Levensverhaal van de man met de gitaar

.

[i] Oké [naam respondent] fijn dat we dit dit gesprek samen mogen doen. Dat jij even tijd voor ons project hebt gemaakt. Om te beginnen met het interview, ik heb jou gevraagd om een voorwerp uit te kiezen wat voor jou heel dierbaar is. En ik ben heel benieuwd wat dat is. En of je daar ja wat over kan vertellen.
[r] Ja dat is een van mijn gitaren. Mijn beste vriend. En die altijd met mij gaat en die altijd naast me is. Die gebruik ik in de goede en ook in slechte tijden. Maar die is altijd, dan kan ik me daar mezelf uiten, dan kan ik mijn gevoel daar bij betrekken. Dan kan ik zijn wat ik ben. Samen met mijn gitaar.
[i] En wat betekent dat, zijn wat je bent?
[r] Mijn wens?
[i] Nee wat dat betekent.
[r] Dat betekent heel veel voor me, het is gewoon dan kan ik zijn wat ik ben als ik mijn gitaar naast me heb, en als ik speel dan kan ik me helemaal afsluiten van de van de buitenwereld, dan kan ik echt in een soort extase komen. Dan kan ik echt helemaal mijzelf zijn.
[i] Wanneer ben je begonnen om zo verliefd te worden op een gitaar?
[r] Oh, dat is heel lang geleden. Het is 32, 33 jaar geleden. Ik was gelijk verkocht, met de eerste. Met de eerste tonen was ik helemaal verliefd geworden op gitaar. Ik heb, ik begon te spelen met mijn broer. Die heeft me geleerd. En sindsdien, heb ik mijn gitaar altijd bij me.
[i] En hoe is dat zo ontstaan?
[r] Ja, in in mijn familie was muziek altijd heel belangrijk. Ik heb opgegroeid met heel veel muziek in thuis. Mijn moeder zong altijd, mijn zus zong, die heeft ook gitaar gespeeld. Mijn broer speelt gitaar en ik ben ook begonnen toen ik elf jaar was.
[i] Weet je nog wat je eerste liedje was dat je speelde?
[r] Ja ik denk, ik weet niet zeker of ik weet welke liedje het is. Maar ik speelde op één snaar. Ik speelde toen basgitaar. En dan speelde ik, mijn broer speelde daar. En om hem even te helpen heeft hij gevraagd of ik hem, we hadden toen twee gitaren thuis, of ik hem even wilde helpen. En, heb ik gelijk ja gezegd. Dus ik heb, zo begonnen en zo is het ontstaan. Ik en gitaar. Onafscheidelijk.
[i] Nog steeds?
[r] Nog steeds. Dat blijft ook altijd. Voor altijd zo.
[i] Zou je wat voor ons willen spelen? Ik ben wel heel benieuwd wat dat dan is.
[r] Ja, nee, dat wil ik zeker. Ga ik een liedje spelen wat mij laatste tijd, waar ik heel veel mee bezig ben. En dat hoort gewoon bij deze tijd bij mij. Dus dan ga ik echt een van de nieuwste liedjes spelen. Een stukje. I’m on watch here. So close your eyes and get some rest. I’m here to watch your heart. It’s been faulted from the start. I’m the ribs in your chest. I’m not an angel. I never mean to make you cry. Jumping through my hoops with dissension in the troops and a smile inside. What’s that over my shoulder? Fear of getting older. Stay with me. Sing me a love song from your heart or from the phonebook. I don’t matter me I’m an apple, you’re the tree. I won’t fall when you shook. What’s that over your shoulder? Fear of getting older Stay with me. la la la la la la la la la la It ends with a kiss. It ends with a tear. It ends with the lights out bathed in our fears. Tell me nonsense I don’t want sincere. I saw the lightning. Cut through last winter sky of the year. la la la la la la la la la la
[i] Heel mooi.
[r] Ja.
[i] Dank je wel.
[r] Ja dat heb ik van een vriendin als cadeau gekregen. Toen ik, dat noem ik als cadeau. Heb ik van haar dit lied voor de eerste keer gehoord. Toen was ik gelijk verkocht. Dus dan moest ik hem even leren spelen.
[i] En waarom was je verkocht? Kan je daar meer over vertellen?
[r] Ja over, eerst over muziek, vind ik muziek heel mooi. Maar dat vind ik ook, eh, ehm, tekst vind ik hartstikke leuk. Een liefde liedje, dat gaat over liefde dat vind ik hartstikke leuk. Dat hoort gewoon zo bij gitaar. Liefde, gitaar, verdriet. Dat hoort allemaal bij gitaar.
[i] Wat doet dat liedje met jou als je dat speelt?
[r] Oké, ja dat doet wel een beetje. Terwijl ik dat zing en speel dan denk ik aan een paar dingen. Hoe dat ontstaan is bijvoorbeeld, die liedje, toen ik eerste keer gehoord heb. Dat ik dat heel mooi vond en sindsdien laat me dit liedje niet los. Vind ik heel mooi want elke keer als ik kan spelen dan doe ik het.
[i] Wat voor emoties horen daarbij?
[r] Ja, daar komen heel veel emoties bovenop. Ja, ja. Ook van nu, maar ook van vroeger. Ook van vrienden, van familie, van die vriendin ook. Ze komt ook naar boven, dus.
[i] Het blijft een bijzonder liedje.
[r] Ja, dat blijft zeker bijzonder liedje. Ook een heel bijzonder mens van wie ik dat voor het eerst gehoord heb. Ik heb van haar meegekregen en daar ben ik heel blij om.
[i] Goed om te horen. En fijn dat je dat ook met mij hier hebt willen delen voor het project.
[r] Ja graag, leuk dat jij wilde met mij interview maken. Dus ook leuk.
[i] Je hebt nu een liedje gespeeld. Je hebt verteld, gitaar is een leven van jou. Muziek betekent heel veel voor jou. Maar kan je iets vertellen. Wie ben jij? Wie is [Naam]?
[r] Oké. Ja, ik… Ik ben [naam respondent]. Ik kom 45 jaar oud. Ik kom uit Bosnië vandaan. [schilderij valt van de muur] Oh. Ga ik over Bosnië.. Dat is een teken. Denk ik. Ik kom uit Bosnië vandaan. Ik ben 20 jaar geleden naar Nederland gekomen als vluchteling. Met mijn toenmalige vriendin. Inmiddels wonen we niet meer samen. En ja, ik ben een gewone jongen die een gewoon leven in Bosnië gehad heeft. Een hele goede, ik zou zeggen een hele goede leven gehad, als kind. Hele mooie kindertijd. En toen ik hier kwam ben ik, net voor ik hier kwam, was ik bezig, ik studeerde in Sarajevo. En door de oorlog daar moest ik eigenlijk daarmee stoppen. En ik heb nog twee en een half jaar actief in de oorlog meegedaan en op een gegeven moment was ik een beetje zat van en van alle gebeuren wat daar gebeurd is. Ik heb heel veel gezien. Heel veel meegemaakt. Ook heel veel slechte dingen gezien en dat heeft eigenlijk mij geholpen om weg te gaan uit mijn geboortestad en mijn geboorteland. Zonder oorlog zou ik nooit hier zijn. Maar ja toen was het anders. En toen heb ik besloten met mijn vriendin samen te vluchten. Zijn we naar Nederland gekomen. Dan ga je waarschijnlijk vragen waarom Nederland. Ja dan. We hadden een vriendin in Amsterdam wonen. En die heeft gezegd dat dat iets makkelijker is om papieren hier te krijgen, om hier te kunnen blijven. En ik had niet veel zin toen om… Ik dacht niet meer om ooit misschien terug te komen. Maar daarom zijn we naar Nederland gekomen en hier gebleven.
[i] En hoe was dat, die keuze, om die te maken. Van goh ik laat nu mijn geboorteland achter, ik ga weg.
[r] Ja ik moet je eerlijk zeggen, dat was niet zo moeilijk toen die keuze te maken. Ik heb oorlog meegemaakt. En daardoor heb ik als militair heb ik heel veel dingen gezien waar ik niet mee eens was. Zeker na op de… hoe mensen met elkaar omgingen en hoe hoe mensen geen mensen zijn, niet meer waren. Hoe ze slecht eigenlijk waren. En dat zij de anderen pijn gingen doen. En dat heeft me zo geraakt dat ik dacht nou dat is niet land waar ik wil blijven wonen. Dat is niet wat ik geleerd heb als kind, dat is niet hoe ik ben opgegroeid. Hoe ben ik met mensen omgegaan. Dat vond ik niet goed. Toen heb ik besloten om weg te gaan. Er was nog een reden makkelijker, was het geweest, ik was verliefd. Ik was samen met mijn vriendin en wij wilden ergens samen zijn waar geen niet betekenis heeft wat voor geloof heb je en wie je bent en hoe je heet. Dat wilden wij niet mee willen maken. Wij wilden ergens naar toe waar dat niet belangrijk is. En toen zijn we naar Nederland gekomen.
[i] En wat heeft dat met jou gedaan om dat allemaal daar te zien, te ervaren en dan te besluiten ik ga weg.
[r] Ja, ik moet je eerlijk zeggen ik denk dat ik een soort trauma heb opgelopen daardoor. Ik heb sowieso trauma opgelopen als militair die met wapen elke dag mee omgaat, die moet schieten, die moet oorlog voeren, die moet iets anders doen dan wat je gewend bent. Ik vind liever met mijn gitaar muziek maken dan met wapen lopen. Dat heeft mij… Dat heeft mij ja, een andere mens gemaakt. Dat weet ik zeker. Ik was toen 23, 24 jaar. Ik moest eigenlijk beginnen met leven. Ik moest met vrienden gaan feesten. Ik moest achter vrouwen aan, weet je dat hoort gewoon bij. Ik moest gewoon genieten van leven, maar dat is niet zo geweest. Dus dat heeft me echt een andere mens van mij gemaakt. Wat ook er is, is dat… Ik denk dat ik heel beschadigd ben daardoor en ik mis, moet ik eerlijk zeggen, ik mis nog steeds die tijd dat ik 23, 24 ben, dat ik dat ik kan reizen, dat ik kan dingen doen wat ik leuk vind. En toen was er geen kans voor.
[i] En als je dan nu terug denkt hè, ben je nu dan anders dan dat je zou zijn als je dat wel had gehad?
[r] Ik denk dat ik heel anders ben geworden ja.
[i] Kan je daar wat meer over vertellen?
[r] Ja, meer over vertellen. Weet je, als je dat mist. Dan mis je dat je hele leven, ik mis nog steeds mijn, ja het is niet jeugd, maar wel om die leeftijd te hebben en dit soort dingen te doen. Ik denk dat ik nu ook probeer, omdat ik ben niet meer samen met toenmalige vriendin en ik probeer nu ook een beetje wat vrijer leven, moet ik eerlijk zijn. Ik probeer sommige dingen in te halen. Dat heb ik gewoon behoefte aan. En dat voel ik zo en dat waar ik behoefte aan heb dan doe ik dat. Dan doe ik dat. Dus dan, als ik daaraan denk, ja dan vind ik beetje spijtig, dan heb ik wel een beetje spijt van. Dat het zo is gelopen, zoals gelopen is. Maar ja, dat kan je niet terugdraaien. Je moet gewoon proberen van je leven genieten. En sowieso dat ik moest schieten, dat ik moest meedoen aan oorlog. Actief meedoen. Ja, dat heeft me ook een hele andere mens van mij gemaakt. Ik heb ook heel veel gezien, ook heel veel… Gelukkig, denk ik, heb ik nooit gezien dat ik iemand gedood heb of dat ik, weet je… Gelukkig ben ik in de oorlog tijd ook mens gebleven. Waar ik, wie ik wilde zijn. Ik heb geen slechte dingen gedaan. Ik heb niemand pijn gedaan. Ieder geval niet bewust. En daar ben ik heel blij om. Daar ben ik heel blij om.
[i] Heeft dat op dit moment ook nog invloed op jouw leven? Die periode?
[r] Jawel, dat heeft wel invloed op mij leven nu. Maar op manier je kan niet zelfde mens zijn. En ik denk dat ik een soort, daar ben ik ook heel open daar in, dat ik ook een beetje beschadigd ben daarin. Dat ik, weet je ik heb af en toe stemwisselingen, dat denk ik dat het daardoor komt. Door me oorlogsperiode. Ik heb ook geprobeerd om een of andere manier te verwerken. Ik denk niet graag daaraan maar dan heb ik wel af en toe behoefte om… Weet je dan pak ik de computer en dan kijk ik af en toe wat films uit uit de oorlogstijd of wat documentaires. Daar heb ik af en toe behoefte aan. Waarom weet ik zelf ook niet, maar dat kijk ik af en toe wel daarnaar. Soms droom ik ook af en toe daar daarover en soms heb ik ook gevoel als ik ergens, bijvoorbeeld als ik ergens loop dat ik dat een ding wat ik zie dat mij dan terugbrengt 20 jaar geleden, wat ik meegemaakt heb. Over rare dingen of… Dat dat heb ik af en toe ook ook onbewust ik ben daar niet bewust mee bezig, ik probeer dat… Ik heb aan mijzelf… Wat ik heb gedaan ook innerlijk, ik probeer ook een beetje mediteren. Ik probeer ook een beetje aan jezelf te werken en dat heeft me geholpen in ieder geval. Ik ben niet gestopt en gezegd dat is het. Maar, ik probeer mijzelf ook ontwikkelen. En sowieso beter mens te worden. Maar dat heeft invloed zeker op me gehad. Nu nog steeds, maar…
[i] Kan je wat meer vertellen over hoe je daarmee omgaat? Dat je zegt mediteren bijvoorbeeld.
[r] Ja.
[i] Hoe is dat gegaan?
[r] Ja, hoe ik daarmee omga. Soms wil ik daar niet aan denken, weet je. Soms, je stopt het ook weg. Maar, die gevoel kan je niet helemaal wegkrijgen. Soms komt dat naar boven op. Ik heb vrienden met wie ik ook over kan hebben. Ik heb ook een tijdje bij een therapeut gelopen. Ik ik had behoefte om aan te vertellen. Die heeft ook toen me aangeraden om met mij kinderen over te hebben. En aan mij kinderen te vertellen. Dat vind ik heel moeilijk. Maar mijn kinderen zijn wel een beetje wijs en dan komen zij wel achter met vragen. En dan vragen ze heel vaak: ‘hoe is dat gegaan?’ En ‘wat heb je meegemaakt?’ En dat helpt mij ook. Dus die gesprekken hebben met vrienden of met kinderen. Af en toe komt het gewoon boven. En met mijn gitaar heb ik ook heel vaak gesprekken over. Als ik muziek maak dan komt dat ook naar boven. Dan heb je dat ook.
[i] En mediteren, hoe helpt dat jou?
[r] Ja, je werkt aan jezelf. Aan innerlijke dingen. Dat is dat heb ik meegekregen via mij werk. Ik werk voor een antroposofische instantie. Dat is de leer van Rudolf Steiner. Is ook iemand die ooit in in Kroatië geboren is en eigenlijk is dat oosterse rijk geweest. Toevallig. Ik kwam dit soort mensen hier tegen. Die leer gaat over de geestelijke wereld. Een soort geestelijke wereld bestaan. En dat die toegankelijk is via je eigen innerlijke ontwikkeling. En dat heeft mij heel veel geholpen. Dat heb ik in aanraking gekomen, daar ben ik nog steeds daar mee bezig. En meditatie sowieso, dat is voor iedereen goed, weet je. Daar werk je aan eigen rust. Aan die eigen werk je.
[i] En kan je iets vertellen over hoe je daar mee in aanraking bent gekomen, met die leer? Hoe is dat gegaan als je terugdenkt?
[r] Ja heel toevallig. Ik was… Toen waren we nog samen. We zijn naar Rotterdam gekomen. We zouden hier een woning krijgen. En ik was werkloos. Terwijl ik een, ik kan wel zeggen, hele handige jongen ben. Met m’n handen kan ik niet alleen maar gitaar spelen, maar kan ik ook andere dingen doen. En toen ben ik via een vriendin kennisgemaakt met de een vrouw die net weduwe is geworden en die wilde aan haar woning alles veranderen. Alles wat haar herinnerde aan haar overleden man, wilde ze veranderen. Toen heb ik voor haar een muur geschilderd en ze was helemaal tevreden mee. Ze heeft me gevraagd het hele huis op te knappen. Dus van parket leggen tot muren schilderen en eigenlijk alles wat nodig was heb ik voor haar gedaan. En ze had een gehandicapte dochter. Die woonde in een stichting een antroposofische stichting en ze hadden een iemand nodig die handig is. Die verschillende klusjes kan doen. Toen heeft ze mij gevraagd: ‘zou je daar willen solliciteren?’ Toen, wat ik heel graag toen wilde doen. Was ik echt op zoek naar een baan. Ik wilde ergens mee bezig zijn. Was niks voor mij om thuis te blijven en en niks te doen. Dus ik heb daar gesolliciteerd. En, toen werd ik gelijk aangenomen. Binnen paar dagen heb ik een “Melkertcontract” gekregen. Het is zo een “vluchtelingen-ding” dat je dat ook weet wat dat is. Heb ik een Melkertbaan aangeboden gekregen. Zo ben ik in aanraking gekomen met zo’n instantie. Het was voor mij de eerste keer, moet ik eerlijk zijn, in een jaar dat ik me echt een mens voelde. Dan was ik zo ontvangen in zo’n bedrijf. Echt niet als een vluchteling of niet als iemand die ergens vandaan komt. Maar ik was echt als een mens ontvangen. Dat heeft me zo geraakt. Dat ik dat ik helemaal verliefd ben geworden op die mensen, op mijn collega’s. Op die soort. Op Orion. Dat is mijn werkgever. Ik voelde me gewoon vanaf eerste dag thuis. En daar hadden ze zo veel begrip voor me, weet je. Ik schrok wel toen ik de bewoners heb leren kennen. Dat waren allemaal mensen met een zorgvraag. Lichamelijk of geestelijk of allebei. En was ik wel een beetje geschrokken. Ik dacht: ‘ik hoop dat ik wel hier mijn weg kan vinden.’ Maar met hulp van mijn collega’s, heb ik heel veel geleerd van mensen met wie ik gewerkt heb. En dat ik nu nog steeds na, hoe lang werk ik hier, 17 jaar denk ik. Dat ik hier werk. Dus zo ben ik in aanraking gekomen, toevallig. En dat ben ik nog steeds hier.
[i] En je zegt van: ‘je voelde je als mens.’ Wat is dat? Waarom? Waarom was dat daarvoor niet?
[r] Weet je als vluchteling, ik weet niet of jij dat ook zo meegemaakt heb, als vluchteling hier, dat was heel moeilijk om weg te vinden. De mensen waren niet echt, in het begin, open. Voor mensen die ergens vandaan komen, zeker voor mensen uit het buitenland. Ja, mensen zijn heel voorzichtig daarin. Ik voelde veel mensen die een beetje koud zijn naar elkaar toe. En wij hadden geen vrienden, we hadden eigenlijk in Rotterdam niemand. We waren met z’n tweeën hier en dan je moet echt heel veel doen om hier een bestaan te kunnen opbouwen. Om hier een begin te kunnen maken. En, dus er was een periode van een jaar waarin ik me niet echt prettig voelde. Dat hadden wij ook een paar keer over nagedacht om misschien terug te gaan, weet je. Dat was best moeilijk. In opvang centra en, weet je, steeds te verhuizen. Ik voelde me niet echt op mijn gemak. Maar toen ik hier mensen heb leren kennen, vanaf de eerste dag voelde ik me weer waardevol, voelde ik me weer mens. Voelde ik me echt… Ik kon zijn wat ik ben. En dat accepteerden zij. Ze vonden heel leuk om mij te zien zoals ik ben. En dat heeft mij enorm een duw gegeven. Ik kan zal nooit vergeten toen ik voor de eerste keer thuis kwam. Zei ik toen tegen mijn toenmalige vriendin: ‘ja weet je, dit heb ik nog niet meegemaakt in Nederland, dit soort mensen… Ik kan het niet uitleggen maar je moet het meemaken. Echt in gesprek gaan met hun.’ En daar was ik echt helemaal echt… Ik voelde me toen weer een waardevolle iemand. Die echt waarde heeft. En en die kan zijn wat die is.
