één is als jij de taal niet goed weet, dan heb je, dan geef jij een verkeerde informatie, door miscommunicatie gebeurt verkeerde dingen. Is ook voor Abi is nieuw dat in één bord, zeven mensen of die hele familie in één bord eten. Abi heeft thuis heeft eigen bord, gewoon moeder heeft, vader heeft en zij heeft gewoon apart bord. En daarom zij mag ook haar bord leeg eten. En zij denkt: ‘Oh ja, één bord, maakt niet uit hoe groot het is, gewoon voor één mensen.’ Daarom heeft zij geprobeerd om leeg te maken.
[i] Oké. Hoe komen jullie aan dit film te maken? ‘T is serie of iets, stuk?
[r] Abi is serie, maar Abi bij Ethiopische mensen is gewoon één stukje.
[i] Is dat in Utrecht, de film gemaakt?
[r] Nee het is in Amsterdam.
[i] Oh dus, jullie hebben gevraagd uit Amsterdam, de vraag?
[r] Ja, wij hebben door, ik weet niet meer de naam, we hebben door iemand gevraagd.
[i] Uit Amsterdam, Ethiopische mensen zij hebt jou gevraagd?
[r] Ja, hij heeft Ethiopische mensen gezocht. En zo heeft hij ons adres gekregen en hij heeft een paar Ethiopische mensen verzameld.
[i] Toen was gevraagd voor de film te acteren, dan heb jij gelijk ja gezegd?
[r] Eh, ik heb niet gelijk ja gezegd. Maar dan moet jij drie dagen bij die oefenen. En opname is ook, het is bijna vier dagen geduurd. Dan moeten we vier dagen van negen tot zes uur daar zijn.
[i] Waar was dat?
[r] In Amsterdam. Ja, wij moeten bij iemand thuis oefenen. En, ik moet eerst met mijn baas overleggen dat ik vrij kan krijgen. En dan heb ik mijn baas over verteld, en heb ik hem uitgelegd, hoe het gaat en wat het is enzo. Hij zei nou, je mag vrij krijgen. Dan heb ik gezegd, oké mag wel.
[i] Is dat een betaalde opdracht of vrijwillig?
[r] Krijg je wel klein bedrag.
[i] Voor de bijdrage.
[r] Ja, het ligt aan, wij waren met vier, vijf Ethiopische mensen, mensen die echt een kleine stukjes hebben die krijgen heel klein bedrag. Mensen die, grote, als de hoofdacteurs gespeeld hebt dan krijgen ze een beetje groter dan anderen. Maar niet zoveel.
[i] Maar je hebt wel een droom actrice te worden. Is dat stukje voor jou iets, jouw droom een beetje… Ja?
[r] Ja, dacht ik ook een andere keer, omdat ik ook soms zelf wat schrijf, dan heb ik ook, ja misschien komt die ook ooit uit, maar ik heb ook wat geschreven over de besnijdenis, soort klein drama. Dan dacht ik, ik ga misschien één keertje drama, ja theater, als een film, kleine film spelen. En dan heb ik wel die drama, die film heb ik in mijn taal geschreven, dan moet ik in Nederlands vertalen enzo.
[i] Kan je me even een beetje klein vertellen, inhoudelijk, jouw schrift [script] , wat jij hebt?
[r] Ik heb het geschreven, het was een Somalisch meisje. Zij is besneden en dichtgenaaid. En ze is hier gegroeid, toevallig was ze mij wat ik geschreven hebben. En toen zij is tegen gekomen een Ethiopisch jongen die hier geadopteerd is, hier opgevoed. En, zij wou met hem trouwen, hij wil ook met haar trouwen. Omdat die jongen hier opgevoed heeft, door Nederlandse ouders, heeft geen idee over de besnijdenis enzo. Maar ze heeft tegen hem gezegd, bij ons traditie voordat wij gaan trouwen, wij gaan geen andere contact hebben, seks of zo. En hij heeft dat geaccepteerd, dus hij heeft nooit gezien hoe het zit. En zij heeft ook dat gezegd omdat zij zo schaam was om dat dingen te laten zien. En dus ook zij was heel erg bang om pijn te leiden, om te beginnen misschien denkt zij, oh het doet zeer, en hoe moet ik het beginnen. Iedere keer wanneer hij zegt, oké wij gaan deze jaar trouwen, zij wil het altijd verlengen. En toen hadden wij ruzie, en hij zei ja, volgens mij jij wil mij niet. Je wil geen relatie met mij, of je hebt iets voor mij achter gehouden. Zo hadden we grote ruzie, en, dan zij komt bij andere, de andere vriendin komt tussen. En zij vertelt aan hem met alle tranen dat zij besneden en dichtgenaaid is en daarom zij is dat gaat ze alle trouwdagen gewoon altijd verlengen. Omdat ze heel erg bang is om de pijn, en zij is heel erg, ze voelt schaam om te laten zien de lichaamsdelen dat zich niet uit. En toen hij zei ja ik begrijp die dingen niet, maar ik kan jou begrijpen. Als je pijn doet, wij gaan met dokter overleggen. Ik doe ’t niet met mijn eigen kracht enzo. Maar zij dacht, ik heb gehoord in Afrika doet mannen met eigen kracht. En de vrouw gaat heel veel pijn lijden, daardoor was ik ook heel erg bang om te beginnen, en dan heb ik ook nog nooit nooit gedaan en dat wou ik ook nooit doen. En daardoor zij ging bij specialist, bij dokter overleggen. En dan de dokter heeft hen geholpen, en dan eh, ja, zij is ook vanaf. Van haar schaamte en van haar problemen enzo. En hij is ook wat geleerd.
[i] Zij is getrouwd?
[r] Ja, uiteindelijk met hem getrouwd, met die jongen.
[i] Wie heeft jou verteld, de vrouw of die man? Die verhaal.
[r] Die heb ik zelf geschreven.
[i] Oké, maar hun verhaal, is dat de meisje of de jongen naar jouw verteld?
[r] Hoe bedoel je? Niemand heeft mij verteld.
[i] Oh je hebt verzint?
[r] Ja.
[i] Oké.
[r] Het is zo…
[i] Is goed, voor de theatervoorstelling?
[r] Dat heb ik zelf verzint, maar komt die verhaal voor vaak hè. Maar als ik dacht, wat is als je een besneden meisje en ook dichtgenaaid meisje met iemand Afrikaans gaat trouwen, maar die Afrikaan jongen hier geadopteerd is door Nederlandse mensen, die nooit idee heeft hoe het zit. Hij is ook net als Europeaans. Hoe ga je hem uitleggen, hoe ga je vertellen? Hoe voelt die vrouwen? Hoe schaam zij ze? Hoe ziet de lichaamdelen weet je, hoe pijnlijk het is. En, maar ik heb ook gehoord in Afrika de man doet het zelf openen voor vrouwen. Dat is echt zoveel pijn denk ik. Wat is het als je een vrouw die met dat probleem hier zit? En dan, ze heeft niemand uit te leggen, en ze durft ook niet haar vriend te vertellen. En ja, hoe het voelt, gewoon echt dat heb ik mij gedacht. Dat heb ik geschreven, maar heb ik het niet helemaal afgemaakt. Maar dat is ongeveer de verhaal. Je mag niet mijn verhaal verkopen, hè.
[i] Ja, wie weet! [onverstaanbaar]
[r] Het is mijn verhaal.
[i] Maar heb je ooit voorlichting gehad? Hier in Nederland over meisjesbesnijdenis?
[r] Nee, kijk het is meestal die voorlichting is op zaterdag. Ik ben meestal, vrijdag en zaterdag werk ik. Maandag en zondag ben ik vrij. Op dat dagen zijn nooit voorlichtingen en dit en dat. Maar ik heb wel video’s gezien. En een film in Ethiopia. ‘The Desert Flower’, heb jij dat film gezien? Dan kan je ook zo van leren, ik heb ook met Somalische mensen gewoond. Ik wil niet het verhaal voor haar praten, maar zij is ook besneden en dichtgenaaid en zij heeft infectie gehad. En wij hebben samen naar de dokter gegaan, en de moeder van mij, [naam Nederlandse moede[r] heeft ons ook geholpen. En, toen daarna zei hij, ja, dan hoeven niet mannen te openen, de dokter heeft het voor haar geopend. En alle infectie uitgehaald. Dus dat heb ik gezien, ik heb het zelf niet meegemaakt gelukkig. Maar ik zie wel. Kijk, je voelt, als die ene vrouw een probleem heeft, of die ene vrouw pijn heeft, het is ook jouw pijn, je voelt het gewoon. Dus je bent als vrouw, zegt wat is dat als ook mijn dochter gebeurt, of mijn zus? Of iemand, of mijn vriendin gebeurt? En ik kan weer een vrouw tegenkomen uit Somalië, die zoveel meegemaakt hebben. Ja. En ik heb niet meegemaakt maar ik voel het wel.
