Levensverhaal gevlucht om de liefde
Gevlucht om de liefde
Gevlucht om de liefde
[i] [andere taal]. Eh… Wil jij jezelf voorstellen?
[r] Ja.
[r] Ja. Ja, graag. Ik ben [naam] Ik ben geboren in Ethiopië, Addis Abeba. Ik heb eh, moeder en vijf broers en zussen. Ik kwam uit negen broers en zussen. Ik woon hier in Nederland sinds 1991. Als vluchtelinge. Maar ik kwam als ’n liefde vluchtelinge, niet echt een asielzoeker van allerlei redenen, maar ik kwam met mijn man. Als een vluchtelinge, verliefde. Dus ik heb met mijn man gevlogen, omdat mijn man moét vluchten en … Ik wil graag met hem zijn. Daarom ben ik hier in Nederland.
[i] Dankjewel. Je hebt iets in jouw hand. Eh…een foto. Wie is die persoon, met de foto staat [staan]?
[r] Die vrouw is eigenlijk één van mijn dorpsgenoten. En een heel goeie vriendin. Ze is nu 83
[i] Ja.
[r] en ze heeft echt héél veel in ons leven betrokken. Ze heeft ons, ja, ons leven veranderd met allerlei opzicht. Van, onder andere, advies te geven als moeder. Vertrouwen te hebben met ons. Wie wij zijn. Niet wat wij hebben, maar wie wij zijn. En eh, ja, zij is tot nu toe nog hele goeie vriendin.
[i] Hoe komen jullie aan die contact?
[r] Ja, het begon al in 1993. Wij kwamen hier in Nederland als een asielzoeker, dus wij waren ergens anders eerst, in Borger, in Assen. Daar hebben wij asiel gevraagd, eigenlijk. We waren in hotel voor drie maanden. En daarna kwamen we hier in Leersum. Na Leersum hebben wij een huisvesting gekregen hier in Maarn. In het begin waren echt erg moeite mee, mijn man en ik, want wij kwamen uit de stad, Addis Abeba. En daarna ook op andere stad, Rusland, Sint Petersburg. Dus voor ons was heel erg moeilijk om in zo kleine dorpje te komen wonen.
[i] Hebben jullie zelf gekozen hier te wonen?
[r] Nee. Nee,
[r] Nee, wij hebben niet zelf gekozen. Wij hebben hier asiel gevraagd, en toch, onze droom was verder te studeren. Zichzelf te ontwikkelen. En wij dachten, nou, deze plek is maar zo kleine dorpje, wij hadden niet gedacht. Maar in het begin, wij wilden graag in Rotterdam of Amsterdam. Of Utrecht. Maar wij hebben twee keer heel ver ergens in Groningen hebben wij een huisvesting gekregen. Wij Wij dachten, nee, wij willen niet daar, want wij willen graag gewoon hier dichtbij Rotterdam, Amsterdam onze studie verder af te maken. Dus. Na drie keer, je mag niet weigeren, anders, ja, ze gaan jou overal sturen, in de hele land. Dus wij dachten, nou, wij hebben Maarn een huis gekregen, wij hebben besloten wij doen het, want als jij derde keer weigeren, dan word je ergens anders, eh… gedumpt. Dus wij willen niet eh…. Het is dichtbij Rotterdam, dichtbij Amsterdam en Utrecht, dus wij kunnen verder onze studie afmaken. Dus Dus wij dachten, nou, Maarn is niet zo ver weg vanuit Utrecht, dus wij hebben besloten om, oké, wij accepteren. Maar twee keer wij hebben geweigerd met verschillende plekken.
[i] Eh…hoe heet die mevrouw? Die…
[r] Zij heet [naam]
[i] Clara.
[r] Ja.
[i] Woont zij hier in de buurt?
[r] Ja,
[r] Ja, zij woont hier in Maarn.
[i] Ja,
[i] Ja, maar hoe kom je eerste keer gewoon, de contact?
[r] Ja, zij was onze contactpersoon voor vluchtelingen.
[i] [Onverstaanbaar] gekoppeld?
[r] Ja.
[r] Ja. De VluchtelingenWerk hier in Maarn hebben ze ons, met ons gekoppeld en onze zoon was toen twee jaar oud. En ze kwam bij ons om ons te helpen met ontwikkeling en weg wijzen. Voor, ja, in het dorp…de toekomst te bouwen. Maar in die periode wij hadden geen vergunningverblijf.
[i] Hoe was haar rol in jullie leven?
[r] Ja, zij heeft heel erg vertrouwen in ons. Heel erg. Zij was echt heel erg attent. Maar ook zij heeft volle vertrouwen dat wij hebben toekomst hier in Nederland. Zij wil graag ons helpen en ons begeleiden. Maar in die periode wij zaten echt in de problemen, wij mogen niet blijven. Wij moesten met allerlei redenen dus, moeten wij van land vertrekken. Wij kwamen zelfs met één van de vijfhonderd uitgeprocedeerde asielzoekers. Dus eh, zij heeft besloten te stoppen met VluchtelingenWerk, want zij kon ons niet helpen op die manier. Maar als een persoon zij heeft ons besloten te helpen. Gewoon als een vriendin voor ons.
[i] Hebben jullie nu ook dagelijks contact?
[r] Ja.
[r] Ja. Dagelijks contact. Zij is echt heel, echt dierbare persoon voor mij.
[i] Daarom heb jij die foto bij jouw huis…
[r] Ja, voor mij, voor mijn kinderen. mijn kinderen en voor mijn man. Dus zij is echt bijzondere vrouw voor ons. Dus ik heb het speciaal gekozen, want zij heeft mijn leven veranderd met allerlei opzicht.
[i] Zoals? Voorbeeld.
[r] Zoals bijvoorbeeld, dat ik kon… Na ons vergunning verblijf, na elf jaar, wij hebben echt elf jaar lang moesten wachten voor ons vergunningverblijf. Enne.. Maar wat zij heeft gedaan, is eigenlijk in 2000, eh, 1997, hebben ze een actie gevoerd ons hier in Nederland te houden.
[i] Hier in de dorp?
[r] Ja, in de [’t] dorp.
[i] In de dorp, ja.
[r] En eh…
[i] Hoe zij heeft het gedaan? Met…
[r] Ze hebben de groep bij elkaar gekomen, paar mensen, nog andere twee vrouwen, die bij elkaar gekomen. Ze zeggen, wij moeten deze mensen hier in Nederland houden. Het kan niet op die manier, zij zijn onzeker, wij willen hun helpen. Dat hebben ze eh, bij elkaar gekomen, gesproken, en hebben ze een actie gevoerd. Het was, ja,
[i] Gelukt.
[r] de inwoners van Maarn, ongeveer 3000 mensen en het was 2000 handtekening gekomen.
[i] Dus, Iedereen kent, door haar nu iedereen kent jullie?
[r] Ons. Maar daarna ook, hebben ze een actie gevoerd en hebben ze ook zelfs hier de vorige voormalige GroenLinks eh… vertegenwoordiger Paul Rosenmöller was bij ons op de deur gekomen om deze petitie mee te nemen naar de Tweede Kamer. Het was een enorme happening en ook de school van mijn oudste zoon, ook betrokken, enne.. Héél veel mensen van omgeving kwamen ook bij de deur. En de petitie was meegenomen door de heer Paul Rosenmöller naar de Tweede Kamer.
[i] Oké. Dus, zij is belangrijk mens in jullie leven in Nederland.
[r] Ja, zij is belang… Ja, maar onder anderen, onder anderen. Er zijn nog meer mensen, maar zij is eh, ja.
[i] Number één.
[r] Ja.
[i] Oké. Als ik teruggaan nog met jouw verhaal, als ik goed begrijp, jouw man eerst gevlucht en daarna ben jij gekomen.
[r] Nee. Wij zijn samen gevlucht.
[i] Samen gevlucht, oké. Uit Ethiopië?
[r] Nee. Wij waren in Rusland.
[i] Voor wat?
[r] Als een student.
[i] Ja, als een student?
[r] Ja.
[i] Oké.
[i] En daarna?
[r] We hebben allebei eh…we studeerden economie.
[i] Jij ook, hij ook.
[r] Ik ook en hij ook. En mijn man heeft afgestudeerd nét die tijd van eh, eh, de regering nét veranderd, of… Nét machtwisseling van Mengistu Hailemariam naar naar eh…
[i] Regime?
[r] Ja, naar eh… de regeringverandering. Dus in mei de machtwisseling kwam en mijn man was niet in die tijd afstudeerd. En hij moest terug of hij moest vluchten.
[i] Ja.
[r] Omdat
[r] Omdat er waren heel veel mensen in die periode ook in gevangenis gezeten, na afstuderen kwamen in het land.
[i] Omdat ze hebt afstudeerd ergens anders? Of…
[r] Nee
[r] Nee, we waren eigenlijk, in die periode was, eh ja, vroeger in Ethiopië, voor studie moet je naar Rusland gaan.
[i] Ja.
[r] Dat is eigenlijk onze band met Rusland, omdat wij, onze land was socialistisch.
[i] Ja.
[r] En Rusland. Dus wij hebben dat hulp gekregen, of als een studiebeurs. Mijn man moest vluchten omdat hij kon niet meer terug, want hij was ook iets te maken met vorige regering.
[i] Oké.
[r] Dat is de reden, maar ik dacht, nou, nou, ik was drie jaar aan het studeren in Rusland, maar ik was ik was heel erg verliefd in mijn man en eh, ik dacht: nee…
[i] Jullie heb daar ontmoet?
[r] Ja.
[i] In Rusland?
[r] Ja, in Rusland.
[i] Oh…dus
[r] Ja, onze liefde begon daar in Rusland. Wij hebben daar samen twee jaar gewoond en eh… Daarna toen mijn man heeft afstudeerd, moesten wij vluchten, in 1991.
[i] Oké. Als jouw man was niet, dan ben jij
[r] Nee, was ik niet hier.
[i] niet in Nederland, oké. Wat is jouw eerste indruk in Nederland?
[r] Ja, toen wij hier in Nederland kwam, het was onverwacht. Ik wist ook niet precies naar Nederland ben ik gekomen. Ik heb zelfs eh…de lakens meegenomen, bijvoorbeeld. ik heb echt geen idee wat soort land is, of dat rijk land, of eh.. Ik had echt geen bewuste keuze gemaakt om hier te zijn, dus daardoor heb ik hele oude lakens meegenomen. En tandenborstel, tandpasta, dingen waar echt…belangrijk zijn. Maar ik had niet verwacht ik zou hier vinden, weet je… Ik had niet dat Nederland was rijk land, dus moet ik echt in die land zijn. Dus voor mij was eigenlijk vanaf begin af onbekende land. Zo’n kleine landje waar echt nooit heb ik gehoord. Ik weet ’t Holland, maar niet Nederland. Dus…heb ik…voor mij was onbekende land. Enne…
[i] Oké. Wat ervaart jij dan? Gewoon dagelijks leven anders? Wat maakt het echt eh…
[r] Ja, de eerste jaar of eerst half jaar, als vluchtelingen stond je op de rij om eten te krijgen. En, het is vervelend. Héél erg ontroerend. Ik was ook in verwachting. De eerste kind. Ik kwam drie maanden zwanger hier in Nederland, dus ik had echt heel erg heimwee voor mijn land, mijn ouders. Ook tegelijk dat, ja, de schaamte gewoon, je stond echt op de rij om eten te krijgen en drinken te krijgen, terwijl, ja, ik had niet dat verwacht. Dus voor mijn gevoel dat, ik kwam hier in Nederland, ik kan gelijk in huis wonen, enne gelijk mijn studie verder afmaken, dat is mijn…mijn ambitie, mijn…ja, naast mijn man dus wil ik graag gewoon verder ontwikkelen. Maar, ja, de eerst jaar, vooral de eerst half jaar was héél erg moeilijk, want ik ben ook in verwachting. De hormonen waren aan het veranderen. Verdrietig. Maar, ja, gelukkig dat er waren ook nog, eh…vanaf begin af waren Nederlanders die op dat moment hebben ze ons heel erg geholpen.
[i] Waar? Het is in, ja, asielzoekerscentrum?
[r] In eh, in eh Borger, in Assen.
[i] Ja.
[i] Ja.
[r] Wij hebben gewoon Nederlandse vrouw die helpen mensen de taal te ontwikkelen, gewoon, dat voor drie maanden heeft ons enorm geholpen.
[i] Is dat in asielzoekerscentrum?
[r] Nee.
[r] Nee. In een hotel.
[i] Hotel, huis? Hotel is gewoon..
[r] Vijftig mensen die bij elkaar, hebben ze daar in hotel.
[i] Is dat asiel of OC?
[r] Niet OC, niet asiel. Dat is de eerste paar maanden die…word je opgevangen door, ja eh…personeel. Maar wij doen het zelf. Wij koken zelf. Wij kookten zelf vroeger.
[i] Krijgen jullie geld?
[r] Ja.
[r] Ja. Nee. Wij krijg geen geld, maar die mevrouw van die pension, die doet dat.
[i] Oh dus…jullie, eh…net als in een hotel.
[r] Ja, net als in een hotel.
[i] En daarna?
[r] Daarna wij eh…zijn eh…in eh Leersum gestuurd, een asielzoekerscentrum in Leersum.
[i] Ja.
[r] Dan was ik in verwachting, ook nog… Moet ik nog ongeveer eh… Ja. Zes maanden in verwachting, ik kwam in Leersum. En, ja, we moesten eigenlijk eten…ja, ja, wat ik zeg, we staan in de rij om eten te krijgen. En in één kamer slapen. Was echt hele warme periode en wij hebben echt moeite mee. Dus was heel erg moeilijk om op die manier te confronteren. Voor ons is niet echt als…
[i] Hoelang was dat dan?
[r] Negen maand.
[i] Negen maand, en daarna? De kind is daar geboren?
[r] Geboren, ja. Ja. In Zeist geboren, maar terug naar asielzoekerscentrum.
[i] Ja.
[r] Ik heb in ziekenhuis bevallen, maar ik moest weer terug naar asielzoekerscentrum, maar ook in één kamer geslapen. Dus was wel echt eh, ja.
[i] Hoelang in dat asielzoekercentrum jullie gebleven?
[r] Wij hebben negen maanden. Ja.
[i] Negen maanden daarna? En daarna?
[r] Maar mijn zoon was net drie maanden, wij moesten hier in Maarn komen.
[i] In Maarn. En dat is een huis of ROA-huis?
[r] Het is ROA-huis. Nog steeds bij mijzelf.
[i] ROA-huis? Zit bij jullie alleen? Van je gezin?
[r] Ja.
[r] Ja.
[i] Of met andere mensen?
[r] Nee nee. Wij waren hier in deze huis. Enne…alleen mijn man, ik en mijn zoon, drie maanden zoon.
[i] Hoelang hebben jullie daarna verblijfvergunning gewacht in Maarn?
[r] In Maarn, eh, tien jaar.
[i] Tien jaar.
[r] Ja.
[i] Oké. Wat was de eh…bedoel, ja, Hoe was nou Maarn … Jullie hebt tien jaar, ja, hier zonder papier? En daarna hebt jullie, wanneer hebben jullie verblijfvergunningen gekregen?
[r] Wij hebben in eh, 2003.
[i] 2003?
[r] Ja. Januari 2003 hebben wij vergunning gekregen, maar wij kwamen hier in Maarn augustus 1992.
[i] Oké. Hoe was dat, al die jaren te wachten?
[r] Wachten is altijd moeilijk, zelfs vijf minuut wachten is moeilijk, maar voor ons héél erg. Héél erg, dat…moeilijk om te beschrijven. [Onverstaanbaar] zeggen. Ik kan echt niet beschrijven, want iedere half, iedere twee maanden of zo krijgen wij een brief van de IND, wij moesten het land vertrekken en we moeten weg, enne… enne, altijd moest ik huilen. Slapeloze nachten. Verschillende therapeuten. En eh, ja. Ondanks alles, heeft echt heel lang geduurd. Maar vooral de omgeving heeft enorm, ons enorm geholpen, heel erg.
[i] Dus tijdens die tien jaar wachten, jullie waren, dus, hadden jullie al contact met de omgeving?
[r] Ja,
[r] Ja, want dankzij onze zoon, wij kwamen hier drie maanden oud, enne, toen mijn zoon tweeënhalf jaar was, hij ging naar de peuterspeelzaal.
[i] Ja.
[i] Ja.
[r] Het contact begon sindsdien.
[i] Door
[i] Door hem vooral.
[r] Behalve die mevrouw die ons als vluchtelingen hebt geholpen, hebben wij wel echt veel contact gehad met peuterspeelzaal en met nog jonge moeders die hun kinderen zaten ook daar. Op die manier begonnen wij ook, en op school ook. Enne…dat hebben wij ons contact [onverstaanbaar].
[i] En die
[i] En die tussentijd, doen jullie, jouw man en jij, studie of taal?
[r] Nee. Nee. Wij mogen wel de eerste jaar, toen wij kwamen hier in Maarn, wij mogen voor ongeveer voor een jaar, konden wij de taal vol…eh… taalles krijgen. Maar…toen de…van IND kwam dat we moesten het land uit, dan wij moesten stoppen met taal leren ook.
[i] Dus tien jaar jullie stond gewoon zonder eh…
[r] Zonder. Zonder.
[i] ontwikkeling?
[r] Zonder ontwikkeling. Het was, onze leven was helemaal stil gestaan.
[i] Hoe was dat voor jou?
[r] Heel erg pijnlijk. Echt pijnlijk, ik kan echt niet verklaren. En heel erg verdrietig, heel vaak huilerig enne… Maar kwamen mensen bij mij, gelukkig. Er zijn genoeg mensen die willen ons steunen, maar ze waren echt machteloos. Ze willen graag ons helpen met één of andere manier.
[i] Waarom denk jij dat allerlei mensen hier komen, jullie willen graag hier houden? Hoe komt dat?
[r] Eh… Ja, ze waren echt verbaasd hoe wij hier in Maarn betrokken waren, weet je. Op school… Op school…dat ik was een klasmoeder geweest.
[i] Ja? Wat is dat?
[r] Klasmoeder is eigenlijk dat verantwoordelijk nemen voor alle ouders, en organiseer je allerlei dingen voor kinderen. Ik was ook eigenlijk leesmoeder geweest. En héél veel dingen gedaan, in de kerk ook heel erg betrokken. En mensen vinden dat wij doen heel veel. En mijn man heeft ook eh… Hij traint de kinderen, als trainer, voetbal.
[i] Voetbal?
[r] Ja. Hij was coach. Hij was scheidsrechter. Hij deed alles terwijl wij zaten in die spanning. Wij hebben nooit gestopt om onszelf iets te doen. Want stilstaan is niks voor ons. Het was niet onze droom, het was niet ons…doel. Dus…tenminste ik wil iets doen voor mijn kind. Daarom was ik op school als klasmoeder mijzelf opgegeven. En dan heb ik ook dat gedaan. En de school en…de gemeente, daarom hebben ze ook die actie gevoerd dat wij horen hier in Maarn. We moesten niet weggaan. Was enorme actie met eh..ja, enorme vlag. Dat wij horen hier in Maarn, dat hebben ze gedaan.
[i] Oké. Bedoel ik, ja, ze hebt zelf de initiatief mee genomen.
[r] Ja.
[r] Ja, ze hebben dat gedaan. Wij hebben niet gevraagd. Maar mijn verdriet heeft de mensen geraakt. Want… hoe kan dat nou? Hoe kan zo mensen zo lang wachten? Het was eigenlijk bijna vijf jaar in Nederland. Maar [want] voor hun was lang. Ja. Dus zeggen, hé, het kan eigenlijk niet meer
[i] Het was tien jaar.
[r] op die manier. Nee, het was vijf jaar. In het begin, toen die actie gebeurd was 1997.
[i] Oh, de actie duurt zélf vijf jaar?
[r] Ja,
[r] Ja, de actie…
[i] Om de antwoord te krijgen?
[r] Ja. Nou, de antwoord was ook niks te maken met die actie. Het was héél later, bijna zeven jaar later, mogen wij die vergunningverblijf gekregen. Maar die actie heeft ons enorm geholpen om ons hier te houden.