[i] En hoe is dat vervolgens weer verder gegaan?
[r] Ja, ik heb daarna een vast contract gekregen. En toen is mijn vriendin ook werk gekregen bij stichting Orion. En binnen een jaar, anderhalf jaar, zijn we gevraagd als inwonende medewerkers binnen “in gemeenschap”, we noemen dat “gemeenschap”, te gaan wonen. En 15 jaar geleden werden we wel gekeken als een soort sekte moet ik eerlijk zijn. Dat was… Ja wij deden heel veel samen. We hadden veel bijeenkomsten. We hadden veel jaarfeesten gevierd. We hebben heel veel lol gehad. We hebben, weet je, dat vonden mensen in het begin in de buurt best spannend. En dat was ook primeur, volgens mij, in de wereld. Dat in de antroposofische stichting, of een gemeenschap waar gehandicapte mensen wonen en werken, zij in de wijk komen. Vroeger waren ze altijd weg ergens in de bossen gestopt of achter de hekken en dan hadden ze niet veel contact met buitenwereld. Ik denk dat Orion primeur hier is op dit gebied. En ook wat wij toen gedaan hebben is: het om mensen van buitenaf veel te betrekken bij veel samen gaan doen met de mensen uit de buurt. Dat we nu na 15 jaar hier heel bekend zijn, je kan Zevenkamp of deze delen van Rotterdam niet voorstellen zonder Orion. En dat is eigenlijk… Mensen kijken ons toen als een sekte omdat ze niet veel over ons wisten. Omdat zij, weet je wel, twee niet veel contact met hun hebben gehad. Maar nu zijn we echt helemaal, ik zou zeggen “ingeburgerd”. Dat wij echt heel veel betekenen in de buurt en dat doen wij ook samen heel veel met de mensen. En wij zijn als inwonende medewerker hier komen wonen. En woon ik er nog steeds. Ik heb het heel erg naar m’n zin. Ik zou me niet kunnen voorstellen om hier in een rijtjeshuis te gaan wonen. Mijn kinderen zijn hier opgegroeid en die vinden het nog steeds leuk om hier te zijn. Dan ben ik nog steeds de enige inwonende medewerker in Orion. Dat ben ik nog steeds en Ik hoop dat ik nog heel lang mag blijven.
[i] En hoe voelt dat om een onderdeel te zijn van die stichting?
[r] Ja, ik moet eerlijk zeggen ik ben vereerd om hier te kunnen wonen. Ik woon in, je hebt gezien, een groene omgeving. Dat is heel rustig, heel fijn. Ik heb de beste buren van Rotterdam zeg ik altijd. Ik woon samen met 8 zwaar gehandicapte mensen of ik zou zeggen, mensen met een zorgvraag. En wij hebben nooit in die 16 jaar problemen gehad. Ik voel me vereerd om hier te mogen wonen. Het is wel zo, ik moet verder even goed kunnen scheiden van werk en mijn privé. Soms is dat af en toe te veel. Dan kunnen ze altijd bereiken. En dan ben ik eigenlijk 24 uur bereikbaar als ik als ik thuis ben kunnen ze me altijd bellen. Maar aan de andere kant heb ik heel veel vrijheid dat ik dat ook heel goed kan scheiden. Heb ik genoeg tijd om mijn privé leven ook goed op te bouwen en te doen.
[i] Kan je eens wat vertellen over jouw rol binnen die stichting?
[r] Mijn rol… Ik ben begonnen als klusjesman. Ik heb eerste jaar alleen gedaan. En na de eerste jaar heb ik dat met een paar van onze bewoners gedaan. Ik heb elke dag meegelopen in verschillende huizen. We hebben hier 16 locaties. Dus ik heb elke dag, met twee jongens met een zorgvraag, huizen bezocht en kleine klusjes met hun gedaan. Dat waren twee jongens die op hoger niveau waren. En die heel handig ook waren. Maar die woonden in Orion. Heb ik met hun gedaan, ik denk 7 jaar. Ik heb ook in woonhuizen gewerkt als begeleider. Ik heb, wat heb ik nog meer gedaan? Ja ik ben… Daarna heb ik hier komen wonen, heb ik een eigen werkplaats gehad. Waar ik mensen heb begeleid en met hun verschillende klusjes heb gedaan. Wat ik nu op dit moment doe, ik zou zeggen, ik regel brandveiligheid in Orion. Alles wat met brandveiligheid te maken heeft gaat het via mij. Ik controleer ook alle brandweercentrales in Orion, soms doe ik dat met bewoners, soms doe ik dat alleen. Heb ik gecertificeerd voor. En ik begeleid mensen op hun werkplaats, hier in cultureel centrum. Als bijvoorbeeld onze zaal wordt verhuurd of als het in theaterstuk komt, als het in concertje komt, dan ga ik met mensen alles klaarzetten. Van techniek tot schoonmaak ik doe van alles. Dat is op dit moment wat ik doe.
[i] En binnen die stichting hoe is je relatie met de bewoners, met de medewerkers?
[r] Heel goed. Ja ik heb hele goede collega’s. Sowieso, we zijn inmiddels veel groter geworden dan wat wij 15 jaar geleden waren. Wij tellen volgens mij ongeveer meer dan 100 bewoners en meer dan 100 medewerkers. Ik heb een hele goede contacten ik zou zeggen, zeker met bewoners. Ik ik ken elke bewoner en elke bewoner kent mij. Ze hebben mij ook ontmoet via mijn gitaar. Die heeft me ook hier heel veel geholpen. Ik maak muziek heel vaak in Orion. Ik geef ook privé lessen aan een paar bewoners. Die vinden hartstikke leuk om met mij hier muziek te maken of bij hun thuis. Ja dat is heel gezond, hartstikke goed, ik heb echt naar mij zin hier in Orion. Ben ik heel blij dat ik hier ben.
[i] En kan je wat vertellen over hoe je muziek combineert met de stichting?
[r] Ja ik combineer… We hebben ook een muziekgroep. En sowieso zijn mensen gek op muziek. Net als ik. Misschien nog meer dan ik. En die vragen altijd of ik in een van de huizen wil komen muziek maken. Vandaag heb ik net een vraag gekregen van een keramiek werkplaats of ik een keertje om half vier in de middag naar hun wil toekomen om muziek met hun te maken. Ik geef privélessen, gitaarlessen, aan drie bewoners. Af en toe dan treden we soms ook op samen, in onze cultureel centrum. En sowieso onze jaarfeesten, als we die vieren, is altijd heel veel muziek aanwezig. Die wordt gemaakt door mij of door iemand anders. Ik heb heel veel collega’s die ook muziek maken, die verschillende instrumenten spelen. Af en toe komen we bij elkaar en dan maken we een feest van.
[i] En wat doet dat met je als je jouw muziek kan delen met, ja, de bewoners van deze stichting?
[r] Ja, dat maakt mij blij. Dan ben ik helemaal in mijn element. Ik maak muziek zeker voor anderen ook. En ben ik heel blij dat ik dat met hun mee kan delen. En en zeker trots op hun dat zij met mij willen ook spelen of zingen. Ja dat maakt mij gewoon blij mens.
[i] En wat voor soort muziek is het dat jullie samen maken?
[r] Oh, wij spelen van alles. Van Beatles tot tot Andre Hazes, bijvoorbeeld. Van alles. We maken van alles. Het is echt alle soorten muziek. Van rock tot blues, van Nederlands talige tot zelfs Bosnische muziek speel ik met hun, die vinden het hartstikke leuk. Ja echt heel leuk.
[i] En is het voor de bewoners alleen maar een bezigheid muziek maken of heeft het ook vanuit jou ook nog een andere doel?
[r] Ja, weet je, het is een andere doel. Ik zou zeggen ik geef les aan drie jongens. En dan heb ik me daar ook een beetje in verdiept. En, ik wilde ooit een manier vinden om mensen te gaan raken, om mensen te gaan triggeren, om mensen blij laten worden. Er zijn drie bewoners, die van elkaar heel verschillend zijn. En, ik maak muziek met hun op drie verschillende manieren. Dat zullen nooit echt grote gitaristen worden. Maar hoe zij genieten als zij met mij gitaar spelen. Weet je, dat is genoeg om te zien. Ze zingen en zij spelen gitaar op hun manier. Twee kunnen zelf ook geen akkoorden spelen, maar hoe ze helemaal loskomen en hoe zij daar dan bij lachen. Weetje, dat is voor mij een doel bereikt. Als ik ze kom halen om bij mij te komen spelen, als je die lach op hun gezicht ziet. En dat ze het steeds daarover hebben, dan is het voor mij echt een situatie waar ik denk yes, ik heb iets iets gemaakt. Dus ik probeer echt een contact via muziek met hun te hebben. En dat heb ik zeker. We zijn er heel blij om. Van ouders hoor ik ook dat ze steeds daarover praten dat ze naar mij toekomen. Om muziek te maken, gitaar te spelen. Dat maakt mij ook enthousiast. Vind ik hartstikke leuk om dat te doen.
[i] En hoe zie je dat verder gaan? In de toekomst?
[r] Ja in de toekomst zie ik… Qua muziek bedoel je? Ja weet je, er is heel veel vraag naar in mijn stichting om bewoners muziekles te geven, zeker gitaarles. Ik heb daar niet heel veel tijd voor. Ik moet eerlijk zijn, ik ben een druk mannetje. Ik houd van verschillende dingen. Dus ik heb gezegd ik ga met de drie jongens verder. En later zie ik het wel. Maar nu heb ik niet echt veel tijd om nog meer mensen aan te nemen om muziek te maken, terwijl heel veel vraag daarvoor is. Maar ik zie het wel, ze vinden leuk. Als ze leuk vinden dan doen we dat samen, als er ooit tijd komt dat ze niet leuk vinden dan doen we dat niet meer.
[i] Je zegt je bent een drukke man. Wat doe je nog meer?
[r] Ja ik ben druk mannetje. Ik heb twee dochters als eerst, dat zijn echt de belangrijkste dames in mijn leven. Van 19 en 16 jaar. En daar heb ik heel veel aan. Jongste dochter woont bij mij en oudste dochter woont bij haar moeder. Die woont ook niet, trouwens, hier ver vandaan, maar zij komen wel bij mij slapen of bij haar. Ze kunnen zelf bepalen waar en hoe ze willen, slapen dat kunnen ze altijd zelf bepalen. Mijn jongste dochter van 16 is een topsporter. Die tennist heel hoog en die reist heel veel. Die traint heel veel en daar ben ik heel erg betrokken bij geweest al die jaren. Dat is nu, volgens mij, dat ze tennist, nu 7 jaar. Ik heb heel veel met haar gereisd. Ik ben heel veel daarbij betrokken. Daar heb ik heel veel werk aan. En met de oudste, moet ik eerlijk zijn, heb ik wat minder verplichtingen. Maar goed dat is het ook altijd wachten wat we samen gaan doen. Dat wij samen gesprekken hebben, dat wij iets doen. Dus ja, dat is mijn taak nummer één. Vader zijn. En verder, ja ik sport veel. Ik heb ook heel veel gesport als kind. Dat heeft ook bijgebleven toen ik 16 was. Ik weet dat ik weer moest kiezen, moest ik weer verder gaan sporten of moest ik meer gitaar gaan spelen. Ik heb gekozen gelukkig voor mijn gitaar. Maar ik heb toch blijven sporten een beetje. En nu nog steeds. Ik sport twee, minimaal twee, keer per per week. Ik doe aan tafeltennissen. En tot twee drie jaar geleden heb ik ook competitie gespeeld. Nu doe ik dat alleen maar recreatief, maar net zo fanatiek als een professional. Dus dat doe ik ook. Ik heb heel veel in een grote groep… Ik heb heel veel vrienden. Ik ga heel veel met mijn vrienden om. Ik maak heel veel muziek. Ik speel ook in een band. Ik treed heel vaak op. Of bij mij in Orion of ergens anders. Elke kans waar ik me gitaar kan laten zien dan, dan pak ik. En dan ga ik muziek maken.
[i] Kan je daar wat meer over vertellen? Over je band.
[r] Over mijn band. Ja leuk. Ja dat is, na 15, 16 jaar dat ik hier woon heb ik een paar mensen uit Ex-Joegoslavië ontmoet. En wij hebben een band waar ik, een gitarist, en een zangeres uit Bosnië komen. Wij hebben een zangeres die half Nederlands, half Kroatisch is. En wij hebben ook een bandlid, een Nederlander. Die speelt cajón. Ja wij hebben elkaar toevallig gevonden. Ik was op zoek naar een zangeres en ik wilde een beetje richting traditionele bosnische muziek in te gaan. Maar ik kwam haar tegen en die houdt van een hele andere stijl. En ze heeft een gitarist ook bij betrokken. Wij hebben naast dat we van muziek houden we hebben elkaar gevonden ook als mensen. We vinden elkaar hartstikke aardig en wij kunnen met elkaar heel goed omgaan. Dus naast dat we muziek maken we zijn ook hele goede vrienden geworden. En het is gewoon een positieve sfeer als we elkaar zien. Als we met elkaar muziek maken dan dan is het echt een plezierige avond. Of een plezierige dag, we doen het bijna de hele dag. Dat is heel leuk, echt super leuk. Daar word ik blij van. Van dit soort mensen en van die energie. Dat we allemaal stralen dat is echt iets wat wij doen op te zetten.
[i] Wat voor soort muziek maken jullie?
[i] Wij spelen bekende covers van R&B. Maar wij spelen ook, wij maken ook muziek van uit Ex-Joegoslavië Daar zijn we allemaal opgegroeid en dat dat zit allemaal in ons. Onze cajonist hij is Nederlander. Dat is muziek die je moet maken met emoties. En dat kunnen wij heel makkelijk en onze emoties erbij halen om muziek te maken. Dus als wij een concert geven waar heel veel mensen uit Bosnië komen of uit Ex-Joegoslavië, dan spelen we meestal onze liedjes. Die komen daar vandaan. En als wij in een Nederlands café spelen, dan spelen we half-om- half of alleen maar engelstalig.
[i] En waarom is het voor jou belangrijk om in zo’n band actief te zijn?
[r] Weet je het is niet, ik zou niet zeggen, belangrijk, maar het zijn wel mensen met wie ik wat heb. Met wie ik ook kan zijn wie ik ben, met wie ik kan lachen, met wie ik veel energie kan geven en veel energie ontvangen. En dat maakt dat maakt nog bijzonderder als je dit soort mensen om je heen hebt. Dat maakt heel bijzonder. En dat is voor mij heel waardevol. Weet je, wij zijn ook echt vrienden. Naast dat wij muziek maken zijn wij ook vrienden met elkaar. En dat is ook makkelijker. Om die energie erin te stoppen. Om dingen te doen.
[i] En optreden voor Nederlanders of voor een Bosnisch publiek, maakt dat wat uit? Hoe zie jij dat?
[r] Voor mij maakt dat niet uit. Ik vind allebei leuk. Dus voor mij maakt dat niet zo veel uit. Natuurlijk vind ik leuk om ook voor mensen die zelfde kunnen voelen als ik. Vind ik leuk te spelen. Maar vind ik ook voor engelstalige liedje te spelen. Ik vind allebei leuk. Ik ben wel iemand die heel vaak keuzes niet maakt. Die doet liever dingen erbij dan dat ie dingen afstoot. Dus, ja. Dat hoort gewoon bij mij.
[i] En wat is dat? Dat voelen, dat gevoel met muziek? Kan je daar wat over vertellen? Gevoel, ja. Ja dat muziek brengt bij mij naar boven alle goede dingen. alles positiefs, alles. Terwijl ik ook muziek maak als ik verdrietig ben. Ik pak mijn gitaar ook als ik, weet ik niet, in de tranen ben of als ik echt een hele slechte dag gehad heb, als ik moe ben, als ik verdrietig ben, als ik treurig ben. Dan kan ik ook mijn gitaar pakken. Dat helpt me ook om mijn gevoel naar boven te laten komen of zich te uiten om te zijn wat ik ben. Dat vind ik heel belangrijk.
[i] En, wat is dat “zijn wie ik ben”?
[r] Wat is dat? Ik ben ook niet uitgekomen. Wat is dat “wie ik ben”? Ik probeer te zijn wie ik ben. Dat heb ik, dat is ook een liedje van een band die komt ook uit Bosnië. En die gaat over je moet zijn wat je bent. Je moet niet proberen iemand anders te zijn. Zijn wie je bent. Dat is toch makkelijkste. Hoeft niet te spelen, te acteren, maar zijn wie jij bent.
[i] Waarom is dat zo belangrijk voor jou?
[r] Voor mij is het heel belangrijk. Ik probeer echt te zijn wie ik ben. En ja, ik ben niet altijd makkelijkste. Ik ben niet altijd de mooiste. Ik ben niet altijd wat anderen willen zien. Maar ik ben altijd wie ik ben. Dat is voor mij heel belangrijk. Ik kan niet spelen, ik kan niet acteren. In echte leven probeer ik echt te zijn wie ik ben.
[i] En hoe komt dat, dat zo belangrijk is voor jou?
[r] Ik zal eerlijk zijn. Ik voelde me altijd een beetje anders. Ik voelde me als kind en als iemand van 12/13 jaar voelde ik me altijd iets anders dan mijn vrienden. En dat hoeft niet te zijn aan de positieve kant, maar gewoon voelde ik me anders. Ik voelde me altijd anders. Dan bijvoorbeeld, één van mijn wensen toen ik 16 was om… [gelach] Ik weet niet of ik dat mag zeggen. Natuurlijk mag dat wel. Als 16 wilde ik… Mijn wens was hoe zou dat zijn om in Amsterdam te komen met liften en daar een joint te gaan roken. Waar jij, waar niemand maakt of je dat doet of niet. Dat was echt mijn wens toen ik 16 jaar oud was. Met een vriend om naar Amsterdam te liften en daar op het Leidseplein een joint te roken om niet hoeven ergens te zijn waar niemand dat ziet. Ik dacht nou wat voor vrijheid is dat, weet je wel. Dan zou je zich vrijheid voelen. En voor mij is het heel belangrijk zich vrij te voelen. Dan kan ik zijn wie ik ben. Dus ik voelde me altijd een beetje anders. Ik las veel boeken toen ik 17/18 was. Dat verwacht je niet, maar ik las toen veel meer dan mijn vrienden. En ik weet dat toen ik een keertje uitgelachen werd dat ik toen dacht weet je ik ga niet meer vertellen dat ik boeken lees. En nu lees ik helemaal niet. Gitaar is mijn boek, dus dan heb ik heel veel met mijn gitaar. Maar op sommige niveau voelde ik me wel een beetje anders. Nu nog steeds voel ik me anders dan anderen. Wij zijn ook allemaal anders van elkaar en ieder mens is uniek. Maar af en toe voel ik me wel anders. Zijn wie ik ben.
[i] En in Nederland, in Rotterdam, heb je voldoende het idee dat je jezelf kan zijn? Dat je kan zijn wie je bent? Ik zal je eerlijk zijn. Sinds ik uit elkaar ben met mijn vriendin ben ik wat meer mijzelf. In een relatie je kan niet altijd zijn wie je bent. Je moet je zich ook veel aanpassen. En af en toe had ik moeite daarmee. En nu probeer ik… Nu voel ik dat ik wat meer mijzelf ben, dat ik meer mijn eigen dingen kan doen. Dat is ook makkelijker als je alleen bent. Als je nu in een relatie is dat… Voelde ik altijd een beetje, ja niet echt wie ik ben. En dat is ook normaal, weet je. Je moet je wel aanpassen aan anderen. Maar goed ik denk dat ik hier kan zijn wie ik ben. Zeker mijn werk is ook mijn leven, ik woon op mijn werk. En dan, daar kan ik ook zijn wie ik ben. Met mijn vrienden kan ik zijn wie ik ben. Bij jou ben ik ook altijd wie ik ben.
[i] En in een stad als Rotterdam hoe is het daar om jezelf te zijn?