[i] Komt meisjebesnijdenis ook in Ethiopia?
[r] Jawel.
[i] Heb je ooit gezien of gehoord?
[r] Ja. Ik heb gezien, familie van mij heeft echt weggelopen van huis. En ze was jong. Ze werd van de straat verder hebben haar broers gepakt, hebben teruggebracht. Zij zag de andere meisje gaat besnijden, en dan is zij is de volgende. Ze begint weg te lopen, weg te rennen. Ethiopisch meisje, buurvrouw, buurmeisje. Is ook familie.
[i] Heb je gezien echt toen zij was besneden?
[r] Ik heb dat ding niet gezien, maar hoe zij hard loopt en dat zij werd teruggebracht. En dat zij schreeuwt, gewoon huilen, heel hard. En ze hebben haar hand enzo vast gedaan, en, toen heb ik de rest niet gezien.
[i] Hoe was het voor jou?
[r] En daarna, zij is daarna heel erg ziek geweest enzo.
[i] Door de besnijdenis?
[r] Ja, omdat zij heel veel beweeglijk was en hebben zij verkeerd gesneden.
[i] Hoe was dat voor jou? Was jij angstig?
[r] Ja heel erg.
[i] Maar gelukkig voor jou…
[r] Verdrietig ook. Ja. Verdrietig ook.
[i] Maar hoe komt dat nou, jouw buren doen dat, maar bij jou niet gebeurd.
[r] Ja, het is, mijn familie was tegen. Ja.
[i] Nou, gelukkig. Ben je gezond verder, zelf?
[r] Eh, ja.
[i] Je hebt nooit iets raars meegemaakt, sowieso? Je hebt niks gebeurd met jou, of zo?
[r] Hoe bedoel je?
[i] Je hebt niet meegemaakt, bedoel ik, je hebt niet gezien. Ja bij de meisje die, die gebeurtenis, weet je, voor meisjesbesnijdenis, dat is wel heel echt overtuigd aan jou?
[r] Nee, gelukkig zo dingen heb ik niet meegemaakt, enzo.
[i] Zie, jij, jij bent heel doorzetter, meisje. Vanuit Ethiopia alleen gevlucht en heb jij Nederlandse taal geleerd, opleiding gedaan. En je werkt nu, je verdient eigen inkomen. Dit is zelf een grote bijdrage, voor de, als vluchtelingen voor Nederland. Ook naast hier ook, van cultuur. Je bewaart de Ethiopische cultuur, ga je dat ook delen. En ook zelfs jij speelt met theater en film, hè. Dat is ook van cultural [cultureel] verschil laten zien, en nu heb jij ook de grootste taboe-onderwerp, voor meisjesbesnijdenis, heb jij schrift [script], misschien in de toekomst komt in theater of film.
[r] Die komt wel uit, zeker. Die wou ik echt afmaken, één keertje wanneer ik tijd heb. En dan wou ik afmaken en dan, als ook niet in Nederlandse taal komt, kan ook in mijn taal, dan ondertiteling gewoon Nederlands.
[i] Oké. Zie jij dit allemaal als bijdrage?
[r] Eh bijdrage?
[i] Ja.
[r] Nee, dat is niet bijdrage, gewoon voor mijzelf. Niet bijdrage van niemand. Nee.
[i] Wat denk jij als jij bijdrage horen? Het is in Ethiopische woord ook [Amhaars: bijdrage] .
[r] Ja. Kijk, ik wou ook als vrijwilliger wil ik soms. Dat is dan een bijdrage, weet je. Kijk, over die besnijdenis, als die uitkomt, dat kan wel bijdrage zijn. Dan ga ik ook… leren, mensen die geen idee hebben over de besnijdenis, die kunnen wat leren. En dan ook de meisjes die met problemen zitten, zij kan ook zeggen, ja, met deze manier kan ik over mijn probleem praten. Maar als, kijk, als je als vrijwilliger werkt, of je helpt mensen, dan is pas bijdrage. Vind ik.
[r] Van jouw mening, maar bijdrage is wat je hebt alles gedaan, tot nu. Tot vandaag is alles een grote bijdrage. Als je zien jouw werk, voorbeeld, economisch, je bent onafhankelijk. Dat is grote bijdrage, ook voor Nederland.
[r] Is dat een bijdrage?
[i] Ja.
[r] Oké.
[i] Ook, jij bent zwart, jij wordt gediscrimineerd, jij maakt beweging, dat is ook een soort bijdrage.
[r] Ja, ik dacht dat eh… Als je dat bijdrage noemt, dan zeg ik ja, ik heb het gedaan. Ik dacht dat is gewoon.
[i] Ja. Eigenlijk help je. Aangezien…
[r] Ik heb met alles geprobeerd, met alle manieren. Daarvoor ben ik ook een beetje sterker geworden. Ik was echt een beetje zwak, gevoelig. Ja. Maar nu ben ik echt sterker.
[i] Ja. Je hebt geprobeerd allemaal een aansluiting te krijgen, tussen twee landen, tussen twee mensen bedoel ik. De goeie dingen uit jouw land, jij wil graag ook, maar slechte dingen traditions zoals meisjesbesnijdenis, jij wil dat af. Je hebt contact met Nederlandse mensen, ook in je eigen gemeenschap, ook. Zoek je aansluiting, weet je, met jouw college. Zelfs ook met vakbond. Dat is een grote stapje, dat voor jezelf op te komen. Dit allerlei is een grote ontwikkeling, merk jij dat? Dit allebei?
[r] Ja, ja. Steeds gaat vooruit. Het is de eerste, dat is niet opgeven. Je kan vallen, dan moet je denken als je valt, kan opstaan. Daardoor ga ik niet opgeven. Ik dacht eerst, “nah, dat gaat mij niet lukken”, maar ik ga nu niet zeggen dat gaat mij niet lukken. Ik ga gewoon proberen. Dat heb ik ook geleerd. Niet op te geven. En ehm, het is gewoon, stilstaan is achteruit gaan, dan ga ik niet stilstaan. Ik wil gewoon vooruit. Dat heb ik ook hier geleerd. Ik ben ook hier, kijk. Ik ben, ik kan zeggen ik ben hier gegroeid. Ik ben bijna achttien, maar daarvoor was ik in mijn ouders huis, hè. Dus doe ik niks voor mezelf, het wordt alles voor mij gedaan. Hier begint mijn leven. Hier begint alleenstaand leven, hier begint zelfstandig leven. Hier was het alles begonnen, hier ben ik een vrouw geworden. Hier ben ik zelfstandig geworden. Hier ben ik sterker geworden. Hier ben ik geleerd hoe ik moet voor mijzelf zorgen en voor mijzelf opkomen. Daar ben ik dankbaar voor.
[i] Ja. Dit alles ontwikkeling is bijdrage voor de stad, voor jezelf ook.
[r] Oké.
[i] Ik zie jou echt, echte doorzetter, heel sterk. En ook duidelijk, met dromen wat jij wil. Ik weet niet steeds welke dromen heb jij nog? Wil bereiken?
[r] Doorzetten heb ik echt van mijn vader geleerd. Hij was echt doorzetter. Dat heb ik echt, van daar heb ik het geleerd. Maar een droom bereiken, kijk, je droomt zoveel, niet alle droom komt uit. Maar als jij, een bepaalde droom uitkomt, dan is ook genoeg. Kijk, ik ben niet meer jong hè, ik ben ook niet oud, maar ik ben echt in de middenleeftijd.
[i] Hoe oud ben jij?
[r] Dus ik ben 34.
[i] Ja, dat is niet meer midden.
