Spoken column Ferdows Kazemi: Ik ben wat jij van me maakt

Ik ben nu vluchteling, vreemdeling, nieuwkomer, buitenlander én allochtoon

 

Je noemt me bij vele namen; vluchteling, buitenlander, allochtoon, nieuwkomer, vreemdeling. En ze kloppen allemaal. Hoewel jouw woordkeuze een bepaalde waarde en lading impliceert, betekent het voor mij allemaal hetzelfde, met het voordeel dat ik in een korte tijd veel woorden leer over één begrip, en dat begrip ben ‘Ik’.
In jouw land ben ik een begrip geworden. Ik ben het ‘Ik’ niet dat op een hele jonge leeftijd vorm gekregen heeft. Dat ‘Ik’ bestaat niet meer. Dat ‘Ik’ is afgeslacht of platgebombardeerd in de oorlogen of doodgemarteld en achtergelaten in de martelkamers van dictaturen.

Ik ben nu vluchteling, vreemdeling, nieuwkomer, buitenlander, allochtoon. Over dit ‘Ik’ dat zowel voor jou als voor mij onbekend is, zijn veel ruzies ontstaan in de geschiedenis.

 

In jouw land besta ik al honderden jaren. Mijn geschiedenis gaat terug naar de jaren waarin ik mijn geloof niet mocht belijden. Ik kwam hier als rijke Fransman en werd met open armen ontvangen. Je verstond mijn taal niet, maar dat was niet erg. Ik sprak een superieure taal waarmee je kon pronken als jij het zou beheersen.

 

Vanaf dat moment werd ik een begrip, al leefde ik in mijn eigen kringen en sprak ik mijn eigen taal. Ik werd “de vluchteling”. Maar op mij keek je toen nog niet neer. Integendeel; ik had iets meegenomen. Ik had geld en ik beheerste de taal die jou aanzien verschafte in de maatschappij. Ik voegde iets toe. Ik was de gewenste vreemdeling.

 

Maar hoe comfortabel het nieuwe ‘Ik’ ook voelde, het was het ‘Ik’ niet dat ik gewend was. Dat had ik in Frankrijk achtergelaten. Vervreemd van het nieuwe ‘Ik’ en verlangend naar wat er al verloren was, weigerde ik me te verliezen in jouw cultuur en dat werd me niet kwalijk genomen. Je had toen nog geen taallessen en inburgeringsexamens, ook geen politici die schreeuwden dat ik moest assimileren. Ik was van economische waarde voor jou. Waarom zou je mij dwars bombarderen met onaardige woorden?

 

Niet veel later was ik de vluchteling met minder geld die vervolgens minder gewenst raakte. Ik werd weliswaar nog steeds vervolgd wegens mijn overtuiging in mijn eigen land, maar ik was niet meer zo sterk van economische waarde voor jou. Jouw open armen gingen zachtjes dicht.

 

Sinds het verlies van mijn waarde als de motor van jouw economie, zijn er al eeuwen voorbij. Ik heb bij tijd en wijle die waarde in minder grote mate teruggevonden, maar dat is niet benoemingswaardig.

En hoe minder mijn economische waarde, hoe meer jouw angst voor mij geworden is. Het onbekende maakte me langzamerhand onbemind.

 

Het enige bekende aan mij zou mijn materiële toegevoegde waarde zijn. En die heb ik niet meer, althans niet direct.

Voor jou ben ik degene die jouw belastinggeld komt halen en jouw banen komt inpikken. Voor mij ben je degene die mij bevrijd heeft van oorlogen en van dictatoren, en tegelijkertijd ben je degene die mij in mijn menswaardigheid geraakt heeft.

Je ziet me niet voor volwaardig aan. Ik ben niet jouw gelijke omdat jij werkt en belasting betaalt en ik thuis zit en van jouw arbeid profiteer. En als ik wil werken om niet van jou te profiteren ben ik degene die jouw baan inpikt. Hoe dan ook ben ik ongewenst.

We kennen elkaars taal niet, cultuur niet, geschiedenis niet. We kunnen soms helemaal niet met elkaar communiceren. De afstand tussen jou en mij wordt groter en groter. Jij doet geen moeite om me beter te leren kennen. Om je te verdiepen in mijn geschiedenis. Om het ijzeren gordijn dat tussen ons bestaat te doorbreken. En ik doe geen moeite om te begrijpen waarom jij doet zoals je doet.

Ik verkeer in een identiteitscrisis. Ik heb moeite met het nieuwe ‘Ik’ dat mede dankzij jou aan het ontstaan is. En jij hebt moeite met mij, als ongewenste gast.

 

Wat nu?