[i] Was op krant of hoe weten
[r] Ja,
[r] Ja, we waren op de krant, stonden. En de gemeente heeft ook zelfs een beslissing genomen, toen de uitkering gestopt. En de gemeente heeft zelf ons in dit huis gehouden, want
[i] De huur betaalde
[r] De huur
[r] De huur betaalde niet. En wij mogen geen uitkering krijgen. Wij hebben… Maar ook de kerk heeft iedere week voor ons, een jaar lang via brievenbus een bepaalde bedrag om te eten, te drinken hebben ze geld ingestopt. Iedere maand.
[i] Ja. Hoe was dat voor jullie eigenlijk?
[r] Ja, eh…de ene kant, ik merk gewoon dat, gewoon hoe de mensen heel lief zijn. Heel aardig zijn. En als mensen willen jou houden, dan voel je echt… Ik ben hier toen in die tien jaar, had ik gevoel ik hoor hier. Ik voel me echt zo thuis. En dat moment voor mij was eigenlijk als ik ging huilen, dan komen ze mij knuffelen. “[naam], het komt goed, blijf volhouden, ga door.” Dus dat is voor mij enorm…ja. Steunpunt van Maarn voor mij is bijzonder, vind ik.
[i] Wanneer hebben jullie dan definitief verblijfvergunning gekregen?
[r] Eh…eh…januari tweeduizendeh…drie,
[i] Drie.
[r] hebben wij gekregen.
[i] Hoe was dat? Was dan de grote verschil in leven zonder papier en daarna?
[r] Ja, ’t is enorm. ’t Is wel echt… Ik kan echt niet beschrijven. Dat is voor ons héél erg opluchting, want ik heb al die jaren zat ik voor die vergunningverblijf te wachten, maar tegelijkertijd voor de tweede kind ook. Ik wou eigenlijk tweede kind hebben.
[i] Jij beslist… Nog tweede kind, is dat…
[r] Ja,
[r] Ja, ik wou… Ik wou eigenlijk dat tweede kind, maar tien jaar lang zat ik te wachten en mijn oudste zoon zei tegen mij: “Mama, ik wil graag een broertje, ik wil graag mijn brood delen. Ik wil een broer. Anders, als ik tien jaar oud word, voor mijn verjaardag wil ik graag een hond.”
[i] Och.
[r] Dat is echt één van dat keus…dat [onverstaanbaar] mij. Hij ging ook huilend van school en kwam naar huis. “Mama ik wil graag een broertje of zusje.”
[i] Ja.
[r] Maar dat heb ik echt enorm… Toen hij…dus tien jaar later, heb ik…bijna tien jaar, ik heb besloten, nou, mijn man…
[i] Zonder papier.
[r] Zonder
[r] Zonder papier tegen mijn man gezegd: “Het is klaar. Ik word oud. Ik heb tien jaar gewacht. Er is niks in ons hand. Geen papier, geen toekomst, geen studie.
[i] Dus…
[r] Dus ik wil wel tenminste wat ik kan is een kind krijgen. Dat is mijn doel. Heb ik gezegd. Ik wou graag voordat ik oud word, wil ik graag een kind. Maar mijn man zegt, hoe is mogelijk, straks moeten wij misschien vertrekken. Nou, het maakt echt niet uit, ik wil graag [onduidelijk]. Maar onder andere heb ik met die vriendin, die al eerder heb ik op de foto laten zien, ik heb mijn verhaal verteld. Hoelang ga ik wachten? Wat moet ik doen? Maar wat zij heeft gezegd tegen mij: “[naam], jullie hebben jullie best gedaan, jullie zijn echt hard geknokt voor jullie bestaan, als moeder wil ik graag jou advies geven. Dan moet je niet meer wachten, ga maar kind krijgen.” En dat, de volgende dag ben ik gewoon naar de dokter, ik zei: “Ik wil graag kind. Klaar. Ik wil niet meer wachten.” Dus ik heb een…jaar lang moest ik wachten, voor mijn zwangerschap. In die tijd ook was geen vergunningverblijf, dus de tijd ging snel en ik dacht ik kon geen kind krijgen.
[i] Oh. Dus je was niet gelijk zwanger raakt?
[r] Nee,
[r] Nee, het was één jaar lang.
[i] Wat was de reden, denk je?
[r] De reden dat je lang…als je gaat jouw…de spanning, vooral, onder andere wat wij hebben meegemaakt. Maar ook, ja, hoelang jouw baarmoeder heeft heel lang niet actief geweest, dan het duurt lang, zegt mijn huisarts. Dus dat hadden wij, precies na een jaar ben ik terug naar de huisarts. Ik ging huilen, huilende.
[i] Hoe oud was jij?
[r] Ik was 34.
[i] Ja. Ik denk dat… Toen
[i] Toen?
[r] Toen. Dus…
[i] Ja.
[r] vier…35.
[i] 35. Ja.
[r] Want ik was, mijn oudste zoon geboren toen ik was 24. Dus na tien jaar was dan, ik kon echt niet… Ik dacht nou het is klaar. Nergens ben ik gelukkig, weet je. Ik was verdrietig, gewoon. Ja. Het is mijn fout, had ik maar gewoon de tweede kind gewoon gelijk gedaan. Ja, die angst had ik maar opzij gezet, maar gewoon iets doen wat mij blij maakt. Maar dat heb ik niet gedaan. Dus ja… Na een jaar, precies, mijn huisarts zei tegen mij: “Nou, [naam], je mag naar ziekenhuis. Laat een foto maken. Even laten zien je baarmoeder. Misschien is iets aan de hand.” Nou, ik dacht: nou, het is wel eh…het doet wel pijn, maar ik dacht oké… Nou ik heb zelf thuis afspraak gemaakt met ziekenhuis. Maar voordat naar ziekenhuis ging, ben ik in verwachting. Was ik in verwachting.
[i] Oplucht.
[r] Het was echt, nee hoor, het was niet opgelucht. Ik schrok, want wat nu? Wij hebben nóg geen vergunningverblijf.
[i] Steeds.
[r] Steeds. En ik wist het dat vrijdag in verwachting was. Dat door de tester heb ik geweten. En ik heb tegen mijn man gezegd: “Eh nou, en nu wat?” En hij zei tegen mij: “Nou, wat wil je [naam]?”
[i] Je wil ’t toch?
[r] “Je wil toch? Dit…wilde toch dit… Waarom moet je huilen?” Ik zei: “Hoe, nou, als wij gaan straks weg. Wat hebben [willen] wij?”
[i] Maar eerder jij wil het zelf.
[r] Ik wilde.
[i] Je wil toch naar je huisarts?
[r] Ben ik een jaar lang, was ik dus in behandeling. En daarna moest ik naar ziekenhuis. Toch? Dat was eigenlijk mijn droom. Ik wil eigenlijk nog meer kinderen hebben, maar het was die…ja… stabiliteit voor ons belangrijk, goeie toekomst voor ons. En toen mijn man zei: “Nou, dat doe je echt niet goed, [naam]. Wat is nou jouw doel? Wat wil je?” Ik weet het niet. Ik was echt hele drie, vier dagen was ik aan het huilen. Verdrietig. Wat nu? Ja. Ik was echt aan het bidden. Echt knielen. Gewoon, God help mij. Ik weet niet wat moet ik doen. Toen heb ik eh…
[i] En daarna?
[r] Dat was vrijdag Dat was vrijdag, maar dinsdag is telefoon gekregen van onze advocaat. “We hebben goed nieuws voor jullie. Jullie mogen blijven.”
[i] Wauw.
[r] Ja, dat is echt eh…moeilijk om te beschrijven. Dat is wel echt bijzonder. Dat is echt eh… Ik kan niet… Dat moment, ik kan niet…zeggen. Ik kan niet beschrijven. Ik heb geen woord. Op dit moment zelfs. Nog steeds ik zie die dag.
[i] Dat is eh…dat [onverstaanbaar] is dat belangrijke potentie in jouw leven?
[r] Ja.
[r] Ja. Dat is héél belangrijkste gebeurtenis in mijn leven, want alles is gebeurd wat ik wou eigenlijk. Vergunningverblijf, stabiele leven, nóg tweede kind. Dat was mijn zoon. Dat was in mijn buik.
[i] Hoe heet jouw zoon?
[r] [naam].
[i] Hoe oud nou hij?
[r] Hij is
[r] Hij is nu…eh…elf.
[i] Elf.
[r] Ja.
[i] Hij is genoeg kind?
[r] Heerlijke kind. Hij is geboren op zondag. Zij noemen dat ook, als je zondag geboren, ben je ook gelukkig kind. Maar hij is echt vrolijk. Want vanaf de dag zelf dat ik wist, was ik echt gelukkig. En hij is echt geboren ook, echt…lachende kind. Echt van Echt vanaf mijn buik kwam hij echt vrolijk.
[i] Meer [onverstaanbaar], dan de andere kind is…verdrietig waren?
[r] Ja. Ja.
[i] Omdat was een andere asiel…
[r] Wij hebben geen aandacht voor hem gegeven. Mijn oudste zoon. Toen hij was zeven jaar oud, hij heeft een grijs haar gekregen. Grijs haar. Terwijl ik heb dat niet gezien zelfs. Wanneer gebeurde, dat wist ik niet.
[i] Is dat hormoon?
[r] Maar ik zag maar alleen,
[r] zóveel grijze haar. Door de stress, denk ik. Ja, ’t was op school ook allerlei dingen. De kinderen kwamen naar hem toe: wanneer ga je naar huis? Wanneer gaan jullie weg? Het deed hem pijn. Zelfs paar dagen geleden heb ik met iemand gesproken. “Weet je nog,” zeg ze tegen mij, “dat je zoon wil graag voor Sinterklaas verlanglijst hij heeft geschreven dat hij wil graag witte kind zijn, blanke kind. Een van zijn verlanglijst is dat hij wou graag een blanke kind zijn.”
[i] Waarom denk jij dat hij hebt…
[r] Omdat hij wil graag hier één van hun zijn. Omdat hij donker is, daarom moest hij weg. Hij dacht gewoon, ja, hij is jong. Hij was vijf op dat moment, hij weet niks van. Alleen maar dat hij wou graag
[r] hier zijn.
[i] Maar vertellen jullie wel op dat moment jullie situatie voor de kind?
[r] Nee, hij was vijf. Wat, wat moet je… Hoe zou je vertellen om voor…voor jouw kind? Om eh…om eh… Ja. W… Wie ben je, of hoe kom je hier en wat is er gebeurd? Dat weet… Ik kan echt niet vertellen. Dus toen hij was zeven, hij heeft grijs haar. Ik heb dat niet gezien.
[i] Hebben jullie dan medisch gevraagd, hoe [onverstaanbaar] zo?
[r] Ja.
[i] En dan, er is een verklaring?
[r] Ja. Ja, dat hebben ze gezegd, dat kan echt van gestrest zijn.
[i] En nu is ook alle haren grijs? Of paar?
[r] Nee. Gelukkig het gaat nu helemaal beter. Zelfs nu donker haar gekregen.
[i] Ja? Oh?!
[r] Ja. Zelfs hij was naar Amsterdam ziekenhuis gestuurd voor die grijze haren, zij konden niks doen. Maar nu is echt weg en hij heeft gewoon
[i] Blijft stabiel gewoon.
[r] Ja. [Onverstaanbaar]
[i] [Onverstaanbaar] die groeit.
[r] Die groeit en hij heeft de plek waar hij wit is nog zelfs, steeds komt donker haar.
[i] Wauw.
[r] [Onverstaanbaar] bijzonder. Dus voor mij
[i] Maar nu hij is blij?
[r] Ja. Tuurlijk.
[i] En hoe oud En hoe oud nu hij?
[r] Hij is Hij is 23.
[i] De naam is…
[r] [naam]. [naam].
[i] Wat doet hij? Hij studeert? Hij werkt?
[r] Hij studeert.
[i] Wat studeer hij?
[r] Geneeskunde.
[i] Wauw. Waar?
[r] In Amsterdam. AMC.
[i] Eh…hoeveel eh… Nou, bedoel
[r] Hij is nu derde jaar. Hij is klaar voor eerste drie jaar en hij gaat binnenkort co-schap lopen, dus hij gaat stage lopen, eigenlijk, voor de medische…
[i] Hoe voelt jullie dan over jullie zoon?
[r] Trots.
[r] Heel erg, ja. Omdat hij heeft ook héél hard geknokt en de school is eigenlijk de enige plek die hem gelukkig maakt. Want hij kon nergens gaan in die tien jaar toen. We konden niet vakantie. Wij gingen nergens. In de vakantie moest hij altijd…zelfs ik moest wachten, thuis, tot de school gaat openen.
[i] Ja. Hij ging huilen, wanneer gaan wij weg? Omdat hier Maarn, zo grote dorp, eh, zo kleine dorp, maar echt iedereen, rijke dorp. Dus iedereen ging op vakantie, waar dan ook. Maar als hij na de vakantie terugkomt, hij kon niks vertellen. Hij was heel vaak verdrietig. Maar de school was voor hem een plek waar hij veilig voelt. En héél veel lezen en leren. Zijn manier van verwerken eigenlijk, zijn verdriet.
[i] Hoe oud was hij toen jullie hebben een verblijfvergunning gekregen?
[r] Hij was net twaalf. Elf.
[i] Oh, dus hij was toen die tijd in middelbare school hier?
[r] Basisschool. Ja.
[i] Eh nee, basisschool. En daarna?
[r] Daarna ging hij, ja, eigenlijk hij moest ook per se bepaalde school gaan, want hij wou graag tweetalig onderwijs doen.
[i] Ja.
[r] Vwo tweetalig. Dus voor die tweetalig moest je eigenlijk een vergunningverblijf hebben, want je kan niet zomaar gewoon… Zonder vergunningverblijf, je mag niet middelbare school. Vooral met die tweetalig kon je niet doen. Maar we waren echt verdrietig. Wat zullen wij doen met hem. Wat kunnen wij doen? Hoe zou zijn droom… Wat, hoe kan hij waar maken? Maar toen groep 8… Wij mogen blijven. En dat is eigenlijk…
[i] Is het in Maarn?
[r] In Maarn.
[r] In Maarn. Hij kon wel blijven, dus eh… blijven toen hij was groep 8, dus hij kon makkelijk naar de middelbare school wat hij heeft gekozen, [onverstaanbaar] is in Doorn. En hij kon daar zijn studie, middelbare school beginnen. Tweetalig onderwijs en vwo. Atheneum. Hij heeft dat gedaan.
[i] Hij is ook één of de beste studenten, denk ik.
[r] Ja, [onverstaanbaar] één van Hij was één van de beste studenten en hij deed het héél goed, echt gewoon met plezier. En eh… Hij heeft ook echt een droom. Toen hij was groep 6, hij heeft gezegd: “Ik wil graag arts worden.” Dat was groep 6. Dus toen hij was groep 6 in basisschool had hij droom. En ik hoop dat hij gaat straks de droom afmaken. Hij is nu bezig met zijn studie wat hij heeft gedroomd. Dus hij is nu eh…ja, bezig met studie maar tegelijk ook werken.
[i] Ja.
[r] Hij wil graag de kosten…
[r] Dus hij woont niet hier?
[r] Nee, hij
[r] Nee, hij woont in Amsterdam. En hij studeert, hij werkt en hij heeft sociale leven in Amsterdam. Dus eh…
[i] En eh…woont jullie nou eh…jij, samen jouw man en nog een kind.
[r] [naam].
[i] [naam]. En hoe is [naam]? [naam] is eh… Hij heeft een droom? [naam] is verwend kind.
[r] Ja, hij wil graag ook wil graag ook eh… Hij heeft een droom en hij wil graag eh…natuurkunde studeren. Zei ‘ie, dat is zijn droom. Hij zit nu in groep 8. Hij is elf, maar volgende jaar hij wordt twaalf. En hij gaat ook vwo, waar zijn broer heeft gezeten, middelbare school dus. Dat is zijn droom ook, [onverstaanbaar] als zijn broer hij wil graag echt een toekomst. Dus het is wel heel mooi eigenlijk dat…tenminste ons leven door onze kinderen verbetert. Dus ons leven niet echt hoe wij willen, maar onze kinderen, hebben ze ons gelukkig gemaakt. Wij zijn gelukkig op dit moment, door mijn kinderen.
[i] Wat mis jij dan in jouw leven?
[r] Ja, ik heb mijn studie niet afgemaakt. Ik wou graag eigenlijk studeren, maar door die afgelopen tien jaar van die asielsproblementijd, ik heb heel veel verloren. Ja, mijn herinnering. Ik vergeet heel veel dingen. Daardoor heb ik erg moeite mee met eh… Ja. Ik wil graag studeren, maar het zou niet lukken.
[i] Was de mogelijkheid er dan? Na die jaren?
[r] Nee. Nee.
[r] Nee. Heb ik ook niet gehad. Ik wou graag…eigenlijk graag recht studeren, maar na de bevalling en gelijk ik wou graag aan de slag. Dus ik heb maar een kleine opleiding gedaan.
[i] Wat was jouw opleiding?
[r] Eh….sociaal-pedagogisch werker en ik ben een leidster voor de kinderopvang.
[i] Oké, hoelang heb jij gestudeerd?
[r] Een jaar. Normaal zou drie jaar duren, maar ik heb binnen een jaar afgerond.
[i] Dus werk jij nou dit werk
[r] Ja.
[i] op dit moment?
[r] Ik werk nu al zes jaar.
[i] Ja. Op school?
[r] Nee,
[r] Nee, op kinderopvang.
[i] Op Op kinderopvang.
[r] Ja. Ja.
[i] Ja. Hoe… Wat is precies inhoudelijk?
[r] Ja. Ik ben als een begeleidster, verzorgster. En eh, ja. Sociaal… ontwikkeling van de kinderen. Ik eh…dat is kinderopvang. Als leidster is eigenlijk, zij heeft zij heeft maar…niet alleen maar voor de kinderen oppassen. Maar dan ben je een voorbeeld en ben je ook verzorgster en ben je begeleidster. Je gaat de kinderen helpen met allerlei gebieden.
[i] Ben jij blij met dit werk?
[r] Heel erg. Dat is Dat is echt mooiste. Ik zeg heel vaak tegen de ouders: ik heb de mooiste beroep gekozen. Onverwacht, maar echt de mooiste beroep, want de kinderen zijn zo eerlijk. Zo… vrolijk. En ik maak echt iedere dag gelukkige kinderen. Vrolijke kinderen. En ik heb het echt héél erg naar mijn zin hier in het dorp. Ik werk ook hier toevallig, in het dorp.
[i] In Maarn
[i] In Maarn.
[r] In Maarn.
[r] Dus eh…jouw collega’s ook komt uit Maarn?
[r] Nee. Nee. Jammer genoeg, maar ik heb ’t echt geluk gehad.
[i] Hoe is de contact tussen jouw collega?
[r] Eh… Eh… mij eh… ’t Is wel moeilijk.
[i] Ja? Ja?
[r] Ja.
[i] Wat maakt moeilijk?
[r] Het maakt moeilijk maakt moeilijk is eigenlijk mijn verleden.
[i] Ja?
[r] Ja.
[i] Hoezo?
[r] Mijn taalachtergrond.
[r] Ja.
[r] Ehm… Dat ik heb tien jaar lang heb ik bijna niks gedaan. En eh… En eh…ja, het is heel moeilijk om mij te begrijpen.
[i] De taalachterstand?
[r] De taalachterstand.
[i] De communicatie?
[r] De communicatie
[r] De communicatie hebben ze wel echt… Hebben ze wel echt moeite mee.
[i] Moet jij ’t ze schrijven? Of moet je iets eh…
[r] Ja. Ja, je [hier] moet je heel veel doen. Ja, eigenlijk als kinderopvang, als leidster heel, allerlei dingen doen. Je moet je notulen schrijven, je moet je activiteit bedenken, je moet je eh…kinderen observeren, je moet je oudergesprek voeren. Eh…ja, intakegesprek voeren. Als er nieuwe kinderen komen, moet je met die ouders intakegesprekken… Ja, allerlei eh…verslagen schrijven, bijvoorbeeld de dag over de kinderen wat ze hebben de hele dag gedaan. Vooral de kinderen, vooral voor de baby’s. Nul tot één jaar, moet je allerlei verhalen schrijven. Hoe was hun dag, wat hebben ze gedaan? Hebben ze gekruipt, hebben ze de eerste stap genomen? Hebben ze gehuild? Hebben ze goed gedronken, hebben ze slecht gedronken? Noem maar op. Wat… of hoe vaak hebben ze geslapen?