[r] Ja, dit is gemiddeld toch? Vooral voor Afrikaanse mensen, dit is gemiddelde leeftijd, is ook niet… In Afrika mensen het hoogste is 65, dus eh. Als vrouw moet ik ook nu gewoon leven beginnen, kinderen maken, trouwen. Ja. En voor mijn kinderen zorgen. Weet je. Ik word niet als huisvrouw, werken en dan en ouder zijn. Ja, dat is mijn droom, die komt ook uit. Ik ben zeker dat uitkomt. Verder gezond, je kan rijk worden, als je niet gezond bent, dan kan je echt niks bereiken. Gezondheid is belangrijkste. Ik denk, gezondheid is het aller rijkste dom [rijkdom]. Daardoor ben ik dankbaar van God, ik ben gezond. Als je gezond bent, dan kan je ook je droom waarmaken. Als je niet gezond bent, dan is ook moeilijk jouw droom te… De eerste belangrijk is gezond zijn, ik ben gezond, ik kan werken, ik kan rennen. Ik kan mijn droom waarmaken, en dus… Stopt hier niet, het gaat vooruit. Dat komt ook. Bereik ik ook, denk ik. En ja, met God, alles is mogelijk.
[i] Steeds heb je gezegd jouw doorzettingsvermogen heb je van jouw vader gekregen. Ehm jouw vader was belangrijk, heb je ook iets anders meegekregen van jouw vader denk, “oh die ben ik, van mijn vader”?
[r] De sterk van binnen, dat is eh. En ook eh, met kleine dingen wat je hebt, om mensen blij maken, helpen. En je hoeft niet rijk te zijn, je hoeft niet veel te hebben om iemand te helpen. En iemand die minder dan mij heeft, ik kan ook met dat helpen en blij maken. Met kleine dingen, of eh… Dat heb ik ook van mijn vader. Dus hard werken van mijn vader, ja.
[i] Oké. Heb je iets voor mij te vertellen, die heb ik jou niet gevraagd, of wat je herinnert?
[r] Jij hebt mij veel te veel gevraagd, hoor. Ik heb ook niet gedacht, ik heb veel te veel gepraat.
[i] Hoe vind jij de interview zelf?
[r] Eh, veel. Leuk.
[i] Leuk?
[r] Ja.
[i] Oké, nou hartelijk bedankt. Ja?
[r] Eshe [Amhaars: oké].

[i] Can you introduce … Would you introduce yourself?
[r] Yeah, my name is [name] , I’m 34 years old. And I’ve lived here for 15 years, over 15 years.
[i] You have something in your hand.
[r] Yeah, my phone.
Yeah, how’s that, your phone?
My phone is always in my hand, and now I happened to want to read you my poem.
Yeah.
[r] So I was figuring out my poem.
[i] Have you now?
Yeah, I got it.
Can you read that poem for me?
Yes, I’m going to read you one of my poems.
You’re a poet, you write, close?
[r] In my spare time, as a hobby. When I have nothing to do or am sad, I always write poems. And I write my poem in Amharic [Amharic] , that’s my own language. That is also easier for me. And my poem, the title [title] of my poem is ‘Geragebtoin’ [Amharic: “I’m confused”]. “I’m eating… but it doesn’t satisfy my hunger. I drink… but it doesn’t quench my thirst. I work… but it doesn’t fill my wallet. I’m learning… but it doesn’t enrich my knowledge. I dress… but it doesn’t look good on me. I work hard… but no success. In a foreign country, it can never be like it is at home. I know no joy… I know no peace. I feel empty… …without understanding. I feel scared… still deep in fear. With stress and sadness. With loss of courage. I get angry and irritable. With the loss of my indigenous ways of thinking. By loss of my good nature. I break with all my good habits. I put myself in a cage of bad addiction. This makes me feel like a drowning man. Struggling to survive without a purpose. Abroad, I’m considered a foreigner. I get so tired of the interrogation where I came from. As if I have no country, I am seen; a refugee without a home. It intimidates me not to exist. With false grimaces they destroy me. They undermine me. I live life without meaning. I live life without being able to do anything with it. I’m confused.” That’s my poem.
[i] Wow. It’s very beautiful. But it also contains a lot, a lot of subjects, a lot of emotions. When I get back, when did you write that poem?
[r] Um, I wrote that poem. I wrote it in 2004. That was almost eleven years ago.
Eleven years ago. Where were, where were you?
Then I lived in eh, in Soest. Soestdijk? Yeah.
[i] Do you eh, do you have residence permits at that time?
Um, yeah, just now. I just got a residence permit.
[i] There’s a lot of feelings in the poem. Like fear, emptiness, anger and sadness. And that, too, unhappy. Can you describe for me what exactly this moment was when you wrote this poem? How do you remember what time? And how yes, how do you feel in that moment.
It’s just my feeling, it wasn’t really that it was a certain time, or difficult time. Then I was, I was new and I just wanted my life to be a good direction, but sometimes it’s difficult. It’s not your language, it’s not your country. It’s also very difficult to be an asylum seeker. You try to do everything right and be on the edge, but it’s, it never comes out how you want. Yeah. Yeah, yeah, yeah, yeah, yeah, yeah. You just feel sad, you’re empty, you’re without family. Um, you don’t understand things very well. And you work and you deserve it, but you don’t have it. And then I was, my dream didn’t come true. Then I thought, oh this is hard to live with, with things like this. And then I just wrote the poem.
Yeah, what’s the hardest thing here? You work, you earn, but you don’t have that much. But most of all, at the time, what was the worst? Moment? Is that your dreams not coming true, or what was the hardest?
You just feel empty, you’re alone. You’re just real, here’s just, don’t you come open the door, don’t everybody come to you or you don’t go to everybody. And I’ve really come from a lot of family in Africa, you know, so many people. And we all live close to each other. But here, you just feel alone, especially when you’re single and fled without family as a young woman. And then you want to, you want to study and the language is difficult. Then you want to work, the weather is difficult and, social contact is difficult in the beginning. And yes, then come, then you have a hard life. And then you feel empty.
Yeah. Do you still feel this feeling?
Um, well, not so much actually. It was really hard back then. I still feel empty, alone. And the warmth, those people close to me who aren’t here anymore. But, now I feel a little at home.
That’s after eleven years.
[r] Yes, now I can also speak the language and I also finished my education and now I work, a good social contact. And now I’m a little used to it. So, uh…
[i] Back then, where do you live? In the asylum seekers’ centre? Or?
[r] When I wrote this poem, I just lived in a room. With a group of others, with another group.
[i] Can you tell me back to your flight? You fled from Ethiopia. Where did you end up?
[r] I was in asylum seekers’ centre in OC Eindhoven for the first time. And there I had, I lived there for three months. After that, I got a house, not a house, just a built-up house. A group of minors together. In Hoogezand-Sappemeer, which is very far away, in Groningen. It’s very, very boring, very quiet. And not so many dark people either. Then it’s hard to start a life. Um, I’ve lived there for almost two years. Then I would have moved to Amersfoort with my girlfriends. From Amersfoort to Soest.
Um, Soest. Soest were you with a room, with a lot of girls?
[r] With two other girls.
[i] Is from the same country, or something else?
No, they’re from Somalia.
[i] From Somalia. And you lived with different people before that?
Um, yeah, I’ve lived with people from Zaire, too. And also from China. And yes, and also once with people from Ethiopia.
[i] Okay. How was that for you? Cause you’ve seen white people. And at the same time, you’ve got several people from Africa, from Asia, who have a background. Is that a difference, you see?
Um, you never feel at home in the beginning. And it’s… You don’t have your family. But the close you get to your people, you feel better. And fortunately, when I lived in Soest, I learned to know a lady. So she’s just like my mother now. Dutch lady. She helped me with my most difficult time, with all my problems. And she has always been [always been] ready for me. That’s made it a lot easier. And, yes.
[i] How did you end up with that lady in Soest?
[r] Um, through, actually, she rents a room for underage girls. That’s where I ended up through VWN.
[i] Refugee work. Refugee Work. And, uh, that’s where I lived and that’s where I got in touch. And, we still have a good contact.
How long were you with her?
Eight years.
Eight years?! So you’re just family, really.
Yeah, so she really became my mom, yeah. When I finished college, I found a job in Utrecht. Um, it was really hard to travel from Soest to Utrecht every day. And her house has to be sold, and then we have to move too. That’s how I came to Utrecht.