[r] Daar verlies je zich heel makkelijk. Ik moet je eerlijk zijn, ik voel me helemaal een Rotterdammer. Ik ben heel trots op onze stad. Jij woont ook daarin. En elke keer als ik ergens ben, ben ik trots om te zeggen dat ik in Rotterdam woon. Als ik in Rotterdam ben, dan ben ik Rotterdammer of als ik in in Veenendaal ben, ben ik ook een Rotterdammer. Maar daar verlies je zich heel, vind ik, is het heel makkelijk. Het is een grote stad. Het is een drukke stad. Iedereen heeft een drukke leven. En daar verlies ik me soms. Soms als ik naar de stad ga dan.. Bijvoorbeeld heb ik gevoel dat ik niet veel geniet van de stad. Dat ik sommige dingen voorbij laat komen. Dat ze voorbij gaan.
[i] En hoe komt dat?
[r] Ik weet het niet. Dat is gewoon, ja, ik weet het niet. Ik voel me ook… Ja, het is heel moeilijk om uit te leggen. Ja, je verliest je gewoon in zo’n stad. Ik zou wat graag meer verbonden willen zijn met Rotterdam. Ik woon helemaal aan de rand van Rotterdam. Huis waar ik woon is echt de laatste huis naar Zevenhuizen, dus echt laatste huis. Dus er woont ook echt aan de periferie. Echt buiten de stad. Maar als ik naar de stad ga. Ik ga graag naar de centrum. Dan ben ik niet echt… Weet je, ik wil graag wat meer zien van Rotterdam. Ik wil graag wat meer horen van Rotterdam. Ik mis daar een stukje.
[i] En wat mis je dan?
[r] Wat mis ik? Ja, om meer betrokken te zijn. Om meer betrokken te zijn. Ik weet niet bij welke dingen, maar meer betrokken te zijn. Dat komt ook door mijn drukke leven. Komt ook door mij, niet alleen maar door, hoe zou ik het zeggen, door de onze stad. Maar dat komt ook door mij. Door mijn drukke leven dat ik niet veel verbonden ben met… Ik voel me helemaal 100% Rotterdammer. Ik ben echt trots op onze stad, wat die allemaal ooit meegemaakt heeft. Ik heb ook een beetje in de historie gekeken, gelezen maar ja. Om meer te betekenen voor Rotterdam of meer te zijn voor Rotterdam, daar zou ik aan kunnen werken.
[i] En wat zou dat dan kunnen zijn?
[r] Nou, wat zou dat kunnen zijn. Weet je wat, ik heb ooit, bijvoorbeeld, geprobeerd om wat je zelf kan doen, weet je. Je moet zelf dingen proberen te doen. Je moet niet verwachten van anderen om dit soort dingen te doen. Ik heb ooit een actie op de gang gezet met onze bewoners. In dagbesteding gingen wij elke dag rondom de Zevenhuizerplas gingen wij vuil oprapen en schoonmaken, weet je. Dat is bijvoorbeeld wat je kan doen. En toen dacht ik hé, dat zou ik kunnen doen, weet je wel. Als wij wandeling gaan maken rondom plas. Als wij wandeling maken ook even al die vuil meenemen. In de zak stoppen en dan helpen op een manier om schonere stad te hebben of onze omgeving.
[i] En vind je dat er voldoende ruimte is om dat soort dingen te doen in Rotterdam?
[r] Daar moet je zelf ook op zoek gaan, weet je. Je moet niet thuis zitten en verwachten dat iets naar jou toekomt. Je moet meer actief zijn. Ja ik denk dat je veel kan doen. Maar dan moet je zelf initiatief laten zien, dan moet je echt zelf initiatief nemen, denk ik. Ik doe dat zelf niet veel. Daar moet ik eerlijk zijn. Maar, ik heb daar, weet je… Je mag tijd maken, maar ja, ik maak geen tijd om dat te doen. Maar ik ben heel trots als ik over straat in Rotterdam loop. Dan is altijd iets wat je nieuw kan zien.
[i] Waarom ben je trots op Rotterdam?
[r] Ja, ik heb trots op Rotterdam dat het een werkstad is. Dat het bijvoorbeeld iets heel anders hier is dan als je naar Amsterdam gaat. Amsterdam is een stad waar heel veel toeristen zijn. Hier zijn ook heel veel toeristen, maar Rotterdam is echt een stad die keihard werkt. En Rotterdam, alles wat die meegemaakt heeft in de Tweede Wereldoorlog, dat je helemaal plat gebombardeerd is. Wat is van zo’n stad geworden is. Dat is echt… Daar ben ik trots op. Ben er trots op dat in Rotterdam zo veel nationaliteiten wonen. Weet je wel. Als nergens volgens mij in de wereld. Daar moet je echt trots op zijn. Al die delen van Rotterdam. Zeg maar wat, Oude Haven, zeg maar wat, Feyenoord, zeg maar wat, alles van Rotterdam.
[i] Wat vind je het plekje in Rotterdam waar je het meest trots op bent?
[r] Plekje waar ik meest trots op ben. Ja, ik heb niet echt één plek. Dat vind ik heel veel dingen die heel leuk zijn, bijvoorbeeld Delfshaven, oude Delfshaven van Rotterdam. Erasmusbrug, Kubus gebouw en nieuwe centraal station. Kuip. Weet je wel, dat is allemaal iconen van Rotterdam. Dat voor mij allemaal, maakt Rotterdam. Ik heb niet echt één deel van de stad. Alles vind ik leuk.
[i] En de Rotterdammers?
[r] Ja Rotterdammers zijn, ja, weet je, dat verschilt. Dat verschilt ook. Rotterdammers zijn ook mensen die keihard werken die voor zichzelf opkomen. Mijn wereld is hier iets kleiner, ik ik heb veel mee te maken met dezelfde mensen. En daardoor heb ik niet veel contact met echt de hele Rotterdam. Maar… Ja, Rotterdam is voor mij ook mensen die keihard werken. Die blij kunnen zijn maar die ook een beetje afstandelijk kunnen zijn, heb ik ook meegemaakt in Rotterdam. Maar ik denk dat iedereen trots is dat die hier woont en dat die een Rotterdammer is.
[i] Wat maakt die trots? Wat is dat voor jou?
[r] Ja, ik denk dat met historie te maken heeft. Dat Rotterdam altijd over Rotterdammers voor zichzelf konden opkomen, net als de stad eigenlijk Mensen maken een stad zoals hij is. En als je daar dan terugkijkt naar historie, naar al die soort dingen dan die mensen gemaakt hebben en niet de stad zelf. Mensen maken stad. Wat mij betreft.
[i] Welke plek in Rotterdam is het meest bijzondere, waar jij het meest bijzondere gevoel mee hebt?
[r] Waar ik meest bijzondere gevoel mee heb. Weet je, ik denk dat ik heel veel plekken in Rotterdam nog niet gezien heb. Ik heb toevallig via Facebook. Een vriend stuurde naar mij toe een foto van die zei dat is in Rotterdam. Ik zei dat kan niet, dat heb ik nog nooit gezien. Die was een gebouw waar fietsen stonden opgehangen, weet je, was ik helemaal weg van. Dat vond ik frappant. Ik heb dat nog nooit gezien. Ik moet daar naar toe om te zien. Maar een bijzondere plek voor mij… Ja, Coolsingel vind ik, dat was voor mij, toen ik eerste keer gezien heb en meegemaakt heb, was voor mij ‘huge’, was voor mij enorm. Toen dacht ik is dat Rotterdam. Ja, dat is het Rotterdam. Dat ik ooit gehoord heb. En al die verhalen die je gehoord hebt. Ik denk dat Coolsingel een heel bijzondere plek is. Naast deze gebouw. Hier ben ik komen wonen toen het gebouw nog niet klaar was. Dit is ook een hele bijzondere plek voor mij. Ik denk misschien nog eerder dan Coolsingel.
[i] Kan je daar wat meer over vertellen?
[r] Ja, dat is een gebouw, een cultureel centrum van Stichting Orion. Die gemaakt is van drie delen: het eerste deel is cultureel centrum, het tweede deel is een beheerderswoning, waar ik woon, in deze studio. En derde deel is woonhuis Amerlande, waar 8 zwaar gehandicapte mensen wonen of mensen met een zorgvraag. Ja, dat is eigenlijk… Dit gebouw is op een hele bijzondere plek gemaakt. Hier was een oude boerderij ooit. Een oude boer was heel oud geworden. Hij kon niet meer zelf zorgen voor zijn dieren. En hij wilde dit stuk grond niet aan een projectontwikkelaar verkopen. Hij wilde dat hier iets bijzonders komt. En toen zijn pioniers van Orion toevallig in aanraking met hem gekomen en kennisgemaakt. Zij hebben hem uitgelegd dat zij een plek in Rotterdam zoeken waar iets heel bijzonders zou komen te staan, dus deze cultureel centrum. En de oude boer was gelijk verkocht en hij zei als ik dood ga dan wil ik dat dit stuk grond naar jullie toe komt en dat het bij jullie hoort. Toen zijn afspraken gemaakt dat oude bomen en oude boomgaard dat die blijft bestaan. Boerderij, dat hebben ze weggedaan en hebben ze deze gebouw geplaatst. En dat heeft nog, we hebben beneden een schaal die gemaakt is van koper. Iedereen heeft zijn steentje bijgedragen. Iedere medewerker en iedere bewoner heeft een slag met een hamer gegeven in die schaal. Zelfs de oude boer heeft ook een slag met hamer gegeven, die staat beneden ingekerfd in de grond en die staat vast. Dus dat is hier allemaal heel bijzonder. Hoe kwamen de mensen tot dit stuk grond. En dat die boer echt niet aan een ontwikkelaar wilde verkopen maar aan echt iets bijzonders. Dat maakt al bijzonder. En zeker de mensen die hier wonen. Onze bewoners maakt deze plek bijzonder. Het plan was ooit om hier een gebouw te plaatsen, waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Waar mensen met elkaar aan dingen kunnen samenwerken en in ieder geval samen dingen doen. En dat zou een yogacentrum worden of een meditatiecentrum. Dat wordt heel vaak gebruikt. Door mensen die mediteren of die op een andere manier innerlijk bezig zijn. In dit gebouw voel je altijd heel veel energie. Echt heel veel. Dat kan je altijd voelen. En iedereen, ik weet niet of jij dat meegemaakt hebt toen je hier voor de eerste keer kwam, iedereen voelt hier iets. Dat kunnen ze niet uitleggen maar dat voelen ze iets. En dat voel ik nog steeds als ik hier binnenkom. Als ik op vakantie ga en als ik terugkom voel ik me altijd hier thuis. Voel ik heel veel energie stromen.
[i] Wat is dan het belangrijkste moment in dit huis voor jou?
[r] Belangrijkste moment in dit huis is toen ik hier kwam wonen. Ik geloofde eerst niet dat ik met mijn gezin hier zou wonen. Was heel bijzonder. Ik word nog steeds gevraagd door de mensen die hier voor het eerst komen. Die vragen mij: hoe ben je voor elkaar gekregen om hier te komen wonen? Ik voel me echt vereerd om hier te zijn. Ja, de belangrijkste moment is hier te komen wonen. Toen ik verhuisd ben en toen ik eerste nacht hier geslapen heb. Voelde ik echt heerlijk.
[i] Waarom was dat zo bijzonder?
[r] Ja, ik had altijd iets met dit gebouw. Ik kon zelf aan ontwerp van deze woning kon ik mee meedoen en ik heb meegedragen. Ik heb zelf sommige dingen ontworpen om hoe dat eruit zou zien. Dat is al voor mij heel bijzonder. Dat ik mee kon denken. Dat ik mee kon doen aan ontwerp. En ja, het is gewoon om op je werk te kunnen wonen is best bijzonder. En zeker met mijn buren hier. Heel leuk.
[i] En in Rotterdam, wat is het meest bijzondere moment in Rotterdam voor jou?
[r] Meest bijzondere in Rotterdam is toen ik voor het eerst naar Rotterdam kwam. Ik moest naar de stad. Ik moest naar de stad en wij zijn gedropt toen voor onze woning. Dus moest ik zelf centrum uitzoeken, moest ik metro instappen. Wist ik helemaal niks van welke kant ik op moest, moest ik allemaal zelf uitzoeken. Mijn vriendin was toen zwanger en is thuisgebleven. Moest ik zelf het centrum vinden en eerste indruk toen ik naar centrum kwam toen al die gebouwen gezien en hoe groot die Rotterdam is. In het begin vond ik dat niet echt leuk. Ik voelde me, ik kom altijd uit een kleine stad. Terwijl ik heb gestudeerd in een iets grotere stad. Maar zo groot als Rotterdam, dat was voor mij echt groot en ik voelde me toen al een beetje alleen samen met mijn vriendinnetje. Ik voelde me een beetje verloren. Je kan zich in Rotterdam ook verloren voelen, terwijl mensen wel warm zijn, dat hebben zij ook, aan de andere kant, dat ze ook koud kunnen zijn. Dat je kan wel verloren voelen. Dat kan. Dat hoeft niet voor iedereen te zijn. En ik voelde me toen een beetje verloren in zo’n grote stad. Dat is mijn eerste indruk over Rotterdam.
[i] En hoe is dat verder gegaan? Kan je daar wat over vertellen? Je leven in Rotterdam?
[r] Ja verder, je leert Rotterdam kennen. Dan wordt dat ook steeds makkelijker. Dan zie je dat het niet zo’n moeilijke stad is. Dat je wel toegangen hebt. Om hem beter te leren kennen. En je moet wel open zijn om andere dingen te kunnen leren. Dan is die relatie tussen mij en Rotterdam steeds beter geworden. Dat het zo ver is gekomen dat ik me echt helemaal Rotterdammer voel.
[i] En hoe is dat dan gelopen? Die relatie met Rotterdam?
[r] Hoe is dat gelopen? Ja weet je, ik heb heel veel evenementen in Rotterdam meegemaakt en ik weet best veel over Rotterdam. Ik ken niet alle plekken, de Rotterdam die ik niet ken wil ik heel graag ontmoeten, wil ik heel graag zien. Maar ik denk dat wij hele goede vrienden zijn geworden. Na 20 jaar, ik woon bijna 20 jaar in Nederland, dat wij goede vrienden zijn geworden. Ik voel me omarmd in Rotterdam. Ik voel me thuis.
[i] En wat heeft daarvoor gezorgd?
[r] Wat heeft daarvoor gezorgd? Ja, ik denk dat open zijn, weet je wel. Ik denk dat ik opener geworden naar Rotterdam toe zoals Rotterdam naar mij toe. Het is, het is eh.. Gevoel dat je zich thuis voelt. Zegt genoeg voor mij. Als ik in Rotterdam ben voel ik me thuis. Ja. Ik kan je niet echt uitleggen hoe is dat ontstaan. Maar het is door de jaren heen. Alle bekende plekken. Alles ga je opslaan in je hersenen, dat helpt om je wat makkelijker daar mee om te gaan. Of om zich thuis te voelen.
[i] Wat betekent dat? Thuis voelen?
[r] Voor mij betekent dat heel veel. Ik wil me graag thuis voelen. Ik voel me ook op andere plekken op mijn gemak. Maar dit, hier voel ik me echt thuis. Terwijl ik wel van mening ben je moet zich overal in de wereld thuis kunnen voelen. Dus niet alleen maar in Rotterdam of niet alleen maar in Bosnië. Je moet zich ook vind ik op de hele planeet Aarde moet je zich thuis kunnen voelen. Maar ja, dit heeft wat speciaals. Rotterdam, daar heb ik wat speciaals mee. Het is een speciale stad. Sowieso.
[i] En wat betekent dat voor jou? Als je je ergens thuis voelt?
[r] Ja, dat betekent veel, dat geeft veel rust. Als ik me hier niet echt prettig zou voelen zou ik zeker gaan verhuizen. Maar om zich thuis te voelen, dat geeft veel rust. Dan kun jij zijn wie jij bent. Hoef je niet te spelen. of acteren. Dan kan je zijn wie je bent.
[i] En in welke delen van Rotterdam heb je gewoond?
[r] Ik ben eerste paar weken ben ik in Rotterdam Zuid gewoond. Dat was een instantie waar jij moest wachten op een woning dat je in Rotterdam krijgt. Wij wilden eigenlijk eerst in Amsterdam gaan wonen. En in Leiden. En toen was er geen plek. Op zich wel blij toen ik hoorde dat wij in Rotterdam gingen wonen. Wij wilden verder met studeren. Wij waren allebei niet afgestudeerd. Dus wij dachten wij gaan de studie weer oppakken. En daarom moeten we in Amsterdam. Ook omdat Amsterdam een stad is, als je jong bent dan wil je heel graag in Amsterdam wonen. Daarna was ik heel blij dat niet geworden is. Omdat ik kinderen kreeg en dan zou het veel moeilijker zijn om daar kinderen op te voeden. Ik zal eerst zeggen dat wij per toeval kwamen, volgens mij toeval bestaat niet. Dat is gewoon een reden dat we hier kwamen. En ik zal eerlijk zijn. Ik kom altijd terug in mijn kleine wereld. Toen ik zag Orion een hoofdgebouw wij woonden hier in Zevenkamp, en ik zag elke dag een gebouw die groter wordt. Waar ze aan bouwen van onze hoofdgebouw. En ik voelde vanaf eerste dag toen die gebouw zag voelde ik daar iets mee. Ik dacht wat is dat hier bijzonder. Gebouw is bijzonder hoe die eruit ziet. Dat is organisch gebouwd. En heel veel hoeken en van alles. En ik voelde daar iets mee. Echt. Ik had iets met dit gebouw maar ik wist niet wat. Pas na jaren, toen ik voor de eerst kwam voor een sollicitatiegesprek. Waar zat ik? In dit gebouw. En ik weet zeker dat dit bestemd was voor mij om hier te komen wonen en om hier te gaan werken. Dat ben ik honderd procent zeker.
[i] Je hebt een tijdje eerst op Zuid gewoond en toen ben je naar Zevenkamp…
[r] Ja, toen zijn we naar Zevenkamp verhuisd. Toen zijn we in, twee woningen in Zevenkamp, twee keer verhuisd. En toen kwamen we hier. Dus ik heb niet veel in Rotterdam gewoond. Zuid en dan Zevenkamp.
[i] En als je Zuid en Zevenkamp vergelijkt.
[r] Ik moet je eerlijk zijn. Ik zou me niet in Zuid zo veel thuis kunnen voelen als hier. Ik ben te drukke mannetje. Dus op Zuid nog te gaan wonen, dat zou ik niet, zo’n drukke straat waar ik toen een paar weken gewoond heb. Nee dan zou ik kiezen om hier te blijven.
[i] En waarom?
[r] Toen we hier kwamen was veel rustiger. Kon ik me aan de ene kant veel vrijheid voelen. Dat was ook wat nieuwer. Daar waren wel wat oude gebouwen. En hier was het een best nieuwe wijk. En het was ook veiliger, moet ik eerlijk zijn, om hier te wonen. Zeker omdat er kind op komst was. Ik voelde me wat meer op mijn gemak hier dan in Rotterdam Zuid. Dat is het gewoon. Ik voelde me hier wat meer vrijer hier. Nieuwer, dat soort dingen.
[i] En hoe was dat, om hier in Zevenkamp je kinderen groot te zien worden?
[r] Ja dat was wel leuk. Ze hadden een leuke school en wij hadden ook heel veel kennissen gehad via mijn werk. Mijn werk dat was in Zevenkamp. Best leuk, maar als ik nu terugkijk wat kan ik zien. Je geniet niet veel van. Ik denk dat ik niet echt heel veel genoten heb. Ik dacht toen dat ik veel genoten heb. Maar als ik nu terugkijk, dan denk ik dan kan je ook veel veel meer genieten.
[i] En hoe bedoel je dat?
[r] Ik bedoel, dat was voor ons ook onzekere tijd. Zullen wij de papieren in Nederland krijgen? Konden we hier blijven? En dan ben je steeds daarmee bezig. In de plaats naar je toekomst te kijken. Om naar te kijken wat je meer kan doen. Wat je meer voor jezelf kan doen. Ja, wat je meer voor je toekomst kan doen. Weet je, dat ben je bijna niet niet mee bezig. Je bent meer bezig, tuurlijk met je kinderen, maar ook de situatie dat het niet zeker is mag ik hier blijven of moet je weer terug naar je geboorteland? Wil je dat? Dat heeft heel veel energie gekost, veel tijd. Terwijl je in die tijd kon je veel meer genieten.