[i] Voor wie moet je dit schrijven?
[r] Voor de ouders. Voor de ouders.
[i] Voor de ouders.
[r] Ja.
[i] Die moet het horen elke dag?
[r] Elke dag, ja.
[i] Ja?
[r] Moet je, als je dat aan het werken ben, moet je dat verslag… hebben wij een schriftje voor kinderen, waar wij schrijven.
[i] Elke dag Elke dag dan geef je de ouder iets in de hand?
[r] Ja, De ouders. Ja, natuurlijk. Dat is… Omdat je kan niet eh… De ouders komen om half zes. Of bijvoorbeeld Of bijvoorbeeld tegen kwart voor zes, wij zijn dicht om zes uur. Dan moet je eigenlijk de juiste opdracht doorgeven. Maar dat kan niet voor zoveel kinderen. Bijvoorbeeld, wij hebben twaalf kinderen, van de twaalf hebben wij drie of vier baby’s. Dus dan kan je voor die ouders, moet je de verslag doen. Als je niet kan, schriftelijk, maar het is verplicht om te schrijven.
[i] Dat te doen?
[r] Ja, ja. Ja.
[i] Dus is dat, hoeveel collega’s er zijn?
[r] Ja, er zijn veel. Ik werk eigenlijk als een eh…
[i] Begeleidster.
[r] Ja, begeleidster. Maar verschillende, wij hebben verschillende groepen. Wij hebben zoveel collega’s. Ongeveer wij zijn met ons twintig. Ik heb echt goeie collega’s die mij begrijpen. Enne. Ze [Dus] zeggen tegen mij: nou, [naam], ja, je hebt dit gedaan, ik doe dit. Ik ga de schriftjes doen, jij gaat voor de baby, ja, voeding geven. Of wij gaan, eh, ja moet je even activiteit bedenken, ik ga uitwerken. Op die manier gaan wij wel overleggen, maar er zijn collega’s die gewoon: ik snap jou niet, wat bedoel je dan? Dat is echt… Het raakt mij, soms… Ik kan niet heel vaak vertellen, ik heb echt moeite mee, of zo. Maar je wil graag dat ze gaan jou begrijpen. Maar soms is moeilijk. Vooral de jongere generatie. Hebben ze echt moeite mee. Om te accepteren wie ik ben, vooral.
[i] Hmmm. Is dat eh… denk jij dan eh… Wat voel jij op dat moment dan?
[r] Verdrietig. Heimwee voor mijn taal, voor mijn land. Dat ik kon wel echt makkelijk vertellen als het mijn taal was geweest. Zou ik niet nadenken, hoeft niks eigenlijk. Zelfs [je] hebt niet zoveel woorden na te denken, jij weet het precies wat je moet zeggen, maar op dat moment voel ik echt verdrietig. Ja, dan denk je, hoelang ga ik zo door op die manier? Wanneer word ik beter? Wanneer wordt ’t mijn taal verbeterd? Hoe zou ik doen om mijn taal te verbeteren? En ik lees heel veel, ik probeer het. Maar echt, dat verleden van mij, die tien jaar stilstaan, heeft mij, ja, gemaakt wie ik ben nu. Dus dan, ja, moeilijk om mijzelf te accepteren. Ik vecht nog steeds voor die bestaan, dat wie ik ben. En eh…ja, het is moeilijk hoor. Ik voel me nog steeds af en toe, als ik denk… Soms heb ik slapeloze nachten. Maar wat ik heb hier in Maarn, dan voel ik helemaal Maarnaars. Dus voor mij voor mij is eigenlijk dubbel gevoel, weet je. Dat ik ben hier thuis, ik voel me thuis. Maar voor mijn werk voel ik nog niet honderd procent.
[i] Wat maakt jou thuis dan in Maarn?
[r] Ja, de mensen zien mij als één van de landgenoten. Eerlijk gezegd. Ik kan niet half stap verder lopen, behalf …eerst moet ik groeten [onverstaanbaar] voor de ene. Als ik ga naar de winkel, sta ik sta ik half uur te kletsen. En als ik ziek ben, komen ze bezoeken. Als ik iemand jarig is, word ik uitnodigd. Als iemand gaat trouwen, ben ik ook aanwezig. Als iemand gaat kind wordt gedoopt, ben ik uitnodigd. Ik weet niet. Er zijn echt heleboel dingen die, ja, ik kan niet verklaren. Ik voel me echt thuis.
[i] Oké, dan voel jij Ethiopiërs in Nederland, of Maarn, of Nederlands?
[r] Nee, ik voel me echt Maarnaars.
[i] Ja? Wat…
[r] Ja, soms vergeet ik ook mijn kleur hoor, eerlijk te zeggen. Dat ik donker ben of eh… anders ben, nee. Ik voel me echt… Als ik in Maarn ben, voel ik echt gewoon Nederlanders.
[i] Oké.
[i] Oké. Behalve dat Maarn zoals… Behalve of de mensen in Maarn, wat maakt ’t Maarn voor jou bijzonder? Wat is Maarn voor jou betekenen?
[r] Maarn heeft mij volwassen gemaakt. Durven te doen. Durven jezelf te zijn. Niet bang zijn. Mijn achtergrond zegt heel vaak: je moet niet rechtstreeks naar ogen kijken. Bij oudere mensen of iemand die…boven jou. Of eh…als je ziet een baas of iemand die burgemeester, bijvoorbeeld. In mijn land zou ik niet durven ogen te kijken. Maar nu zelfde burgemeester heeft mij volwassen gemaakt. Ik kon naar de burgemeester recht de ogen kijken. Ik kan mijn verhaal vertellen. Of ik…ik doe wat ik wil, wie ik ben. En de angst is niet meer als eh… vergelijking van mijn verleden. Heel vaak durf ik niet naar ogen te kijken, naar de mensen. Maar nu durf ik wel echt naar de ogen te kijken. Enne… zelfs dat heeft als nadeel voor mijn land, want ik ben zo veranderd. Als ik de ogen kijk in mijn land, als ik toevallig ben ik daar op bezoek, daar ben ik eh… Maar ik kijk naar de ogen, mensen willen niet naar mijn ogen kijken, want het hoort niet van onze traditie. Naar de ogen kijken is eigenlijk soort brutaal.
[i] Wat is… Hoe was het in het begin dan?
[r] Moeilijk.
[i] Hoe kwam je aan verbeteren dit… dit gewoonte of tradition?
[r] Nee, het is zelfvertrouwen krijgen, weet je. Durf je te zeggen wat je wil zeggen. Accepteren wie je bent. Dat geeft jou enorm voldoening. Dus ik durf nu eh…omdat, ja, zij hebben mij geaccepteerd wie ik ben, niet wat ik heb. Ik had niks toen, maar toch de burgemeester kwam bij mijn huis. “Jullie horen hier.” Of de huisarts zei tegen mij: “Nou, jullie krijgen toch, toch de zorg. Wij doen ’t onze best. Je moet je naar de dokter, je moet je naar ’t ziekenhuis.” Echt op die manier heeft ons zo vertrouwen gegeven.
[i] Ja.
[r] Dat heeft jou…ja, enorm… Ja, ik hoor ’t hier. Ik ben één van die mensen. Ik ben Maarnaars, dus.
[i] Fijn. En ehm… er is een wijk? Waar ga jij elke keer ontmoeten mensen? Of waar ontmoet jij mensen, behalve op winkel, op straat. Ga je ergens activiteit…
[r] Ja, ik ga één keer in de week sporten. Daar ontmoet ik mensen. Fysio. Ik heb ook fysiotherapeut en fysio-sport, dus niet apart, maar fysio-sport. Daar ontmoet ik mensen. Ik ga naar de kerk. Ik ontmoet daar mensen. Ja. Ik ga naar de winkel. Ik ontmoet mensen. Dus overal, hoor.
[i] Maar ben je dan vriendin? Nederlandse vriendin in Maarn?
[r] Ja, ik heb ik heb een Nederlandse vriendin. Vooral ik heb een vriendin die, mijn jongste zoon, bij de zwangerschapgymnastiek heb ik leren kennen. Nou die heb ik, in die tijd heb ik haar leren kennen. Dus heb ik een jonge vrouw die van mijn, nou, jonger dan mijn leeftijd heb ik vriendin. En ik heb echt genoeg vriendin hier in Maarn, dus eh…
[i] Dus voel jij niet heimwee.
[r] Helemaal niet, nee.
[r] Helemaal niet, nee, ik voel me echt geen heimwee. Maar ik mis mijn familie. Ik mis mijn zus, mijn broers en iedereen. Maar missen is niet, ik heb niet echt heimwee. Ik hou echt altijd…ik wil graag eigenlijk hier zijn.
[i] Stel als jij verlaat Maarssen [?], heb jullie wel een droom ergens te wonen? Of…
[r] Ja. Als ik eh…als ik ga Maarn verlaten, zou ik niet hier wonen, ik zou eigenlijk in Canada, bij mijn zus zijn.
[i] Oké. Dus heb jij plan B?
[r] Nee.
[i] Emigreren? Nee.
[r] Ik weet Ik weet het niet, want ik heb nog kinderen. Die zijn nog eh… Ik weet niet, wat willen ze, waar willen ze?
[i] Oké.
[r] Dus ik leef eigenlijk hier, gelukkig. Ik ben hier gelukkig. Maar als ooit zou ik dit dorp verlaten, ik zou… ik weet niet of ga ik ergens anders zo’n leuke plek krijgen, ik weet het niet, maar wel ik heb eh…zus die…
[i] Oké. Hoe ziet Hoe ziet jou nou jouw dagelijks leven? Voorbeeld van [onverstaanbaar] af en toe de weekend.
[r] Ja…
[r] Ik heb het echt ja, volle agenda. Ja, ik werk eigenlijk bij de kinderopvang.
[i] Is…hoeveel dagen?
[r] Ik werk soms vier dagen, soms drie dagen. Maar dan ben ik eigenlijk in de ochtend half acht begin ik voorschoolopvang. En daarna kom ik terug. Dan ben ik thuis. Van alles doen, koken, voorbereiden. Daarna ’s middag ga ik naschoolopvang. De kinderen vanaf 4 tot 12 jaar ga ik ontvangen. Af en toe ben ik de hele dag aan het werk. Een keer in de week ben ik de hele dag, maar de andere dagen ben ik halve dagen. Dus mijn dag is eigenlijk dan ga ik bijvoorbeeld als iemand ziek is, ga ik zieken bezoeken.
[i] Gewoon in de dorp?
[r] In de dorp, ja. Vriendin die ziek is of eh… Nou, koffie drinken bijvoorbeeld. Maak ik een afspraak en dan ga ik koffie drinken of zij komen bij mij. Door de week gewoon. En eh…ja. Op die manier heb ik
[i] En de rest? Wat is jouw hobby? Heb jij hobby’s?
[r] Ja
[r] Ja… Nou, niet echt. Ik
[i] Wat doe jij in jouw vrije tijd? Wat zou jij liever doen?
[r] Ja, ik naai. Ik heb leren naaien hier. En ik borduur. Ik lees graag boeken. Ook Nederlandse boeken die…goeie schrijfster die op dit moment heb ik. Dus ik lees haar boeken heel vaak.
[i] Over wat… Waarover gaat de boek?
[r] Het gaat om eh… liefde, romance en detective. Dus ik lees heel vaak dat soort boeken. Maar heel vaak heb ik ook bijzondere schrijfster, Loes de Hollander, Saskia Noort. Die zijn echt één van…twee van mijn lievelingsschrijfsters. Khaled Hosseini, eigenlijk. Een van de buitenlands schrijver. Over “de Vliegeraar” heeft geschreven. “Duizend schitterende zonnen” heeft geschreven. Dus ik hou van verhalen waar echt ook te maken hebben met vluchtelingen. Dus ik lees heel vaak, dus ik houd van boek lezen. Jammer genoeg, maar na zoveel lezen toch ontwikkel je echt jouw taalgebied niet zoveel. Eerlijk gezegd.
[i] Maar er is geen andere mogelijkheid om les te krijgen of iets te verbeteren?
[r] Nou, voor de toekomst wil ik [onverstaanbaar]. Ik heb het al aangegeven voor mijn functioneringsgesprek voor mijn werk dat ik wil graag eigenlijk dat verbeteren. Of het lukt dat weet ik niet, maar ik krijg wel misschien persoonlijk coach. Dus eh, zal misschien verandering komen, dat weet ik niet. Maar dat is mijn droom voor de toekomst. Dat wil ik graag eigenlijk.
[i] De moeilijkste is te schrijven of te spreken?
[r] Vooral te articuleren.
[i] [Onverstaanbaar]
[r] Precies
[i] Heb jij wel de examen gedaan? Nederlands taalexamen?
[r] Nee
[r] Nee, ik heb niet gedaan. Ik heb wel cursus gehad. Ik heb allerlei certificaten gehad. Maar daarna heb ik geen examen gedaan. Maar ik
[i] Hoe weet
[i] Hoe weet je dat jouw niveau, wat denk je jouw niveau is?
[r] Mijn niveau
[r] Mijn niveau is steeds [onverstaanbaar]. Gewoon, blijf maar…nog steeds op zelfde plek, ik maak zelfde fout. Eh… Het gaat goed, ik kan communiceren, ik ben nu zeven jaar aan het werk. Maar dan heb ik echt moeite mee mijzelf precies te zeggen wat ik wil zeggen of eh
[i] Dan wat is betekent dan voor jou? het geeft jou wat gevoel?
[r] Frustrerend
[r] Frustrerend. Héél erg. Ik word soms boos, waarom kan ik niet? Waarom Ja, waarom kan ik niet zeggen wat ik wil zeggen?
[i] Wat geeft effect dan? Zie jij een eh…
[r] Ontevreden. Gewoon, echt verdrietig. Daardoor kan ik ook mijzelf verbeteren, weet je, als je boos bent. Dat blijven hangen op jouw verdriet. Soms heb ik echt moeite mee, en ja, ik wil het gewoon, maar…
[i] Zoek jij een manier nu…of blijf je maar…
[r] Ja, het blijft nog steeds zelfde. Dat ik…iemand zie op moment, spontaan. Gewoon zeggen wat ik wil zeggen, maar… Daarna heb ik echt, ja, ik blijf maar hangen op mijn verdriet of zo. Dus dan ben ik eigenlijk moeilijk…
[i] En thuis met jouw kinderen, spreken jullie Nederlands of jullie taal?
[r] We spreken Nederlands.
[i] Ja?
[r] Ja.
[i] En corrigeren jouw kinderen vaak?
[r] Ja. Ja.
[r] Ja.
[i] Vraag jij ook zelf aan jouw kinderen of…
[r] Ja. Nee
[r] Nee, heel vaak mijn jongste zoon. Mijn oudste is al van huis uit. Maar mijn jongste zoon gaat ook heel vaak verbeteren mij en hij helpt hij helpt mij heel erg, hoor. Ik heb echt heel lieve jongen die mij echt goed Be… Eigenlijk, ik ga hem begeleiden, maar hij hij had mij ook echt begeleid, ook heel goed.
[i] Ja, en en eh… je bent getrouwd? Samenwonend?
[r] Ja, wij zijn getrouwd.
[r] Ja, wij zijn getrouwd.
[i] Getrouwd.
[r] Ja.
[i] Vanaf begin, jullie zijn getrouwd?
[r] Vanaf begin.
[i] En jouw man, werk hij?
[r] Ja. Ja, hij heeft werk. Hij doet als financieel administratie.
[i] Ja? Hoe was dat voor hem dan? Jullie waren aan het studeren. Is voor hem anders? De taal of de situatie?
[r] Ja, hij heeft ook gelijk de cursus gedaan. Terwijl hij heeft wel diploma vanuit Rusland. Hij heeft zijn diploma laten waarderen. Maar, ja. Het heeft heel lang geduurd, tien jaar is echt een lange tijd om niks te doen. Hij heeft zelf klein beetje een opleiding gedaan. MBA, heet dat. Speciaal over de boekhouding…gebied, hij heeft opleiding gedaan. En hij heeft gewoon als vrijwilliger ergens anders begonnen als een conciërge. En daarna heeft twee dagen nog als vrijwilliger als een boekhouder gedaan. Daarna mocht hij twee dagen beginnen met werken. En sinds ongeveer zes jaar hij doet nu fulltime werk vijf dagen in de week. Hij heeft een mooie baan, hij vindt ’t. Als boekhouder, maar niet op zijn niveau of op zijn beroep…
[i] Wat was de niveau, is hoger?
[r] Hij heeft gestudeerd economie, afstudeerd.
[i] Hbo? Mbo?
[r] Nee.
[i] Nee, hbo?
[r] Hbo. Hbo. Ja, universiteit heeft afstudeerd. Hij heeft zijn master gedaan in Rusland. Dus dat is wel, ja. ’t Is… Hij heeft ook zijn diploma laten waarderen, maar het heeft niet zoveel…
[i] Ja, hij is hij is gelukkig?
[r] Ja. Gelukkig betekent in de zin van…niet wat wij hebben bereikt, maar hij is gelukkig gewoon van het gewone leven, weet je, dagelijks leven. Wij zijn gelukkig allebei. Maar wat hij…wat wil hij bereiken, hij heeft nog niet bereikt. En hetzelfde voor mij. Dus wij hebben niet echt tevreden wat wij hebben.
[i] Maar praten jullie hierover of…?
[r] Jawel, jawel.
[i] En voor jullie kinderen ook? Zij weet dat?
[r] Jawel, jawel. Ja, ja, ja. Ze vinden het echt jammer dat zo gelopen is. Ze zijn trots op ons, maar toch ze zeggen dan: doe jullie best, het kan nog. Jullie kunnen nog. Ze proberen ons echt, ja, ons te helpen. En ja, op één of andere manier zij zijn echt ons eh…
[i] En Maarn dorp, hij is trots op jullie? Of jullie trots op dorp?
[r] Allebei hoor.
[i] Ja?
[r] Ja, echt eh…als ze zien ons. Ze zijn zo gelukkig, zó gelukkig, als je ziet, ja. Mijn man is vijf dagen aan het werk, dus voor hem…
[i] Waar werk hij? In Maarn, of in…?
[r] Nee, in Utrecht.
[i] In Utrecht.
[r] Ja, in Lage Weide, ja. Maar ik ben vijf dagen hier aan het werk, ben ik hier, eigenlijk bijna zeven dagen. Dus ja, ik merk gewoon, wauw, wij zijn blij dat jullie te zien. We zijn erg blij om jullie zo in Maarn te zien, zo gegroeid. Jullie verdienen dat. Jullie horen hier, klopt. Weet je dat, echt alsof, dat… Ja, ik heb geen woord, maar ze zijn zó gelukkig om ons te zien. En te spreken op straat, gewoon, hoe gaat het met [naam]? En dan, nou, wat doet hij nu? En dan, wauw, ze zijn echt blij om te horen en echt… En over een maand nog een keer, hoe gaat ’t nog, echt hoe gaat ’t met [naam], gevraagd wordt het heel vaak. En ze zijn zó gelukkig. En dan als je dat zo…iemand gelukkig jou te ontmoeten, gelukkig dag zeggen en gaan ze ook allerlei vragen stellen dat hoe ze blij zijn met ons, dan ben je ook trots op hun. Echt waar. Dat is…
[i] Vind ’t jij leuk dat allemaal vragen gevraagd worden?
[r] Ja
[r] Ja, ik vind heel leuk.
[i] Wat vind jij minder om niet gevraagd te worden? Wat was dat?
[r] Ik maak bijna
[r] Ik maak bijna nooit, maar af en toe onbekend iemand bijvoorbeeld, gaat jou vragen eh…gaan jullie terug naar jullie land? Dan is echt, ben je verdrietig. Maar echt, ik vergeet gelijk. Dat is voor mij niet belangrijk, weet je. Die mensen kennen mij niet, kunnen zeggen wat ze willen. Maar de mensen die mij kennen, ik heb echt veel vrienden die zeggen: jullie gaan toch niet daar naar jullie land terug, toch? Jullie gaan niet, toch? Zo, echt met… Ik kan niet zonder jullie. Letterlijk, als je dat hoort… Dat doet jou echt pijn en…om geliefd te zijn door de mensen.