[i] What was the first impression in Utrecht when you came here? I know Utrecht…
[r] Well actually, I live in Soest, but I was always in Utrecht. So, for shopping Utrecht is a bigger city than Soest. So I can find anything, anything. I can shop, I can go city, I can grab a terrace. Utrecht is just a nice city. So I often come to Utrecht. But then I had to move and I found a room. And yeah, a little far away from [name Dutch ‘mother’] but, um, yeah. That’s how I got to Utrecht.
[i] Do you still have contact with her. She always lives in Soest.
[r] Still yes.
[i] I came to Utrecht, is that where you live, in this neighbourhood?
[r] At the first I lived in Overvecht. Yeah.
[i] How long?
Two years. Then I had to leave that house too, and that tenant has to give the house back to housing. And then I had a very difficult time. And because of that, I found a house called Corporations Hotel. And the Corporatiehotel in Blauwkapelseweg in Utrecht. That’s really only for divorced men. But the exception for me is for, as an emergency shelter, I lived there for a year. If you live there for a year and then have good behaviour and your own income, you get a house. That’s why I came here.
Were you the only woman there? In the shelter?
Coincidentally, two women.
How many men were there?
It’s just, it’s, you have your own room. Just cooking and showering you’re gonna share. It’s not a shelter, it’s a house, a corporation hotel. But it’s more for men. For divorced men who don’t end up on the street and stuff. That’s what it was for, the house.
How was it for you, among all those men. You were the only two girls?
At first I was very scared, but luckily I was treated like a princess there, it was very nice men for me and they were good. And, uh, yeah. I really don’t have a bad experience.
[i] That was, where was in Utrecht?
Blue Chapel Road, near Kleine Singel. That’s in town, actually.
[i] But shelter in the city. How long were you there?
It’s called the Corporation Hotel. If your husband is divorced, in this country, a woman has a right. So the men leave the house to women who end up on the street, huh. That’s why this organization is arranged. Or, uh, this corporation arranged. And that’s more for men, I think exists also for women. But this happened to be for men.
[i] Do you talk to those men about, uh, their divorce? Are you in contact somewhere, I mean.
I haven’t really had much contact. I work every day. So I leave very early and I come home to six. I’m usually in my room by then. And only if you go in that kitchen, for a little while. If anyone’s there, I’ll talk. But not about their own lives, a little bit, but not about everything.
[i] Was safe? Say, between those men.
With me, it was safe. I didn’t have any trouble. No, no, no, no, no, no, no, no, no. Those were really nice men.
[i] Is only Dutch or foreigners in there?
[r] Most of them were Dutch, but there was one Iraqi, a man from Iraq I think.
[i] How many about men are there?
[r] It’s, it’s got four floors. And with me, there were two, three, four, five… Seven.
Seven. And in the whole building?
Yeah, four times seven, so you’re 28 or so.
But there’s no opportunity for everyone to get together just once, is there?
Yes, there is. Yeah.
What opportunity?
Yeah, we’ve had a barbecue once every six months or so, in the summer. In the backyard. And sometimes a group meeting. Cause we have a counselor there, huh. I don’t have an attendant, but all the men who live there have an attendant, because they’ve also been through a lot. So sometimes, if you have a meeting, sometimes we have a meeting once a month. If something goes wrong or if something is not clean, fortunately the one on my floor was very simple and clean. And very easy people were. But upstairs were a little… Difficult people were. Arguing often, and maybe meeting there often, with us was quieter. Just explaining the rules and if you’re new. Once, you live there for a year, at most. So if you get a house, then if you’re in the neighborhood, you’ll talk to fourth room. Then you get a house, that’s a one-time chance. Then you can’t ignore it. If you get the house, you have to accept. And no matter where, you have to accept that.
That’s how you accepted?
I’ve accepted it, but this is just a dream home for me, close to my work, everything. But I’ve been lucky.
Okay.
But I’ve accepted it. Every time you take one away, another one comes. Then we’re gonna meet and explain. Yeah. Say goodbye, and so, so we’ve had contact.
[i] Then you’re in this neighborhood. What’s the name of the district?
This is Hoograven.
When was that?
Since 2011.
[i] 2011. Then you’re about six years old.
No, three and a half years. No. 2011, I came here, end of 2011. So, well, we’re 2015. I’m really three and a half years here.
Are you used to being here?
Yeah, yeah.
Is nice neighborhood to live in?
Yeah, very nice quiet neighborhood. So, luckily I live nearby, I work nearby. It’s just a five-minute walk. And um…
Where do you work?
I work here at Emerald Square, hairdresser Bruce.
Okay. So are you a hairdresser?
I’m a hairdresser, yeah.
Hairdresser for what? For man, woman, or?
[r] Of both, I went to hairdressing school and did that training.
Oh okay. You did the barber training. When was that?
That was 2004 and 5.
[i] Okay. Is that what you want to study? Dream job?
No, that was, now it’s my dream job, but it wasn’t in the beginning. No, it wasn’t. Actually, I always wanted to be an actress. Yeah, playing movies and dramas and stuff. But, uh, with this language it’s impossible. Then I was right, uh… Actually, you know how I became a hairdresser? I was mad at one hairdresser, that’s how I became a hairdresser.
[i] How did that happen?!
I had a while ago, I’ve never been a hairdresser here. And in Tilburg, I still don’t forget, my boyfriend lived there. And I was at my boyfriend’s house, and we had a party tonight. We have to go to a party. I said oh, well, my hair looks like shit, so I need to find a hairdresser. And a friend for us, he said, “No, I know a good hairdresser here, I’m gonna take you to the hairdresser’s. I went to the hairdresser’s, it’s really a lot to wait. Really long. And, um, the wish that I want hasn’t come true either. And I paid a lot of money.
[i] Oh.
And the hair wasn’t right at all. I wasn’t happy at all. Then I thought if this woman can be a hairdresser, then I can, too, because I can do better than that. If I really hadn’t been at the hairdresser’s, maybe my hair would have been better. And, uh, then I thought if she can earn a living as a hairdresser, then I can, too. Even without an education, I can do better than her. If I do the training again, then I can really just perfect profession [profession] , then I really had decided. I said, as of tomorrow I will start hairdressing training.
[i] Well, it’s going to be easy to choose that course.
J, I was angry, and then I chose training. But now I’m very happy to be a hairdresser. Cause I’m just happy. The work is so cozy, you make contact with a lot of people, then you make people beautiful. And it’s also nice when you, clients, are happy to see you. Satisfied people. So, uh…
[i] Right. You’ve had the experience of being dissatisfied with that lady. Do you have a job where people are dissatisfied, too?
Sometimes you make people dissatisfied. Yeah. Sometimes, if she’s dissatisfied, it’s not me, it’s their own problem maybe. They’re not really with a good… I don’t know how you put it, they might be angry at home, and with the anger there. They want to respond to you. But client’s king, so you’re just gonna take it easy, consult. Maybe if she’s mad at me, my colleague will take over or my boss. But most clients are very satisfied.
[i] Nice. And what kind of barber is that? That’s special for a certain breed or?
[r] No, I work and the owner is African. We do have black hair [afro hair/black hair] , more customers of black hair. But is black and white [black and white] . We have people from Suriname, Africa, Aruba, Antillean, we have Dutch. So we have all people, all kinds of people.
[i] Who comes most, I mean?
[r] Comes all races. Yeah.
[i] How do you like yourself, um, people, say, certain hairstyle, or certain? Yeah, what do you like better?
How do you mean?
[i] You get different clients, or Dutch or Surinamese.
[r] I don’t like just men’s haircuts.
[i] Okay, that’s what I mean.
[r] Yeah, if you go wrong there once, you can’t correct that, that’s a good thing. So if you don’t get it right, if you go wrong, it goes wrong.
[i] Okay, you ever let those guys down? Okay. You don’t like this, cutting men’s hair. Right?
[r] Men’s haircuts, I don’t like that. No, you don’t.
[i] Okay. What do you like?
[r] Well, anything. Especially with women’s hair, styles, braids, weaves, hair extensions, everything.
[i] And that goes well with your colleagues? The contact between your colleagues, your boss?
[r] Um, yeah. It’s been a little off lately, the contact with my boss, for some reason. But, um, I’m also a member of the union. And CNV. They helped. And thanks to CNV, I now have a quiet place for my work.
[i] What’s union?