[i] Heeft dat ook effect gehad op de opvoeding van je kinderen?
[r] Zeker weten. Ja, zeker weten. Je kan echt zien aan mijn kinderen, aan oudste is veel onzekerder dan mijn jongste. Ik weet zeker dat ook mee te maken heeft met dat wij ook onzeker waren toen onze oudste op de wereld kwam. Dat we heel onzeker waren. Zullen we hier blijven? Kunnen we hier een goede bestaan opbouwen? Kunnen we hier zijn wie we zijn? Gaat dat wel lukken om een toekomst op te bouwen? Toen jongste kwam hadden we al een Nederlandse nationaliteit gekregen. En ik weet zeker dat zij ook zekerder geworden omdat wij zeker waren. Dat zij wat meer van die energie heeft ontvangen dan Martha. Die oudste. Dat weet ik zeker. Toen we Martha kregen waren we ook onzeker. Zullen we hier blijven? Mogen we hier blijven? Hoe dat gaat verder? Zij heeft als kind dat zeker meegekregen. En dat zie je nu nog steeds aan haar. Zij over sommige dingen veel twijfelt dan mijn jongste.
[i] En de jongste, hoe is daar de opvoeding mee gegaan?
[r] Ja, dat is sowieso met het tweede kind doe je altijd veel beter dan bij eerste kind. Als iemand dat zegt dat het niet waar is, dat is wel waar. Met het eerste kind je leert wel. Wij waren jonge ouders. Wij waren ook kinderen, vierentwintig. Maar met jongste was het veel vlotter en veel makkelijker gegaan. Het is, ik zal niet zeggen beter. Je hebt met je eerste kind ook veel je best gedaan, maar je leert met je eerste kind hoe je het met je tweede moet doen. Dat is gewoon zo.
[i] En hoe is dat, om je kinderen op te voeden in een stad als Rotterdam?
[r] Ja, weet je. Ik was toen niet veel bezig geweest met dat mijn kinderen in Rotterdam wonen. Je bent meer met jouw wereld bezig . Zeker omdat je ook uit het buitenland komt. Je probeert, je creëert een wereld waar jij zicht veilig voelt. En dan al die vertrouwde dan ga je gebruiken. Maar ja goed, Rotterdam… Je kan trots op zijn, maar je kan dat niet veel meemaken. Je maakt niet veel mee. Rotterdam als grote stad. Ik geniet nu meer van Rotterdam dan toen ik een nieuwe ouder was.
[i] Hoe komt dat?
[r] Ik heb veel meer tijd. Ik ga ook vaker naar Rotterdam. Ja goed, dit is ook Rotterdam. Maar als wij over Rotterdam praten dan is dat een veel groter gebied. Ik ga heel vaak naar andere delen van Rotterdam nu. Heb ik gewoon meer tijd.
[i] En die band met jou en je dochters. Kan je daar wat over vertellen? Hoe is die?
[r] Ja zoals elke ouder, dat is op en neer. Ik denk dat ik een goede basis heb met mijn dochters. Dat ik een goede basis gelegd heb en dat ik hun als ouder geleerd heb wat normen en waarden zijn. Normen en waarden die variëren ook. Ze zullen ook heel veel moeten moeten uitzoeken. Ik denk dat ik goede basis heb gelegd voor mijn kinderen. En dat zij een goede mens zijn geworden. En nu gaat dat op en neer. Van een ruzie tot een hele blije moment waar wij gaan stoeien. We maken van alles mee. En ik heb nu wat minder contact met mijn dochters omdat ik uit elkaar ben met mijn partner. Wij zijn uit elkaar gegaan. Ik heb wat minder contact. Ik probeer altijd veel meer contact met hun te hebben. Zij ook. Dus dat is gewoon zoals het is. Maar wij eten heel vaak samen. Komen ze bij mij. Ik zou wel willen dat ze elke avond hier zijn, maar dat is onmogelijk. Maar het is een goede band. Dus ik vind basis, dat is heel belangrijk. En mijn kinderen zijn ook naar Vrije School gegaan, allebei. En dat heeft ook mee te maken met antroposofie. Daar leer je ook dat elke mens uniek is en dat je zich gaat ontwikkelen op eigen manier. Dat je dat zelf gaat uitzoeken, wat voor jou goed is en wat voor jou niet goed is. Dan mag je daar zelf beslissingen over nemen. En dat mag je op jouw manier dat doen. Dat is heel belangrijk.
[i] En waarom heb je voor de Vrije School gekozen?
[r] Ik ben met de vrije school in aanraking gekomen pas toen ik hier hier kwam werken. Maar ik heb heel veel in een vrije school gezien wat onze wat onze ouders of grootouders hoe zij daar mee met bepaalde dingen omgegaan zijn. Bijvoorbeeld met homeopathie. Ik denk dat jouw grootouders en ouders daar ook heel veel gebruik van hebben gemaakt. Van de natuurlijke producten, natuurlijke medicijnen. Onze ouders hebben dat ook gedaan. Dat wordt niet genoemd zoals dat hier genoemd wordt, homeopathie. Maar dat hebben ze ook heel veel daar gebruik van gemaakt. En gewoon dat je mag zijn wie je bent. Dat jij Vrije School mag zich ontwikkelen op je eigen manier. Ja, dat heeft dat heeft mij aangetrokken. Dat heeft mijn kinderen ook geholpen om eigen mening te hebben. Of op eigen manier van kind tot een volwassene te worden. Dus dat heeft hun ook gemaakt zoals ze zijn. En daar ben je niet een cijfer. Daar ben je echt een kind die gezien wordt. Bijvoorbeeld mijn oudste dochter zat in Vrije School. En mijn jongste dochter was topsporter. Wilde helemaal niet naar Vrije School. Zij wilde naar een topsport school. Wij hebben ook gezegd prima. Wij wilden graag dat je naar Vrije School gaat maar zij wilde niet. Zij is een heel pittige tante, dus zei ze nee ik ga niet naar Vrije School. Dat vind ik helemaal niks. Ik ga naar topsport school. Daar heeft ze gezeten in een klas waar allemaal topsporters zijn. Topsporter van voetbal, van tennis, van volleybal, van weet ik niet allemaal. Maar zij ging met ons mee heel vaak naar jaarfeesten, naar concerten, naar Vrije School voor onze oudste dochter. En dat heeft haar interesse opgewekt. Dat ze op een gegeven moment, in tweede jaar van haar middelbare school gezegd heeft dat ze zich niet thuis voelt in de topsport school. Ze zien haar niet als Anne-Marie, heel veel leerkrachten weten haar naam niet. En dat vond zij heel raar. Zij had aandacht nodig. Zij had gesprekken nodig met leerkrachten. Ze wilde graag bezig zijn. Ze deed heel vaak dingen op school alleen. Omdat ze heel veel trainde had ze ook vrijstellingen en dan ging ze ergens in een kamer zitten alleen toetsen schrijven of weet ik niet allemaal. Vond ze helemaal niet leuk. Toen had ze zelf gevraagd of ze naar Vrije School mag gaan. En dan zit ze nu nog steeds op Vrije School. Dus dat heeft ze zelf… Oudste hebben wij zeg maar een weg gemaakt, maar de jongste heeft dat helemaal zelf. Dus zij kon zich niet vinden in een school waar, in een hele grote school, waar eigenlijk je leerkracht niet weet hoe je heet. Dat vond ze helemaal niks. Dat is onpersoonlijk. Ze wilde naar een persoonlijke school. Ze is helemaal opgebloeid op de Vrije School. Dus echt een aanrader. En daar zitten mensen van alle geloven, van alles. En dat is gewoon een hele prettige manier. Vind ik echt. Onze werkwijze heeft ook veel met de Vrije School te maken.
[i] Hoe bedoel je dat?
[r] Ja, de werkwijze, je gaat eigenlijk kijken wat een mens echt nodig heeft. Je gaat mensen niet bekijken oppervlakkig. Je gaat echt wat dieper kijken wat mensen nodig hebben om zich te kunnen ontwikkelen. En zoals ik zei elke mens is uniek. En elke mens heeft een bepaalde beeld en die heeft een bepaalde manier hoe je met hem omgaat. Iemand heeft autisme en iemand is alleen lichamelijk handicapt. Dus dat moet je echt wat dieper naar mens kijken. Dat doen we hier ook in onze bedrijf. Wij doen heel veel met werktherapie. En we hebben heel veel mensen met autisme die wij begeleiden. Heel veel mensen die spastisch zijn. Dat is een andere manier van om te begeleiden. Dat is een hele andere kijk. We zijn ook niet reguliere instelling. Wij gaan niet ’s ochtends mensen wakker maken. 3 minuten tanden poetsen, 2 minuten kleren aantrekken, 12 minuten ontbijten. Dat doen wij op een hele rustige, op een hele andere manier. Dat vind ik heel belangrijk.
[i] Waarom trekt jou dat? Die kijk op het leven en die benadering?
[r] Ik heb dat even gezien dat dat mensen kan helpen. Ik heb dat echt met mijn eigen ogen gezien. Ik heb dat echt ervaren, dat het helpt mensen. Dat mensen zich ontwikkelen. Als je echt een probleem bij mensen ziet, wat zijn probleem is. Dan kun je daar wat aan doen. Dan kun je hun helpen. Je ontwikkelt zichzelf daar ook in. Dus ik ben ook heel andere mens geworden. Ik heb daar ook heel veel ontwikkeld. En ik werk graag met mensen. Ik begeleid ook mensen. Ik heb ook persoonlijke gesprekken met mensen waar ik ze begeleid. Over seksualiteit of over een hele andere dingen. Vind heel belangrijk om echt naar probleem te kijken.
[i] Kan je daar meer over vertellen? Over jou begeleidersrol met de mensen.
[r] Ik heb naast dat ik al die dingen wat ik gezegd heb wat ik doe. Ik heb ook een een man die ik begeleid. Die ook psychiatrische patiënt is. Het was heel moeilijk om iemand te vinden die hem wilde begeleiden. En toen hebben ze mij gevraagd een jaar geleden om met hem om te gaan. Omdat ik ook begeleid heb mensen die ook gevaarlijk kunnen zijn, die uit hun dak kunnen gaan. En nog steeds daarvoor krijg ik speciale opleiding. Krijg ik een speciale opleiding. Elke maand word ik daar een beetje begeleid in. Hoe je mensen moet ook overmeesteren als het nodig is zonder ze pijn te doen. En toen hebben ze mij gevraagd of ik hem wilde begeleiden en toen heb ik ja gezegd terwijl ik dat helemaal niet wilde. Ik dacht is heel moeilijk geval, maar die uitdaging vind ik leuk. Dus dat heeft mij geholpen om ja te zeggen. En in begin ging dat heel moeilijk. Hij kon ook uit zijn dak gaan, hij was nergens tevreden over en heel makkelijk om boos te worden. Hij kon ook slaan. En nu werk ik met hem acht jaar. Zijn we echt een hele goede collega’s met elkaar. We zijn echt, het is een beetje onprofessioneel, maar ik zou zeggen we zijn een beetje vrienden geworden. Terwijl ik echt mijn werk en mijn privé kan scheiden. Maar na acht jaar, net een paar dagen geleden zei tegen mij we gaan nog acht jaar samen. Dat gaan we wel. Al die negatieve dingen zijn bijna weg bij hem. Hij wordt niet meer zo makkelijk boos. Hij kan zijn gevoel bij zichzelf laten. Hij heeft daar ook aan gewerkt. En hij kan heel veel uitleggen hoe hij zich voelt. En ik kan daar ook veel meer dingen doen als ik weet hoe hij zich voelt. Vroeger kon hij dat niet vertellen. En nu kan dat wel. En dat komt alleen maar omdat ik hem wilde ontmoeten en omdat hij open was om mij binnen te laten. Bij hem te kijken hoe dat is. Maar daarbij heb ik mij ook ontwikkeld. Ben ik ook veel geleerd. Was ik ook open om zichzelf aan hem te geven. En met hem samen. Dat soort dingen te doen.
[i] En waarom trok jou dat? Waarom was dat voor jou een uitdaging om dit aan te gaan?
[i] Het was een uitdaging om iets te proberen. Om te kijken of ik iets kan veranderen. Of ik iemand ergens kan helpen. In het begin was het heel moeilijk. Heb ik me afgevraagd hoe moet ik dat doen. En ook mijn werk naar mijn huis meegenomen. Dat gaat niet goed. En dan is die boos, dan is die ergens iemand geslagen, dan heeft die iets gedaan of is die op mij boos geweest. En ja, gewoon een uitdaging. Ik ben hier. Ik kan hier zijn wie ik ben. Nou kom ik weer daarop terug. Je kan dat gewoon op je eigen manier dingen uitproberen. Je kan uitzoeken. Het is eindeloos om manier te zoeken hoe jij iemand gaat begeleiden. Of hoe jij met iemand gaat praten. Hoe je met iemand sommige dingen kan bereiken.
[i] En de werkwijze die jij dan zo toepast, heeft dat ook te maken met de leer van deze stichting?
[r] Ja, dat heeft ook daar mee te maken. Kijk dat is een antroposofische stichting. Antroposofie, dat is een griekse woord. Als ik goed heb ‘antropo’ is is de mens en ‘sofie’ is filosofie of zoiets. Dat maakt die werkwijze sterk. Dat het een bovennatuurlijke wereld openstaat. Sommige vinden het helemaal flauwekul. Maar om daar zich beetje te verdiepen. Ik ben van overtuigd dat iets boven ons is. Wat dat is weet ik niet. Dat dit wereld ook bestaat. Dat dit ons op sommige dingen ook kan helpen ook kan beter mens maken. Weet je, dat hoeft niet een geloof te zijn, maar iets. Ieder mens moet in iets geloven. waar je ergens aan vast kan knopen of vast vasthouden. Die werkwijze heeft mijn aangetrokken. Was ik helemaal open voor, was ik helemaal verbaasd toen ik begon met werken. Ik heb met hele bijzondere mensen gewerkt. Van wie ik echt ging kijken hoe zij met mensen omgaan. Dat was voor mij heel bijzonder. Hoeveel rust zij brengen, hoe kunnen zij uren met mensen bezig zijn en begeleiden en praten en zelfs geslagen worden. Maar daar doen ze dan niks mee. Hoe zij met mensen omgaan dat heeft mij echt zo aangetrokken dat ik dat nog steeds doe.
[i] En al die dingen die je doet hier, heeft dat ook een soort van relatie met het verleden, met Bosnië? Heeft Bosnië invloed op wat je doet?
[r] Ja dat heeft het zeker. Bosnië heeft invloed op alles. Ik ben daar geboren, mijn wortels komen daar vandaan. En ik ben heel trots op waar ik vandaan kom. Ik voel me ook Bosniër, naast dat ik de Nederlandse paspoort heb, een Nederlandse nationaliteit heb. Voel me nog steeds dat ik een Bosniër ben en en Bosnië zal altijd voor mij een hele bijzondere gebied zijn, zeg maar land. Ik denk dat ik, ook als ik met pensioen ga, heel vaak daar naar toe ga. Ik ga nu ook nog steeds één keer per jaar minimaal daar naar toe. Mijn moeder die woont daar. Mijn broer woont daar. Dat heeft zeker daarmee te maken. Dat heeft mij mens gemaakt . Wat ik ben geworden. Dat Bosnië daar een hele grote rol speelt. Zeker weten. Daar was ik ook een beetje vrij. Altijd wilde ik vrij zijn, daar ook. Daar was het wat moeilijker om vrij te zijn. Soms waren daar situaties dat het niet leuk waren omdat ik zo vrij was. Omdat ik lang haar heb, omdat ik oorbellen draag. Dat was bij ons wat wat wat moeilijker maar
[i] Is het in Nederland makkelijker om vrij te zijn dan in Bosnië?
[r] Ik denk dat het wat makkelijker is ja, denk dat het wat makkelijker is ja.
[i] Waarom?
[r] Jij, jij denkt niet veel wat anderen nou van jou denken of over dingen denken en en en waar ik vandaan kom is het nog steeds belangrijk wat jouw buurman van vindt of wat jouw wat wat mensen eromheen je vrienden, familie wat wat ze vinden
[i] En hoe is het dan om als Bosniër, iemand uit ex-Joegoslavië, om dan dit werk te doen, hier in Rotterdam te leven?
[r] Ja mijn collega’s vinden dat heel bijzonder. En ik weet dat mijn oude directeur gezegd heeft hij ging een keertje met mij gaan zitten koffie drinken, en hij zei tegen mij: ja waar je vandaan komt dat is ,zei die tegen mij, dat is toekomst. Van dit soort gemeenschappen. Echt dat zal ik nooit vergeten hij zei: waar jij vandaan komt, Balkan is echt de toekomst. Om voor, voor, voor dit soort. Dit soort filosofie zeg maar. En en ik zou ik zou heel leuk weet je, leuk vinden om zoiets in mijn geboortestad te starten. Heb heel vaak daarover nagedacht. Heel vaak. Dat zou, dat zou heel leuk zijn om zoiets daar, daar, daar te stichten. Daar, daar te beginnen.
[i] Waarom?
[r] Omdat eerst die werkwijze en hoe je met mensen omgaan. Hoe, hoe, hoe je hoe je zacht Hoe, hoe je op een speciale manier met mensen omgaat. En omdat daar ook mensen zijn met zorgvraag, maar die worden maar die worden niet echt graag gezien daar door de familie. Weet je, dat zou ik daar wat mensen willen willen scholen, of willen willen willen laten zien dat die mensen ook heel bijzonder zijn. Weet je, je kan met zorgvraag zijn maar hoe jij dingen beleeft Je beleeft ze op jouw eigen manier en dat moeten wij wel snappen, dat jij een zorgvraag mag hebben maar toch ben je een mens en je beleeft dingen op jouw eigen manier. En dat moeten we respecteren. Dat moeten wij.. En bij ons, waar ik vandaan kom vind ik soms dat het niet gerespecteerd wordt. Hoe een mens met zorgvraag over dingen denkt. Hij moet ook zijn eigen mening kunnen hebben. Hij moet ook bij muziek kunnen lachen. Dan lacht hij niet zomaar, dat maakt hem blij. Weet je dat dat, dit soort dingen zou ik wat meer aandacht aan willen besteden. Dat dat zou ik heel leuk vinden.
[i] Dat is je toekomstdroom?
[r] Dat is zeker één van mijn toekomstdromen, ja. Ik, ik doe af en toe al zeker aan, aan de goede doelen. Ik ga ik ga met mijn oude manager van Stichting Orion ben ik ook naar India geweest waar ik gitaarles heb gegeven. en en drie weken aan de kastloze [kasteloze] kinderen heb ik met hun gewoon, met hun die drie weken doorgebracht. In een, in een huis waar je eigenlijk niets luxe aan hebt, je komt op een basis. Je eet gewoon wat zij eten en je doet wat zij doen en heel veel muziek maken we. Dat is eigenlijk een stichting dat een vriend heeft dat een vriend heeft begonnen. Vele jaren geleden. Heeft hij begonnen in India en dat doet hij nog steeds. Hij, hij, ontvangt of, of hij aanneemt kastloze [kasteloze] kinderen die geen goede toekomst hebben omdat zij kastloos [kasteloze] zijn. Dat is het laagste niveau in India. En ze moeten daar, ze kunnen daar wonen. Ze moeten Engels leren en ze moeten instrument spelen. En dan hebben ze kans op een toekomst. En dan ga ik af en toe daar naartoe om daar les te geven. Als vrijwilliger. Ik vind hartstikke leuk, ik vind heel leuk om om mensen te helpen, ik heb net via, via mijn werkgever of via mijn bedrijf heel veel mensen hebben donaties geven. Dat wij naar Bosnië gestuurd hebben voor mensen met zorgvraag. Dus dan zijn wij altijd ergens, waar hulp nodig is dat is, er is altijd ergens wel wat te doen.
[i] Hoe is dat begonnen dat jij je zo inzet voor de anderen?