[i] Wat maakt bijzonder? Wat denk jij? Wat doet jullie met die mensen?
[r] Wij doen niks, eigenlijk. Wij doen het gewoon wie wij zijn gewoon. Als ik jarig ben, ze komen, dan ik zet koffie. En drinken ze rustig, en zeggen dan: ah, wat fijn, wat hebben jullie mooie cultuur.
[i] Wat cultuur dan vinden bewonderen?
[r] De koffie, de Ethiopische koffie. Het landschap van ons land, verhalen over ons land. Ons eh…ja
[i] Kunnen jullie beschrijven van hen, gewoon over jullie land?
[r] We hoeven niet te schrijven, ze zien het zelf.
[i] Beschrijven.
[r] Ze zien het gewoon, ze zeggen: nou, weet je, dat… Beetje, ja. Heel vaak wij zijn bereid om mensen te helpen. Bijvoorbeeld hier in het dorp als iemand vraagt mij: wil je mij alsjeblieft wat boodschappen doen met mij? Tuurlijk, ben ik bereid. Of, weet je, ik…net zoals in mijn land, met elkaar helpen, het hoort in ons land, in onze cultuur. En dat gaan wij hier ook doen. En ja..
[i] Official niet vrijwilligerswerk, niet official. Maar gewoon…
[r] Ja, gewoon. Gewoon dorpeling. Weet je, alsof je, ja… Ik heb een vriendin…en ja…zij is net pas verloren, twee jaar geleden, haar man. En die is eigenlijk, héél echt, hele lieve man. En sindsdien ze begon beetje blind te worden, enzo. Zij kan niet autorijden, ze doet niks. Dus zij heeft hulp nodig. En dan als ze vroeg mij: [naam], mag ik met jou morgen boodschappen doen? Als ik kan, ik zeg: tuurlijk! En dan ga ik met haar boodschappen doen en eh… En eh, zij is echt zo gelukkig. Hoe kan ik zonder jullie… Echt zo, als
[i] Voor Maarnaar, jullie zijn aan het terugbetalen, is dat klopt?
[r] Nou, ik weet ’t niet of terugbetalen… Ik zal nooit terugbetalen… Wat hebt gekregen, dat liefde… Ik kan… Ik kan echt niet terugbetalen. Dat moment, dat liefde. Ik kan niet terugbetalen. Ik weet niet hoe, maar ik doe ook allerlei vrijwilligerwerk nu.
[i] Ja, zoals?
[r] Ik ben de organisator van Astma Fonds, de collecte-organisator. Dus eh…ik zal, één keer per jaar bijvoorbeeld, ga ik mensen contact maken, de collectanten hier uit Maarn. Dan ga ik dan aan de mensen, ja, ze moeten collecteren. En ik ook, ik doe mee. Mijn man doet ook collecteren. Dus eh… Ja, en eind van het collecte ga ik dat geld brengen naar bank en ga ik inleveren voor de, voor die longfonds. Dus echt…op mijn manier wil ik graag wel terugbetalen, maar het is gewoon de kleine dingen wat je kan doen. Ik ga ook, ik doe ook in de kerk bijvoorbeeld, in de zondags, af en toe. Een keer in de twee maanden ben ik ingeroosterd als een oppas voor de kinderen. Voor de baby’s bijvoorbeeld of zo, dan ben ik oppas. Officieel ben ik ingeroosterd, dus ik doe op die manier als vrijwilligerwerk. Maar ik heb ook vroeger als een eh…bij de Wereldwinkel, heb ik als een verkoopster heb ik gedaan. Als vrijwilliger. Maar tot ik een baan kreeg, heb ik dat gedaan.
[i] Dus, eh…ja. Dit allerlei dingen om in de samenleving te doen, geeft jou andere gevoel?
[r] Zeker, ja. Je voelt eh…je hoort erbij. Je bent één van Nederlanders. Je… Ik voel me gewoon thuis!
[i] Waarom doe jij dat eigenlijk?
[r] Om thuis te voelen? Ja, ik doe het bewust, omdat ik wil graag thuis voelen. Ik ben hier. Ik wil graag nu leven op dit moment. Ik wil niet dromen en over een jaar of over drie jaar, want dat heb ik gemist. Kan wel dromen, bijvoorbeeld dromen dat ik ga…werk vinden. Maar ik wil graag voor vandaag leven, onder andere. En dat is mijn droom. Dat doe ik ook nog eh…
[i] Heb jij wel dromen voor de toekomst?
[r] Ja. Heel veel, hoor.
[i] Ja?
[r] Ja.
[i] Vertel.
[r] Maar in mijn droom is onder andere dat gewoon… heel veel eh… te laten zien van mijn land. Waar kom ik vandaan? Wie zijn ze, de mensen? Hoe zijn ze eigenlijk, in elkaar eigenlijk? Dat is echt mijn droom, vooral.
[i] Laten zien van wie?
[r] Van… Voor Maarn, of ook voor veel andere Nederlanders die willen over Ethiopië leren kennen. Dat heb ik echt altijd in mijn hoofd, van hoe de mensen zijn in elkaar, hoe… Wat soort cultuur hebben wij?
[i] Hoe doe jij dat? Hoe wil jij doen? Doe jij iets nu, vanaf nu, of wil jij in de toekomst doen?
[r] Ja…ik heb het geprobeerd, maar het is op dit moment door de tijdtekort en allerlei redenen heb ik niet gedaan. Maar voor de toekomst wil ik graag bijvoorbeeld… 8 maart is Vrouwendag. Wil ik graag een bepaalde zaal huren en laten zien onze koffieceremonie. Voor vrouwen. En laten zien hoe Ethiopia… Wat soort land, wat soort achtergrond en wat is de landschap? Hoeveel talen hebben wij? Hoeveel culturen hebben wij? Echt, je kan echt niet alleen maar simpel zeggen, maar echt allerlei documentaire dingen verzamelen. Dat wil ik graag gewoon laten vertellen, dat is echt mijn droom. Dat wil ik graag gewoon aan werken. Ik heb al begonnen thuis. Heel veel mensen weten al hier in het dorp waar komen wij vandaan. Wat soort land hebben wij. Wat soort cultuur hebben wij. En we proberen ook af en toe, komen ze bij ons. Wij eten samen met mensen. Ik nodig mensen hier uit. Ik laat zien hun wat soort eten hebben wij. Hoe gaan wij eten? Heel vaak, als ik ga hun uitnodigen, dan moeten ze met hand eten. Het moet zeg ik dan, want ik wil niet dat de cult… met vork en injerra met vork laat eten, nee. Nou, handen wassen. Met hand eten, vind ik. Het hoort bij ons. En dus, ze doen het ook en vinden zij heerlijk, en ze zeggen: nou, jullie hebben zo lekker eten, mooie cultuur. En, ja, dat vinden ze echt fijn.
[i] Denk jij dít heeft eh…ja, ik weet niet, invloed hoe jullie relatie is binnen mensen, accepteert mensen zoals
[r] Wij zijn?
[i] zij waardering of eh…
[r] Nee. Het is eigenlijk met dat doen, zou je niet krijgen, eerlijk zeggen. Gewoon… Ik vind dat mensen accepteren ons wie wij zijn, gewoon vanaf het begin af. Het is niet nu. Ik [onverstaanbaar] nu als…
[i] Identity?
[r] Ja. Ja, dat wie ik ben, en gewoon af en toe als ik jarig ben, dan ga ik koffie zetten. Het hoort bij mijn verjaardag. Koffie zetten hoort bij mijn verjaardag. Dus ze komen voor mijn verjaardag te vieren, maar met koffie.
[i] Oké. Wat neem jij dan van Nederland cultuur, wat neem je van Ethiopië?
[r] Ik vind eigenlijk van mijn land cultuur vind ik eigenlijk betrokkenheid, liefdevol contact, ehm…dat is mijn identiteit gewoon, echt betrokken voelen. Buren, familie, vrienden. Gewoon… Ik… Die wil ik graag van mijn land houden.
[i] Is het als [naam], of als gewoon Ethiopiër?
[r] Als Ethiopiër.
[i] Oké.
[i] Dan meer…[onverstaanbaar] Ethiopiër [onverstaanbaar].
[r] Dat is gewoon in onze land, ik…mijn moeder ik zie, mijn zussen, die zijn allemaal echt, ze geven veel liefde met elkaar. Dat is gewoon… Ik doe het gewoon bij mijn werk voor mijn collega’s, ondanks alles wat ik meemaak. Blijf ik lief zijn. En kennen dat, [naam] is altijd… Maar dat lief zijn is eigenlijk…soms heel veel nadeel.
[i] Zoals?
[r] Zoals, ja…alsof je bang bent of alsof jij…ja, iets te verbergen heeft. Dat soort dingen…dat is van mijn land heb ik meegenomen, dat liefde geven of betrokken voelen. Knuffelen, aandacht geven. Maar de meeste mensen uit Maarn, dat vinden zij heel leuk. Echt zo… Dat waarderen ze. Dat is van mijn moeder, heb ik gekregen. Dat ga ik ook doorgeven voor mijn Nederlandse vrienden.
[i] Denk je dat jij krijgt van familie, van opvoeding? Of van het landcultuur?
[r] Nee, het is opvoeding. Wat is nou cultuur, eigenlijk? Cultuur is de verzameling van opvoeding. Als ik zie, nou nou, waar komt vandaan? Ik vind eigenlijk dat, dit komt eigenlijk…mijn moeder, heeft van haar moeder gekregen. Haar moeder heeft van haar moeder gekregen, het is niet zomaar iets…
[i] Gewoon een soort tradition.
[r] Ja, traditie, want je zou echt krijgen.
[i] Oké. Welke zijn andere tradities je hebt meegenomen uit Ethiopië?
[r] Delen. Ondanks alles…delen. In de zin van… Nederlanders hebben ze geen tekort met geld, geen tekort met eten, maar liefde delen hebben ze echt moeite mee, bedoel ik, in de zin van…
[r] Dat delen…
[i] Anders?
[r] Anders. Onze manier van delen heb ik echt geleerd van mijn land. Ik deel mijn liefde.
[i] Dus je wil graag die doorgeven voor Nederlanders?
[r] En die verbazen ook heel vaak. Hoe doe je dat nou? Hoe kan je dat nou? Zo iemand jou pijn gedaan. Toch ga je…met liefde behandelen. Ja. Dat heb ik geleerd, dat mijn moeder heeft mij gegeven. Weet je, vergeven, of.. Ja. Zoveel mogelijk met liefde behandelen, weet je. Voor mij is dat is de punt wat ik eh…
[i] Dit draag je voor jouw kinderen ook?
[r] Ook, ja. Wordt ook heel vaak bevestigd door Maarnaars, weet je.
[i] Zijn anders dan andere kinderen?
[r] Ja, ze zeggen hoe hebben jullie ze opgevoed? Ze zijn echt eh…ja, bescheiden. Behulpzaam. Een beetje ook echt, meestal… Ze zijn niet brutaal. Echt, ze doen het gewoon als iemand komt, gaan ze knuffelen, of gaan ze gewoon echt gewoon accepteren, net zoals in mijn land. Mensen respect hebben voor de gast, bijvoorbeeld, als er gasten komt, zij gaan gelijk opstaan, en…ja. Ze zien gewoon… Ze zeggen: nou, hoe hebben jullie opgevoed? En ook in de kerk waren ook betrokken. En zo, op één of andere manier zien ze heel anders dan gewoon Nederlandse jongen.
[i] Hebben jullie dat invloed bij hun?
[r] Ze zeggen dat
[r] Ze zeggen dat, maar ik weet het niet. Ik heb dat niet bewust gedaan. Ik opgevoed gewoon wie wij zijn. Gewoon, geven wat je hebt, delen wat je kan. Dus… Ik weet niet. Wij deden gewoon, gewoon wat wij doen thuis. Niet bijzonder, maar de andere mensen zien dat
[r] zien dat echt heel erg.
[i] Oké, nu werk jij zelf als een… in een kinderopvang. Merk jij dat de oefening anders dan jullie land, Ethiopië?
[r] Ja, zeker.
[i] Wat is nou de grote verschil?
[r] Ja, kinderen hebben ze echt vrij opgevoed hier. Nog steeds. En kinderen mogen zeggen wat ze willen zeggen. Zelfs wij hebben kinderraad, heet dat. Kinderen mogen zelf kiezen. Kinderen mogen…kopen bijvoorbeeld speelgoed. Ze moeten met elkaar even discussiëren. En daarna gaan ze, nou wij willen dit hebben. Dan gaan ze dat kiezen. Maar dat komt door kinderraad. Ze gaan zichzelf ook bijvoorbeeld presenteren. Ik wil graag de voorzitter zijn van de kinderraad. Ja, in ons land, dat soort dingen, nee, dat mag je niet doen. Want je mag niets zeggen. Blijf zitten. Niks zeggen. Dat was eigenlijk mijn verleden, maar ik weet niet nu hoe het gaat. Ik hoor steeds dingen verbeterd en kinderen mogen zeggen. Maar in mijn tijd was het echt mondje dicht, niks zeggen. Maar hier is wel té. Voor mijn gevoel, kinderen té vrij opgevoed. Dat is wel moeilijk voor mij om die combinatie van mijn verleden en van mijn nu te…mijn nu. Die combinatie soms gaat botsen, maar ik probeer het een beetje…te, ja, te verwerken. Het is niet makkelijk, maar eh…
[i] Ik bedoel je heb een puber gehad, toch?
[r] Ja.
[i] Jouw eh…de grote
[r] Is 23.
[i] is geweest. En nu nog de jonge. Merk jij jouw jeugdtijd en eh…ja, bij jouw kinderen, wat ander is?
[r] Nee, valt wel… Dat is wel, daarom mensen zeggen dat, jullie hebben bijzondere kinderen. Mijn oudste zoon heeft nooit gepuberd.
[i] Nooit last ervan?
[r] Nooit nee, en de jongste nu is bijna twaalf. Echt gehoorzaam. Hij doet héél veel dingen. Hij gaat echt, als je gaat iets vraag, “[naam], wil je de was ophangen?” “Ja hoor!” “[naam] doe dat.” “Ja.” “[naam] televisie uit, nu ga je dit doen.” “Is goed.” En ik ga heel vaak vergelijken, hoe kan dat nou? Heeft ie soms verwachting, nee, of zoiets. Maar hij doet echt… Allebei heb ik gewoon nog niet meegemaakt. Dus ik durf niet te zeggen dat ik heb ’t echt…slecht, of jeugd gehad of zo. Nee. Ik was gehoorzaam en mijn kinderen zijn ook steeds gehoorzaam. Dus het is heel moeilijk om te zeggen, verschil te zien bij mijn kinderen. Wel qua cultuur, merk ik ook van mijn kinderen dat ze zijn echt zelfstandig. Ja, bijvoorbeeld, zij kan eh…mijn oudste zoon gaat hij gewoon zitten, hij pakt boterham en hij gaat zelf eten. Hij gaat niet vragen: “Willen jullie eten”, of zo? Dat is gewoon echt, ja, hij heeft honger, hij eet en dan klaar. Maar in mijn cultuur je mag niet gewoon zonder te vragen zitten te eten of zo. Dat vind ik een beetje… ja, ze zijn veranderd.
[i] Wat zeg jij dan?
[r] Nou… Ga je ons niet vragen of zo, weet je. Ja, ik dacht jullie laten weten, weet je, zo simpel. Dus ik accepteer dat, want ze zijn hier. Ze hebben haast, ze moeten iets doen, zo snel mogelijk. Dus uitgebreid over mij te denken… Ja, geen tijd. Dus dan hebben ze wel voor hun manier zich ontwikkeld, op Nederlandse manier. Doen wat ze willen.
[i] Dus je geeft voor jouw kinderen gewoon Nederlands opvoeding? Of eh…Ethiopisch en [in] Nederland.
[r] Mix. Nee, dat is mix. Ja.
[i] Voorbeeld, wat is nou mix?
[r] Ja eh… Ik weet niet, moeilijk om precies te zeggen. Want wij zijn hier, wij wonen, wij leven Ethiopische manier.
[i] Wat is Ethiopische manier leven?
[r] Ja, wij, ja. Je gaat bijvoorbeeld
[i] Eten?
[r] met eten… Ja, samen zitten eten. Je gaat niet, gewoon ja, persoonlijk gewoon. Voor ene kook ik dit, voor de andere kook ik dat. Nee. Gewoon zitten aan tafel, wij eten samen. Ja, dat is ons Ethiopische manier. Wij eten injerra, wij eten Hollandse boerenkool. Dat soort dingen. Dus voor mij is echt gewoon, ik weet niet of de opvoeding heeft wel eh…
[i] Gewoon onbew…
[i] Gewoon onbewust gaat?
[r] Onbewust ja.
[i] Ook onbewust gaat. Je hebt mij verteld hoe vanaf begin, voor jouw leven, gewoon zelf worstelen met verblijfvergunningen, met die zwangerschap en…heel lang verwachten. Dan is ook niet jouw opleiding niet af. Toch wel tussen de tijd jij hebt best gedaan. Allerlei manier vrijwilligerswerk te doen en daarna heb jij opleiding gedaan. En nu werk jij. En ook jij bent echt trots van twee zoons, eh twee zonen. En al dit zegt wat over jou. Jij bent echt doorzetter. Jij bent heel sterke vrouw. Maar weet je dat álles wat jij doet het is een bijdrage is voor de Maarn of voor Nederland?
[r] Ja… ik denk dat…bijdraagt, maar het heeft mij eh…heeft mij zo zelfvertrouwen gegeven en maakt mij wie ik ben. Omdat iedere stap wat ik neem heeft [geeft] mij enorm… In het begin ben ik bang om te proberen, om te doen. Maar later, hoe heb ik dat gedaan? Dat heeft mij, ik zie het niet als een bijdrage, maar soort ontwikkeling van mijzelf.
[i] Persoonlijke ontwikkeling?
[r] Persoonlijk ontwikkeling. ontwikkeling, dus dat voor mij is eigenlijk… Ja. Geeft mij enorm fijn gevoel.
[i] Hoe beschrijft [naam] [in] al die jaren? Hoe was jij [onverstaanbaar].
[r] Ja… ik was echt onzeker. Ja, van mijn verleden. Kan ook van mijn achtergrond. Onzeker. Een beetje…ja. Maar steeds iedere jaar zie ik mijzelf veranderd. Ondanks al deze problemen, ben ik toch vooruit gegaan. Ik zie het gewoon… veranderd ben. Ik durf wel dingen te doen, ik durf wel te zeggen, ik durf wel mijzelf te zijn. Vooral mijzelf te zijn. En ja.
[i] Denk jij die komt door al die problemen had je?
[r] Ja, heeft mij enorm andere persoon gemaakt, denk ik.
[i] Als ik gewoon jouw leven stel zoals in Rusland je hebt afstudeerd, enzo. Denk jij zou anders zijn?
[r] Ja. Ik zou eigenlijk… Ik zou heel andere contact hebben met Nederlanders, ten eerste. Want dit wat ik heb gekregen, gehad, zou ik niet krijgen, ten eerste. Ik ben echt enorm gegroeid door die problemen. Ook…met allerlei manieren hoor, dat echt van… wat ik zeg ook, van naaien, kleding naaien heb ik geleerd, omdat ik wil graag mijn problemen vergeten door bezig te zijn. Of eh…ik ging zwemmen omdat ik wil graag gewoon met mijn kind hier in het dorp ook… We hebben in omgeving iets zwembad…zoals een meer. Dan wil ik met hem zwemmen. Noem maar op. Iets wat ik heb gedaan, is voor mijn zelfontwikkeling. Ik heb het gedaan, gewoon omdat ik wil het. Als ik misschien afstudeerd heb, had ik een baan. Misschien ben ik wel hogeropgeleide vrouw, maar misschien zonder baan. Dat kan ook, want is niet altijd dat je hebt afstudeerd bent altijd heb je een baan. Maar ik heb het gevoel dat mijn manier hier, in Maarn, eh… Ik voel me gewoon enorm gegroeid. Echt enorm gegroeid, op goeie manier. Ik zal niet zeggen dat die elf jaar in de afgelopen…in die periode heb ik eh…ben ik niet verdrietig geweest. Nee, ik heb heel veel gehuild. Altijd, ja, medicijnen geslikt om beter te voelen. Ik heb echt heel veel dingen gedaan. Maar in die proces heb ik zoveel mensen leren kennen uit Maarn. Heb ik wel echt enorm vooruitgegaan.