[r] Trade union is a, CNV, that’s a, that if you have a problem and they’re going to get you a legal person, they can help you or you can get in touch, they’re going to explain it to you. And they’re on your side. With everything. It’s also good to be a member of CNV or a union. That is, they’re for professionals.
[i] How did you become a member there, yourself? How do you know they exist? Actually, I’ve heard of somebody from, uh, an old colleague before me. And what that’s like, about CNV. Then I read it myself. And, I’ve become a member, I’ve been a member for years. And then I pay the costs every month, but I thought at first I’d only pay the costs, it never comes for anything… But this year they really helped me. And I’m happy too, for the first time I stood up for myself. As an African woman, we accept everything. And then you never stand up for yourself. But this time I stood up for myself. And also sometimes when you ask your boss or somebody to sign something, especially some papers, it’s good to read, especially those general conditions, those small print and so on, before you sign. And also contact CNV to explain and show that letter. It’s good. It’s good. Now I’ve learned something.
Learned. That’s why you just signed it?
[r] Hm?
That’s why you just signed it all…
I didn’t sign it either, I read it. Actually, if you sign, I lose my right. So I contacted CNV. And they also advised me not to sign, and yes, they helped me and they explained. And they’ve also been with my employer. And, uh, I’ve been well helped by them.
[i] So are you proud?
[r] I’m really proud and I’m happy to be a member. And I’m also proud that I’ve learned to stand up for myself. And, um, yeah.
How come you have feelings for that, that you don’t have feelings for yourself? You know that? Have you been through something before that you can’t really stand up for yourself?
I’m someone who accepts everything. I never say no. And no matter how hard it is for me, it’s not easy to say no. But here, we learned at school, standing up for yourself. No matter how important it is, or if you don’t like something, you have to say no. But is, we’ve learned from, I’ve learned from home, respect for the elderly and don’t answer the elderly. Then you shouldn’t say no to the elderly and all that. That’s why I usually say okay. Yeah, yeah, yeah, yeah, yeah, yeah, yeah, yeah, yeah, yeah. But this time, no matter how old you are, also how, if you are my boss, or doesn’t matter, if you don’t like me, if I see that something is against my wish, or not good for me, then I shouldn’t accept it.
i] Do you think that, you say that from your upbringing, you took it with you.
No, I really didn’t learn that from my upbringing, I learned it here. Just from Dutch people and for school.
[i] No to say, that’s right. Standing up for yourself. But before that, before you said you have to say yes to everything, is that during your upbringing?
[r] Yeah, that’s my upbringing, yeah. That’s mostly African upbringing, you know. Mostly Ethiopian upbringing, I guess.
Yeah?
Yeah.
[i] Is that different from Dutch upbringing?
[r] Yes, this is where the women stand up for themselves. But in Africa, women never stand up for themselves.
[i] Do you see your girlfriend, colleagues, or eh, do you see of that?
[r] Yes, with everyone, with everyone.
[i] Yes?
[r] Yes.
[i] What are you going to advise then, are you going to advise people now, from now on, you’ve taken advantage of yourself to say no, are you going to advise other people too, colleagues or girlfriends?
[r] Yes. For people who, especially people who work, I’m going to advise to be a member of CNV. And people who really, also as my African Ethiopian, especially Ethiopian girls, those women, so you really have to say no to their wishes. If something comes up that they don’t like, if you think that’s not good for me, they shouldn’t accept it. Really, if you really accept a little bit, then another big one will come. If you accept the big one and then there’s a big one, you’ll never come out. So you have to show from the beginning that you can stand up for yourself. That you can say no. You can accept things that you, that are your wish, or that you need and that are good for you. But people shouldn’t push you to accept what you don’t like. A relationship could be, or a job could be, with your employers, or somewhere next door, or it doesn’t matter. But if you think now this is not good, that is not good. Then you have to say no. That’s what I’ve learned here, I’m proud.
Are you really self-developed?
Yeah, in this way, yeah.
Yeah, in this way. But how…
[r] It just feels really good, too.
Yeah.
Yeah, you don’t need anybody, you did it yourself. And then you’ve also, if you arrange help, you’ve arranged it yourself. And somebody’s not gonna take care of you. Then you have to do it yourself first, then help. You can’t always sit down, ask for help. No, I can’t.
[i] Okay. That’s a really big, big step. But for you, like this. But what steps should other people, or girlfriends of yours, or here, learn from you? It’ll come to you in a minute. Or through training, this developed? How did you accomplish that?
This was too much. And it’s too much. I’ve accepted the first little, little things. And then if you accept the small steps, then comes the big step. I wasn’t expecting the big step. And it wasn’t right. This isn’t right. [well] This is just abuse. And then I thought no, this is where it has to stop. And I have to do something about this. And, yeah. If one thing gets too much, you wake up. I woke up this time.
[r] Okay. But before that, you feel like you have to [accept] everything, you feel like you shouldn’t say no, you’ve indicated most African, or at least Ethiopian women have. What do you think’s causing it? It comes from culture, or upbringing?
Yeah, I think it is, it’s also our culture. It’s… We think respect is accepting everything. Respect is not accepting everything. Respect is what you earn, when someone gives you respect, you give it back. If someone doesn’t give you respect, you don’t deserve that respect. But we have learned, you have to respect an elder, just give respect. We think, oh yeah they give me respect or not, I have to, she has to earn it, I don’t. That’s how we learned. You have to do everything for the elders. Yeah, it’s okay, respect to the elders, but the elders have to respect you, too. Or respect your boss, your boss has to respect you too. If you give me respect, I’ll earn it back. I guess.
[i] What is the biggest cultural difference between the Netherlands and Ethiopia? You have now indicated about respect and to say no, is that something different?
[r] I like my culture, my traditions. I am not against my culture or my tradition. But certain things, for example as a young woman, as your parents used to say to you, I have not experienced that. But as your parents used to, your parents are going to arrange who you’re going to marry. You can’t say no, you have to accept because it’s what your parents want. It’s not your wish. That’s, that’s your father’s wish. You don’t know the man. But what kind of life are you gonna live with than this man? That’s just, it’s not nice, but maybe your parents don’t want to hurt you either. But they’ve also adopted the tradition of their grandparents. If you say no, you’re gonna have a problem there. So you’re gonna accept them. Then you don’t have a home to live, then you, you lose your parents. But here, I’m single. I live for myself. Nobody’s gonna decide for me. I just decide.
[i] So freedom?
[r] Yes freedom, yes. The freedom. If I’m from over there, going through exactly the same things here, no. That’s why I fled. I don’t want to go through that. Certain things, heavy things.
[i] Like what?
Like, when I’m in Africa, I might want to get my little daughter circumcised. But I’m here, maybe she’s gonna tell the father “yes, she should be circumcised.” I can say “no, she can’t be circumcised, she shouldn’t be circumcised”. Maybe if I was in Africa my parents, my grandparents decide that. Or if someone says to me “you have to marry this man”, if I’m not in love or if I don’t know the man then I’m not going to marry the man. Or, yes, or if you have to be under the man, if you know your husband can do anything, you can’t do anything. I can’t accept that. It’s just, people should be treated equally, not really women under men. That’s actually what I’m talking about. But as an African, you always think man is the boss. That tradition, I mean, well, that tradition I really don’t want to accept. But, the rest is really living together, and just the conviviality, and the hospitality, and that’s just fun. I really just want to take that with me forever.
[i] Okay. Is that your social life here, is that like Ethiopia or Africa? Are you friendly and hospitable?
Yeah, it’s not exactly like Africa, but…
Okay, how was your social life there and here?
Look, I was very young there, huh. I was just living with my parents’ house, I didn’t have a house to invite anyone to say. Maybe my classmates and stuff. I started living here for myself. So, uh…
[i] How old were you when you came to Holland?
Um, I was almost seventeen. Yeah.
[i] So you came to Holland alone, without parents.
Yeah.
[i] Okay. So how was that for you, taking that step yourself?
[r] It’s not easy, but if you don’t have a choice, you take the steps.
[i] And what were the standards, the values, the traditions, the rituals [rituals] that you kept? You came to Holland young, but from your…
[r] Most tradition is living and eating together, for example. Or my faith, respect for other people’s faith, respect for older people, a certain, certain limit, not really above the limit, not. And, helping people, if I’m better than them at certain things, I help. I’ve taken that from my tradition. Just standing up for myself, that’s from here.
[i] New?
Yeah.