[r] Ja ik weet het niet weet je, dat dat ik moet eerlijk zijn toen ik jong was, was ik ook niet echt iemand die heel veel gedaan heeft. Maar eh, ik denk dat, dat mijn ouders hebben dat ook heel vaak gedaan vroeger. Maar goed, weet je dat is bij ons normaal dat je anderen ergens helpt. Maar ik denk dat dat, dat ik dit stuk meer ontwikkeld hier heb. Hier zijn heel veel mensen die aan goede doelen werken, hier wordt ook ook gewoon in Nederland wordt heel veel aan goede doelen wordt heel veel werk aan besteed. Dat ik dat ik meer hier geleerd heb om dat te doen. En zeker in Stichting Orion. Er zijn hier heel veel mensen die reizen, en die voor goede doel heel veel dingen doen. Dus dat denk ik dat dit stuk hier echt, echt tot bloei is gekomen.
[i] Heb je dat ook met je dochters gedeeld? Zie je dat ook terug bij hen?
[r] Ja, dat, die, die weten dat ook. Die doen ook af en toe wat, weet je wel. Dat, dat die weten ook hoe belangrijk is, een mens te zijn, of of voor, voor je medemens wat, wat te doen. Weet je ik ben van overtuigd dat, dat als wij als wij ooit hier niet meer zijn op deze op deze wereld. Als we naar een andere wereld gaan. Dat alles wat van jou blijft blijft de goede dingen wat je gedaan hebt. Wat je voor je medemens gedaan hebt. Daar word je herinnerd. Of dat wordt ooit ooit genoemd, en niet dat je veel geld hebt of dat jij een groot huis hebt, of dat jij. Ik denk dat wij op deze wereld gezet zijn om, om voor anderen ook wat te doen.
[i] En wat is dan het belangrijkste voor jou waarvan jij zegt van nou, dat wil ik dat mensen mij gaan herinneren als ik er niet meer ben?
[r] Weet je, als ik ik zou ik zou, ja ik zou heel leuk vinden wat ik net gezegd heb. Ik zou heel leuk vinden om dit soort om dit soort gemeenschap, of of dit soort stichting in Bosnië te kunnen openen, want dat dat op deze werkwijze. Dat je echt gaat kijken wat wat mensen nodig hebben. Ik heb dat, ik ben net twee maanden geleden uit Bosnië teruggekomen, ik heb daar daar heel veel gezien. Eh.. Ik heb heel veel gekend, ik heb heel veel kunnen voelen wat wat mensen daar nodig hebben, zeker mensen met een zorgvraag. Dit is echt iets wat wat wij moeten daar willen hebben. Dat het echt iets is om om dit soort stichtingen daar te openen. Om dit werkwijze om daar te kunnen kunnen kunnen zeg maar oefenen. Om daar te kunnen doen. Zou ik heel leuk vinden. Als ik ooit een grote prijs zou winnen, een lot, dan zou ik dat echt dan zou ik dat echt doen. Dan zou ik dat echt doen.
[i] Ja, mooie dromen.
[r] Ja ik hoop het ook. En mensen begeleiden, mensen leren hoe hoe dat op deze manier kan. Heb ik ook geleerd. Ben ik ook hier geleerd, dat zou dat zou mijn droom zijn. Veel muziek, veel veel, veel, veel eh.. Veel therapieën. Veel, veel buiten dingen doen. Veel met je, met je handen bezig zijn om om.. Dat is echt dat is soort therapie ook voor mensen die geen zorgvraag hebben. Ik denk dat ieder van ons, ieder mens heeft een soort zorgvraag. Niet dat wij alles goed ontwikkeld hebben. Dus ik denk dat dit is om met je handen, om om zich goed waardevolle mensen te voelen. Om zich te voelen dat je iets iets iets doet voor maatschappij of voor je medemens. Dat vind ik.
[i] En zou je dan daarvoor ook terug willen naar Bosnië? of zeg je ik blijf in Nederland?
[r] Ik zou ik zou daarvoor naar Bosnië willen gaan. Dat zou ik, dat denk ik dat ik dat zou kunnen doen. Dat denk ik wel, ik was ook ik heb ook bijna naar India gaan wonen, bijna. Met mijn toenmalige partner en met mijn kinderen, bijna. We werden aangeboden om in India te gaan wonen en daar zo’n huis te leiden en en hebben we niet gedaan maar omdat onze kinderen klein waren. Maar dat denk ik wel. Dat denk ik wel dat ik ooit dat, dat ik dat zou doen.
[i] Maar je hebt toen gekozen om in Nederland te blijven voor je kinderen?
[r] Ja ik heb toen gekozen voor in Nederland te blijven omdat wij ook net paar jaar hier woonde in in Nederland en, ja, onzekerheid weet je wel, ja je weet niet. Ja ja je denkt veel na zullen we dat doen of niet? Toch besloten om hier te blijven. Maar het lijkt me ook heel leuk in India zoiets te beginnen zo’n huis. En met je kinderen en, en ook vrijheid hè, dat is ook eh.. Dat is ook een soort vrijheid, als je dat kan doen.
[i] En je hebt je kinderen toen toch hier opgevoed hè, jullie zijn besloten om hier te blijven. Die opvoeding van je kinderen, heb je dat gedaan als een Bosniër, als een ex-Joegoslaaf als een Nederlander?
[r] Nee weet je, hoe we dat gedaan hebben iets wat je meeneemt. Zoals jij bent. Dan ga je je kinderen ook ook zo ook zo zo geven. En mijn mijn kinderen zijn opgegroeid. Wij hebben altijd thuis moedertaal gesproken, dus Bosnisch. Hebben wij altijd gedaan thuis. En mijn kinderen spreken, spreken vloeiend Bosnisch allebei. Echt heel goed en blijkt echt dat ze naar school zijn geweest dat ze dat geleerd hebben echt heel goed daar ben ik heel blij om. Dat ze Bosnisch allebei spreken. Mijn kinderen zijn gek op Bosnië allebei. Zeker de oudste. Die vinden altijd leuk om naar Bosnië te gaan. Ze willen graag elke jaar één keer naar Bosnië te gaan. En eh.. En buiten onze, onze, onze woning zijn wij Nederlands gesproken. En ik vind dat je zich ook moet inburgeren, dat je zich in maatschappij moet moet gewoon even mee kunnen draaien. Dat hebben we altijd zo gedaan, in de winkel of ergens spraken we altijd Nederlands. Maar thuis spraken we altijd moedertaal. En dat doen we nog steeds. Wel nu een beetje gemengd. Maar dat doen we nog steeds als we thuis zijn dan praten we Bosnisch. En weet je, mijn kinderen dat vind ik ook heel leuk dat mijn kinderen Bosnisch, praten dan kunnen ze met familieleden praten. Dan hoef ik niets te doen weet je, dat kunnen ze allemaal zelf. Mijn jongste gaat ook met met kerst naar naar Bosnië zelf omdat zij niet in de zomer is geweest. Dus voor hun is het heel belangrijk om, om naar Bosnië te gaan, om, om.. Ze voelen zich daar ook thuis, dat vinden ze hartstikke leuk. Ik weet dat oudste een keertje aan mij en mijn ex-vriendin gevraagd heeft waarom hebben jullie uit Bosnië hiernaartoe gekomen? Was dat echt geen kans om daar te blijven? En toen moesten wij haar uitleggen dat dat het echt niet goed was om daar te blijven. Maar zij vinden hartstikke leuk, dus ik heb ik denk dat ik dat ik mijn kinderen opgevoed heb meer als een Bosniër dan dan een Nederlander. Maar ik heb ze alle alle mogelijke, alle mogelijke, alle mogelijke zeg maar Nederlandse, als je zo kan zeggen, dingen meegegeven, om zich, om zich, eh, hier ook thuis te voelen. Om goed in, in te burgeren. Ik ben ook wel een beetje Nederlander geworden, helemaal aangepast aan aan aan Aan al die regeltjes, ik hou van eh, om, om, ik hou niet van regels, maar ja. Soms, soms soms doe je daaraan mee, soms niet, maar maar, maar eh ja.. Ja, ja ik denk dat ik meer een Bosnische opvoeding heb gegeven aan mijn kinderen dan een Nederlandse, maar ja dat is het ook zo, weet je dat dat. Ik ben 24 jaar in Bosnië gewoond en dat kon ook niet anders.
[i] En wat is het belangrijkste Nederlandse wat je aan je dochters mee hebt gegeven?
[r] Eigen mening te hebben, om om om om om om. Hier mag je meer zijn wat je bent. Je hoeft nergens zich te schamen en te zeggen waar je vandaan komt en waar je ouders en je grootouders vandaan komen. Je moet trots zijn dat je uit Bosnië komt. En je moet ook trots zijn dat je in Nederland woont. Dat is het ook, dat is het ook ook je je tweede dat is hun eigenlijk eerste vaderland, en Bosnië was mijn mijn eerste vaderland maar. Dat dat kunnen ze altijd zeggen waar, waar hun ouders vandaan komen. als iemand vraagt: Oh [naam respondent], waar komt die die achternaam vandaan? Dat je trots bent om te zeggen dat jouw ouders uit Bosnië komen. En dat zeggen ze altijd. Mijn dochters zijn heel trots op waar, waar, waar wij vandaan komen. Dat hebben ze geen, geen moeite mee om om. Ze voelen zich ook niet buitenlanders hier, zijn hier geboren en getogen. Maar zijn trots op waar hun ouders vandaan komen.
[i] Hoe heten je dochters?
[r] Oudste die is 19 jaar, die heet Martha. En jongste heet Anna-Marie.
[i] Waarom heb je voor die namen gekozen?
[r] Ik, wij zijn voor die namen gekozen om omdat ze internationaal zijn. Dat kunnen zij, weet je ik ik heb echt toen over nagedacht dat jij ook Dat zijn ook, een beetje Bosnische namen. Je hebt Martha’s in Bosnië, of in ex-Joegoslavië dat maakt niet uit. En Anna-Marie ook. En zij denk, voor voor de jongste voor Anna-Marie denken ze altijd dat zij Annemarie is. Maar zij is Anna-Marie. Dus dan kunnen zij hier Anna-Marie zijn, maar dan kunnen ze ook daar Anna-Marie zijn. Dat denk ik dat dat voor kinderen wat makkelijker is als ik eerlijk ben. Daarom zijn zij ook die namen gekregen. En de jongste heeft van, van mijn ex-partner zus naam gekregen. En de jongste heb ik naam gegeven. En dat heeft ook met onze of met hun grootouders te maken. Dat, dat zit er alle vier grootouders daar in haar naam. Dat dat is ook een een een betekenis van.
[i] Als ik zo ehm, alles bij elkaar neem wat jij allemaal doet, ben je eigenlijk heel erg bezig met jezelf zijn, dat overbrengen naar je dochters maar ook overbrengen naar ja, de bewoners van dit huis. De hele leer je bent, je zet je heel erg in voor anderen. Kan ik dan zo samenvatten dat jouw bijdrage aan de stad Rotterdam dat is dus er zijn voor de anderen en ervoor zorgen dat zij ook weer zich verder ontwikkelen en zichzelf kunnen zijn.
[r]Ja dat kun je, dat kun je zo zien. Dat kun je zo zien. Jezelf zijn en en en liever met anderen samen tot, tot conclusies tot, tot dingen komen. Ja dat ik op zo’n bijzondere plek woon, en dat ik de de de zeg ik nog een keer, de beste buren van Rotterdam heb. Ja dat is, dat kun je, dat kun je noemen misschien als een bijdrage. Dat dat zou kunnen. Dat ik, dat ik samen met bewoners dingen dingen ga doen. Dat ik dat ik daardoor beter beter, Rotterdam beter ga maken. Rotterdam ook bijzonder ga maken ja. Dat, dat kan.
[i] Op welke manier maakt dat Rotterdam bijzonder?
[r] Ja op de de, sowieso zo’n stichting maakt maakt Rotterdam bijzonder. Dat dat vind ik echt. Dat dat dat, wij maken eigen producten. Dat dat dat dat op onze op onze logo staat ook, ook eh dat, dat we in Rotterdam zijn. En dat, dat is een kleine bijdrage in samenleving. Dat dat vind ik wel. Dat vind ik wel. We zijn heel bekend in, in de buurt en van mensen herkennen onze mensen en onze producten. En, en, en ja, dat is een soort een soort, zeker bijdrage in een betere samenleving. Of of voor Rotterdam.
[i] Heb je ooit gedacht dat je dan nu hè, na zoveel jaren in Rotterdam die bijdrage hebt kunnen leveren op het eerste moment dat je hier binnenkwam?
[r] Nee, nee, nee daar heb ik helemaal niet aan gedacht. Ik dacht ik moet eerlijk zijn ik dacht dan ga ik solliciteren en dan blijf ik een tijdje tot ik beter werk vind maar Ik heb zoveel kansen gehad om ergens anders te gaan werken. Daar heb ik geen helemaal niet niet lang over nagedacht nee. Dit, dit hoort gewoon bij, hier mag ik zijn wie ik ben. In mijn werk heb ik ook heel veel vrijheid. Dat is gewoon wat, dat kan ik de beste functioneren. Dan kan ik mijn beste doen, dan kan ik misschien nog meer mijn best gaan doen omdat ik veel vrijheid heb. In mijn bedrijf heb ik dat. Heb ik heel veel vrijheid. Kan ik heel veel dingen Mijn eigen manier doen, in mijn, mijn mezelf plannen mag ik. Ben ik heel blij. Echt. Ik hou niet van dat je geplaatst wordt ergens en van dat je werkt van dan tot dan. Dat dat kan ik niet. Dat niks voor mij. Ik daarom heb ik ook soms in mijn privéleven ook wat problemen dat ik zoveel vrijheid wil wil hebben.Dat ik me heel vaak met kleine dingetjes kan voelen dat ik, dat ik niet goed kan ademen. Dat ik, moet ik ergens ruimte nodig heb.
[i] En in Rotterdam, kan je die vrijheid helemaal in zijn topheid ervaren?
[r] Ja denk ik wel, ja Rotterdam is is wereldstad. Je mag hier zijn wie jij bent. Ja, dat dat denk ik wel. Ja, dat denk ik wel. Voel ik me ook vrij in Rotterdam. Ik voel me ook vrij.
[i] Als je nu terugdenkt aan het interview. We hebben het over heel veel onderwerpen gehad, over jouw bijdrage hè, van het er zijn voor anderen, samen zijn, samen dingen doen. Heb jij nog iets waarvan je denkt, van goh dat zou ik eigenlijk ook heel erg graag willen vertellen? Voor dit project, wat nog niet ter sprake is gekomen maar wat jij wel heel erg belangrijk vindt, hè dat is ook Rotterdams. Een onderdeel van mijn leven, van mijn levensverhaal.
[r] Ja, dat is het, het. Wat ik zou wat ik zou mee kunnen geven is het aan aan Rotterdam Dat, bijvoorbeeld kan ik specifiek zeggen over vluchtelingen Dat heb ik meegemaakt en dat weet ik heel goed hoe dat kan zijn. Rotterdam kan dat heel koud overkomen. Als je ergens vandaan komt en voor de eerst hier bent en. Dan kan dat koud overkomen, terwijl niet zo is. Maar misschien dat dat daar iets Vroeger we zullen altijd hier naartoe komen. Dat is een stad die trekt het is sowieso Nederland is een een land. Misschien om daar iets iets wat wat wat wat beter dingen te regelen voor de mensen om eerder zich thuis te voelen. Bij mij duurde één jaar voordat ik me thuis ging voelen. Dat kan veel eerder. Misschien is dat iets aan Rotterdam, om daar wat proberen te doen. Om om die soort mensen niet te vergeten maar vanaf begin omarmen en en liefde geven en en zeggen dat je dan dat je dan vol vol bent. Dat doet niet Rotterdam dat doen de mensen, maar.. Zo kan het dan plaatsen.
[i] En waardoor kwam het dan dat jij die kou voelde?
[r] Ja dat komt door door onze onzekerheid, maar ook ook onzekerheid van andere mensen, om om om om kennis te maken, om om om in aanraking te komen om om om te communiceren om, weet je dat. Dat ik ben een heel open mens, ik maak heel makkelijk vrienden, ik maak heel makkelijk kennis met mensen. Ik, ik maar dat was wel moeilijk in begin om hier, hier te doen. Ja, dat dat dat. Dat is normaal, maar ik denk dat daar net iets aan gedaan kan worden. Om dat makkelijker of eerder of eerder zich hier thuis te voelen.
[i] En wat miste jij daar dan het meest bij?
[r] Contact. Contact, of of wat meer voor voor kijken wat mensen nodig hebben. Weet je gewoon contact. Aan aan, dat is gewoon wat meer om wat meer, contact te zoeken. Van alle twee kanten. Maar, van Rotterdam zeker. Om daar wat meer. Om eerder mensen te te bij dingen te betrekken. Om mensen te te te mensen te laten voelen. Weet je als een vluchteling komt dan ben je hier zo verloren. Dan kan ze zich zo verliezen, dan kan je ook slechte pad op gaan hoor. Dat is ook die draad is heel klein. Dat kan je, of ga je goede pad op of ga je slechte pad op. Die draad is heel klein dat je dat zo kan gaan. Ik denk dat ook heel vaak de mensen die uit buitenland komen die die die gaan slechte pad op. Omdat dat wat makkelijker is. Of omdat, omdat Ja makkelijker omdat je. Daar word je verleid. Door die kou, door door door. Misschien of afstand of door door meer mensen te laten betrekken weet je. Dat, dat heb ik zelf ook ervaren. Ik had toen ik hier kwam kon ik ook slechte pad kiezen, om slechte pad op te gaan. Of niet. Dat had ik niet in mezelf gelukkig heb ik dat niet gekozen. Heb toch gekozen om goede pad te kiezen en ik had kinderen en dan moet je dat wel. Dan ga je niet zomaar slechte, maar dat gebeurt heel vaak. Heb ik wel heel veel mensen gezien die slechte pad gekozen hebben. Omdat ze niet thuis voelen, omdat zij. Dan worden ze daar, denken ze dat ze daar omarmd worden. Maar dat is eigenlijk is, schijn bedriegt hoor, dat is niet waar.
[i] Dat is een heel mooi advies.
[r] Ja, dat is zeker.
[i] Iets wat jij miste.
[r] Eerder mensen te omarmen en thuis laten voelen.
[i] Oké, dan ik heb heel veel van jou gehoord. Ja ik wil jou daarvoor bedanken. Dat jij aan dit project mee hebt willen doen en jouw levensverhaal in al zijn kleuren hebt willen delen. Dankjewel [naam respondent].
[r] Jij ook bedankt.
[i] Ik hoop dat je het een beetje leuk vond.
[r] Ja ik vond heel leuk. In het begin was het spannend maar, ik ontspande zo snel hoor dat was geen probleem. Jij ook bedankt dat je mij gekozen hebt om hier mee te mogen doen.
[i] Nou het was zeker de moeite waard.
[r] Nou, gelukkig.
[i] Dankjewel.
[r] Jij ook.

[i] Okay. [name respondent] Nice that we’re having this conversation together. I’m glad you made time for our project. To start the interview, I asked you to choose an object that is very dear to you. And I’m very curious what that is. And if you can tell me anything about it.
[r] Yeah, that’s one of my guitars. My best friend. And who always goes with me and who’s always beside me. I use them in the good times and in the bad times. But it’s always there, then I can express myself, then I can involve my feelings. Then I can be what I am. Together with my guitar.
[i] And what does that mean, being what you are?
[r] My wish?
[i] No what that means.
[r] That means a lot to me, it’s just then I can be what I am when I have my guitar next to me, and when I play then I can completely shut myself off from the outside world, then I can really come into some kind of ecstasy. Then I can really be myself.
[i] When did you start to fall in love with a guitar like that?
[r] Oh, it’s been a long time. It’s been 32, 33 years. I was sold right away, with the first one. With the first tones, I had completely fallen in love with a guitar. I did, I started playing with my brother. He taught me. And ever since, I’ve always carried my guitar with me.
[i] And how did that happen?
[r] Yes, in my family, music was always very important. I grew up with a lot of music at home. My mother used to sing, my sister used to sing, she also played the guitar. My brother plays the guitar and I also started when I was eleven years old.