[i] Wat zeggen de mensen tegen aan jou?
[r] “” Oh, [naam], wat ben je gegroeid.” “Wat ben je een dappere vrouw.” En ja, het is echt heel leuk…heel vaak, héél vaak krijg ik mooie compliment Héél vaak, nog steeds, ze zeggen: “Nou, wat ben je veranderd. Weet je nog tien jaar geleden?” Ze hebben zo gezegd, ik heb al vergeten. Nou, je denkt, zó dat is echt knap van jou. En zelfs mijn leidinggevende zei heel vaak, ieder jaar heb ik functioneringsgesprek. “Niet zo onzeker voelen, je doet zó goed, je bent zó veranderd, je bent zó vooruitgegaan.” Je krijgt steeds bevestiging wat je doet. Is niks voor niks. Dus voor mij is eigenlijk dat enorme persoonlijke ontwikkeling, ben ik gegroeid. Het heeft mij enorm andere mens gemaakt.
[i] Ja?
[r] Ja.
[i] Als je beschrijft dit, dan hoe beschrijf jij dit? Nu, hoe…wie jij bent?
[r] Ja, ik ben volwassen vrouw, met veel ervaring. Met liefde ben ik hier doorgegaan. Echt doorgekomen. Ja, ik heb ’t nu alles, vind ik.
[i] Voel jij gelukkiger?
[r] Ja, ik heb ’t alles… Alles in de zin van niet materieel, maar geestelijk ben ik wel enorm vooruit En ja, ik ben gelukkige vrouw, dus dat is wel voor mij belangrijk. En mijn kinderen zijn gelukkig. En we zijn gezond, alle vier. Dat geeft mij enorm plezier.
[i] Ja, en merk jij dat in jouw relatie ook beter groeit wordt? Toen, paar jaar geleden en nu?
[r] Ja, het is enorm veranderd, het was eh… Mijn man en ik, ja, dat is van ons cultuur. Mannen hebben ze altijd eh, hoofd enne… allerlei dingen vooral ook met huishoudelijk dingen, thuis, huishoudelijk doen. Met koken. Enne…noem maar op. Er zijn allerlei dingen die echt mannen hebben ze hebben ze geen plek in de keuken in onze land. Maar hier, ja, sinds de afgelopen tien jaar, vooral, daarvóór zijn we altijd bezig met onze problemen, maar sinds ik begon met werken, met studeren, mijn man heeft enorm geholpen. En als nu, zie ik eigenlijk enorm vooruitgegaan. We kunnen samen echt overleggen. Hij kan koken, hij kan wassen, hij kan… Als ik weg ben, ik ben zeker dat… Zonder twijfel kan ik een maand weggaan. Hij kan echt voor de kinderen zorgen. Hij kan voor, ja, voor thuis ook zijn best doen.
[i] Is dat veel mannen zo? Bij jouw vriendinnen of zo, Ethiopisch?
[r] Absoluut niet! Absoluut niet.
[i] Ja? Wat maak je me nou?
[r] Nederlanders waren verbaasd. “Weet je nog, [naam], tien jaar geleden, Abebe?” En nu zeggen ze: “Ja, ik zie het gewoon.” Ja, hij is gewoon actief. Als bezoek komt, ik kan echt rustig zitten. Hij kan koffie zetten. Koffie zetten ook met de [onverstaanbaar].
[i] Daarvoor niet?
[r] Nee.
[i] Hoe is nou…
[r] [Onverstaanbaar] hij zit te wachten tot ik breng aan de tafel iets. Maar nu is echt gewoon… Hij neemt zelf initiatief, hoor. Als mensen komen hier, “Nou, wilt u koffie?” En hij gaat zelf naar de keuken, terwijl ik zit gewoon. Dus voor mij is eigenlijk bijzondere ontwikkeling dat zelfs die cultuurverschil… Wij hebben ons enorm sterk gemaakt [onverstaanbaar]. Ik werk, hij werkt. Als hij had mij niet geholpen, zou ik niet redden. Maar echt, als ik wil ergens naar mijn vriendin gaan, ik mag makkelijk gaan want hij is thuis. Dus het is [echt/heeft] enorm… Ja, voor mij is enorm ontwikkeling, bij hem ook zie ik. Hij is geëmancipeerd. Niet ik, maar hij.
[i] Snap ik, haha. En jij?
[r] Ik ben ook geëmancipeerd, richting richting hem.
[i] Hij is naar jou gemanicipeerd? [geëmancipeerd]
[r] En ik naar hem.
[i] Dan naar hem?
[r] Ook, ja.
[i] In [En] welke manier jij dan?
[r] Ja, ik eh… Bijvoorbeeld naar hem toe, in de zin… Wij durven, vrouw, wij durven niet zoveel te zeggen.
[i] Ja.
[r] Ja? Maar nu kan ik echt zeggen, mijn gevoelens, als iets niet klopt, of confrontatie. Vroeger, ik durfde niet te zeggen, maar nu kan ik echt makkelijk zeggen: Nou, [onverstaanbaar]. Zo, zo gebeurt niet. En ik kan zeggen mijn gevoelens, makkelijk. En hij zegt: “Klopt, ja, heb..heb ik dat gedaan?” Of, wij kunnen echt heel goed communiceren. Ik durf wel. Dus dat is gewoon manier van mannen. Mannen durven te doen, zeggen, maar vrouwen moeten echt altijd gehoorzaam zijn, lief zijn en…dat is, wij noemen dat in onze land, dat hoort bij vrouwen. Maar nu ben ik geëmancipeerd. Ik durf wel te zeggen wat ik wil zeggen tegen mijn man. Ik ben niet bang. Maar hij accepteert ook, ja…heel vaak dat klopt…als ik iets zeg, dan is… Hij waardeert dat gewoon. Het is niet echt van: nou, zij is nu brutaal geworden, of zo. Nee. Zeker niet, eigenlijk.
[i] waar hebben jullie dit geleerd, denk jij?
[r] Nee. De tijd… Zo langzamerhand ben je aan het groeien. Dan ben je hier in Maarn. Dan zie je de relatie tussen man en vrouw hier in Maarn, hoe het gaat. Ja. Gelijkwaardig gevoel hebben met elkaar, dat zie je gewoon iedere dag. We gaan verjaardagfeest, wij gaan vrienden bezoeken, wij gaan echt vaak tussenin. Dan zie je hoe met elkaar omgaan.
[i] De Nederlanders.
[r] Ja.
[i] De verhouding tussen man en vrouwen in huis.
[r] Tussen man en vrouw, ja. In huis, ja. In huis.
[i] Oké. Is dat is altijd zo? Zie jij niet bijzonders hier tussen, bedoel ik. Tussen ook?
[r] Jawel, er zijn ook tussen man en vrouw, in Nederland, ook…er zijn ook nog steeds van toen. Er zijn mannen die nu ook nog steeds niet naar de keuken gaan. Ze wachten tot hun vrouw komt om koffie te zetten. Er zijn wel, maar het gaat nu hier, ik zie het gewoon hier anders. Als je hebt met jongere mensen contact, dan merk je gewoon… Het hoort zo om te zijn. Weet je, vrouwen en mannen zijn gelijk. Zelfs als je hebt geen baan. Zelfs als je minder gestudeerd bent. Dat zegt niks. Als je hebt echt goeie communicatie, dat eh…verschil gaat niet echt te ver.
[i] Oké. Wat wil jij in Maarn veranderen of verbeteren? Heb je ooit ogen van Maarn? Wat vind jij minder in Maarn?
[r] Eh, dat is moeilijk, ik weet het niet, er is echt niks minder. Het is goed voor mij. Het is echt goed. De mensen zijn héél aardig. Ze snappen jou heel goed en… ja, ik weet het niet. Vanaf het begin af raakten ze echt liefdehouding, weet je. Voor mij, moet iets [dit] veranderd worden? Nee, ik kan niet zeggen. Echt niet.
[i] En nu voel jij als Maarnaars, ja?
[r] Ja.
[i] Maar heb jij Nederland nationaliteit?
[r] Ja, ik heb een Nederland nationaliteit.
[i] Oké. Oké. Hoe was dat om die nationaliteit te veranderen? Dus zoals Ethiopisch gekomen, naar Nederland veranderd. Wat was de gevoel?
[r] Ik heb echt zelfs niet nagedacht, weet je. Wat ik heb verteld jou, mijn verleden. Dus mensen hebben gedemonstreerd. Die hoorden bij ons. En ik ben in verwachting, ik mag blijven. Wat is nou eigenlijk voor mij om te twijfelen om niet te zijn? Ik heb alles. Ik heb de mensen hier, ik heb mijn kinderen hier. Ik heb mijn man. Ik heb het land zelf, dus waarom niet? Waarom… Ik heb echt niet zelfs niet één minuut nagedacht om die Nederlandschap… aan te vragen en te krijgen. Ik heb echt geen moment nagedacht. Ik ben hier. Ik hoor hier. En ik had echt nooit twijfel gehad. Dus voor mij is eigenlijk een onderdeel van wie ik ben. Behalve mijn kleur of van mijn taal heb ik wel eh… Haha.
[i] Ben je ooit gediscrimineerd door jouw kleur?
[r] Eh… Jawel.
[i] Of jouw kinderen, of jouw man, tuurlijk?
[r] Jawel. Ja, ik ben gediscrimineerd, want hier doet heel vaak hoor. Als je van Maarn dorp verlaten, het begint al, hoor. In die winkel. Waar ga je naar de winkel? In Utrecht bijvoorbeeld. En dan ga je iets zoeken, kleding, noem maar op. Steeds de persoon gaat achter jou lopen, om jou… Terwijl er zijn genoeg mensen om te helpen. Dan komt iemand achter jou, ja, na te kijken, te checken heb je in je tas iets meegenomen of zoiets. Het doet pijn om dat… Maar ik heb op allerlei manieren heb ik ook discriminatie meegemaakt. Ik heb een keer… Ik moet naar de winkel. Niet naar de winkel, maar naar mijn werk met de bus. Dus de bus gaat vanuit Maarn via Doorn naar Leersum. Leersum was waar vroeger heb ik in asielzoekercentrum gezeten. En eh… Ik moest eigenlijk, ik ben als inval voor de kinderopvang moest ik ergens in andere dorp moet ik werken. Moest ik werken, dus ik ging in die bus gestapt. En de buschauffeur zei tegen mij, eh… Ik heb haar gezegd: “Twee, twee strippen.” Hij zei tegen mij: “Nee, ’t moet vijf,” zei tegen mij. “Nee, ik zei twee.” “Nee, zei vijf.” Nou, hij dacht: Dan ga je toch naar die asielzoekercentrum. Ik had echt schrokken, want het was mijn plek waar ik heb echt van alles meegemaakt. Mijn eerste half jaar heb ik daar gezeten. Er is geen raam. Het is echt 500 mensen erin. Weet je, dat heeft mij enorm geraakt. Weet je, de mensen die jou niet kennen. Ineens confronteren met je verleden. Helemaal, ik heb die buschauffeur heb ik nooit gezien. Maar het moment was ik in die bus gestapt, hij heeft gezegd tegen mij: “Nee, je heeft vijf nodig.” Terwijl ik wist waar ga ik naartoe. Maar hij kent mij niet, toch gelijk heeft mij veroordeeld. Je bent asielzoeker, toch? Dan moet je vijf hebben. Dus dat soort momenten geeft jou wel, door mijn kleur, noem maar op. Wat zou de reden zijn, dat weet ik niet.
[i] [Onverstaanbaar] je asielzoekersachtergrond heeft, ja.
[r] Ja, achtergrond. Dus…dat hij… ’t Kon ook misschien getrouwd zijn hier in Maarn. Hij weet niks van, maar hij had maar gezegd gelijk: “Nou, je hebt vijf strippen nodig.” Ik zeg: Waarom?” “Je gaat toch naar asielzoekercentrum Leersum?” Terwijl ik al jaren, heb ik dat moment heb ik vergeten. Ik was zelfs niet naar die asielzoekercentrum gaan. Nooit, ik wil eigenlijk niet.
[i] Heeft jou invloed?
[r] Ja.
[i] Jouw herinnering komt terug?
[r] Ja, maar omdat iedere… Toen wij hier in Maarn kwamen wonen, toch ongeveer voor vijf, zes jaar moesten wij iedere week voor de stempelen, omdat je aanwezigheid, moest je iedere week daar naartoe gaan. Dat je aanwezig bent. Meestal als je in de gevangenis…moet je naar de politie, iedere week. Dat deed ons pijn. Het is moeilijk om dat moment nog te vergeten. Terwijl je woont in die huis, moet je altijd melden in die asielzoekerscentrum. Het heeft ons enorm geraakt. Dus voor mij, om dat te horen, dat…toch je bent asielzoeker. Heeft mij echt eh…pijn.
[i] Dat is de herinnering wat je hebt. Wat is de leukste herinnering, heb jij?
[r] Eh… ja, tuurlijk, de leukste herinnering is eigenlijk de 14 januari dat wij mogen blijven. 15 januari mogen blijven. En hoorde de mensen hier in het dorp en de éérste dag was ons huis vol met bloemen. Dat is echt moment, zó gelukkig. Iedereen was blij voor ons. Iedereen was echt zo happy, gewoon de mensen wij niet kennen. Heleboel kaarten, heleboel brieven, heleboel bloemen, die echt onze huis was vol met bloemen. Dat was echt voor mij de leukste herinnering die echt, ja…ik koester nog steeds, koester nog steeds, dat bloemen. Dat eh…ja. Dat zelfs de mensen die niet…ik, ik weet ’t niet wie waren daar, wie waar waren. Dus de bloemen was echt eigenlijk van onbekende persoon, die naam ken ik niet. Alleen maar dorpelingen die waren gelukkig met ons. Dus iedereen heeft gebeld elkaar en onze dag was… Ja. Dat was de leukste herinnering voor mij. Haha.
[i] Dus nu ik heb jou gevraagd. Maar heb jij iets voor mij, eh…ja, die heb ik niet gezegd of gevraagd tijdens jouw levenverhaal, je wil iets vertellen. Over algemeen, wat heb ik tot nu niet gesproken? Je wil het kwijt?
[r] Ja… Je vroeg mij over de heimwee. Over heb ik heel erg heimwee? Nee. Maar wat wij, eh… Wat ik mis, bijvoorbeeld, mijn familie, mijn ouders. Al die jaren heb ik gemist. Dat is voor ons, ook mijn man, zelfde dat, hebben wij echt eh… Iedere jaar, iedere maand leven wij met angst, want wij hebben zo gelukkig hier, wij wonen zo fijn en wij hebben alles top. Mensen in mijn land, mijn ouders, mijn zussen, mijn man ouders, die echt… ja…missen dat…ten eerste dat vrijheid. Ik ben zó gelukkig. Eh…gezondheidszorg. Zo, als ik ziek ben, ik kon echt gelijk naar de dokter. Ik word behandeld. En als ik zie mijn moeder ziek is, met erge, met alle moeite naar de dokter en ze krijgt niet zoveel goed help. Dat is voor mij eigenlijk een triest moment. Als ik denk dat, dan ben ik ongelukkig, eerlijk gezegd. Ik wil eigenlijk iedereen hier brengen. En ik wou eigenlijk iedereen bij mij… Hadden ze maar het gezien. Voor mij is belangrijk. Konden ze maar hier zijn. Ben ik echt honderd procent gelukkig. Maar nu niet echt, eerlijk gezegd. Ik ben gelukkig, de manier van leven, de manier van al die eh…ons situatie. Niet materieel, maar echt geestelijk voel ik echt rijk. Maar dan als ik dat denk aan mijn ouders, mijn familie of mijn man familie en al die Ethiopiërs die in allerlei moeilijkheid zitten, vooral met gezondheidszorg, met eh…ja, studie, allerlei dingen. Dan vind ik eigenlijk, ik heb alles hier. En dan hebben ze zo weinig daar. Dat doet mij wel een beetje pijn. Dat wil ik eigenlijk vertellen, waarom… Maar ik zit ook eigenlijk beetje tussen twee werelden, dan. Want ik ben gelukkig, ik heb alles, kan ik zeggen, maar niet honderd procent. Zolang mijn familie, zolang mijn landgenoten daar op allerlei situatie in de problemen zitten, kan ik niet helpen. Dat raakt mij wel heel
[i] Nou, ik ben klaar met je interview. Hartelijk bedankt.
[r] Graag gedaan.
[i] [other language]. Um… Do you want to introduce yourself?
[r] Yes.
[r] Yes. Yes, please. I am [name] I was born in Ethiopia, Addis Ababa. I have um, mother and five siblings. I came from nine siblings. I have lived here in the Netherlands since 1991. As a refugee. But I came as a love refugee, not really an asylum seeker of all kinds of reasons, but I came with my husband. As a refugee, in love. So I flew with my husband, because my husband has to flee and … I want to be with him. That is why I am here in the Netherlands.
[i] Thank you. You have something in your hand. Er…a photograph. Who is that person, with the photo is [standing]?
[r] That woman is actually one of my fellow villagers. And a very good friend. She is now 83
[i] Yes.
[r] and she has really been very much involved in our lives. She has, yes, changed our lives in all sorts of ways. From, among other things, giving advice as a mother. Being confident with us. Who we are. Not what we have, but who we are. And um, yes, she is still very good friend so far.
[i] How did you guys get that contact?
[r] Yes, it started back in 1993. We came here in the Netherlands as an asylum seeker, so we were somewhere else first, in Borger, in Assen. That’s where we requested asylum, actually. We were in hotel for three months. And then we came here in Leersum. After Leersum, we got accommodation here in Maarn. In the beginning were really very difficult, my husband and I, because we came from the city, Addis Ababa. And then also on other city, Russia, Saint Petersburg. So for us to come and live in such a small village was very difficult.
[i] Did you yourself choose to live here?
[r] No. No,
[r] No, we didn’t choose ourselves. We asked for asylum here, and yet, our dream was to study further. To develop ourselves. And we thought, well, this place is only such a small village, we didn’t think. But in the beginning, we wanted to be in Rotterdam or Amsterdam. Or Utrecht. But we got housing twice very far away somewhere in Groningen. We We thought, no, we don’t want there, because we would like to just finish our studies further here close to Rotterdam, Amsterdam. So. After three times, you cannot refuse, otherwise, yes, they are going to send you everywhere, all over the country. So we thought, well, we got Maarn a house, we decided we’ll do it, because if you refuse third time, you’ll be sent somewhere else, er dumped. So we don’t want eh…. It’s close to Rotterdam, close to Amsterdam and Utrecht, so we can further finish our studies. So So we thought, well, Maarn is not that far away from Utrecht, so we decided to, okay, we accept. But twice we declined with different places.
[i] Um…what’s that lady’s name? That one…
[r] Her name is [name]
[i] Clara.
[r] Yes.
[i] Does she live around here?
[r] Yes,
[r] Yes, she lives here in Maarn.
[i] Yes,
[i] Yes, but how do you get first time just, the contact?
[r] Yes, she was our contact for refugees.
[i] [Unintelligible] linked?
[r] Yes.
[r] Yes. The Refugee Council here in Maarn they paired us, with us, and our son was two years old then. And she came to us to help us develop and lead the way. For, yes, in the village…building the future. But at that time we had no permit residence.
[i] How was her role in your lives?
[r] Yes, she has very much faith in us. Very much so. She was really very considerate. But also she has full confidence that we have future here in the Netherlands. She would like to help us and guide us. But in that period we were really in trouble, we are not allowed to stay. We had to go with all kinds of reasons so, we have to leave country. We even came with one of the five hundred asylum seekers who had exhausted all legal remedies. So um, she decided to quit Refugee Council, because she couldn’t help us that way. But as a person she decided to help us. Just as a friend to us.
[i] Are you in daily contact now?
[r] Yes.
[r] Yes. Daily contact. She is really, really precious person to me.
[i] That’s why you have that picture at your house….
[r] Yes, for me, for my children. my children and for my husband. So she is really special woman for us. So I chose it specially because she has changed my life with all kinds of ways.
[i] Like? Example.