[i] Well. And another thing, that’s important things that happened in your life, or here or there, that you really remember?
Every time something happens, but something really special, I don’t know.
Okay, do you have a fantasy, before you leave, what kind of life do you end up with?
You never end up with the life you think. And look, if, when, if I didn’t have a problem, I wouldn’t have fled. But because of my problem, I fled, but I thought, oh I can just easily get everything at first. Not that, as a woman, it doesn’t matter, or as a man. You have to work hard to achieve your life. And we also thought in Africa, you’re just gonna make money, you don’t have to work, no that. Then you have to work really hard and study and earn your own living. Oh you can get some, but that’s, that’s not so easy how I thought. But, if you work, if you fight hard for yourself, you’ll come, you’ll survive.
[i] Yeah. That’s just some kind of integration, you think?
Yeah, too.
[i] How are you here, I mean, for your own sake, are you integrated?
Must be. If you really are, look at this, you don’t live in your own country. You can’t say oh yeah, I need my own language, I need my own tradition, no, it’s gotta be fifty-fifty. You have to learn the language. To work. You need the language, even to go to the doctor. You don’t need an interpreter, you know. There are certain things you really want to keep to yourself. And it also feels good when you can just speak the language. Then you can get in touch, get in touch with people. And you go to work, you earn your own money, it’s fun too. It’s just a good feeling. But the weather isn’t always good here. You know how hard it is with cold, snow and this and that. Yeah, it’s hard sometimes, especially for cycling. You fall, get up.
Did you learn to ride a bike here or in Ethiopia?
Yeah, I learned to ride a bike here in Groningen, actually.
Yeah, nice?
Yeah, it’s nice. But sometimes, especially in winter, you can really fall and get up a lot. But is life, is it, cycling is also a good example for life.
[i] Yes?
[r] Life is trial and error.
[i] Wow.
[r] If you fall, then you must also try to get up. Then you go on, but if you fall and say, no, I’m not going to get up, then your life is going to end. You really have to get up and move on.
[i] Are you falling and getting up in your life?
Yeah. Yeah, anyway. Anyway. With everything, with everything.
Yeah? When? Yeah, what situation, for instance, in your poem so many things, yeah. Were there certain moments, “oh now I can’t get up or now I can’t go on”?
[r] Yeah, um. I also said to you earlier, it’s hard to be alone. And I miss my family, I miss the warmth, I just miss people around me. And especially when you’re sick sometimes, you’re just at home alone and nobody comes to visit you, and um. In Africa, the door is open, everybody can come. Not here. Then you don’t know if you, don’t know if you, your neighbors don’t even know if you’re alive or dead. And that situation,especially when you’re sick,I’m always scared. Doesn’t matter, I can call an ambulance, Doctor, but you need someone. And, uh, especially if you’re not in a good relationship or something. Then you think, oh. If it goes wrong, then it goes right wrong. And sometimes you go out there, you try to accomplish something, you don’t succeed, you try a second time, you don’t succeed. Then you almost want to give up, you think “well I’m never gonna do it again”. But I think giving up is losing, you should never give up, just… That’s why I say trial and error. Sometimes you come up against things, sometimes it’s discrimination, sometimes. For example in my poem, some people laugh with you, but that’s not good, that’s not true. They just don’t laugh inside, they just… I don’t know. They’re going to show you smile, but not from the inside. And you think, oh yeah, those people laughing for me, you really go when you want to get close, they’re just gonna distance themselves from you. Then you think, “oh, how weird, with me where I come from, people laugh, they laugh good. And they laugh from the inside out and they accept you really well. And no one’s not going to shut the door on you.” And um, is everybody gonna ask you, “Where are you from?” And you say where you’re from, the second question is “when are you going back?” If you’re in Africa for vacation, they’re gonna ask me “when are you going back?”. Am I not accepted in any way? That question always makes me angry, too. I said, “Well, I’m allowed to live, aren’t I? I’m allowed to live, aren’t I? Then why do you ask me when I’m going back?”. I don’t have to, I’m alive, they didn’t go, they don’t pay for me. I work for myself. And that’s what they’re asking. And they’re going too. They may only have one image about Africa, bad image. War and hunger. Africa has many sides. And the richest, the really, I don’t know, maybe Africa is one of the richest continents I think. But they just think about that war, about that hunger, and say, “Oh yeah, have you been there? Are you hungry too? Haven’t you had any food?” That question pisses me off, too. I said, “Leave me alone, I’m just gonna live my life.” Not about that question, just… I may have experienced it, but what’s it got to do with you? Why do I have to answer that question, you know?
[i] How are you gonna deal with questions like that?
They never make you feel at home. That’s what I’m talking about.
[i] In what way?
Certain people, not everyone, but in general, they’re never gonna make you feel at home. They’re always going to make you, you think oh yeah, I feel at home. But they don’t make you feel at home.
[i] You’ve called discrimination, have you ever been discriminated against?
Not really directly, but undirectly, it often comes.
Such as, for example? With your color? What opportunity do you feel uncomfortable with?
[r] The first one, if you are looking for a job interview or internship and so on, I can also understand maybe my language is not perfect, not like the others. And she can give as a reason, oh yeah, I can understand the language so well or so. But if they give me a chance, I can learn too, you know. They’re not going to say to you, who’s going to say to you, I’m not going to accept you because you’re black? I’m not gonna accept you because you’re black. Who’s gonna say to you, “Yeah, black go away. No, I haven’t been there. But indirectly, they’re gonna make you feel the same way. That you’re not welcome there. And they’re gonna say, “Oh, we’re gonna call you. They’re not gonna give you time for an interview, an interview, a job interview. Right, they’re gonna say, “Oh, yeah, we’re gonna call you back. You never get called back. No matter what degree you have, no matter how high you studied, I often see that from my girlfriends.
Yeah?
Yeah.
Okay. But are you disappointed? Say, you’ve heard from your girlfriend, have you? In a job interview, or any other disappointment?
[r] Yeah, yeah, yeah. That you’re not completely accepted.
[i] You feel that?
Yeah, sometimes. That’s why you think, I’m just gonna, you know, back off. I do my thing. Then if you don’t fit in, I don’t get there, you know.
[i] But then you feel safe?
Yeah, safe.
[i] Okay. Aren’t you scared?
[r] No, no.
Since of your work, do you work full-time?
Well, almost full-time.
So, what do you do in your spare time?
[r] In free time, yes, I go out, to Amsterdam or in Utrecht in the city. Just looking for the moat. And, shopping, watching television, writing my poem, reading my poem back, or visiting my girlfriends. I just wanted to keep in touch with my girlfriends for people from my country. Then I don’t want to lose contact.
[i] So most contact is with your countrymen or?
[r] I do have contact with Dutch people, I also have Dutch girlfriends and so on. And I also have a Dutch mother, so to speak. But, uh, most contact is, uh, yeah, with Ethiopian people.
Your Dutch mother, you mean?
[r] Eh, the woman I used to live with, she’s become like a mother to me. Not really a mother to me, but she’s like a mother. She calls me daughter too, so eh.
[i] So you have some kind of mother figure. [figure] What does that mean to you, anyway?
[r] Everything. Everything, she’s the sweetest woman, and she never lets me down. Even if you haven’t called a few times, she’s looking for me, she’s calling me. And she asks me where I have a problem, doesn’t matter, if you also have a money problem, or another problem, if you need someone to talk to, one thing I learned with her I can talk about everything, because she keeps it. She never tells. So I’m safe there, so I’ll talk to her about everything, then I’ll talk to the others. Then all the story is safe. She never tells. And, um, I’ll feel a little better when I’ve talked to her. Sometimes in Utrecht we just walk around in circles. And drink coffee. She’s not young, she’s old. She’s over 70. Yeah. But she makes time for me and I make time for her.
[i] So she’s coming to Utrecht?
Yeah, she’s still coming.
[i] Where are you guys going? Is that certain place, she likes it, you like it?
Um, mostly because she can, she has a hobby sewing clothes, she also sewed my curtain, actually.
[i] Wow, beautiful, yeah.
And, um.
That curtain?
Yeah, and we just go to open market, where those fabrics sell, or sometimes we go, uh, what do you call that thing? Textile store or something. There we go, she likes to go round there, there in the canal, at the Old Canal they have. And most of the time, I’m sorry, I work on Saturdays, but if I have Saturday off sometimes, we go to the Saturday market. And to look at fabrics, and then we go upstairs V&D to drink coffee. Um, yeah.