[i] Do you remember what your first song was that you played?
Yeah, I guess, I’m not sure I know what song it is. But I played on one string. I played bass guitar then. And then I played, my brother played there. And to give him a hand, he asked me to help him, we had two guitars at home at the time. And, I said yes right away. So that’s how I started and that’s how it started. Me and guitar. Inseparable.
[i] Still?
Still. Always will be. Forever like this.
[i] Would you like to play something for us? I wonder what that is.
[r] Yeah, no, I sure would. I’m going to play a song I’ve been working on a lot lately. And that’s just part of this time with me. So then I’m really gonna play one of the latest songs. A piece. I’m on watch here. So close your eyes and get some rest. I’m here to watch your heart. It’s been faulted from the start. I’m the ribs in your chest. I’m not an angel. I never mean to make you cry. Jumping through my hoops with dissension in the troops and a smile inside. What’s that over my shoulder? Fear of getting older. Stay with me. Sing me a love song from your heart or from the phonebook. I don’t matter me I’m an apple, you’re the tree. I won’t fall when you shook. What’s that over your shoulder? Fear of getting older Stay with me. la la la la la la la la la It ends with a kiss. It ends with a tear. It ends with the lights out bathed in our fears. Tell me nonsense I don’t want sincere. I saw the lightning. Cut through last winter sky of the year. la la la la la la la la la la la la la la la la la
[i] Very nice.
Yeah.
[i] Thank you very much.
[r] Yeah, I got that as a present from a friend. Then I, I call it a gift. I heard this song from her for the first time. Then I was immediately sold. So I had to learn to play it for a while.
[i] And why were you sold? Can you tell me more about that?
[r] Yes about it. First, about music. I like music very much. But I also, um, I really like lyrics. A love song. It’s about love. I love it. That’s just part of guitar. Love, guitar, sadness. It’s all part of guitar.
[i] What does that song do to you when you play that?
[r] Okay, yeah, it does a little bit. While I’m singing and playing that, I’m thinking about a few things. How that came about, for example, that song, when I first heard it. That I liked that very much and ever since then I haven’t let go of this song. I think it’s very beautiful because every time I can play it I do it.
[i] What kind of emotions goes with it?
[r] Yes, there are a lot of emotions on top of that. Yeah, yeah. Also from now, but also from the past. Also from friends, from family, from that friend too. She’s coming up, too, so.
[i] It’s still a special song.
[r] Yeah, that’s definitely a special song. Also a very special person from whom I heard that for the first time. I got it from her and I’m very happy about that.
[i] Good to hear. And nice that you wanted to share that with me here for the project.
[r] Yeah, nice that you wanted to interview me. So nice, too.
[i] You’ve played a song now. You told me, guitar is a life of yours. Music means a lot to you. But can you tell me something. Who are you? Who’s [Name]?
[r] Okay. Yeah, I… I’m [name respondent]. I’m 45 years old. I’m from Bosnia. [painting falls off the wall] Oh. I’m about Bosnia… That’s a sign. I think it is. I’m from Bosnia. I came to Holland 20 years ago as a refugee. With my girlfriend at the time. Now we don’t live together anymore. And yes, I’m an ordinary guy who had an ordinary life in Bosnia. A very good one, I’d say had a very good life, as a child. Very nice childhood. And just before I came here, I was busy, I was studying in Sarajevo. And because of the war there, I had to quit. And I spent another two and a half years in the war and at one point I was a bit fed up with all the things that happened there. I saw a lot of things. I’ve seen a lot. I also saw a lot of bad things and that actually helped me to leave my hometown and my homeland. Without war I would never be here. But then it was different. And then I decided to run away together with my girlfriend. We came to Holland. Then you’re probably going to ask why Holland. Yes, I will. We had a girlfriend living in Amsterdam. And she said it’s a little easier to get papers here, to stay here. And I didn’t feel like… I didn’t think I’d ever come back. But that’s why we came to Holland and stayed here.
And how was that, that choice, to make it. Gosh I’m leaving my homeland now, I’m leaving.
Yeah, I gotta tell you, it wasn’t that hard to make that choice. I’ve been through a war. And because of that, as a soldier, I’ve seen a lot of things I didn’t agree with. Especially after the… how people treated each other and how people weren’t people anymore. How they were bad. And that they were going to hurt the others. And that touched me so much that I thought now that’s not the country I want to stay in. That’s not what I learned as a kid, that’s not how I grew up. How I dealt with people. I didn’t like that. That’s when I decided to leave. There was another reason easier, had it been, I was in love. I was with my girlfriend and we wanted to be together somewhere where there’s no meaning to what faith you have and who you are and what your name is. We didn’t want to go through that. We wanted to go somewhere where it doesn’t matter. And then we came to the Netherlands.
[i] And what has that done to you to see it all there, to experience it and then decide I’m leaving.
[r] Yes, I have to tell you honestly I think I suffered some kind of trauma because of that. Anyway, I have suffered trauma as a soldier who has to deal with guns every day, who has to shoot, who has to go to war, who has to do something else than what you are used to. I’d rather make music with my guitar than walk with a gun. That’s what made me… That’s what made me, a different person. I’m sure it did. I was 23, 24 years old at the time. I was supposed to start living. I had to party with friends. I had to go after women, you know, that’s just part of it. I just had to enjoy life, but I didn’t. So that really made me a different person. Whatever it is, is that… I think I’m very damaged because of that and I miss, I have to say, I still miss that time when I’m 23, 24, that I can travel, that I can do things I like. And then there was no chance.
[i] And when you think back now, huh, are you different now from what you would be if you had?
[r] I guess I’ve changed a lot, yeah.
[i] Can you tell me more about that?
[r] Yes, tell me more about it. You know, if you miss that. Then you miss your whole life, I still miss my, yeah, it’s not childhood, but having that age and doing things like that. I guess I’m trying now, too, because I’m not with that girlfriend anymore and I’m trying to live a little freer life now, I gotta be honest. I’m trying to catch up on some things. I just need to. And that’s how I feel and that’s what I need to do. Then I do. So then, when I think about it, yeah, I’m a little bit sorry. That it turned out the way it did, the way it turned out. But you can’t undo that. You just have to try and enjoy your life. And anyway, that I had to shoot, that I had to go to war. Active participation. Yeah, that’s made me a whole different person, too. I’ve seen a lot, too, a lot… Luckily, I guess I never saw that I killed anyone or that I, you know… Luckily, I stayed human during the war. Where I wanted to be, who I wanted to be. I didn’t do any bad things. I didn’t hurt anybody. At least not consciously. And I’m very happy about that. I’m very happy about that.
[i] Does that affect your life right now? That period?
Yeah, it’s affecting my life right now. But the way you can’t be the same person. And I think I’m kind of, I’m very open in there, that I’m also a little damaged in there. That I, you know I have voice swings now and then, I think that’s why. Because of my war period. I’ve also been trying to process somehow. I don’t like to think about that, but I do need to… You know, I grab the computer and I watch some wartime movies or some documentaries every now and then. That’s what I need every now and then. I don’t know why, but I do watch that every now and then. Sometimes I also dream about that every now and then and sometimes I also have a feeling when I walk somewhere, for example when I walk that one thing I see that brings me back 20 years ago, what I experienced. About weird things or… That I also have that now and then unconsciously I’m not consciously working on that, I try that… It’s up to me… Whatever I’ve done internally, I’m also trying to meditate a little. I also try to work a little on myself and that has helped me anyway. I didn’t stop and say that’s it. But, I’m also trying to develop myself. And become a better person anyway. But that’s definitely had an impact on me. Still do, but…
[i] Can you tell me a little more about how you’re dealing with that? That you say meditate, for example.
Yeah.
[i] How did that go?
Yeah, how I deal with it. Sometimes I don’t want to think about that, you know. Sometimes, you put it away, too. But, you can’t quite get rid of that feeling. Sometimes it comes up. I have friends I can talk to. I’ve also been seeing a therapist for a while. I needed to tell you. He advised me to have kids with me. And tell me kids. I find that very difficult. But my children are a bit wise and then they find out with questions. And then they often ask: ‘how did that happen? And “what have you been through? And that helps me too. So having these conversations with friends or with children. Every now and then it just comes up. And with my guitar, I often have conversations about it. When I’m making music, it comes up. Then you have that too.
[i] And meditating, how does that help you?
Yeah, you work on yourself. On inner things. That’s what I got through my work. I work for an anthroposophical institution. That’s Rudolf Steiner’s teachings. He’s also someone who was once born in Croatia, and actually that was Eastern empire. Coincidentally. I came across these people here. That doctrine is about the spiritual world. A kind of spiritual world exist. And that it’s accessible through your own inner development. And that helped me a lot. I’ve come into contact with that, I’m still working on that. And meditation anyway, that’s good for everybody, you know. There you work on your own peace. That’s what you’re working on.
[i] And can you tell us anything about how you came into contact with that, with that doctrine? How did that happen when you think back?
Yeah, very coincidental. I was… We were still together then. We came to Rotterdam. We were going to get a house here. And I was unemployed. While I’m a, I can say, very handy guy. With my hands I can not only play the guitar, but also do other things. And then, through a friend, I met a woman who had just become a widow and wanted to change everything about her house. Everything that reminded her of her dead husband, she wanted to change. Then I painted a wall for her and she was completely happy with it. She asked me to renovate the whole house. So from laying parquet to painting walls and basically everything I needed I did for her. And she had a handicapped daughter. She lived in an anthroposophical foundation and they needed someone who was handy. Who could do different jobs. Then she asked me, “Would you like to apply there? Then, which I really wanted to do. I was really looking for a job. I wanted to do something. Wasn’t anything for me to stay home and do nothing. So I applied there. And, then I got hired right away. In a few days, I got a Melkert contract. It’s such a fugitive thing, you know what that is. I got offered a Melkert job. That’s how I came into contact with one of those institutions. It was the first time for me, I have to be honest, in a year that I really felt like a human being. Then I would have been so received in such a company. Really not as a refugee or as someone who comes from somewhere. But I was really received as a human being. That’s what touched me so much. That I completely fell in love with those people, with my colleagues. With that kind. To Orion. That’s my employer. I just felt at home from day one. And they understood me so much, you know. I was kind of shocked when I got to know the residents. They were all people in need of care. Physically or mentally or both. And I was a little freaked out. I thought, “I hope I can find my way around here. But with the help of my colleagues, I learned a lot from the people I worked with. And I’m still thinking, how long have I worked here, 17 years, I think. That I work here. So that’s how I came into contact, by chance. And I’m still here.
[i] And you say, “you felt like a human being. What’s that? What’s that for? Why wasn’t that before?
[r] You know, as a fugitive, I don’t know if you felt the same way, as a refugee here, it was very hard to find your way out. People weren’t really, at first, open. For people who come from somewhere, especially people from abroad. Yeah, people are very careful about that. I felt a lot of people who are a bit cold towards each other. And we didn’t have any friends, we didn’t really have anyone in Rotterdam. There were two of us here and you really have to do a lot to make a living here. To be able to make a start here. And, so there was a period of one year in which I didn’t really feel comfortable. We’d been thinking about maybe going back, you know. That was pretty hard. In shelters and, you know, moving all the time. I didn’t really feel comfortable. But when I got to know people here, from day one, I felt valuable again, I felt human again. I felt really… I could be what I am. And they accepted that. They really liked seeing me as I am. And that gave me a huge push. I can never forget the first time I came home. I said to my girlfriend at the time: ‘yes you know, I haven’t experienced this in the Netherlands yet, this kind of people… I can’t explain it but you have to go through it. Really talking to them. And there I was really really really… I felt like a valuable person again. Who has real value. And who can be what they are.
[i] And then how did that happen again?
[r] Yeah, I got a permanent contract after that. And then my girlfriend got a job at the Orion foundation. And within a year, a year and a half, we’ve been asked to live within “community”, we call it “community”. And 15 years ago, we were looked upon as some kind of cult, I have to be honest. That was… Yeah, we did a lot of things together. We had a lot of meetings. We had a lot of annual parties. We had a lot of fun. We had, you know, people in the neighborhood thought that was pretty exciting in the beginning. And that was also a first, I think, in the world. That in the anthroposophical foundation, or a community where handicapped people live and work, they come to the neighbourhood. In the old days they were always away somewhere in the woods or behind the fences and then they didn’t have much contact with the outside world. I think Orion is a first here in this area. And also what we did back then is: to involve people from the outside in a lot of things together with the people from the neighborhood. That after 15 years we are now very well known here, you can’t imagine Zevenkamp or these parts of Rotterdam without Orion. And that’s actually… People then look at us as a sect because they didn’t know much about us. Because they, you know, two didn’t have much contact with them. But now we’re really, I’d say “settled”. That we really mean a lot in the neighborhood and we do a lot together with people. And we came to live here as a resident employee. And I still live there. I’m having a great time. I couldn’t imagine living here in a terraced house. My kids grew up here and they still like being here. Then I’m still the only resident employee in Orion. I still am, and I hope to stay for a very long time.
[i] And how does it feel to be part of that foundation?
[r] Yeah, I have to say I’m honored to live here. I live in, you’ve seen, a green environment. That’s very quiet, very nice. I always say I have the best neighbors in Rotterdam. I live together with 8 severely disabled people or I would say, people with a care need. And we’ve never had any problems in those 16 years. I feel honoured to live here. It’s true, I have to be able to separate my work from my private life. Sometimes that’s too much. Then they can always reach out. And then I’m actually available 24 hours when I’m at home they can always call me. But on the other hand, I have a lot of freedom that I can also separate very well. I have enough time to build up and do my private life well.
[i] Can you tell me something about your role within that foundation?
My role… I started out as a handyman. I did my first year on my own. And after the first year, I did it with a few of our residents. I walked in different houses every day. We have 16 locations here. So I visited houses every day with two boys with care needs and did small jobs with them. That was two guys who were on a higher level. And they were very handy too. But they lived in Orion. I did with them, I think seven years. I also worked in homes as a guidance counselor. I’ve, what else have I done? Yeah, I’m… Then I moved here, I had my own workshop. Where I tutored people and did their different jobs. What I’m doing right now, I’d say I’m taking care of fire safety in Orion. Anything to do with fire safety goes through me. I also check all the fire stations in Orion, sometimes I do it with residents, sometimes I do it alone. Got certified for. And I supervise people in their workplaces, here at the cultural center. If, for example, our hall is rented out or if it’s in a theatre play, if it’s in a concert, then I go with people to set everything up. From technique to cleaning, I do everything. That’s what I’m doing right now.
[i] And within that foundation how is your relationship with the residents, with the employees?
Very good. Yes, I have very good colleagues. Anyway, we’ve grown a lot bigger than we were 15 years ago. I think we have more than 100 residents and more than 100 employees. I have very good contacts I would say, especially with residents. I know every resident and every resident knows me. They also met me through my guitar. It has helped me a lot here as well. I make music a lot in Orion. I also give private lessons to a few residents. They really enjoy making music with me here or at their home. Yes, that’s very healthy, very good, I really like it here in Orion. I’m really glad I’m here.
[i] And can you tell me something about how you combine music with the foundation?
Yeah, I’m combining… We also have a music group. And anyway, people love music. Just like me. Maybe even more than me. And they always ask me to come to one of the houses and make music. Today I just got a question from a ceramics workshop if I want to come to their house at half past four in the afternoon to make music with them. I give private lessons, guitar lessons, to three residents. Now and then we sometimes perform together, in our cultural centre. And anyway, when we celebrate our annual parties, there is always a lot of music present. It is made by me or by someone else. I have a lot of colleagues who also make music, who play different instruments. Once in a while we get together and make a party out of it.
[i] And what does that do to you if you can share your music with, yes, the residents of this foundation?
[r] Yeah, that makes me happy. Then I’m totally in my element. I certainly make music for others too. And I’m very happy to be able to share it with them. And certainly proud that they also want to play or sing with me. Yes that just makes me happy man.
[i] And what kind of music is it that you guys make together?
Oh, we play all kinds of things. From Beatles to Andre Hazes, for example. Anything. We make everything. It’s really all kinds of music. From rock to blues, from Dutch-language to even Bosnian music I play with them, they love it. Yeah, they really like it.
[i] And is it just an activity making music for the residents or does it have another purpose from you as well?
[r] Yeah, you know, it’s another purpose. I’d say I teach three guys. And then I got a little into that, too. And, I ever wanted to find a way to hit people, to trigger people, to make people happy. There are three residents who are very different from each other. And, I make music with them in three different ways. They’ll never really be great guitarists. But how they enjoy playing guitar with me. You know, that’s enough to see. They sing and they play guitar their way. Two of them can’t play chords themselves, but how they get loose and how they laugh at it. You know, that’s a goal for me. If I come and get them to come and play with me, if you see that smile on their faces. And that they keep talking about it, then it’s really a situation for me where I think yes, I’ve made something. So I’m really trying to connect with them through music. And I certainly have. We’re very happy about it. I also hear from parents that they always talk about coming to me. To make music, play guitar. That also makes me enthusiastic. I love doing that.
[i] And how do you see that going on? In the future?
[r] Yes, in the future I see… In terms of music, you mean? Yeah, you know, there’s a lot of demand in my foundation for residents to give music lessons, especially guitar lessons. I don’t have a lot of time for that. I gotta be honest, I’m a busy guy. I like different things. So I said I’ll go with the three guys. And I’ll see about it later. But now I don’t really have much time to hire any more people to make music when there’s a lot of demand for it. But I see, they like it. If they like then we do it together, if there’s ever time they don’t like then we don’t do that anymore.
[i] You say you’re a busy man. What else do you do?
Yeah, I’m a busy man. I have two daughters first. They’re really the most important ladies in my life. From 19 and 16 years old. And that really helps me a lot. Youngest daughter lives with me and oldest daughter lives with her mother. She doesn’t live far from here either, by the way, but they do come to sleep with me or with her. They can decide for themselves where and how they want to sleep, they can always decide for themselves. My youngest daughter of 16 is a top athlete. She plays tennis very high and travels a lot. She trains a lot and that’s what I’ve been very involved with all these years. That’s now, I think, that she plays tennis, now 7 years. I’ve travelled a lot with her. I’m very much involved in that. I have a lot of work to do. And with the oldest, I have to be honest, I have a little less obligations. Anyway, it’s always waiting to see what we’ll do together. That we have conversations together, that we do something. So yeah, that’s my number one job. Being a father. And besides, yeah, I work out a lot. I also did a lot of sports as a kid. That’s also remembered when I was 16. I know I had to choose again, did I have to go back to sports or did I have to play more guitar. Luckily I chose my guitar. But I kept playing sports a bit. And still do. I sport two, at least two, times a week. I play table tennis. And until two three years ago, I also played competition. Now I only do it recreationally, but as fanatically as a professional. So that’s what I do. I’ve been in a big group a lot… I have a lot of friends. I spend a lot of time with my friends. I make a lot of music. I also play in a band. I perform a lot. Or with me in Orion or somewhere else. Any chance where I can show my guitar then, I take it. And then I make music.
[i] Can you tell me more about that? About your band.
About my band. Yeah, nice. Yeah, that’s, after 15, 16 years of living here, I met some people from Ex-Yugoslavia. And we have a band that includes me, a guitarist, and a singer from Bosnia. We have a singer who’s half Dutch, half Croatian. And we also have a band member, a Dutchman. He plays cajón. Yes we found each other by coincidence. I was looking for a singer and I wanted to go a bit towards traditional bosnian music. But I met her and she likes a whole different style. And she’s got a guitarist involved too. We not only love music we also found each other as people. We like each other very much and we get along very well. So besides making music we’ve also become very good friends. And it’s just a positive atmosphere when we see each other. When we make music together it’s really a pleasant evening. Or a pleasant day, we do it almost all day. That’s great fun, really great fun. That makes me happy. This kind of people and this energy. That we all shine that’s really something we do to set up.
[i] What kind of music do you guys make?
[i] We play famous covers of R&B. But we also play, we also make music from Ex-Yugoslavia. We all grew up there and that’s all in us. Our cajonist he’s Dutch. That’s music you have to make with emotions. And it’s very easy for us to use our emotions to make music. So when we give a concert where a lot of people come from Bosnia or from Ex-Yugoslavia, we usually play our songs. They come from there. And when we play in a Dutch cafe, we play half-or only english.