 

Hoe graag we het ook willen, we kunnen deze situatie niet naar onze hand zetten. Jij kan de geschiedenis niet terugzetten. Ik zal nooit de vluchteling met geld worden.

 

Wie de oorlog ontvlucht, neemt veel ellende met zich mee. Die kost alleen maar geld. Jij moet de realiteit onder de ogen zien. Jij hebt niets te kiezen, net zo min ik iets te kiezen had.

 

Waar de bommen in plaats van water uit de lucht vallen, verliezen keuzes hun betekenis. Het is een kwestie van leven en dood.

Jij hebt gelijk, ik ben een indringer. Ik moet doof en blind zijn om dat niet te voelen. Daar word ik immers voortdurend aan herinnerd. Als de uitkeringsambtenaar het niet is die mij daarmee confronteert dan zijn het wel de inburgeringslessen die uitgebreid uitleggen hoe het allemaal in jouw land eraan toegaat. Zij vertellen mij gedetailleerd wat ik in jouw land wel of niet mag; ik mag in de trein mijn voeten niet op de bank zetten. In de stiltecoupee moet ik stil zijn. Ik moet een vervoersbewijs hebben voor het openbaar vervoer. Ik moet altijd en overal mijn beurt afwachten. Ik moet een nummertje trekken. Ik moet mensen aankijken als ik met hen praat. Ik moet jou de eerste keer alleen voor de koffie of thee uitnodigen, en niet gelijk voor het eten. Als ik bij jou op kraambezoek kom, moet ik heel kort blijven omdat moeder en kind rust nodig hebben.

 

Ik loop met mijn inburgeringsboek onder mijn arm en als ik jou tegenkom klap ik dicht omdat ik niet zeker weet of ik het wel of niet volgens het boekje ga doen als ik met jou in gesprek raak. Ik ontwijk je vervolgens om geen fouten te maken. Ik wil niet zakken voor het examen.

 

En jij merkt mijn ontwijkende houding op en neemt nog meer afstand van mij in plaats van je af te vragen waarom ik doe zoals ik het doe.

Laten we eerlijk zijn. Jij en ik zijn op elkaar aangewezen. Ik ben altijd geweest en zal ook altijd zijn. Ooit met geld en nu zonder geld. Je zult nooit van me af komen. We kunnen elkaar dwars blijven zitten. En we kunnen ook met elkaar vredig leven. Maar dit tweede vergt enige inspanning van ons allebei.

 

Oké, ik zal jouw taal leren om beter met je te kunnen communiceren. Dat is een moeilijke opgave voor mij die niet uit vrije wil voor jouw land en jouw taal gekozen heeft. Daar hebben de bommen en de dictaturen voor gezorgd. En als ook jij een stap vooruit zet zal het leven voor ons beiden aangenamer worden.

 

Haal dat groteske boek dat inburgeringsboek heet van onder mijn arm weg. Geef mij mijn spontaniteit terug en laat me jou een keertje uitnodigen om bij me te komen eten.

 

Jij mag ook mij uitnodigen. Laat je niet weerhouden door mijn godsdienst of mijn uiterlijk. Dat is voor mij doorgaans van minder belang.

Ik beloof dat ik me ook niet laat weerhouden door al je vooroordelen en je angsten over en voor mij.

Wat vind je ervan?

 

Deze column sprak Ferdows Kazemi uit tijdens de boekenpresentatie van het boek Achterlaten & opnieuw beginnen van Elias van der Plicht.