[i] Do you have a mother? Is your mom alive or not?
No.
[i] What’s the big difference? Well, you have a mother figure. Then she’s, um, a mother figure to you?
Yeah, it’s… She makes me feel like I still have a mother.
[i] And she, too, takes you as a child?
Yes, she takes my child, she has children, she has grandchildren. But I’m also one of those kids.
[i] Well, nice. Do you have contact with her children as well?
Yeah, too.
[i] You’re like family?
Hmhm.
Okay, fine. Okay, with your community, with Ethiopian community here in Utrecht, do you have much contact?
Yeah. Fair enough. Yeah.
[i] How do you guys get together anyway? In Utrecht, Ethiopian people? So there’s a lot of Ethiopians, and when do you guys get together?
[r] Yeah, how do we get together? Maybe one of them has a birthday party or something. You go to the one you know. And there’ll be more people there, maybe people you’ve never seen before. And then you get acquainted, where are you from, or when did you get here? And the next time we’re gonna have a drink or switch phones. And, also in church.
[i] Yeah?
[r] Yeah. I’m not often in church.
[i] Aren’t you religious?
[r] I do believe, yes, I believe in God, yes, I believe in God. But for me, I don’t make a difference between orthodox and protestant and all that. For me a Christian faith is faith. I believe in God, I believe in Jesus. And I go to all the churches that are open, then I go in.
So you don’t have a particular group or faith? And your girlfriend like that? I mean, your girlfriend is also, uh…
No, most of my girlfriends are Orthodox. But we don’t have a problem with a difference in faith. But if it’s a holiday, like Easter, you’re gonna invite you or I’m gonna invite them, and they’re gonna come with someone. We don’t eh, don’t make it difficult, you’re only invited, then you’re not allowed to bring other people. You’ve invited one, they’ll come with five. It’s cozy too.
[i] How’s that, if there’s not enough food?
[r] Well you share. You share what you have. Maybe, you have one loaf of bread, and have come with two people, you share with two. That’s what we’ve learned, sharing.
[i] Yeah.
[r] So you don’t make it hard you can’t say, oh I have food from three people, you just have to bring three people. If you bring more than three people, you share with that food we have. Also, we’ve learned to eat together, right, one big plate. It’s cozy, too.
[i] How you come up with plate, you played a movie on television, right?
Yeah.
[i] Okay, can you tell me?
Did you see that movie?
Yes, Abi.
Abi, yes. It’s “Sign blank,” is the title? [title] Yes. It was, in the movie, I played that I don’t speak Dutch. And Abi is a Dutch girl, Surinamese girl, of Surinam descent, but Dutch girl. She was playing outside with my nephew, so my nephew says: ‘Well, I have to eat, I have to go home’. She says, “Oh, what are you gonna eat? He said, “Injera. “Can I come too? He said, “Come on, but we’re going to pray first. Before we went to pray, I made injera with a big plate, I said to her in my language, but I also try to show her all the signals, with, what do you call, gestures, words and so on, and I said to her, ‘We’re all going to pray, when you’re back, we’ll eat together’. And she asks, she says to me, “all these for me? I have no idea what they said to me, I said yes. She, Abi has learned from home, she has to empty her plate. Her father always told her you have to empty your plate. But she just gets a little plate. So I’ve got very big plate for seven people, she’s tried to eat, and then she says, “How can I get this? She ate half and gave half to a cat and half in the trash. She just wanted to eat her plate.
[i] Is that the point of your message, really? Back then?
[r] It’s not my movie. It’s, it’s, I didn’t write the movie.
[r] Okay, so you get script and you get played?
[r] Being played, yeah. But Abi is someone who’s gonna eat at all the houses. She plays with different traditions, different races, and when she hears about food, she’s so curious. She wants to get a taste of it in all people. So by coincidence my cousin she came to taste with us, but if you don’t speak the language, you’re giving the wrong information. She totally misunderstood me, she ruined our food. And also to show that our tradition is to eat together. One is if you don’t know the language, then you give wrong information, miscommunication causes wrong things to happen. Is also new for Abi is that in one plate, seven people or that whole family eat in one plate. Abi has her own plate at home, just has mother, father and she just has a separate plate. And that is why she can also eat her plate empty. And she thinks, “Oh yeah, one plate, no matter how big it is, just for one person. That’s why she tried to empty it.
[i] Okay. How did you guys get this movie? “T’s series or something, bro?
[r] Abi is series, but Abi in Ethiopian people is just one piece.
[i] Is that in Utrecht, the movie made?
No, it’s in Amsterdam.
[i] Oh so, you guys asked from Amsterdam, the question?
[r] Yeah, we’re through, I don’t remember the name, we’ve been asked by someone.
[i] From Amsterdam, Ethiopian people they asked you?
Yeah, he’s been looking for Ethiopian people. And so he got our address, and he gathered some Ethiopian people.
[i] When you were asked to act for the movie, did you say yes?
[r] Um, I didn’t say yes right away. But you’ll have to rehearse for three days. And recording is also, it’s been almost four days. Then we have to be there four days from 9:00 to 6:00.
Where was that?
In Amsterdam. Yeah, we have to practice at someone’s house. And, uh, I need to talk to my boss about getting some time off first. And then I’ve told my boss about it, and I’ve explained to him how it goes and what it is and stuff. He said, “You can get out. Then I said, “okay, you can.
Is that a paid job or voluntary?
You’ll get a small amount of money.
[i] For the contribution.
[r] Yeah, it’s on. There were four of us, five Ethiopian people, people who really get a small amount. People who, big ones, if the main actors have played, they get a little bigger than others. But not that much.
[i] But you do have a dream of becoming an actress. Is that piece for you, your dream a little… Yeah?
[r] Yeah, I thought some other time too, because sometimes I write something myself, then, yeah, maybe it’ll come true someday, but I also wrote something about circumcision, kind of small drama. Then I thought, maybe one day I’ll play drama, yeah theatre, like a movie, little movie. And then I’ll have that drama, I’ve written that film in my language, then I’ll have to translate it into Dutch and so on.
[i] Can you tell me a little bit small, your script, what you’ve got?
[r] I wrote it, it was a Somali girl. She was circumcised and stitched up. And she grew up here, coincidentally, she was what I wrote. And when she met an Ethiopian boy who was adopted here, raised here. And, she wanted to marry him, he wants to marry her, too. Because that boy was raised here, by Dutch parents, has no idea about the circumcision and stuff. But she said to him, in our tradition before we get married, we’re not going to have any other contact, sex or anything. And he’s accepted that, so he’s never seen what it’s like. And she also said that because she was so ashamed to show that stuff. And so she, too, was very scared to suffer, to start with maybe she thinks, oh it hurts, and how to start it. Every time he says, okay, we’re getting married this year, she always wants to extend it. And then we had a fight, and he said yes, I don’t think you want me. You don’t want a relationship with me, or you’ve kept something from me. That’s how we had a big fight, and then she gets into another one, the other girlfriend intervenes. And she tells him with all her tears that she’s been circumcised and stitched up, and that’s why she’s gonna prolong all wedding days. Because she is very afraid of the pain, and she is very, very embarrassed to show the body parts that don’t express themselves. And when he said yes I don’t understand those things, but I can understand you. If you’re hurting, we’re gonna talk to a doctor. I don’t do it with my own strength and stuff. But she thought, “I’ve heard in Africa men do it with their own strength. And the woman’s gonna be in a lot of pain, that’s why I was really scared to start, and I’ve never done that and I never wanted to do that. And that’s why she went to see a specialist, a doctor. And then the doctor helped them, and then, uh, yeah, she’s gone too. Of her shame and her problems and all that. And he’s also learned something.
[i] She’s married?
Yeah, eventually married to him, to that boy.
Who told you, the woman or the man? That story.
I wrote it myself.
[i] Okay, but their story, is that the girl or the boy told to you?
What do you mean? Nobody told me.
Oh, you made it up?
Yeah.
Okay.
It’s so…
[i] Is good, for the theater play?