[r] Like for example, that I could…. After our permit stay, after 11 years, we really had to wait 11 years for our permit stay. Enne. But what she did, is actually in 2000, um, 1997, they made a campaign to keep us here in the Netherlands.
[i] Here in the village?
[r] Yes, in the [’t] village.
[i] In the village, yes.
[r] And um…
[i] How she did it? With…
[r] They got the group together, couple of people, other two women, who got together. They say, we have to keep these people here in the Netherlands. It can’t be that way, they are insecure, we want to help them. That they um, got together, talked, and did an action. It was, yes,
[i] Successful.
[r] the residents of Maarn, about 3,000 people and it had come 2000 signature.
[i] So, Everybody knows, by her now everybody knows you guys?
[r] Us. But after that also, they did a campaign and also even here the former former Green Left um…. representative Paul Rosenmöller had come to our door to take this petition to the House of Representatives. It was a huge happening and also my eldest son’s school, also involved, enne. MANY people from surroundings also came to the door. And the petition had been taken by Mr Paul Rosenmöller to the Lower House.
[i] Okay. So, she is important person in your life in the Netherlands.
[r] Yes, she is important…. Yes, but among others, among others. There are others, but she is um, yes.
[i] Number one.
[r] Yes.
[i] Okay. If I go back still with your story, if I understand correctly, your husband fled first and then you came.
[r] No. We fled together.
[i] Fled together, all right. From Ethiopia?
[r] No. We were in Russia.
[i] For what?
[r] As a student.
[i] Yes, as a student?
[r] Yes.
[i] Okay.
[i] And after that?
[r] We both er…we studied economics.
[i] You too, he too.
[r] So did I and so did he. And my husband graduated just that time of um, um, the government just changed, or…. Just changed power from Mengistu Hailemariam to um…
[i] Regime?
[r] Yes, to um… Government change. So in May the change of power came and my husband had not graduated in that time. And he had to go back or he had to flee.
[i] Yes.
[r] Because
[r] Because there were a lot of people in that period also in prison, after graduation came into the country.
[i] Because they graduated somewhere else? Or…
[r] No
[r] No, we were actually, in that period was, um yes, used to be in Ethiopia, for study you have to go to Russia.
[i] Yes.
[r] That’s actually our connection with Russia, because we, our country was socialist.
[i] Yes.
[r] And Russia. So we got that help, or like a scholarship. My husband had to flee because he couldn’t go back, because he was also something to do with previous government.
[i] Okay.
[r] That’s the reason, but I thought, well, well, I was studying in Russia for three years, but I was I was very much in love in my husband and um, I thought: no….
[i] You met there?
[r] Yes.
[i] In Russia?
[r] Yes, in Russia.
[i] Oh…so
[r] Yes, our love started there in Russia. We lived there together for two years and um…. Then when my husband graduated, we had to flee, in 1991.
[i] Okay. If your husband was not, then you
[r] No, I was not here.
[i] Not in the Netherlands, okay. What is your first impression in the Netherlands?
[r] Yes, when we came here to Holland, it was unexpected. I also didn’t know exactly to the Netherlands I came. I even brought um…the sheets, for example. I really have no idea what kind of country is, or that rich country, or um…. I really hadn’t made a conscious decision to be here, so because of that I brought very old sheets. And toothbrush, toothpaste, things where really…important. But I didn’t expect I would find here, you know…. I didn’t have that Holland was rich country, so I really need to be in that country. So for me actually from the beginning was unfamiliar country. Such a small country where really I never heard of. I know ‘t Holland, but not Holland. So…did I…for me was unknown country. Enne…
[i]Okay. What do you experience then? Just daily life different? What makes it really um…
[r] Yes, the first year or first six months, as refugees you queued up to get food. And, it’s annoying. Very moving. I was also expecting. The first child. I came three months pregnant here in the Netherlands, so I was really very homesick for my country, my parents. Also at the same time that, yes, the shame just, you really queued up to get food and get drinks, whereas, yes, I didn’t expect that. So for my feeling that, I came here in the Netherlands, I can live in the house right away, andne right away finish my studies further, that’s my…my ambition, my…yes, in addition to my husband so I would like to just continue developing. But, yes, the first year, especially the first six months was lol, because I’m also expecting. Hormones were changing. Sad. But, yes, fortunately there were also, um…from the beginning there were Dutch people who at that time helped us a lot.
[i] Where? It’s in, yes, asylum seekers’ centre?
[r] In um, in um Borger, in Assen.
[i] Yes.
[i] Yes.
[r] We just have Dutch woman who help people develop the language, just, that for three months has helped us tremendously.
[i] Is that in asylum seekers’ centre?
[r] No.
[r] No. In a hotel.
[i] Hotel, house? Hotel is just ….
[r] Fifty people together, they have them there in hotel.
[i] Is that asylum or OC?
[r] Not OC, not asylum. That’s the first few months that…you are taken care of by, yes um…staff. But we do it ourselves. We cook ourselves. We used to cook ourselves.
[i] Do you guys get money?
[r] Yes.
[r] Yes. No. We don’t get money, but that lady from that boarding house, she does.
[i] Oh so…you guys, um…just like in a hotel.
[r] Yes, just like in a hotel.
[i] And after that?
[r] After that we um…were um…sent into um Leersum, an asylum seekers’ centre in Leersum.
[i] Yes.
[r] Then I was expecting, also…. Should I still be about um… Yes. Six months pregnant, I came to Leersum. And, yes, we actually had to eat…yes, yes, what I say, we queued up to get food. And sleep in one room. Was really very hot period and we really struggled. So was really hard to confront that way. For us it’s not really like…
[i] How long was that then?
[r]Nine month.
[i] Nine month, and after that? The child was born there?
[r] Born, yes. Yes. Born in Zeist, but back to asylum seekers’ centre.
[i] Yes.
[r] I gave birth in hospital, but I had to go back to asylum seekers’ centre, but also slept in one room. So was really um, yes.
[i] How long in that asylum seekers’ centre did you stay?
[r] We have nine months. Yes.
[i] Nine months after that? And after that?
[r] But my son was just three months, we had to come here in Maarn.
[i] In Maarn. And that’s a house or ROA house?
[r] It’s ROA house. Still with me.
[ROA house? Sitting with you alone? From your family?
[r] Yes.
[r] Yes.
[i] Or with other people?
[r] No no. We were here in this house. Andne…just my husband, me and my son, three months son.
[i] How long did you wait in Maarn after that for residence permit?
[r] In Maarn, um, ten years.
[i] Ten years.
[r] Yes.
[i] Okay. What was the um…mean, yes, How was well Maarn … You have ten years, yes, here without paper? And then you guys, when did you get residence permits?
[r] We got in um, 2003.
[i] 2003?
[r] Yes. January 2003 we got permit, but we came here in Maarn August 1992.
[i] Okay. What was that like, waiting all these years?
[r] Waiting is always hard, even waiting five minutes is hard, but for us lol. Very bad, that…hard to describe. [Unintelligible] saying. I really cannot describe, because every half, every two months or so we get a letter from the IND, we had to leave the country and we have to leave, andne…. andne, always I had to cry. Sleepless nights. Different therapists. And um, yeah. Despite everything, took a really long time. But especially the environment helped enormously, us enormously, very much.
[i] So during those ten years of waiting, you were, so, did you already have contact with the environment?
[r] Yes,
[r] Yes, because thanks to our son, we came here three months old, andne, when my son was two and a half years old, he went to preschool.
[i] Yes.
[i] Yes.
[r] The contact started since then.
[i] Through
[i] By him mostly.
[r] Apart from that lady who helped us as refugees, we did really have a lot of contact with pre-school and with still young mothers who had their children sitting there as well. We started that way too, and at school too. Andne…that we have our contact [unintelligible].
[i] And that
[i] And that in between, do you, your husband and you, study or language?
[r] No. No. We were allowed the first year, when we came here in Maarn, we were allowed for about for a year, we could get the language full…um…. language lessons. But…when the…of IND came that we had to leave the country, then we had to stop learning language too.
[i] So ten years you just stood without um….
[r] Without. Without.
[i] development?
[r] Without development. It was, our lives had come to a complete standstill.
[i] How was that for you?
[r] Very painful. Really painful, I really can’t explain. And very sad, very often tearful and ne…. But people came to me, thankfully. There are plenty of people who want to support us, but they were really powerless. They would like to help us somehow.
[i] Why do you think all kinds of people come here, you guys like to keep here? How come?
[r] Um… Yes, they were really surprised how we were involved here in Maarn, you know. At school… At school…that I had been a class mother.
[i] Yes? What is that?
[r] Class mother is actually that take responsibility for all the parents, and organise all kinds of things for children. I had also actually been a reading mother. And done a lot of things, in the church also very involved. And people think we do a lot. And my husband also um. He trains the kids, as a trainer, football.
[i] Football?
[r] Yes. He was a coach. He was refereeing. He did everything while we sat in that tension. We never stopped to do anything ourselves. Because standing still is nothing for us. It wasn’t our dream, it wasn’t our…goal. So…at least I want to do something for my child. That’s why I had signed up as a class mother at school. And then I did that too. And the school and…the municipality, that’s why they also took that action that we belong here in Maarn. We didn’t have to leave. Was huge action with um…yes, huge flag. That we belong here in Maarn, they did.
[i] Okay. I mean, yes, they took the initiative themselves.
[r] Yes.
[r] Yes, they did. We didn’t ask. But my grief has touched people. Because. how can that be? How can such people wait so long? It was actually almost five years in the Netherlands. But [because] for them was long. Yes. So saying, hey, it can’t actually be more
[i] It was ten years.
[r] that way. No, it was five years. In the beginning, when that action happened 1997.
[i] Oh, the action itself lasts five years?
[r] Yes,
[r] Yes, the action…
[i] To get the answer?
[r] Yes. Well, the answer was also nothing to do with that action. It was lol later, almost seven years later, we were allowed to get that permit stay. But that action helped us immensely to keep us here.
[i] Was on newspaper or how know
[r] Yes,
[r] Yes, we were on newspaper, were. And the municipality also even took a decision, when the benefit stopped. And the municipality itself kept us in this house, because
[i] The rent paid
[r] The rent
[r] The rent did not pay. And we are not allowed to get benefits. We have … But also the church every week for us, a year through letterbox a certain amount of money to eat, drink they put money in. Every month.
[i] Yes. How was that for you guys actually?
[r] Yes, um…one side, I just notice that, just how people are very nice. Being very nice. And when people want to love you, you really feel…. I’m here then in those ten years, I felt I belong here. I really feel so at home. And that moment for me was actually when I started crying, then they come and hug me. ‘[name], it’s going to be okay, keep on keeping on, keep on going.’ So that for me is huge…yeah. Support from Maarn for me is special, I think.
[i] So when did you get final residence permit?
[r] Um…um…January two…three,
[i] Three.
[r] we got.
[i] How was that? Was then the big difference in living without paper and after?
[r] Yes, ‘tis huge. ‘Tis really… I really can’t describe. That’s a huge relief for us, because all these years I was waiting for that permit stay, but at the same time for the second child too. I actually wanted to have second child.
[i]You decide… Still second child, is that…
[r] Yes,
[r] Yes, I wanted… I actually wanted that second child, but for ten years I was waiting and my eldest son said to me, ‘Mum, I would like to have a brother, I would like to share my bread. I want a brother. Otherwise, when I turn ten, for my birthday I would like a dog.’
[i] Oh dear.
[r] That’s really one of that choice…that [unintelligible] me. He also left school crying and came home. ‘Mummy I would like a little brother or sister.’
[i] Yes.
[r] But I really got that tremendously…. When he…so ten years later, I…almost ten years, I decided, well, my husband….
[i] Without paper.
[r] Without
[r] Without paper said to my husband, ‘It’s done. I’m getting old. I waited ten years. There is nothing in our hand. No paper, no future, no studies.
[i] So…
[r] So I do want to at least what I can is have a child. That’s my goal. I said. I would like before I get old, I would like to have a child. But my husband says, how is possible, soon we may have to leave. Well, it really doesn’t matter, I would like to [unclear]. But among other things, with this friend, who has already shown me in the picture, I told my story. How long am I going to wait? What should I do? But what she said to me: ‘[name], you have done your best, you have really struggled hard for your existence, as a mother I would like to give you advice. Then you should not wait any more, go and have a child.’ And that, the next day I just went to the doctor, I said, ‘I would like to have child. Done. I don’t want to wait anymore.’ So I had to wait for a…year, for my pregnancy. At that time also was no permit stay, so time went fast and I thought I couldn’t have a child.
[i] Oh. So you didn’t get pregnant right away?
[r] No,
[r] No, it was for one year.
[i] What was the reason, do you think?
[r] The reason you were long…when you go your…the tension, especially, among other things what we went through. But also, yes, how long your uterus has been inactive for a very long time, then it takes a long time, my GP says. So we had that, exactly after a year I went back to the GP. I started crying, crying.
[i] How old were you?
[r] I was 34.
[i] Yes. I think… When
[i] When?
[r] Then. So…
[i] Yes.
[r] four…35.
[i] 35. Yes.
[r] Because I was, my eldest son born when I was 24. So after ten years was then, I really couldn’t…. I thought well it’s done. Nowhere am I happy, you know. I was sad, just. Yeah. It’s my fault, if only I had just done the second child right away. Yes, I should have put that fear aside, but just do something that makes me happy. But I didn’t. So yes… After a year, exactly, my GP said to me, ‘Well, [name], you can go to hospital. Have a picture taken. Let’s see your uterus. Maybe something is going on.’ Well, I thought: well, it’s um…it does hurt, but I thought okay…. Well I made my own appointment with hospital at home. But before going to hospital, I’m expecting. Was I expecting.
[i] Relief.
[r] It was really, no it wasn’t relief. I was shocked, because now what? We don’t have a permit residence yet.
[i] Constantly.
[r] Steadily. And I knew that Friday was expecting. I knew that through the tester. And I said to my husband, ‘Um well, and now what?’ And he said to me, ‘Well, what do you want [name]?’
[i] ‘You want it, right?
[r] ‘You want anyway? This…wanted this… Why are you crying?’ I said, ‘How, well, if we are going to leave soon. What do [want] we have?’
[i] But rather you want it yourself.
[r] I wanted to.
[i] You want to go to your GP, don’t you?
[r] Am I for a year, so I was in treatment. And then I had to go to hospital. Right? That was actually my dream. I actually want to have more children, but it was that…yes…stability for us important, good future for us. And when my husband said, ‘Well, you’re really not doing that well, [name]. What is your goal now? What do you want?’ I don’t know. I was really whole three, four days I was crying. Sad. What next? Yes. I was really praying. Really kneeling. Just, God help me. I don’t know what to do. Then I um…
[i] And after that?
[r] That was Friday That was Friday, but on Tuesday we got a call from our lawyer. ‘We have good news for you. You can stay.’
[i] Wow.
[r] Yes, that’s really um…hard to describe. That’s really special though. That’s really um… I can’t… That moment, I can’t…say. I can’t describe. I don’t have a word. Right now even. Still I see that day.
[i] That’s um…that [unintelligible] is that important potency in your life?
[r] Yes.
[r] Yes. That’s lolly important event in my life, because everything happened that I wanted actually. Licence residence, stable life, second child. That was my son. That was in my belly.
[i] What’s your son’s name?
[r] [name].
[i] How old nou he?
[r] He is
[r] He’s now…er…eleven.
[i] Eleven.
[r] Yes.
[i] He’s enough child?
[r] Delightful child. He was born on Sunday. They also call that, if you are born Sunday, you are also happy child. But he’s really happy. Because from the very day I knew, I was really happy. And he was really born too, really…smiling child. Really from Really from my belly he came really happy.
[i] More [unintelligible], than the other child is…were sad?
[r] Yes. Yes.
[i] Because was another asylum….
[r] We didn’t pay attention to him. My eldest son. When he was seven years old, he got a grey hair. Grey hair. While I didn’t see that even. When happened, I didn’t know.
[i] Is that hormone?
[r] But I only saw,
[r] so much grey hair. Because of stress, I think. Yes, ‘t was at school all sorts of things too. The kids came up to him: when are you going home? When are you leaving? It was hurting him. Even few days ago, I talked to someone. ‘Do you remember,’ she said to me, ’that your son would like for St Nicholas wish list he has written that he would like to be white child, white child. One of his wish list is that he would like to be a white child.’
[i] Why do you think he has…
[r] Because he would like to be one of them here. Because he’s dark, that’s why he had to leave. He just thought, yeah, he’s young. He was five at the time, he doesn’t know anything about it. Just that he wanted to like
[r] to be here.
[i] But do you tell at that time your situation for the child?
[r] No, he was five. What, what should you… How would you tell to for…for your child? To um…to um…. Yes. W… Who are you, or how did you get here and what happened? I don’t know… I really can’t tell. So when he was seven, he has grey hair. I didn’t see that.
[i] Did you ask medically then, how [unintelligible] so?
[r] Yes.
[i] And then, there is an explanation?
[r] Yes. Yes, they said, that could really be from stressed.
[i] And now all hair is also grey? Or few?
[r] No. Luckily it’s all better now. Even got dark hair now.
[i] Yes? Oh?!
[r] Yes. Even he was sent to Amsterdam hospital for those grey hairs, they couldn’t do anything. But now is really gone and he just
[i] Remains stable just like that.
[r] Yes. [Unintelligible]
[i] [Unintelligible] who is growing.
[r] Which is growing and he still has the place where he’s white even, always coming up with dark hair.
[i] Wow.
[r] [Unintelligible] special. So for me
[i] But now he’s happy?
[r] Yes. Sure.
[i] And how old And how old now he?
[r] He is He is 23.
[i] The name is…
[r] [name]. [name].
[i] What does he do? He studies? He works?
[r] He studies.
[i] What does he study?
[r] Medicine.
[i] Wow. Where?
[r] In Amsterdam. AMC.
[i] Um…how many um…. Well, mean
[r] He’s third year now. He’s ready for first three years and he’s going to do his internship soon, so he’s going to do an internship, actually, for the medical….
[i] So how do you feel about your son?
[r] Proud.
[r] Very much so, yes. Because he has also struggled very hard and the school is actually the only place that makes him happy. Because he had nowhere to go in those ten years then. We couldn’t holiday. We didn’t go anywhere. In holidays, he always had to…even I had to wait, at home, for school to open.
[i] Yes. He started crying, when are we going away? Because here Maarn, so big village, um, so small village, but really everyone, rich village. So everybody went on holiday, wherever. But when he came back after the holidays, he couldn’t tell anything. He was very often sad. But school for him was a place where he felt safe. And lol reading and learning. His way of coping actually, his sadness.
[i] How old was he when you got a residence permit?
[r] He was just twelve. Eleven.
[i] Oh, so he was in secondary school here then?
[r] Primary school. Yes.
[i] Um no, primary school. And after that?
[r] After that he went, yes, actually he also necessarily had to go certain school, because he wanted to do bilingual education.
[i] Yes.
[r] Vwo bilingual. So for that bilingual you actually had to have a permit stay, because you can’t just just…. Without a permit stay, you’re not allowed to do high school. Especially with that bilingual, you couldn’t do it. But we were really sad. What will we do with him. What can we do? How would his dream… What, how could he make true? But then group 8… We may stay. And that’s actually…
[i] Is it in Maarn?
[r] In Maarn.
[r] In Maarn. He was able to stay, so um. stay when he was group 8, so he could easily go to high school what he chose, [unintelligible] is in Doorn. And he could start his studies, high school there. Bilingual education and vwo. Atheneum. He did.
[i] He is also one or the best students, I think.
[r] Yes, [unintelligible] one of He was one of the best students and he did very well, really just enjoying it. And um… He also really had a dream. When he was grade 6, he said, ‘I’d like to be a doctor.’ That was grade 6. So when he was group 6 in primary school he had dream. And I hope he is going to finish the dream soon. He is now studying what he dreamed. So he is now um…yes, busy with study but working at the same time.
[i] Yes.
[r] He would like to cover costs….
[r] So he doesn’t live here?
[r] No, he
[r] No, he lives in Amsterdam. And he studies, he works and he has social life in Amsterdam. So um…
[i] And um…do you live now um…you, together your husband and another child.
[r] [name].
[i] [name]. And how is [name]? [name] is um… He has a dream? [name] is spoilt child.