[i] And why is it important for you to be active in such a band?
[r] You know, it’s not, I wouldn’t say, important, but they’re people I have a thing with. With whom I can be who I am, with whom I can laugh, with whom I can give a lot of energy and receive a lot of energy. And that makes it even more special when you have people like that around you. That makes it very special. And that’s very valuable to me. You know, we’re really friends, too. Besides making music, we’re also friends. And that’s easier, too. To put that energy into it. To do things.
[i] And performing for the Dutch or for a Bosnian audience, does that matter? How do you see that?
It doesn’t matter to me. I like both. So it doesn’t really matter to me. Of course I like performing for people who can feel the same way I do. I like to play. But I also like to play for english songs. I like both. I’m someone who very often doesn’t make choices. He prefers to add things rather than repel things. So, yeah. That’s just part of me.
[i] And what’s that? That feeling, that feeling with music? Can you tell me about that? Feeling, yeah. Yeah, that music brings out all the good things in me. Everything positive, everything. While I also make music when I’m sad. I also take my guitar when I’m, I don’t know, in tears or when I’ve had a really bad day, when I’m tired, when I’m sad, when I’m sad. Then I can take my guitar too. That also helps me to let my feelings come to the surface or to express myself to be what I am. That’s very important to me.
[i] And, what is that “being who I am”?
[r] What is that? I didn’t come out either. What is that “being who I am”? I’m trying to be who I am. I have. That’s also a song from a band that’s from Bosnia, too. And it’s about being what you are. You shouldn’t try to be somebody else. Be who you are. That’s the easiest thing. Don’t have to play, act, be who you are.
[i] Why is that so important to you?
It’s very important to me. I really try to be who I am. And yes, I’m not always the easiest. I’m not always the prettiest. I’m not always what others want to see. But I’m always who I am. That’s very important to me. I can’t play, I can’t act. In real life I really try to be who I am.
[i] And why is that, that’s so important to you?
[r] I’ll be honest. I always felt a little different. I felt like a child and as someone 12/13 years old, I always felt something different from my friends. And that doesn’t have to be on the positive side, but I just felt different. I always felt different. Then for example, one of my wishes when I was 16 to… I don’t know if I’m allowed to say that. Of course you can. When I was 16, I wanted to… My wish was what it would be like to get to Amsterdam with elevators and smoke a joint. Where you, where no one makes whether you do or not. That really was my wish when I was 16. With a friend to hitchhike to Amsterdam and smoke a joint there on the Leidseplein to not have to be somewhere where nobody sees that. I was thinking what kind of freedom that is, you know. Then you’d feel freedom. And for me it’s very important to feel free. Then I can be who I am. So I always felt a little different. I read a lot of books when I was 17/18. You wouldn’t expect that, but I read a lot more than my friends then. And I know that when I was laughed at once I thought I was reading books, you know I’m not going to tell you again. And now I don’t read at all. Guitar is my book, so then I have a lot with my guitar. But on some level I felt a bit different. Now I still feel different from others. We are all different from each other and every person is unique. But every now and then I feel different. Being who I am.
[i] And in the Netherlands, in Rotterdam, do you feel enough that you can be yourself? That you can be who you are? I’ll be honest with you. Ever since I broke up with my girlfriend, I’ve been a little more myself. In a relationship you can’t always be who you are. You have to adapt a lot, too. And every once in a while, I had trouble with that. And now I’m trying to… Now I feel like I’m a little more myself, that I can do more of my own things. It’s also easier when you’re alone. If you’re in a relationship right now that’s… I always felt a little, yeah, not really who I am. And that’s normal too, you know. You have to adapt to others. Anyway, I think I can be who I am here. Especially my job is my life, I live at work. And then, that’s where I can be who I am. With my friends, I can be who I am. With you, I’ll always be who I am.
[i] And in a city like Rotterdam, what’s it like to be yourself there?
[r] It’s very easy to lose yourself there. I have to be honest with you, I feel like a Rotterdammer. I’m very proud of our city. You live there too. And every time I’m somewhere, I’m proud to say I live in Rotterdam. When I’m in Rotterdam, I’m a Rotterdammer or when I’m in Veenendaal, I’m also a Rotterdammer. But that’s where you lose yourself very much, I think, it’s very easy. It’s a big city. It is a busy city. Everyone has a busy life. And that’s where I sometimes lose myself. Sometimes when I go to the city… For example, I feel like I’m not enjoying the city very much. That I let some things pass me by. That they pass by.
[i] And why is that?
I don’t know. That’s just, yeah, I don’t know. I also feel… Yeah, it’s really hard to explain. Yeah, you just lose yourself in a city like that. I’d like to be a little more connected to Rotterdam. I live right on the outskirts of Rotterdam. House where I live is really the last house to Seven Houses, so really last house. So I really live on the periphery. Really outside the city. But when I go to the city. I like to go to the city centre. Then I’m not really… You know, I’d like to see some more of Rotterdam. I’d like to hear more about Rotterdam. I’m missing a bit there.
[i] And what do you miss?
What am I missing? Yeah, to be more involved. To be more involved. I don’t know what things, but to be more involved. That’s because of my busy life. It’s also because of me, not just, how should I put it, because of our town. But it’s also because of me. It’s because of my busy life that I’m not very connected to… I feel 100% Rotterdammer. I am really proud of our city, what it has ever experienced. I’ve also looked a bit into history, read it, but yes. To mean more for Rotterdam or to be more for Rotterdam, I could work on that.
[i] And what could that be?
[r] Well, what could that be. You know what, I’ve ever, like, tried to do what you can, you know. You have to try to do things yourself. You shouldn’t expect others to do things like that. I once set up an action with our residents. We used to pick up dirt and clean up around the Seven Houses pond every day, you know. That’s what you can do. And then I thought, hey, I could do that, you know. If we went for a walk around Puddle. If we take a walk around puddle, we take all that dirt with us. Put it in the bag and then help in a way to have a cleaner city or our neighborhood.
[i] And do you think there’s enough room to do things like that in Rotterdam?
[r] That’s where you have to look for yourself, you know. You shouldn’t sit at home and expect something to come to you. You have to be more active. Yeah, I think you can do a lot. But then you have to show initiative, then you really have to take initiative yourself, I think. I don’t do that much myself. I have to be honest about that. But, I’ve got, you know… You can make time, but, yeah, I don’t make time to do that. But I’m very proud when I walk down the street in Rotterdam. There’s always something new to see.
[i] Why are you proud of Rotterdam?
[r] Yes, I’m proud of Rotterdam being a working city. For example, that it’s something completely different here than when you go to Amsterdam. Amsterdam is a city with a lot of tourists. There are a lot of tourists here too, but Rotterdam really is a city that works hard. And Rotterdam, everything it experienced in the Second World War, that you were bombed completely flat. What has become of such a city. That’s really… I’m proud of that. I’m proud that Rotterdam is home to so many nationalities. You know. Like nowhere else in the world. You should be really proud of that. All those parts of Rotterdam. Say what, Oude Haven, say what, Feyenoord, say what, all of Rotterdam.
[i] What do you think is the part of Rotterdam you’re most proud of?
[r] Little place I’m most proud of. Yeah, I don’t really have one place. I find a lot of things that are really nice, like Delfshaven, old Delfshaven of Rotterdam. Erasmus Bridge, Cube building and new central station. Cockpit. You know, that’s all icons of Rotterdam. All that for me, that’s what makes Rotterdam. I don’t really have one part of the city. I like everything.
[i] And the people of Rotterdam?
[r] Yeah. Rotterdam people are, you know, different. That’s different, too. Rotterdammers are also people who work hard to stand up for themselves. My world is a little smaller here, I have a lot to deal with the same people. And that’s why I don’t have much contact with really the whole of Rotterdam. But… Yes, for me Rotterdam is also people who work very hard. Who can be happy but who can also be a bit distant, I’ve also experienced in Rotterdam. But I think everyone is proud to live here and to be a Rotterdammer.
[i] What makes that pride? What’s that to you?
[r] Yes, I think it has to do with history. That Rotterdam people could always stand up for themselves, just like the city actually People make a city the way it is. And when you look back to history, to all those things than those people made and not the city itself. People make city. As far as I’m concerned.
[i] Which place in Rotterdam is the most special, what makes you feel the most special?
[r] That I have the most special feeling with. You know, I think I haven’t seen a lot of places in Rotterdam yet. I happen to have via Facebook. A friend sent me a picture of who said that is in Rotterdam. I said that’s impossible, I’ve never seen that before. It was a building where bicycles were hung, you know, I loved it. I found that striking. I’ve never seen that before. I have to go over there to see it. But a special place for me… Yeah, Coolsingel is for me. When I first saw it and experienced it, it was huge for me, it was huge for me. Then I thought it was Rotterdam. Yeah, that’s Rotterdam. That I’ve ever heard. And all those stories you’ve heard. I think Coolsingel is a very special place. Next to this building. This is where I came to live when the building wasn’t finished. This is also a very special place for me. I think maybe even before Coolsingel.
[i] Can you tell us a little bit more about that?
[r] Yeah, that’s a building, a cultural center of the Orion Foundation. It’s made of three parts: the first part is a cultural center, the second part is a caretaker’s house, where I live, in this studio. And the third part is Amerlande house, where 8 severely disabled people live or people with a care need. Yes, that’s actually… This building is made in a very special place. There used to be an old farm here. An old farmer had become very old. He couldn’t take care of his own animals anymore. And he didn’t want to sell this piece of land to a developer. He wanted something special to come here. And when his pioneers from Orion happened to meet him. They explained to him that they were looking for a place in Rotterdam where something very special would be located, so this cultural centre. And the old farmer was immediately sold and he said when I die I want this piece of land to come to you and that it belongs to you. Then agreements were made that old trees and old orchard that it would remain. Farm, they got rid of that and put this building up. And what’s more, we have a bowl downstairs that’s made of copper. Everybody did their bit. Every employee and every occupant gave a blow with a hammer in that bowl. Even the old farmer has also struck with a hammer, which is carved into the ground downstairs and which is fixed. So that’s all very special here. How did people get to this piece of land. And that the farmer really didn’t want to sell it to a developer but to something really special. That already makes it special. And especially the people who live here. Our residents make this place special. The plan was once to place a building here, where people can meet each other. Where people can work together on things and at least do things together. And that would be a yoga center or a meditation center. That is very often used. By people who are meditating or who are busy in another way. In this building you always feel a lot of energy. Really a lot. You can always feel that. And everyone, I don’t know if you experienced that when you first came here, everyone feels something here. They can’t explain that, but they feel something. And I still feel that when I come in here. When I go on vacation and when I come back, I always feel at home here. I feel a lot of energy flowing.
[i] Then what’s the most important moment in this house for you?
[r] Most important moment in this house is when I came to live here. At first I didn’t believe that I would live here with my family. It was very special. I’m still being asked by people who come here for the first time. They ask me: how did you manage to come and live here? I feel really honored to be here. Yes, the most important moment is coming to live here. When I moved, and when I slept here first night. I felt really lovely.
[i] Why was that so special?
Yeah, I always had a thing for this building. I could design this house myself, and I contributed. I designed some things myself to see what it would look like. That’s already very special to me. That I could think along. That I could participate in design. And yes, it’s just to be able to live at work is pretty special. And especially with my neighbors here. Very nice.
[i] And in Rotterdam, what’s the most special moment for you?
[r] Most special moment in Rotterdam is when I first came to Rotterdam. I had to go to the city. I had to go to the city and we were dropped in front of our house. So I had to pick out the center myself, I had to get on the subway. I didn’t know which way to go at all, I had to find out all by myself. My girlfriend was pregnant and stayed home. I had to find the center myself and first impression when I came to the center when I saw all those buildings and how big Rotterdam is. In the beginning I didn’t really like that. I felt, I always come from a small city. While I studied in a slightly larger city. But as big as Rotterdam, that was really big for me and I felt a bit alone with my girlfriend back then. I felt a bit lost. You can also feel lost in Rotterdam, while people are warm, on the other hand, they can also be cold. That you can feel lost. You can. It doesn’t have to be for everyone. And I felt a bit lost in such a big city. That’s my first impression of Rotterdam.
[i] And how did that go? Can you tell me anything about that? Your life in Rotterdam?
Yes, you get to know Rotterdam. Then it gets easier and easier. Then you’ll see that it’s not such a difficult city. That you do have access. To get to know him better. And you have to be open to learn other things. Then that relationship between me and Rotterdam has become better and better. That it’s come so far that I really feel more Rotterdam-like.
[i] And how did that happen? That relationship with Rotterdam?
How did that work out? Yeah, you know, I’ve seen a lot of events in Rotterdam and I know a lot about Rotterdam. I don’t know all the places, the Rotterdam I don’t know I really want to meet, I really want to see. But I think we have become very good friends. After 20 years, I live almost 20 years in the Netherlands, that we have become good friends. I feel embraced in Rotterdam. I feel at home.
[i] And what made you do that?
[r] What made you do that? Yeah, I think being open, you know. I think I’ve become more open towards Rotterdam like Rotterdam towards me. It’s, it’s, uh… Feeling at home. Says enough for me. When I’m in Rotterdam, I feel at home. Yeah. I can’t really explain how that came about. But it’s been through the years. All the familiar places. Everything you store in your brain, that helps you deal with it a little easier. Or to feel at home.
[i] What does that mean? Feel at home?
It means a lot to me. I want to feel at home. I also feel at ease in other places. But this, this is where I really feel at home. While I do think you should be able to feel at home anywhere in the world. So not just in Rotterdam or just in Bosnia. You also have to feel at home on the whole planet Earth. But yes, this has something special. Rotterdam, I have something special with that. It’s a special city. Anyway.
[i] And what does that mean to you? If you feel at home somewhere?
[r] Yes, that means a lot, that gives a lot of peace. If I didn’t feel comfortable here, I’d definitely move. But to feel at home, that gives a lot of peace. Then you can be who you are. You don’t have to play. Or act. Then you can be who you are.
[i] And which parts of Rotterdam did you live in?
[r] I lived in Rotterdam South for the first few weeks. That was a place where you had to wait for a place to live in Rotterdam. We actually wanted to live in Amsterdam first. And in Leiden. And then there was no place. I was happy when I heard that we were going to live in Rotterdam. We wanted to continue studying. Neither of us had graduated. So we thought we would pick up the study again. And that’s why we have to go to Amsterdam. Also because Amsterdam is a city, when you’re young you really want to live in Amsterdam. After that I was very happy that didn’t happen. Because I had children and then it would be much harder to raise children there. I will first say that we came by chance, I don’t think coincidence exists. That’s just a reason we came here. And I’ll be honest. I always come back to my little world. When I saw Orion a main building we lived here in Zevenkamp, and I saw a building getting bigger every day. Where they’re building our main building. And I felt something about it from day one when I saw that building. I thought what a special thing this place is. Building is special what it looks like. It’s organically built. And lots of corners and everything. And I felt something about it. I really did. I had a thing about this building but I didn’t know what. Only after years, when I first came for a job interview. Where was I? In this building. And I’m sure it was meant for me to come and live here and work here. I’m one hundred percent sure.
You first lived in South for a while and then you went to Seven Camp…
[r] Yeah, then we moved to Zevenkamp. Then we moved in, two houses in Zevenkamp, twice. And then we came here. So I didn’t live much in Rotterdam. South and then Zevenkamp.
[I] And if you compare South and Zevenkamp.
I have to be honest with you. I couldn’t feel as much at home in South as I do here. I’m too busy man. So I wouldn’t live in South, such a busy street where I lived for a couple of weeks. No then I would choose to stay here.
[i] And why?
[r] When we came here was much quieter. I could feel a lot of freedom on the one hand. That was a little newer, too. There were some old buildings there. And here it was a pretty new neighborhood. And it was also safer, I have to be honest, to live here. Especially since there was a child on the way. I felt a bit more at ease here than in Rotterdam South. That’s just it. I felt a bit more free here. Newer, that sort of thing.
[i] And what was it like to see your kids grow up here in Zevenkamp?
Yeah, that was fun. They had a nice school and we had a lot of acquaintances through my work. My work that was in Zevenkamp. Pretty nice, but when I look back now I can see what I can see. You don’t enjoy it very much. I guess I didn’t really enjoy much. I thought I enjoyed myself a lot then. But when I look back now, I think you can enjoy a lot more.
[i] And how do you mean?
[r] I mean, that was an uncertain time for us, too. Shall we get the papers? Could we stay here? And then you’re always doing that. Instead of looking at your future. To see what more you can do. What you can do more for yourself. Yeah, what you can do more for your future. You know, you’re hardly doing that. You’re more busy, of course, with your children, but also the situation where I’m not sure, can I stay here or do you have to go back to your homeland? Is that what you want? That took a lot of energy, a lot of time. While in that time you could enjoy a lot more.
[i] Did that also have an effect on the upbringing of your children?
[r] Definitely. Yeah, definitely. You can really see from my children, the eldest is much more insecure than my youngest. I’m sure that also has to do with the fact that we were insecure when our eldest came into the world. That we were very insecure. Shall we stay here? Can we build a good life here? Can we be who we are here? Will we be able to build a future? When the youngest one arrived, we had already been granted Dutch nationality. And I’m sure they became more certain because we were certain. That she received a bit more of that energy than Martha. The oldest. I’m sure she did. When we got Martha we were also insecure. Shall we stay here? Can we stay here? How’s that going? She certainly got that as a child. And you can still see that in her now. She has more doubts about some things than my youngest.
[i] And the youngest, how was that raised?
[r] Yes, you always do much better with the second child than with the first. If someone says that’s not true, it’s true. With the first child you learn. We were young parents. We were kids, too, twenty-four. But with the youngest it would have been much smoother and much easier. It’s, I won’t say better. You did your best with your first child, but with your first child you learn how to do it with your second. That’s just the way it is.
[i] And what’s that like, raising your kids in a city like Rotterdam?
Yeah, you know. I hadn’t been much concerned about my kids living in Rotterdam back then. You’re more concerned with your world. Especially since you’re from abroad. You try, you create a world where you feel safe. And then you use all the familiar ones. But anyway, Rotterdam… You can be proud, but you can’t experience that much. You don’t go through much. Rotterdam as a big city. I enjoy Rotterdam more now than when I was a new parent.
[i] How come?
[r] I have much more time. I also go to Rotterdam more often. Yeah well, this is Rotterdam too. But when we talk about Rotterdam, it’s a much bigger area. I often go to other parts of Rotterdam now. I just have more time.
[i] And that connection with you and your daughters. Can you tell me about that? What’s it like?
Yeah, like any parent, it’s up and down. I think I have a good basis with my daughters. That I have laid a good foundation and that as a parent I taught them what standards and values are. Norms and values that vary, too. They will also have to figure out a lot. I think I have laid a good foundation for my children. And that they have become a good person. And now that goes up and down. From a fight to a very happy moment where we are going to frolic. We’re going through everything. And I have less contact with my daughters now because I broke up with my partner. We broke up. I have a little less contact. I always try to have a lot more contact with them. So do they. So that’s just the way it is. But we eat together a lot. They come to me. I wish they were here every night, but that’s impossible. But it’s a good band. So I find basis, that’s very important. And my kids went to Free School too, both of them. And that has to do with anthroposophy, too. There you also learn that every human being is unique and that you develop in your own way. That you are going to find that out for yourself, what is good for you and what is not good for you. Then you are allowed to make your own decisions. And you are allowed to do that in your own way. That is very important.
And why did you choose the Free School?