[r] I made that up myself, but that story often happens. But if I thought, what if a girl who has been circumcised and has been stitched up is going to marry someone African, but that African boy here has been adopted by Dutch people, who never have a clue what the situation is. He’s also just like European. How are you going to explain him, how are you going to tell him? How do those women feel? How ashamed are they? How do you see the body parts, you know, how painful it is. And, but I’ve also heard in Africa the man opens it up to women himself. I think that’s really that much pain. What’s it like to have a woman sitting here with that problem? And then, she doesn’t have anyone to explain, and she doesn’t dare tell her boyfriend. And yeah, what it feels like, just really that’s what I’ve been thinking. I wrote that, but I didn’t quite finish it. But that’s about the story. You can’t sell my story.
[i] Yeah, who knows? [unintelligible]
[r] It’s my story.
[i] But have you ever had any education? Here in Holland about female circumcision?
[r] No, look, it’s usually that education is on Saturdays. I’m usually, Friday and Saturday I work. Monday and Sunday I’m free. On those days there’s never information and this and that. But I’ve seen videos. And a movie in Ethiopia. “The Desert Flower,” did you see that movie? Then you can learn from it, I’ve also lived with Somali people. I don’t want to talk the story for her, but she was also circumcised and stitched up and she had an infection. And we went to the doctor together, and the mother of me, [name Dutch moede[r] helped us too. And after that he said, yea, men don’t have to open, the doctor opened it for her. And took out all the infection. So I saw that. I didn’t see it myself, luckily. But I see. Look, you feel, if that one woman has a problem, or that one woman’s in pain, it’s your pain too, you just feel it. So you’re like a woman. Says what if my daughter happens too, or my sister? Or somebody, or my girlfriend happens? And I can meet another woman from Somalia, who has been through so much. Yeah. And I haven’t been there, but I can feel it.
[i] Is female circumcision also happening in Ethiopia?
[r] Yeah.
[i] Have you ever seen or heard of it?
Yeah. I’ve seen. Family of mine has really run away from home. And she was young. She ran away from the street, grabbed her brothers, brought them back. She saw the other girl going to be circumcised, and then she’s next. She starts running away, running away. Ethiopian girl, neighbor, neighbor girl. Is family, too.
[i] Did you really see when she was circumcised?
[r] I didn’t see that thing. I didn’t see how she ran and that she was brought back. And that she’s screaming, just crying, really loud. And they stuck her hand and stuff, and, uh, I didn’t see the rest.
[i] How was it for you?
And after that, she’s been really sick and everything.
Because of the circumcision?
Yeah, because she was very agile and they cut wrong.
How was that for you? Were you anxious?
Yes, very much.
But lucky for you…
Sad too. Yeah. Sad, too.
[i] But why is that? Your neighbors do that, but it didn’t happen to you.
Yeah, it’s just, my family was against it. Yeah.
[i] Well, thank goodness. Are you all right, yourself?
Um, yeah.
You’ve never been through anything weird, have you? Nothing happened to you or anything?
What do you mean?
You haven’t been through anything, I mean, you haven’t seen anything. Yeah with the girl who, you know, for girl circumcision, that’s really you?
[r] No, luckily I didn’t go through anything like that.
[i] See, you, you’re very persistent, girl. You fled from Ethiopia on your own and have learned Dutch, done some training. And now you work, you earn your own income. This is a big contribution, for the, as refugees for the Netherlands. Not only here, but also of culture. You keep the Ethiopian culture, you are going to share it. And even you play with theatre and film, don’t you? This is also about showing cultural difference, and now you also have the biggest taboo subject, for female circumcision, you have writing [script], perhaps in the future in theatre or film.
[r] That’ll come out, for sure. I really wanted to finish it, just once when I have time. And then I wanted to finish it, and then, if it doesn’t come in Dutch either, it can come in my language as well, then subtitles will just be Dutch.
[i] Okay. Do you see all this as a contribution?
[r] Eh contribution?
[i] Yes.
[r] No, that’s not contribution, just for me. Not nobody’s contribution. No.
[i] What do you think when you hear contribution? It’s in Ethiopian word too. [Amharic: contribution]
[r] Yes. Look, I wanted to volunteer sometimes. That’s a contribution, you know. Look, about that circumcision, if it comes out, that could be a contribution. Then I’m gonna… people who have no idea about the circumcision, they can learn something. And then the girls who have problems, she can say, yeah, this way I can talk about my problem. But if, look, if you volunteer, or you help people, that’s contribution. I think so.
[r] Of your opinion, but contribution is what you’ve done everything, until now. Until today, everything is a big contribution. If you see your work, example, economic, you are independent. That is great contribution, also for the Netherlands.
[r] Is that a contribution?
[i] Yes.
[r] Okay.
[i] Also, you’re black, you’re discriminated against, you make movement, that’s a contribution, too.
Yeah, I thought that, uh… If you call that contribution, I’ll say yes, I did. I thought that’s just.
[i] Yeah. Actually, you’re helping. Since…
[r] I’ve tried everything, in every way. I’ve grown a little stronger for that, too. I was really weak, sensitive. Yeah. But now I’m really stronger.
[i] Yeah. You’ve all been trying to connect, between two countries, between two people, I mean. The good things from your country, you want to, but bad things traditions like fgm, you want to get rid of that. You have contact with Dutch people, even in your own community, too. Find your connection, you know, with your college. Even with the union. That’s a big step, standing up for yourself. This whole thing is a big development, you notice that? Both of these?
[r] Yeah, yeah. It’s always moving forward. It’s the first one, that’s not giving up. You can fall, then you have to think when you fall, you can get up. That’s why I’m not gonna give up. At first I thought, “nah, I’m not gonna say that,” but I’m not gonna say that I’m not gonna. I’m just gonna try. I learned that, too. Don’t give up. And,um,it’s just,standing still is going backwards,then I’m not going to stand still. I just want to move forward. I learned that here,too. I’m here,too. Look. I’m,I can say I’ve grown here. I’m almost eighteen, but before that I was in my parents’ house, huh. So I don’t do anything for myself, it’s all done for me. This is where my life starts. This is where single life begins, this is where independent life begins. This is where it all started, this is where I became a woman. This is where I became independent. This is where I grew stronger. Here I learned how to take care of myself and stand up for myself. I’m grateful for that.
[i] Yes. All this development is a contribution for the city, for yourself as well.
[r] Okay.
[i] I see you, real go-getter, very strong. And clearly, with dreams all you want. I don’t know what dreams do you still have? Want to?
I really learned from my father. He was a real go-getter. I really did. I learned it from there. But achieving a dream, look, you dream so much, not all dreams come true. But if you, a certain dream comes true, then that’s enough. Look, I’m not young anymore, I’m not old, but I’m really middle-aged.
How old are you?
So I’m 34.
[i] Yeah, that’s not middle age anymore.
Yeah, this is average, right? Especially for African people, this is average age, isn’t it… In Africa people the highest is 65, so eh. As a woman, I just have to start living, have kids, get married. Yeah, yeah, yeah, yeah, yeah, yeah, yeah, yeah. And take care of my children. You know. I’m not gonna be a housewife, work and then be a parent. Yeah, that’s my dream. It’s coming true. I’m sure it will come true. Otherwise healthy, you can get rich, if you’re not healthy, you really can’t achieve anything. Health is most important. I think, health is the richest stupid thing of all. [wealth] That’s why I’m grateful to God, I’m healthy. If you’re healthy, then you can also make your dream come true. If you’re not healthy, then it’s hard to fulfill your dream… The first important thing is to be healthy, I’m healthy, I can work, I can run. I can make my dream come true, and so… Don’t stop here, it’s moving forward. It will. I’m reaching, I guess. And yes, with God, anything’s possible.
[i] You’ve always said you got your perseverance from your father. Um, your dad was important. Did you get anything else from your dad? “Oh, that’s me, from my dad”?
[r] The strong inside, that’s eh. And also, uh, with little things you have to make people happy, help them. And you don’t have to be rich, you don’t have to have much to help someone. And someone who has less than me, I can also help with that and make them happy. With little things, or um… I got that from my dad, too. So hard work from my dad, yeah.
[i] Okay. Do you have something for me to tell you, I didn’t ask you, or what you remember?
You’ve asked too much of me, you know. I didn’t think. I talked way too much.
[i] How do you like the interview itself?
Um, a lot. I like it.
Nice?
Yeah.
[i] Okay, well, thank you very much. Yeah?
[r] Eshe. [Amharic: Okay.]

Verwante levensverhalen, co-creaties en topics