[r] Yes, he would like to also like to also like to um…. He has a dream and he would like to er…study physics. Said ‘ie, that’s his dream. He’s in grade 8 now. He’s eleven, but next year he’ll be twelve. And he also goes vwo, where his brother went, high school so. That’s his dream too, [unintelligible] as his brother he really wants a future. So it’s quite nice actually that…at least our lives are improving because of our children. So our life not really how we want, but our children, they have made us happy. We are happy right now, because of my children.
[i] So what are you missing in your life?
[r] Yes, I didn’t finish my studies. I wanted to actually study, but because of those last 10 years of that asylum period, I lost a lot. Yes, my memory. I forget a lot of things. Because of that, I have a lot of trouble with um…. Yes. I would like to study, but it wouldn’t work out.
[i] Was the possibility there then? After those years?
[r] No. No.
[r] No. Didn’t have it either. I wanted to…actually I wanted to study law, but after giving birth and right away I wanted to work. So I only did a little training.
[i] What was your training?
[r] Eh….social-educational worker and I’m a childcare supervisor.
[i] Okay, how long did you study for?
[r] One year. Normally it would take three years, but I completed within a year.
[i] So do you now work this job
[r] Yes.
[i] at the moment?
[r] I have been working for six years now.
[i] Yes. At school?
[r] No,
[r] No, at childcare.
[i] At childcare.
[r] Yes. Yes.
[i] Yes. How… What exactly is content?
[r] Yes. I’m like a supervisor, carer. And um, yes. Social… development of the children. I um…that’s childcare. As a leader is actually, she has she has but…not just looking after the children. But then you’re a role model and you’re also a carer and you’re a supervisor. You’re going to help the children with all sorts of areas.
[i] Are you happy with this work?
[r] Very much so. That’s That’s really lovely. I very often say to parents: I have chosen the most beautiful profession. Unexpected, but really the most beautiful profession, because the children are so honest. So… cheerful. And I really make happy children every day. Happy children. And I really have a great time here in the village. I also happen to work here, in the village.
[i] In Maarn
[i] In Maarn.
[r] In Maarn.
[r] So um…your colleagues also comes from Maarn?
[r] No. No. Unfortunately, but I ‘ve been really lucky.
[i] How is the contact between your colleague?
[r] Um… Um… me eh… ’tis difficult, though.
[i] Yes? Yes?
[r] Yes.
[i] What makes difficult?
[r] It makes difficult makes difficult is actually my past.
[i] Yes?
[r] Yes.
[i] How so?
[r] My language background.
[r] Yes.
[r] Um… That for ten years I did almost nothing. And um… And um…yes, it’s very difficult to understand me.
[i] The language delay?
[r] The language lag.
[i] The communication?
[r] The communication
[r] The communication do they really…. Do they really struggle with it.
[i] Do you have to write it to them? Or do you have to write something um…
[r] Yes. Yes, you [here] have to do a lot. Yes, actually as a childcare worker, as a leader you have to do very, very many things. You have to write your minutes, you have to think of your activity, you have to observe your um…children, you have to do your parent interview. Um…yes, conduct intake interviews. When new children come, you have to have intake interviews with those parents…. Yes, write all kinds of um…reports, for example the day about the children what they did all day. Especially the children, especially for the babies. Zero to one year, you have to write all kinds of stories. How was their day, what did they do? Did they crawl, did they take the first step? Did they cry? Did they drink well, did they drink badly? You name it. What… or how often did they sleep?
[i] Who should you write this for?
[r] For the parents. For the parents.
[i] For the parents.
[r] Yes.
[i] Who should hear it every day?
[r] Every day, yes.
[i] Yes?
[r] Should you, when you are working on that, should you report that…. we have a notebook for children, where we write.
[i] Every day Every day then you give the parent something in the hand?
[r] Yes, The parents. Yes, of course. That’s… Because you can’t um… The parents come at half past five. Or for example Or for example by quarter to six, we close at six. Then you actually have to pass on the right assignment. But you can’t do that for so many children. For example, we have 12 children, out of 12, we have three or four babies. So then for those parents, you can do the report. If you can’t, in writing, but it is compulsory to write.
[i] To do that?
[r] Yes, yes. Yes.
[i] So is that, how many colleagues there are?
[r] Yes, there are many. I actually work as an um…
[i] Supervisor.
[r] Yes, supervisor. But different, we have different groups. We have so many colleagues. About the twenty of us. I have really good colleagues who understand me. Andne, they [so] say to me: well, [name], yes, you did this, I do this. I’ll do the notebooks, you go for the baby, yes, feeding. Or we’re going to, um, yes you have to think of activity, I’m going to work out. That way we do consult, but there are colleagues who just: I don’t understand you, what do you mean? That’s really… It gets to me, sometimes… I can’t tell very often, I really struggle, or so. But you’d like them to go and understand you. But sometimes it’s hard. Especially the younger generation. Do they really struggle. To accept who I am, especially.
[i] Hmmm. Is that um… do you think um… What do you feel at that moment then?
[r] Sad. Homesick for my language, for my country. That I could tell really easily though if it had been my language. Wouldn’t I think, don’t need anything really. Even [you] don’t have so many words to think about, you know exactly what to say, but in that moment I feel really sad. Yes, then you think, how long am I going to go on like this? When will I get better? When will ‘t my language improve? How would I do to improve my language? And I read a lot, I try. But really, that past of mine, those ten years of standing still, has made me, yes, who I am now. So then, yes, hard to accept myself. I’m still fighting for that existence, that who I am. And um…yeah, it’s hard though. I still feel occasionally, when I think…. Sometimes I have sleepless nights. But what I have here in Maarn, then I totally feel Maarnaars. So for me for me is actually double feeling, you know. That I am at home here, I feel at home. But for my work, I don’t feel 100 per cent yet.
[i] So what makes you feel at home then in Maarn?
[r] Yes, people see me as one of the compatriots. Honestly. I can’t walk half a step further, because …first I have to greet [unintelligible] for the one. If I go to the shop, I stand and chat for half an hour. And if I’m sick, they come to visit. If it’s someone’s birthday, I’m invited. If someone is getting married, I attend. If someone’s child is going to be baptised, I’m invited. I don’t know. There are really a lot of things that, yes, I can’t explain. I really feel at home.
[i] Okay, then you feel Ethiopian in the Netherlands, or Maarn, or Dutch?
[r] No, I really feel Maarnaars.
[i] Yes? What…
[r] Yes, sometimes I also forget my colour hear, honestly. That I’m dark or um… different, no. I really feel… When I’m in Maarn, I really just feel Dutch.
[i] Okay.
[i] Okay. Except that Maarn is like… Except or the people in Maarn, what makes ‘t Maarn special to you? What does Maarn mean to you?
[r] Maarn has made me mature. Daring to do. Daring to be yourself. Not being afraid. My background very often says: you shouldn’t look directly at eyes. With older people or someone who is…above you. Or um…if you see a boss or someone who is mayor, for example. In my country, I wouldn’t dare look eyes. But now the same mayor has made me mature. I could look at the mayor straight the eyes. I can tell my story. Or I…I do what I want, who I am. And the fear is no longer like um…. comparison of my past. Very often I don’t dare to look at eyes, at people. But now I dare to really look at eyes. Enne… even that has as a disadvantage for my country, because I have changed so much. When I look at the eyes in my country, if I happen to be visiting there, there I am eh…. But I look at the eyes, people don’t want to look at my eyes, because it’s not part of our tradition. Looking at the eyes is actually kind of brutal.
[i] What is… What was it like in the beginning then?
[r] Difficult.
[i] How did you come to improve this… this habit or tradition?
[r] No, it’s getting self-confidence, you know. Daring to say what you want to say. Accepting who you are. That gives you enormous satisfaction. So I dare now um…because, yes, they accepted me who I am, not what I have. I had nothing then, yet the mayor came to my house. ‘You belong here.’ Or the GP said to me, ‘Well, you get care anyway, anyway. We are doing ‘t our best. You need to see your doctor, you need to see your hospital.’ Really that way gave us so much confidence.
[i] Yes.
[r] That has given you…yes, tremendously…. Yes, I hear it here. I’m one of those people. I’m Maarnaars, so.
[i] Fine. And um… there’s a neighbourhood? Where do you go to meet people every time? Or where do you meet people apart from shop, street. Do you go somewhere activity…
[r] Yes, I go for sports once a week. That’s where I meet people. Physio. I also have physiotherapist and physio-sport, so not separately, but physio-sport. That’s where I meet people. I go to church. I meet people there. Yes. I go to the shop. I meet people. So everywhere, you know.
[i] But then are you girlfriend? Dutch girlfriend in Maarn?
[r] Yes, I have I have a Dutch girlfriend. Especially I have a girlfriend who, my youngest son, at pregnancy gymnastics I met. Well I have, at that time I got to know her. So I have a young woman who is of my, well, younger than my age I have girlfriend. And I really have enough girlfriend here in Maarn, so um….
[i] So you don’t feel homesick.
[r] Not at all, no.
[r] Not at all, no, I really don’t feel homesick. But I miss my family. I miss my sister, my brothers and everybody. But missing is not, I don’t really feel homesick. I really always…I like to actually be here.
[i] Suppose if you leave Maarssen [?], do you have a dream to live somewhere? Or…
[r] Yes. If I um…if I leave Maarn, I wouldn’t live here, I would actually be in Canada, with my sister.
[i] Okay. So do you have plan B?
[r] No.
[i] Emigrate? No.
[r] I know I don’t know, because I still have children. They’re still um… I don’t know, what do they want, where do they want?
[i] Okay.
[r] So I actually live here, happy. I’m happy here. But if ever I were to leave this village, I would… I don’t know if am going to get such a nice place somewhere else, I don’t know, but well I have um…sister who….
[i] Okay. So how do you see your daily life? Example of [unintelligible] occasionally the weekend.
[r] Yes…
[r] I have it really yes, full schedule. Yes, I actually work at childcare.
[i] Is…how many days?
[r] I work sometimes four days, sometimes three days. But then I am actually in the morning half past seven I start pre-school care. And after that I come back. Then I’m at home. Doing all kinds of things, cooking, preparing. Then in the afternoon I go after-school care. The children from 4 to 12 years old I go to receive. Occasionally I’m at work all day. Once a week I’m all day, but the other days I’m half-day. So my day is actually then, for example, if someone is sick, I go and visit sick people.
[i] Just in the village?
[r] In the village, yes. Friend who is sick or um…. Well, having coffee for example. I make an appointment and then I go for coffee or they come to my place. Just during the week. And um…yes. That way I
[i] And the rest? What is your hobby? Do you have any hobbies?
[r] Yes
[r] Yes… Well, not really. I
[i] What do you do in your spare time? What would you rather do?
[r] Yes, I sew. I learned to sew here. And I embroider. I like to read books. Also Dutch books that…good writer that at the moment I have. So I read her books very often.
[i] About what… What is the book about?
[r] It’s about um… love, romance and detective. So I very often read those kinds of books. But very often I also have special writer, Loes de Hollander, Saskia Noort. Those are really one of…two of my favourite writers. Khaled Hosseini, actually. One of the foreign writer. About ‘The Kite Hunter’ has written. Wrote ‘A Thousand Shining Suns’. So I like stories where really also deal with refugees. So I read very often, so I love book reading. Unfortunately, but after reading so much anyway, you really don’t develop your language area that much. Honestly.
[i] But there is no other possibility to get lessons or improve something?
[r] Well, for the future I want to [unintelligible]. I have already mentioned it for my performance review for my job that I would like to actually improve that. Whether it will succeed I don’t know, but I might get personal coach. So um, will maybe change, I don’t know. But that’s my dream for the future. I would like that actually.
[i] The most difficult is writing or speaking?
[r] Mainly to articulate.
[i] [Unintelligible].
[r] Exactly
[i] Did you even take the exam? Dutch language exam?
[r] No.
[r] No, I haven’t. I did have course. I had all kinds of certificates. But after that I didn’t take an exam. But I
[i] How do you know
[i] How do you know your level, what do you think your level is?
[r] My level
[r] My level is always [unintelligible]. Just, just stay…still in the same place, I make the same mistake. Um… I’m doing well, I can communicate, I’ve been working for seven years now. But then I really struggle with myself saying exactly what I want to say or eh
[i] Then what does that mean to you? it makes you feel what?
[r] Frustrating
[r] Frustrating. Very. I get angry sometimes, why can’t I? Why Yes, why can’t I say what I want to say?
[i] What gives effect then? Do you see an um…
[r] Unhappy. Just, really sad. This also allows me to improve myself, you know, when you’re angry. That lingering on your sadness. Sometimes I really struggle with it, and yes, I just want to, but….
[i]Do you find a way now…or do you just keep….
[r] Yes, it still remains the same. That I…see someone in the moment, spontaneously. Just saying what I want to say, but…. After that I really, yes, I keep getting stuck on my sadness or something. So then I’m actually difficult…
[i] And at home with your children, do you speak Dutch or your language?
[r] We speak Dutch.
[i] Yes?
[r] Yes.
[i] And do your children correct often?
[r] Yes. Yes.
[r] Yes.
[i] Do you also ask your children yourself if….
[r] Yes. No
[r] No, very often my youngest son. My eldest is already away from home. But my youngest son also goes very often to improve me and he helps me very much, you know. I have really very sweet boy who is really good Be… Actually, I am going to guide him, but he he had also really guided me, also very well.
[i] Yes, and and um…. you’re married? Living together?
[r] Yes, we are married.
[r] Yes, we are married.
[i] Married.
[r] Yes.
[i] From the beginning, you are married?
[r] From the beginning.
[i] And your husband, does he work?
[r] Yes. Yes, he has work. He does like financial administration.
[i] Yes? How was that for him then? You were studying. Is it different for him? The language or the situation?
[r] Yes, he also did the course right away. While he did have diploma from Russia. He had his diploma valued. But, yes. It took a very long time, ten years is really a long time to do nothing. He did a little bit of training himself. MBA, it’s called. Especially about accounting…area, he has done training. And he just volunteered to start somewhere else as a caretaker. And then did two more days as a volunteer as an accountant. Then he was allowed to start working for two days. And for about six years now he has been doing full-time work five days a week. He has a nice job, he thinks. As an accountant, but not at his level or profession….
[i] What was the level, is higher?
[r] He studied economics, graduated.
[i] Hbo? Mbo?
[r] No.
[i] No, college?
[r] Hbo. Hbo. Yes, university graduated. He did his master’s in Russia. So that’s, yes, it’s…. He also had his degree valued, but it didn’t have that much…
[i] Yes, he’s he’s happy?
[r] Yes. Happy means in the sense of…not what we have achieved, but he is happy just from ordinary life, you know, everyday life. We are both happy. But what he…what he wants to achieve, he hasn’t achieved yet. And the same for me. So we haven’t really satisfied what we have.
[i] But do you guys talk about this or…?
[r] Yes, yes.
[i] And for your children too? She knows?
[r] Yes, yes, yes. Yes, yes, yes. They really regret that it turned out this way. They are proud of us, but still they say: do your best, it’s still possible. There is still time. They are really, yes, trying to help us. And yes, in some way they are really our um….
[i] And Maarn village, he is proud of you guys? Or you proud of village?
[r] Both hear.
[i] Yes?
[r] Yes, really eh…when they see us. They are so happy, SO happy, when you see, yes. My husband is working five days, so for him….
[i]Where does he work? In Maarn, or in…?
[r] No, in Utrecht.
[i] In Utrecht.
[r] Yes, in Lage Weide, yes. But I’m working here five days, am I here, actually almost seven days. So yeah, I just notice, wow, we’re happy to see you guys. We’re very happy to see you guys so in Maarn, so grown. You guys deserve that. You guys belong here, right. You know, really like, that… Yes, I don’t have a word, but they are SO happy to see us. And speaking on the street, just, how’s [name] doing? And then, well, what’s he doing now? And then, wow, they’re really happy to hear and really…. And again in a month, how are they still, really how is [name], it’s asked quite often. And they are SO happy. And then when you see that so…someone happy to meet you, happy to say hello and they also start asking all kinds of questions that how are they happy with us, then you’re proud of them too. Really. That’s…
[i] Do you like all the questions being asked?
[r] Yes.
[r] Yes, I like very much.
[i] What do you like less about not being asked? What was that?
[r] I almost
[r] I almost never make, but occasionally unknown someone for example, will ask you um…are you going back to your country? Then really, are you sad. But really, I forget right away. That’s not important to me, you know. Those people don’t know me, can say what they want. But the people who know me, I really have a lot of friends who say: you’re not going back there to your country, are you? You’re not going, are you? So, really with… I can’t go without you guys. Literally, when you hear that… That really hurts you and…to be loved by people.
[i] What makes special? What do you think? What do you guys do to those people?
[r] We don’t do anything, actually. We just do it who we just are. If it’s my birthday, they come, then I make coffee. And they drink quietly, and then say: ah, how nice, what beautiful culture you have.
[i] What culture then do they admire?
[r] The coffee, the Ethiopian coffee. The landscape of our country, stories about our country. Our um…yes
[i] Can you describe from them, just about your country?
[r] We don’t need to write, they see it themselves.
[i] Describe.
[r] They just see it, they say: well, you know, that…. Bit, yes. Very often we are willing to help people. For example here in the village if someone asks me: will you please do some shopping with me? Sure, I’m willing. Or, you know, I…just like in my country, with helping each other, it belongs in our country, in our culture. And that’s what we’re going to do here. And yes.
[i]Official not volunteering, not official. But just…
[r] Yes, just. Just villager. You know, like, yeah…. I have a friend…and yeah…she just recently lost, two years ago, her husband. And who is actually, lol really, very sweet man. And since then she started going a bit blind, and so on. She can’t drive a car, she doesn’t do anything. So she needs help. And then when she asked me: [name], can I go shopping with you tomorrow? If I can, I say: sure! And then I go shopping with her and um…. And um, she’s really so happy. How can I be without you guys… Really, like
[i] For Maarnaar, you guys are repaying, is that right?
[r] Well, I don’t know if repaying… I’ll never repay… What have got, that love… I can… I really can’t repay. That moment, that love. I can’t repay. I don’t know how, but I also do all kinds of volunteer work now.
[i] Yes, like?
[r] I’m the organiser of Asthma Fund, the collection organiser. So um…I’ll, once a year for example, I’ll go and contact people, the collectors here from Maarn. Then I will then go to the people, yes, they have to collect. And I also, I participate. My husband also does collections. So um… Yes, and at the end of the collection, I’m going to bring that money to bank and turn it in for the, for that lung fund. So really…in my way I’d like to pay back, but it’s just the little things you can do. I also go, I also do in church for example, in Sundays, every now and then. Once every two months I am rostered as a babysitter for the children. For the babies for instance or so, then I am a babysitter. Officially, I’m rostered in, so I volunteer in that way. But I also used to work as an um…at the World Shop, I used to work as a saleswoman. As a volunteer. But until I got a job, I did that.
[i] So, um…yes. These all kinds of things to do in the society, makes you feel different?
[r] Definitely, yes. You feel um…you belong. You are one of Dutch people. You… I just feel at home!
[i] Why do you do that anyway?
[r] To feel at home? Yes, I do it consciously, because I like to feel at home. I’m here. I would like to live right now in this moment. I don’t want to dream and in a year or in three years, because I missed that. Can dream, for example dream that I am going to…find work. But I would like to live for today, among other things. And that’s my dream. I also do um…
[i] Do you do have dreams for the future?
[r] Yes. Lots of them, you know.
[i] Yes?
[r] Yes.
[i] Tell.
[r] But in my dream, among other things, is that just… a lot of um… showing of my country. Where am I from? Who are they, the people? How are they actually, in each other actually? That’s really my dream, mostly.
[i] To show from whom?
[r] Of… For Maarn, or also for many other Dutch people who want to learn about Ethiopia. I really always have that in my mind, of how the people are in each other, how…. What kind of culture do we have?
[i] How do you do it? How do you want to do? Do you do anything now, as of now, or do you want to do in the future?
