Levensverhaal Tsehai. Vluchten uit Ethiopië

In 1991 vluchtten Tsehai samen met haar toekomstige man naar Nederland. Na een lange periode van onzekerheid krijgt ze in 2003 een verblijfsvergunning. Haar levensverhaal is onderdeel van het oral history project Ongekend Bijzonder. Een samenvatting van dit verhaal was onderdeel van de tentoonstelling Ik neem je mee in het Centraal Museum.

Tsehai groeit op in een groot gezin in Addis Ababa. Wanneer ze gaat studeren is Ethiopië een socialistische staat. Tsehai gaat naar de universiteit in Rusland om economie te studeren. Hier ontmoet ze haar toekomstige man. Voor hem is het vanwege de machts-wisseling in zijn vaderland en zijn politieke achtergrond te gevaarlijk in Ethiopië. In 1991 vluchtten ze samen naar Nederland. Tsehai: “Ik kwam als een verliefde vluchteling, niet echt als asielzoeker met allerlei redenen. Omdat mijn man moest vluchten, ben ik hier in Nederland. Ik wilde graag bij hem zijn.” Tsehai is dan zwanger van hun eerste kindje. Het stel gaat een moeilijke periode tegemoet.

 

Ruim tien jaar lang ontvangen ze maandelijks een brief van de IND waarin staat dat ze het land moeten verlaten. Doorstuderen zit er voor beiden niet in. Tsehai kijkt terug op een levensfase vol onzekerheid, stagnatie en pijn. Maar terwijl zij en haar man niet mogen leren of werken, zitten ze niet stil. Ze wordt klassenmoeder, doet allerlei vrijwilligerswerk en opent haar hart en huis voor de mensen waarmee ze sinds 1992 in het dorp Maarn woont. Terwijl ze er als stadsmens bij aankomst moeilijk kon aarden, voelt ze zich ondertussen echt een ‘Maarenaar’.

 

Tsehai maakt altijd een praatje met haar buren en wordt uitgenodigd voor bijna elke bruiloft, doop en verjaardag. Ze helpt dorpsbewoners waar ze kan en deelt haar Ethiopische achtergrond en cultuur graag met hen. In 2003 komt de verblijfsvergunning waar het gezin zo lang op heeft gewacht. Het hele dorp heeft zich hier hard voor gemaakt. Tsehai ziet eindelijk weer een toekomst. Ze is dan in verwachting van haar tweede zoon. In een jaar maakt ze de driejarige opleiding tot sociaal pedagogisch hulpverlener af. Inmiddels werkt ze ruim tien jaar met veel plezier in de kinderopvang.

 

Kunstwerk uit de collectie van het museum
Het schilderij ‘Portret van mevr. D. van Ravesteyn en haar drie kinderen’ (1922) van Charley Toorop roept bij Tsehai herinneringen op aan een onzekere tijd. Maar ook familiegevoel, thuis voelen en mensen die veel voor je doen. Tsehai vereenzelvigt zichzelf en haar gezin met het familieportret. “Ik zie in de ogen van alle vier angst. Hoe zal onze toekomst in Nederland zijn?” Het gezin moest lang wachten op een verblijfsvergunning. Voor hun integratie deden de dorpelingen veel. “We zijn een heel blij gezin geworden met een veelbelovende toekomst.”