Laat de verhalen niet verloren gaan, column Firoez Azarhoosh

Ik werk mee aan een oral history-project. Zeer boeiend vind ik het. Wellicht omdat ik zo intens geïnteresseerd ben in de levensverhalen van mensen. Ik ben in ieder geval de gelukkige die van mijn interesse mijn beroep mag maken.
Door het project ben ik ook bewuster gaan luisteren naar de mensen om me heen die soms een stuk van hun levensgeschiedenis of een anekdote vertellen.
Mijn zwager uit Iran (74 jaar oud) is al een tijdje op bezoek bij zijn zoon (mijn neef). Af en toe komt hij tijdens zijn ochtendwandelingen langs bij me op de koffie. Hij is een verteller, met het geluk dat hij dankzij zijn zeer bewogen leven ook veel te vertellen heeft. Ik geniet van zijn gezelschap omdat hij me met zijn verhalen terugbrengt naar Iran. Naar een ver verleden en het dorp waar ik geboren en getogen ben. Sterker nog, hij illustreert de gebeurtenissen die plaatsgevonden hebben ver voor mijn eigen geschiedenis in dat dorp. Hij vertelt ook over zijn immigratie naar de stad, en hoe het verder met hem gegaan is. Zijn verhalen bevatten een wereld aan historische informatie. Een niet vastgelegde geschiedenis die straks verloren zal gaan, als hij er niet meer is. Ik heb besloten hem te gaan interviewen, voordat hij volgende week teruggaat naar Iran. Dat stukje van de geschiedenis van mijn geboorteplaats mag niet verloren gaan. En zeker zijn verhaal mag niet verloren gaan. Het levensverhaal van elk mens is een bijzonder erfgoed, dat bewaard en bewaakt moet worden.
Helaas heeft mijn moederland er weinig aandacht voor. Zij zijn bezig met andere dingen. Alles wat buiten de religieuze kwesties valt is niet of van veel minder belang.
Krijg je weleens je familieleden uit Iran hier op bezoek? Heb je een videocamera thuis? Kun je geduldig en lang naar iemands verhaal luisteren, zonder die persoon voortdurend in de rede te vallen of te willen corrigeren of je eigen mening te willen aankondigen? Zo ja, pak die camera en vraag naar het levensverhaal van die persoon. Stel af en toe een vraag om niets te missen, en leg de beelden vast. Dat is oral history. Zo simpel is het.
Dit kun je ook door een familielid in Iran laten doen.
Als systemen niet waakzaam zijn over ons erfgoed, moeten we dat dan zelf doen. Wij maken de systemen, niet andersom.

 

Column van Firoez Azarhoosh uit 2014 over Ongekend Bijzonder

Persbericht Achterlaten en opnieuw beginnen

 

Donderdag 22 september 2016 (embargo) verschijnt Achterlaten en opnieuw beginnen

van Elias van der Plicht

 

Achterlaten en opnieuw beginnen
Gebonden, ca. 176 pagina’s
Prijs: € 19,95
ISBN: 978 90 351 4485 9

Uitgegeven in opdracht van Stichting BMP/Ongekend Bijzonder

 

De actuele vluchtelingencrisis houdt de gemoederen in Nederland sterk bezig. Het lijkt of we met een heel nieuw verschijnsel te maken hebben, maar klopt dat ook? Al vanaf de zestiende eeuw hebben zich talloze vluchtelingengroepen in Nederland gevestigd. Van de Zuidelijke Nederlanders die vanuit het huidige België voor de Spaanse bezetter wegvluchtten, tot de Syriërs vier eeuwen later. Achterlaten en opnieuw beginnen biedt een bijzondere kijk op deze vluchtelingen. De geschiedenis van groepen uitgewekenen en de persoonlijke levensverhalen van vluchtelingen uit het verre verleden en van asielzoekers uit de laatste decennia laten zien hoe het nieuwkomers in Nederland is vergaan. We lezen over vrijdenkers, handelaren en dichters, maar ook over schuinsmarcheerders en oplichters. Allemaal kwamen ze kansen en obstakels tegen en leverden ze ieder op hun eigen manier een bijdrage aan de samenleving van toen en nu. Dit vlot geschreven en rijkgeïllustreerde boek laat ons een kant zien van het vluchtelingenvraagstuk die maar weinig aan bod komt: hoe mensen die alles achter zich moeten laten een nieuw bestaan moeten opbouwen.

 

Auteur

Elias van der Plicht (1983) studeerde geschiedenis, politicologie en Italiaanse taal en cultuur. Als zelfstandig historicus en journalist werkt en werkte hij voor de NOS, Elsevier, Trouw, Het Financieele Dagblad, het Nationaal Archief, Nationaal Monument Kamp Vught, het CBG|Centrum voor Familiegeschiedenis en diverse andere opdrachtgevers in de journalistiek en de erfgoedsector. Samen met andere historici schreef hij de boeken Jodenjacht, De jacht op het verzet en De kathedraal van het licht.

 

Meer informatie

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Uitgeverij Prometheus: Ronit Palache, Telefoon: 020-6241934.
E-mail: r.palache@pbo.nl

of met Saskia Moerbeek, stichting BMP / Ongekend Bijzonder, Telefoon 020 -4282728

Qu’en dites-vous (Cris d’alarme) van Bashi Cikuru

Gedicht van Bashi Cikuru, veldwerker van Ongenkend Bijzonder, over stoppen met zwijgen. Geschreven in het Frans en vertaald naar het Nederlands.