[r] Yes…I’ve tried, but it’s at the moment due to the time shortage and all kinds of reasons I haven’t done it. But for the future I would like to, for example…. 8 March is Women’s Day. Would like to rent a certain hall and showcase our coffee ceremony. For women. And show how Ethiopia. What kind of country, what kind of background and what is the landscape? How many languages do we have? How many cultures do we have? Really, you really can’t just say simple, but really collect all kinds of documentary things. I’d like to just have that told, that’s really my dream. I’d like to just work on that. I’ve already started at home. A lot of people already know here in the village where are we from. What kind of country do we have. What kind of culture do we have. And we also try from time to time, do they come to us. We eat together with people. I invite people here. I show their what kind of food we have. How are we going to eat? Very often, when I go to invite them, they have to eat by hand. It has to I then say because I don’t want the cult… with fork and injerra with fork let them eat, no. Well, washing hands. Eating with hand, I think. It’s part of us. And so, they also do it and they love it, and they say, well, you have such good food, beautiful culture. And, yes, they really like that.
[i] Do you think dít has um…yes, I don’t know, influence how your relationship is within people, accepts people like
[r] We are?
[i] they appreciation or um….
[r] No. It’s actually with that do, you wouldn’t get, honestly say. Just… I think people accept us who we are, just from the beginning. It’s not now. I [unintelligible] now as…
[i] Identity?
[r] Yes. Yes, that who I am, and just occasionally when it’s my birthday, I’ll make coffee. It’s part of my birthday. Making coffee is part of my birthday. So they come for my birthday celebration, but with coffee.
[i] Okay. So what do you take from Holland culture, what do you take from Ethiopia?
[r] I actually find from my country culture I actually find involvement, loving contact, um…that’s my identity just, really feeling involved. Neighbours, family, friends. Just… I… I like to keep those from my country.
[i] Is it as [name], or as just Ethiopian?
[r] As Ethiopian.
[i] Okay.
[i] Then more…[unintelligible] Ethiopian [unintelligible].
[r] That’s just in our country, I…my mother I see, my sisters, they are all real, they give a lot of love with each other. That’s just… I just do it at work for my colleagues, despite everything I go through. I continue to be sweet. And knowing that, [name] is always…. But that being sweet is actually…sometimes a lot of downside.
[i] Like?
[r] Like, yeah…like being scared or like you…yeah, have something to hide. That kind of thing…that’s from my country I brought, that giving love or feeling involved. Hugging, giving attention. But most people from Maarn, they like that a lot. Really like that… They appreciate that. That’s from my mother, I got that. I’m also going to pass that on for my Dutch friends.
[i] Do you think you get from family, from upbringing? Or from country culture?
[r] No, it’s upbringing. What is culture, anyway? Culture is the collection of upbringing. When I see, well well, where does it come from? I actually find that, this actually comes from…my mother, got from her mother. Her mother got from her mother, it’s not just something….
[i] Just a kind of tradition.
[r] Yes, tradition, because you would really get.
[i] Okay. What are other traditions you brought back from Ethiopia?
[r] Sharing. Despite everything…sharing. In the sense of. Dutch they have no shortage with money, no shortage with food, but love sharing they really struggle with, I mean, in the sense of….
[r] That sharing…
[i] Different?
[r] Different. Our way of sharing I really learned from my country. I share my love.
[i] So you like to pass that on for Dutch people?
[r] And they also surprise very often. How do you do that? How can you do that? So someone hurt you. Yet you go…treat them with love. Yes. That’s what I learned, that my mother gave me. You know, forgive, or. Yes. Treating as much as possible with love, you know. For me, that’s the point what I um….
[i] You carry this for your children too?
[r] Also, yes. Is also very often confirmed by Maarnaars, you know.
[i] Are different from other children?
[r] Yes, they say how did you raise them? They are really um…yes, modest. Helpful. A bit too really, mostly…. They’re not cheeky. Really, they just do it when someone comes, they go and hug, or they just really just go and accept, like in my country. People respect the guest, for example, when guests come, they go right up, and…yeah. They just see… They say: well, how did you raise? And also in the church were also involved. And so, somehow they see very differently from just Dutch boy.
[i] Do you have that influence with them?
[r] They say that
[r] They say that, but I don’t know. I didn’t do that consciously. I brought up just who we are. Just, giving what you have, sharing what you can. So… I don’t know. We just did, just what we do at home. Not particularly, but other people see that
[r] really see that a lot.
[i] Okay, now you yourself work as a… in a childcare centre. Do you notice that the practice is different from your country, Ethiopia?
[r] Yes, definitely.
[i] So what is the big difference?
[r] Yes, children they really raised freely here. Still do. And children are allowed to say what they want to say. Even we have children’s council, it’s called. Children are allowed to choose for themselves. Children are allowed to…buy toys, for example. They have to argue with each other for a while. And then they go, well we want to have this. Then they go and choose that. But that comes through children’s council. They are also going to present themselves, for example. I would like to be the chairman of the children’s council. Yes, in our country, things like that, no, you are not allowed to do that. Because you are not allowed to say anything. Stay seated. Don’t say anything. That was actually my past, but I don’t know now how it goes. I keep hearing things improved and children are allowed to say. But in my time it was really mouth shut, say nothing. But here it is too much. For my feeling, children raised too freely. It is difficult for me to combine my past with…my now. That combination sometimes clashes, but I try to…process it a bit. It’s not easy, but um…
[i] I mean you’ve had an adolescent, right?
[r] Yes.
[i] Your um…the big one
[r] Is 23.
[i] Has been. And now the young one. Do you notice your childhood and um…yes, in your children, which is different?
[r] No, does fall…. It does, that’s why people say that, you have special children. My eldest son has never had any puberty.
[i] Never bothered by it?
[r] Never no, and the youngest now is almost 12. Really obedient. He does lol. He really goes, if you go ask something, ‘[name], do you want to hang the laundry?’ ‘Yes I do!’ ‘[name] do that.’ ‘Yes.’ ‘[name] television off, now you go and do this.’ ‘Is good.’ And I start comparing very often, how can that be? Does he sometimes have expectation, no, or something like that. But he really does… Both I just haven’t experienced yet. So I don’t dare say I’ve had really…bad, or youth or something. No. I was obedient and my children are obedient all the time too. So it’s very difficult to say, notice difference in my children. Well in terms of culture, I also notice from my children that they are really independent. Yes, for example, she can um…my eldest son he just sits down, he grabs sandwich and he goes to eat by himself. He’s not going to ask, ‘Do you want to eat’, or anything like that? That’s just really, yes, he’s hungry, he eats and then done. But in my culture you can’t just sit and eat without asking or something. I find that a bit… yeah, they’ve changed.
[i] Then what do you say?
[r] Well… Aren’t you going to ask us or something, you know. Yes, I thought let you guys know, you know, as simple as that. So I accept that, because they are here. They’re in a hurry, they have to do something, as soon as possible. So thinking extensively about me… Yeah, no time. So then they did develop for their way, in Dutch way. Doing what they want.
[i] So you just raise Dutch for your children? Or um…Ethiopian and [in] Dutch.
[r] Mix. No, that’s mix. Yes.
[i] Example, so what is mix?
[r] Yes um… I don’t know, hard to say exactly. Because we are here, we live, we live Ethiopian way.
[i] What is Ethiopian way living?
[r] Yes, we, yes. For example, you go
[i] Eat?
[r] with food… Yes, sitting down to eat together. You don’t go, just yes, personally just. For one I cook this, for the other I cook that. No. Just sitting at the table, we eat together. Yes, that’s our Ethiopian way. We eat injerra, we eat Dutch kale. Things like that. So for me it’s really just, I don’t know if the upbringing did um….
[i] Just unconsciously…
[i] Just unconsciously goes?
[r] Unconsciously yes.
[i] Also goes unconsciously. You’ve told me how from the beginning, for your life, just struggling yourself with residence permits, with that pregnancy and…expecting for a very long time. Then also not your education is not finished. Yet between the time you did your best. All kinds of way volunteering and then you did education. And now you are working. And also you are really proud of two sons, er two sons. And all this says something about you. You are really go-getter. You are very strong woman. But do you know that everything you do is a contribution for the Maarn or for the Netherlands?
[r] Yes… I think…contributes, but it has um…given me so much self-confidence and makes me who I am. Because every step I take has [given] me huge…. In the beginning, I’m afraid to try, to do. But later, how did I do that? That has made me, I don’t see it as contributing, but kind of developing myself.
[i] Personal development?
[r] Personal development. development, so that for me is actually…. Yes. Makes me feel immensely nice.
[i] How does [name] describe [in] all these years? How were you [unintelligible].
[r] Yes… I was really insecure. Yes, from my past. Could also be from my background. Insecure. A little bit…yes. But always every year I see myself changing. Despite all these problems, I still moved forward. I just see it… changed. I do dare to do things, I do dare to say things, I do dare to be me. Especially to be myself. And yes.
[i] Do you think that comes from all those problems you had?
[r] Yes, has made me vastly different person, I think.
[i] If I just imagine your life as in Russia you graduated, and so on. Do you think you would be different?
[r] Yes. I would actually… I would have very different contact with Dutch people, first of all. Because this what I got, had, I wouldn’t get, first of all. I’ve really grown enormously through those problems. Also…with all kinds of ways hear, that really of…. what I say also, of sewing, sewing clothes I learned, because I like to forget about my problems by being busy. Or um…I went swimming because I would like to like to just with my child here in the village also…. We have in surroundings something swimming pool…like a lake. Then I want to swim with him. You name it. Something I have done is for my self-development. I did it just because I want it. If maybe I graduated, I had a job. Maybe I am higher educated woman, but maybe without a job. That is also possible, because is not always that you have graduated are always you have a job. But I feel that my way here, in Maarn, um…. I just feel I’ve grown enormously. Really grown enormously, in a good way. I won’t say that those eleven years in the past…in that period I um…haven’t been sad. No, I’ve cried a lot. Always, yes, taken medication to feel better. I really did a lot of things. But in that process, I got to know so many people from Maarn. Did I really progress tremendously.
[i] What do people say to you?
[r] ‘’Oh, [name], how you’ve grown.’ ‘What a brave woman you are.’ And yes, it’s really nice…very often, very often I get nice compliments Very often, still, they say, ‘Well, how much you’ve changed. Do you remember ten years ago?’ They’ve said like, I’ve already forgotten. Well, you think, SO that’s really clever of you. And even my supervisor very often said, every year I have performance reviews. ‘Don’t feel so insecure, you are doing SO well, you have changed SO much, you have progressed SO much.’ You always get confirmation of what you are doing. Is nothing for nothing. So for me actually that’s huge personal development, I’ve grown. It has made me vastly different person.
[i] Yes?
[r] Yes.
[i] If you describe this, then how do you describe this? Now, how…who you are?
[r] Yes, I am mature woman, with a lot of experience. With love I went through this. Really got through. Yes, I’ve got it all now, I think.
[i] Do you feel happier?
[r] Yes, I have ‘t everything…. Everything in the sense of not materially, but spiritually I’m vastly ahead And yes, I’m happy wife, so that does matter to me. And my children are happy. And we are healthy, all four of us. That gives me enormous pleasure.
[i] Yes, and do you notice that in your relationship also growing better? Then, a few years ago and now?
[r] Yes, it has changed tremendously, it was um…. My husband and I, yes, that’s from our culture. Men always have them um, head and um… all kinds of things especially also with household things, at home, doing housework. With cooking. Andne…you name it. There are all kinds of things that really men have they have no place in the kitchen in our country. But here, yes, since the last decade, especially, before that, we are always dealing with our problems, but since I started working, studying, my husband has helped tremendously. And like now, I actually see tremendous progress. We can really consult together. He can cook, he can wash, he can…. When I’m away, I’m sure. Without a doubt, I can go away for a month. He can really take care of the children. He can do his best for, yes, for home too.
[i] Is a lot of men like that? With your girlfriends or something, Ethiopian?
[r] Absolutely not! Absolutely not.
[i] Yes? What are you making me do?
[r] Dutch was surprised. ‘Do you remember, [name], ten years ago, Abebe?’ And now they say, ‘Yes, I just see it.’ Yes, he is just active. When visitors come, I can sit really quietly. He can make coffee. Make coffee also with the [unintelligible].
[i] Not before that?
[r] No.
[i] How is well…
[r] [unintelligible] he’s waiting for me to bring to the table something. But now is really just… He takes his own initiative, you know. When people come here, ‘Well, do you want coffee?’ And he goes to the kitchen himself, while I just sit. So for me, actually special development is that even that cultural difference…. We have made ourselves enormously strong [unintelligible]. I work, he works. If he hadn’t helped me, I wouldn’t make it. But really, if I want to go somewhere to my friend, I can easily go because he is at home. So it’s [really/has] hugely…. Yes, for me is huge development, with him too I see. He is emancipated. Not me, but him.
[i]Get it, haha. And you?
[r] I am also emancipated, towards him.
[i] He is emancipated towards you? [Emancipated]
[r] And I towards him.
[i] Then towards him?
[r] Also, yes.
[i] In [And] which way you then?
[r] Yes, I um…. For example to him, in the sense…. We dare, woman, we dare not say so much.
[i] Yes.
[r] Yes? But now I can really say, my feelings, if something is not right, or confrontation. Before, I didn’t dare to say, but now I can really easily say, Well, [unintelligible]. So, that’s not how it happens. And I can say my feelings, easily. And he says, ‘Right, yes, did…did I?’ Or, we can communicate really well. I dare. So that’s just way of men. Men dare to do, say, but women really should always be obedient, sweet and…that’s, we call it in our country, that belongs to women. But now I am emancipated. I do dare to say what I want to say to my husband. I am not afraid. But he also accepts, yes…very often that’s right…if I say something, then…. He just appreciates that. It’s not really like: well, she’s become cheeky now, or something. No. Definitely not, actually.
[i] Where did you learn this, do you think?
[r] No. Time… So gradually you are growing. Then you are here in Maarn. Then you see the relationship between husband and wife here in Maarn, how it goes. Yes. Feeling equal with each other, you just see that every day. We go birthday parties, we go to visit friends, we really often go in between. Then you see how with each other.
[i] The Dutch.
[r] Yes.
[i] The relationship between men and women in the house.
[r] Between husband and wife, yes. In the home, yes. In the home.
[i] Okay. Is it always like that? Don’t you see anything special between here, I mean. Between too?
[r] Yes, there are also between men and women, in Holland, also…there are also still from then. There are men who still don’t go to the kitchen even now. They wait until their wife comes to make coffee. There are, but it goes here now, I just see it differently here. When you interact with younger people, you just notice…. It’s supposed to be like this. You know, women and men are equal. Even if you don’t have a job. Even if you are less educated. That doesn’t say anything. If you have really good communication, that um…difference doesn’t really go too far.
[i] Okay. What would you like to change or improve in Maarn? Do you ever have eyes of Maarn? What do you find less in Maarn?
[r] Um, that’s difficult, I don’t know, there’s really nothing less. It’s good for me. It’s really good. The people are very nice. They understand you very well and… yes, I don’t know. From the beginning they really hit love attitude, you know. For me, does anything [this] need to be changed? No, I can’t say. Really not.
[i] And now you feel like Maarnaars, yes?
[r] Yes.
[i] But do you have Netherlands nationality?
[r] Yes, I have a Netherlands nationality.
[i] Okay. Okay. How was that to change that nationality? So like Ethiopian came, changed to Netherlands. What was the feeling?
[r] I really didn’t even think, you know. What I told you, my past. So people demonstrated. Those belonged to us. And I’m expecting, I get to stay. So what is really for me to doubt not to be? I have everything. I have the people here, I have my children here. I have my husband. I have the land itself, so why not? Why… I really didn’t even think for one minute to apply and get it. I really didn’t think for a minute. I am here. I belong here. And I really had never had any doubt. So for me it’s actually part of who I am. Apart from my colour or from my language, I have um…. Haha.
[i] Have you ever been discriminated against because of your colour?
[r] Um… Yes.
[i] Or your children, or your husband, right?
[r] Yes. Yes, I am discriminated against, because here I do very often. When you leave Maarn village, it starts already, hear. In that shop. Where do you go to the shop? In Utrecht, for example. And then you go looking for something, clothes, you name it. Always the person is going to walk behind you, around you…. While there are plenty of people to help. Then someone comes behind you, yes, checking, checking did you take something in your bag or something like that. It hurts to see that… But I have experienced discrimination in all kinds of ways too. I once… I have to go to the shop. Not to the shop, but to my work by bus. So the bus goes from Maarn via Doorn to Leersum. Leersum was where I used to be in asylum seekers’ centres. And um… I had to actually, I’m as a substitute for childcare I had to work somewhere in other village. I had to work, so I got on that bus. And the bus driver said to me, um…. I told her, ‘Two, two strips.’ He said to me, ‘No, “t should be five,” said to me. ‘No, I said two.’ ‘No, said five.’ Well, he thought, Then you go to that asylum seekers’ centre anyway. I was really shocked, because it was my place where I really went through all kinds of things. I spent my first six months there. There is no window. It’s really 500 people in there. You know, that affected me a lot. You know, the people who don’t know you. Suddenly confronting you with your past. Totally, I never saw that bus driver. But the moment I had got on that bus, he said to me, ‘No, you need five.’ While I knew where am I going. But he does not know me, yet right condemned me. You are an asylum seeker, right? Then you have to have five. So moments like that do give you, because of my colour, you name it. What would be the reason, I don’t know.
[i] [Unintelligible] you have asylum seeker background, yes.
[r] Yes, background. So…that he… ‘Could also maybe have been married here in Maarn. He doesn’t know anything about it, but he had but said right: ‘Well, you need five strips.’ I say, ‘Why?’ ‘You’re going to asylum seekers’ centre Leersum, aren’t you?’ While for years, I have forgotten that moment. I wasn’t even going to that asylum seekers’ centre. Never, I actually don’t want to.
[i] Does it affect you?
[r] Yes.
[i] Your memory comes back?
[r] Yes, but because every… When we came to live here in Maarn, for about five, six years anyway, we had to go for stamping every week, because your presence, you had to go there every week. That you attend. Usually when you are in prison…you have to go to the police every week. That hurt us. It’s hard to forget that moment. While you live in that house, you always have to report in that asylum centre. It affected us tremendously. So for me, to hear that, that…still you are asylum seeker. Has really um…hurt me.
[i] That’s the memory what you have. What is the nicest memory, do you have?
[r] Um… yes, sure, the nicest memory is actually the 14 January that we got to stay. 15 January being allowed to stay. And heard the people here in the village and the first day our house was full of flowers. That’s really moment, SO happy. Everyone was happy for us. Everyone was really so happy, just the people we don’t know. Lots of cards, lots of letters, lots of flowers, which really our house was full of flowers. That was really for me the nicest memory that really, yeah…I still, still cherish, cherish, that flowers. That um…yes. That even the people who weren’t…I, I don’t know who were there, who were where. So the flowers was really actually from unknown person, I don’t know that name. Just villagers who were happy with us. So everyone called each other and our day was…. Yes. That was the nicest memory for me. Haha.
[i] So now I have asked you. But do you have anything for me, um…yes, I haven’t said or asked those during your life story, you want to tell something. About generally, what haven’t I talked about till now? You want to say?
[r] Yes… You asked me about homesickness. About am I very homesick? No. But what we, um… What I miss, for example, my family, my parents. All these years I missed. That is for us, also my husband, same that, we have really um…. Every year, every month we live with anxiety, because we have so happy here, we live so nice and we have everything top. People in my country, my parents, my sisters, my husband parents, who really…. yes…miss that…first of all that freedom. I am SO happy. Um…health care. So, if I am sick, I could really go to the doctor right away. I get treated. And when I see my mother is sick, with bad, with all the effort to the doctor and she doesn’t get so much good help. That’s actually a sad moment for me. When I think that, then I am unhappy, honestly. I actually want to bring everyone here. And I actually wanted everyone with me…. If only they had seen it. To me is important. If only they could be here. Am I really one hundred per cent happy. But not really now, honestly. I am happy, the way of life, the way of all that um…us situation. Not materially, but really spiritually I feel really rich. But then when I think that about my parents, my family or my husband’s family and all those Ethiopians who are in all kinds of difficulty, especially with healthcare, with um…yes, study, all kinds of things. Then I actually find, I have everything here. And then they have so little over there. That does hurt me a bit. That’s what I actually want to tell you, why…. But I’m actually a bit between two worlds, then. Because I am happy, I have everything, I can say, but not one hundred percent. As long as my family, as long as my compatriots there are in trouble in all kinds of situations, I can’t help. That does affect me very
[i] Well, I’m done with your interview. Thank you very much.
[r] You’re welcome.