[r] I didn’t get into free school until I came here to work. But I’ve seen a lot in free school what our parents or grandparents have done with certain things. For example, with homeopathy. I think your grandparents and parents have also used it a lot. Of the natural products, natural medicines. Our parents did the same. That’s not what it’s called here, homeopathy. But they also used it a lot. And just that you may be who you are. That you free school can develop in your own way. Yeah, that’s what attracted me. It’s also helped my kids have their own opinions. Or in your own way from being a child to becoming an adult. So that’s what made them the way they are. And you’re not a grade. There you really are a child being seen. For example, my eldest daughter was in Free School. And my youngest daughter was a top athlete. Didn’t want to go to Free School at all. She wanted to go to a top sports school. We also said fine. We wanted you to go to Free School but she didn’t want to. She’s a very spirited aunt, so she said no. I don’t go to Free School. I don’t like that at all. I go to top sports school. She’s been in a class where all the athletes are top athletes. Top athletes in football, tennis, volleyball, I don’t know all of them. But she often went with us to annual parties, to concerts, to Free School for our eldest daughter. And that aroused her interest. That at one point, in her second year of high school, she said that she didn’t feel at home in top sports school. They don’t see her as Anne-Marie, a lot of teachers don’t know her name. And she thought that was very weird. She needed attention. She needed conversations with teachers. She wanted to be busy. She often did things at school alone. Because she trained a lot she also had exemptions and then she would sit somewhere in a room just writing tests or I don’t know all of them. She didn’t like it at all. Then she had asked herself if she could go to Free School. And now she’s still in Free School. So she did that herself… The youngest one has that all to himself. So she couldn’t find herself in a school where, in a very big school, your teacher doesn’t know your name. She didn’t like that at all. That’s impersonal. She wanted to go to a personal school. She totally blossomed at the Free School. So highly recommended. And there are people of all faiths, of everything. And that’s just a really nice way. I really do. Our way of working also has a lot to do with the Free School.
[i] How do you mean?
[r] Yeah, the way it works, you’re actually gonna see what a person really needs. You’re not gonna look at people superficially. You’re really going to take a deeper look at what people really need in order to develop. And like I said, every human being is unique. And every human has a certain image and that has a certain way of dealing with him. Somebody has autism and somebody’s only physically handicapped. So you really need to take a deeper look at people. That’s what we do here in our company. We do a lot of work therapy. And we have a lot of people with autism who we counsel. A lot of people who are spastic. That’s another way of counselling. That’s a whole different view. We’re also not a regular institution. We’re not going to wake people up in the morning. 3 minutes brushing teeth, 2 minutes putting on clothes, 12 minutes having breakfast. We do that in a very quiet way, in a very different way. That’s very important to me.
[i] Why do you care? That view of life and that approach?
[r] I’ve seen that that can help people. I’ve really seen that with my own eyes. I’ve really experienced that, that it helps people. That people develop. If you really see a problem with people, what his problem is. Then you can do something about it. Then you can help them. You develop yourself in that too. So I’ve also become a very different person. I’ve also developed a lot there. And I like working with people. I also counsel people. I also have personal conversations with people where I guide them. About sexuality or about other things. I think it’s very important to really look at problems.
[i] Can you tell me more about that? About your mentoring role with people.
[r] In addition to all the things I’ve said I do. I also have a man I mentor. Who’s also a psychiatric patient. It was very hard to find someone who would counsel him. And then they asked me to deal with him a year ago. Because I also counseled people who can be dangerous, who can go crazy. And I’m still getting special training for that. I get special training. Every month I get a little guidance in that. How to overpower people when necessary without hurting them. And then they asked me if I wanted to guide him and then I said yes while I didn’t want to at all. I thought it was a very difficult case, but I like that challenge. So that helped me to say yes. And in the beginning it was very difficult. He could also go crazy, he was not satisfied with anything and it was very easy to get angry. He could also hit. And now I’ve been working with him for eight years. Are we really good colleagues with each other. We’re real, it’s a bit unprofessional, but I’d say we’ve become a bit of friends. While I can really separate my work from my private life. But after eight years, just a few days ago said to me we still go together for eight years. We are. All those negative things are almost gone with him. He doesn’t get angry that easily anymore. He can leave his feelings to himself. He’s worked on that, too. And he can explain a lot about how he feels. And I can do a lot more when I know how he feels. He didn’t used to be able to tell me that. And now he can. And that’s only because I wanted to meet him and because he was open to let me in. To see what that’s like with him. But that’s where I developed. I’ve also learned a lot. I was also open to give myself to him. And with him. To do things like that.
[i] And why did that pull you? Why was that a challenge for you to take on this?
It was a challenge to try something. To see if I could change something. If I can help somebody somewhere. In the beginning it was very difficult. I wondered how to do that. And also brought my work to my house. That’s not going well. And then he’s angry, then he’s hit someone somewhere, then he’s done something or he’s been angry with me. And yes, just a challenge. I’m here. I can be here who I am. Now I’ll come back to that. You can just try things your own way. You can figure it out. It’s endless trying to figure out how you’re gonna guide someone. Or how you’re gonna talk to someone. How you can accomplish some things with someone.
[i] And the way you do things, does that also have to do with the teachings of this foundation?
[r] Yes, it has to do with that, too. Look, that’s an anthroposophical foundation. Anthroposophy, that’s a Greek word. If I’m right ‘anthropo’ is human and ‘sofie’ is philosophy or something. That makes it strong. That a supernatural world is open. Some people think it’s complete nonsense. But to delve a little deeper into it. I’m convinced that something is above us. I don’t know what that is. That this world also exists. That it can help us on some things also can make us better human. You know, it doesn’t have to be a belief, it has to be something. Every human being has to believe in something. Something you can tie or hold on to. That’s what attracted me. I was totally open to, I was totally surprised when I started working. I’ve worked with very special people. From whom I really went to see how they deal with people. That was very special for me. How much peace and quiet they bring, how they spend hours with people and how they guide and talk and even get beaten. But they don’t do anything with that. How they treat people really attracted me so much that I still do.
[i] And all those things you do here, does that also have some kind of relationship with the past, with Bosnia? Does Bosnia affect what you do?
Yeah, it does. Bosnia affects everything. I was born there, my roots come from there. And I’m very proud of where I come from. I also feel Bosnian, apart from having a Dutch passport, a Dutch nationality. I still feel that I am a Bosnian and Bosnia will always be a very special area for me, say country. I think I will go there very often, even when I retire. I still go there at least once a year. My mother who lives there. My brother lives there. That certainly has something to do with that. That’s what made me human. What I’ve become. That Bosnia plays a very big part there. I’m sure of it. I was a little free there, too. I always wanted to be free, there too. It was a little harder to be free there. Sometimes there were situations where it wasn’t fun because I was so free. Because I have long hair, because I wear earrings. That was a bit harder for us but
[i] Is it easier to be free in the Netherlands than in Bosnia?
[r] I think it’s a bit easier yes, think it’s a bit easier yes.
[i] Why?
[r] You, you don’t think much about what others think of you or about things and and and where I come from it is still important what your neighbour thinks of you or what people around you think of your friends, family what they think.
[i] And what is it like to live as a Bosnian, someone from ex-Yugoslavia, to do this work, here in Rotterdam?
[r] Yes, my colleagues find that very special. And I know that my old director said he was going to have coffee with me once, and he said to me: yes, where you come from, that’s what he said to me, that’s the future. From communities like this. Really I will never forget that he said: where you come from, Balkan is really the future. For, for, for this kind. This kind of philosophy, so to speak. And I’d love to, you know, start something like this in my hometown. I’ve thought about that a lot. A lot of times. That would be, that would be really nice to start something like that there, there, there. There, there to start.
[i] Why?
Because first, that way of working and how you treat people. How, how, how you soft How, how you treat people in a special way. And because there are people there who need care, but they are not really liked by the family there. You know, that’s what I would like to school people there, or want to show that those people are also very special. You know, you can be in need of care but how you experience things You experience them in your own way and we have to understand that, that you can have a need for care but still you are a human being and you experience things in your own way. And we have to respect that. We have to… And with us, where I come from, sometimes I think it’s not respected. How a person with a need for care thinks about things. He should also be able to have his own opinion. He should also be able to laugh at music. Then he doesn’t just laugh, that makes him happy. You know, I’d like to pay a little more attention to this sort of thing. I’d really like that.
[i] That’s your future dream?
[r] That’s definitely one of my future dreams, yeah. I, uh, I definitely do, uh, charity stuff now and then. I’m gonna go with my old manager of Orion Foundation I went to India where I taught guitar. and I spent those three weeks with the closetless [closetless] kids. In a, in a house where there’s nothing luxurious about it, you get on a base. You just eat what they eat and you do what they do and we make a lot of music. That’s actually a foundation that has a friend who started a friend. Many years ago. He started in India and he still does. He, he, either receives or, he takes in casteless [casteless] children who don’t have a good future because they are casteless [casteless]. That is the lowest level in India. And they have to live there, they can live there. They have to learn English and they have to play the instrument. And then they have a chance for a future. And then I go there every now and then to teach there. As a volunteer. I like it a lot, I like to help people, I just donated through, through my employer or through my company a lot of people. That we sent to Bosnia for people in need of care. So then we are always somewhere, where help is needed, there is always something to do.
[i] How did it start that you are so committed to the others?
[r] Yes I don’t know, you know, that I have to be honest when I was young, I wasn’t really someone who did a lot of things. But, um, I guess my parents used to do that a lot, too. Anyway, you know, it’s normal for us to help others somewhere. But I think that I’ve developed this much more here. Here are a lot of people working on charities, in the Netherlands a lot of work is also done on charities. That I have learned more here to do that. And certainly in the Orion Foundation. There are a lot of people here who travel, and who do a lot of things for charity. So I think this piece here has really, really blossomed.
[i] Did you share that with your daughters? Do you see that with them too?
[r] Yeah, those, they know that, too. They do some, you know. That, that they also know how important it is to be a human being, or for, for, for your fellow man what, what to do. You know, I’m convinced that if we’re ever not here in this world any more. If we go to another world. All that remains of you will remain the good things you’ve done. What you’ve done for your fellow man. That’s where you’re remembered. Or that’s ever mentioned, and not that you have a lot of money or that you have a big house, or that you. I think we were put into this world to do something for others.
And what’s the most important thing for you that you say is, I want people to remember me when I’m gone?
You know, if I were me, yeah, I’d really like what I just said. I would really like to be able to open this kind of community, or this kind of foundation in Bosnia, because that’s how it works. That you’re really gonna see what people need. I have, I just came back from Bosnia two months ago, I’ve seen a lot of things there. Um… I’ve known a lot, I’ve been able to feel a lot of what people there need, especially people with a need for care. This is really something we need there. That it’s really something to open these kind of foundations over there. To be able to practice this way of working in order to be able to go there, so to speak. To be able to do there. I’d really like that. If I ever won a big prize, a lottery ticket, I really would. I really would.
[i] Yeah, nice dreams.
[r] Yeah, I hope so, too. And guide people, teach people how to do it this way. I’ve learned too. Did I also learn here? That would be my dream. A lot of music, a lot, a lot, a lot, um… A lot of therapies. A lot, a lot of doing things outside. A lot with you, with your hands busy to… That’s really that kind of therapy for people who don’t need care. I think every one of us, every human being has some kind of care need. Not that we’ve developed everything well. So I guess this is to put your hands around your hands, to feel good, valuable people. To feel like you’re doing something for society or for your fellow human being. That’s what I think.
[i] And would you like to go back to Bosnia for that? or do you say I stay in Holland?
[r] I would like to go to Bosnia for that. I would, I think I could do that. I think so, I was also I almost went to India, almost. With my then partner and with my children, almost. We were offered to live in India and run a house like that and we didn’t do it but because our children were small. But I think we did. I do think that someday, that I would do that.
[i] But then you chose to stay in the Netherlands for your children?
[r] Yes I chose to stay in the Netherlands because we also just lived here in the Netherlands for a few years and, yes, uncertainty you know, yes you don’t know. Yes yes you think a lot, will we do that or not? Still decided to stay here. But it seems to me also very nice to start such a house in India. And with your children and, and also freedom huh, that’s also eh… That’s also a kind of freedom, if you can do that.
And you raised your children here, you decided to stay here. Did you raise your children like a Bosnian, like an ex-Joegoslave like a Dutchman?
[r] No, you know, how we did that, something you take with you. The way you are. Then you’re going to give your children like that too. And my kids grew up. We’ve always spoken native language at home, so Bosnian. We’ve always done at home. And my kids both speak fluent Bosnian. Really very good and it turns out that they went to school that they learned that really very well I am very happy about that. That they both speak Bosnian. My children love Bosnia, both of them. Definitely the oldest. They always like to go to Bosnia. They would like to go to Bosnia once a year. And, uh… And apart from our, our, our home, we’re Dutch-speaking. And I think that you should also integrate, that you should be able to participate in society. We always did that, in the shop or somewhere we always spoke Dutch. But at home we always spoke our mother tongue. And we still do. A bit mixed, though. But we still do that when we’re at home we speak Bosnian. And you know, I also like that my children speak Bosnian, so they can talk to family members. Then I don’t have to do anything, you know, they can do it all by themselves. My youngest is also going to Bosnia at Christmas because she hasn’t been in the summer. So for them it’s very important to go to Bosnia, to, to… They feel at home there too, they really like that. I know that oldest once asked me and my ex-girlfriend why did you come here from Bosnia? Wasn’t that really a chance to stay there? And then we had to explain to her that it really wasn’t right to stay there. But they really like it, so I think I raised my children more like a Bosnian than a Dutchman. But I’ve given them all possible, all possible, all possible Dutch, if you can say so, things to make them feel, um, at home here as well. To be good at, to burgle in. I’ve also become a bit Dutch, completely adapted to all those rules, I like eh, to, to, I don’t like rules, but yes. Sometimes, sometimes you join in, sometimes you don’t, but, but, um… Yeah, yeah I think I’ve given more of a Bosnian upbringing to my children than a Dutch one, but yeah that’s it, you know. I have lived in Bosnia for 24 years and that could not be otherwise.
[i] And what is the most important Dutch thing you gave your daughters?
[r] To have your own opinion, to have your own opinion, to have your own opinion. Here you can be more what you are. You don’t have to be ashamed of anything and say where you come from and where your parents and grandparents come from. You should be proud to be from Bosnia. And you should also be proud that you live in the Netherlands. That’s it, that’s it, that’s your second fatherland, and Bosnia was my first fatherland. They can always say where their parents come from. If someone asks: Oh [name respondent], where did that last name come from? That you are proud to say that your parents are from Bosnia. And they always say that. My daughters are very proud of where, where, where we come from. They don’t, don’t bother to. They don’t feel foreigners here, either. They were born and raised here. But they are proud of where their parents come from.
[i] What are your daughters called?
[r] Oldest one’s 19 years old, she’s called Martha. And youngest is Anna-Marie.
Why did you choose those names?
[r] I, we were chosen for those names because they are international. They can, you know I really thought about you then. Those are Bosnian names too. You’ve got Martha’s in Bosnia, or in ex-Yugoslavia that doesn’t matter. And so does Anna-Marie. And she thinks, for the youngest for Anna-Marie, they always think she’s Annemarie. But she’s Anna-Marie. So then they could be Anna-Marie here, but then they could be Anna-Marie there. I think that’s easier for children if I’m honest. That’s why they got those names. And the youngest one got a name from my ex-partner’s sister. And the youngest one I named. And that has to do with our grandparents or their grandparents. That, that’s all four grandparents over there in her name. That’s a meaning of that, too.
[i] When i, um, take everything you do together, you’re actually very concerned with yourself, transferring that to your daughters but also to yes, the occupants of this house. The whole teaching you are, you’re very committed to others. Can I summarize that your contribution to the city of Rotterdam is to be there for the others and to ensure that they can continue to develop and be themselves.
[r]Yes you can, you can see that this way. You can see it like that. To be yourself and, and preferably together with others, to come to conclusions, to come to things. Yes, that I live in such a special place, and that I have the best neighbours in Rotterdam. Yes that is, you can call that, perhaps as a contribution. That you could. That I’m going to do things together with the residents. That I’m going to make Rotterdam better. That I’m also going to make Rotterdam special. That, that’s possible.
In what way does that make Rotterdam special?
[r] Yes, at the foundation that makes Rotterdam special. That’s what I really think. That that, we make our own products. That that’s what it says on our logo, also that we are in Rotterdam. And that, that’s a small contribution to society. That’s what I think. I do. We are very well known in, in the neighbourhood and people recognize our people and our products. And, and, and yes, that’s a kind of a contribution to a better society. Or for Rotterdam.
[i] Did you ever think, after so many years in Rotterdam, that you were able to make that contribution the first time you came in here?
[r] No, no, no, I didn’t think about that at all. I thought I have to be honest I’ll apply for a job and then I’ll stay for a while until I find a better job but I’ve had so many opportunities to work somewhere else. I haven’t thought about that at all no. This, this is just part of it, this is where I get to be who I am. In my work I also have a lot of freedom. That’s just what, I can function best. Then I can do my best, then maybe I can do my best even more because I have a lot of freedom. In my company I have that. I have a lot of freedom. Can I do a lot of things my own way, in my, my self I can plan. I’m very happy. I am. I don’t like you being placed anywhere and working from then until then. I can’t. That’s not like me. That’s why I sometimes have some problems in my private life that I want so much freedom. That I can feel very often with little things that I, that I can’t breathe well. That I need space somewhere.
[i] And in Rotterdam, can you experience that freedom in its very best?
[r] Yes I think so, yes Rotterdam is a metropolis. You can be who you are here. Yeah, I guess so. Yeah, I think so. I feel free in Rotterdam, too. I feel free too.
[i] Now, when you think back to the interview. We talked about a lot of subjects, about your contribution, of being there for others, being together, doing things together. Do you have anything else that you think, gosh, I’d really like to tell you? For this project, which hasn’t been discussed yet, but what you think is very important, isn’t it also Rotterdamish? A part of my life, of my life story.
[r] Yeah, that’s it, it. What I could give to Rotterdam is that, for example, I could say specifically about refugees that I have experienced and that I know very well how that can be. Rotterdam can seem very cold. When you come from somewhere and you’re here for the first time and. Then it can seem cold, when it’s not like that. But maybe that’s something there. We’ll always come here sooner or later. That’s a city that attracts it is anyway the Netherlands is a country. Maybe to arrange something a little bit better there for the people to feel at home sooner. With me it took one year before I started to feel at home. You can do that much sooner. Maybe that’s something about Rotterdam, trying to do something there. Not to forget about those kind of people but to embrace them from the start and give them love and say that you’ll be full by then. That’s not what Rotterdam does, that’s what people do, but… That’s how it can be placed.
And what made you feel that cold?
[r] Yes, it was because of our insecurity, but also because of the insecurity of other people, to get to know, to get in touch, to communicate, you know. That I am a very open person, I make friends very easily, I get to know people very easily. Me, me, but that was hard in the beginning to do here, here. Yeah, that that. That’s normal, but I think something can just be done about that. To make it easier or sooner to feel at home here.
[i] And what did you miss the most about that?
[r] Contact. Contact, or more for seeing what people need. You know, just contact. On, that’s just a little more contact. From both sides. But, from Rotterdam for sure. To get some more there. To get people involved in things sooner. To make people feel. You know when a refugee comes, you’re so lost here. Then she can lose herself, then you can also go bad. That wire is also very small. You can do that, or you can go on the good path or you can go on the bad path. That wire is very small that you can go that way. I think that also very often the people who come from abroad who go bad path. Because that’s easier. Or because, because Yes easier because you. That’s where you get seduced. Because of the cold, because of the cold. Maybe by distance or by getting more people involved, you know. That, I’ve experienced that myself. I had when I came here I could also choose bad path, to go bad path. Or not. I didn’t have that in myself luckily I didn’t choose that. I chose the right path and I had children and then you have to. Then you don’t just go bad, but that happens very often. I’ve seen a lot of people who have chosen bad paths. Because they don’t feel at home. Then they get there, they think they’re being embraced. But that’s actually, appearances are deceiving, that’s not true.
[i] That’s very good advice.
Yeah, that’s for sure.
Something you missed.
It’s more like hugging people and making them feel at home.
Okay, then I’ve heard a lot about you. Yeah, I want to thank you for that. For joining this project and sharing your life story in all its colors. Thank you. [name respondent]
[r] Thank you, too.
[i] I hope you liked it a little bit.
[r] Yeah, I had a lot of fun. At first it was exciting but, I relaxed so quickly, I didn’t mind. Thank you too for choosing me to be part of this.
[i] Well it was definitely worth it.
[r] Well, thank goodness.
Thank you.
[r] You too.