 

Qu’en dites-vous (Cris d’alarme)
Juste comme tout le monde a une vie
Aussi petite qu’elle soit à ses yeux
Chacun a une histoire, propre à lui
Chacun a une histoire à raconter
Une histoire qui parle de lui
Une histoire qui parle de son expérience
Une histoire qui lui appartient
Une historie qui le singularise du monde autour de soi.
C’est votre histoire, si vous n’en parlez pas
Qu’est-ce que vous allez en faire?
Êtes-vous prêt de la voir s’éteindre
Comme le soleil à l’approche de la pluie
Comme du vent qui balaie nos villes
La tempête qui nous bouscule,
la peur qui nous pousse à aller se cacher
Oubliant que le soleil verra le jour le lendemain
Qu’en dites-vous?
Faites tomber votre masque
Parlez, parlez, parlez
Ne laissez pas cette histoire mourir au fond de vous
Ne laissez pas cette histoire vous démolir en silence
C’est votre chef- d’œuvre, partagez-la
Accordez-la la valeur qu’elle mérite
Le monde vous tend ses oreilles
Il est temps d’ouvrir votre cœur
Parlez, parlez, parlez à haute voix
N’hésitez-pas, même pas pour une seconde
Ne succombez pas à la tentation forte de se taire
A la tentation d’être observateur de son propre histoire
Qu’en dites-vous?
Parlez, Parlez, Parlez

 
Wat zegt u ervan? (Een Alarmkreet)

 
Precies zoals iedereen een leven heeft
Hoe klein dat ook mag zijn in zijn ogen
Iedereen heeft een verhaal, hem eigen
Iedereen heeft een verhaal te vertellen
Een verhaal dat spreekt over hemzelf
Een verhaal dat spreekt over zijn ervaringen
Een verhaal dat hem toebehoort
Een verhaal dat hem onderscheidt van de wereld om hem heen
Het is uw verhaal, als u er niet over praat
Wat gaat u eraan doen?
Bent u klaar om het te zien uitdoven
Zoals het zonlicht bij het naderen van de regen
zoals de wind die door onze steden raast
De storm die ons omver werpt
De angst die ons ertoe aanzet ons te verstoppen
Vergetend dat de zon morgen weer opkomt
Wat zegt u ervan?
Laat uw masker vallen!
Praat, praat, praat
Laat dit verhaal niet sterven binnenin u
Laat dit verhaal u niet kapot maken in stilte
Het is uw meesterwerk, deel het
Ken het de waarde toe die het verdient
De wereld reikt u haar luisterend oor aan
Het is tijd om uw hart te openen
Praat, praat, praat met luide stem
Aarzel niet, zelfs niet 1 seconde
Geef niet toe aan de sterke verleiding te zwijgen
Aan de verleiding de waarnemer te zijn van uw eigen verhaal
Wat zegt u ervan?
Praat, Praat, Praat

 
Bashi Cikuru

Verslag symposium Unknown Voices, New Lessons

“Ongekend Bijzonder maakt het mogelijk om de levens van onze nieuwe landgenoten in het juiste perspectief te waarnemen en waarderen”

Met het symposium Unknown Voices New Lessons (23 september 2016 in Amsterdam) wil Stichting BMP samen met partners (IISG en de Werkgroep Oral History van het Huizinga Instituut) en geïnteresseerden de uitkomsten van het project Ongekend Bijzonder bespreken en lessen trekken voor de toekomst.

 

Opening Symposium

 

Mieke Zaanen

Mieke Zaanen, algemeen directeur van de KNAW heet alle aanwezigen hartelijk welkom bij het Ongekend Bijzonder symposium Unknown Voices, New Lessons. Ze voelt zich zeer vereerd dit symposium een plek te mogen bieden. Bij het horen van berichten over vluchtelingen herleven bij haar de verhalen van haar moeder die de Japanse interneringskampen heeft overleefd. De verborgen schade aangericht door oorlogen, gevangen zitten en zich volstrekt berooid voelen. Verhalen die ook in het project Ongekend Bijzonder zijn vastgelegd. Het verhaal van haar moeder werd niet gehoord, maar gelukkig is van velen zoals haar moeder, met dank aan Selma Leydesdorff, grondlegger van oral history in Nederland, de geschiedenis wel vastgelegd.

Het project Ongekend Bijzonder, een initiatief van stichting BMP, is erin geslaagd de kracht en veerkracht van vele vluchtelingen te onderstrepen. Het zijn lessen die we hopen te kunnen verspreiden om zo onze nieuwe landgenoten van gisteren, vandaag en morgen in het juiste perspectief te kunnen waarnemen en waarderen”, met deze krachtige woorden geeft Mieke Zaanen het woord aan Saskia Moerbeek, directeur Stichting BMP.

 

Saskia Moerbeek doorloopt de verwachtingen voor de dag op basis van de twee hoofdsporen van het project; 1) De verzameling van 248 levensverhalen van vluchtelingen die de afgelopen 40 jaar zich in Nederland hebben gevestigd en die vervolgens via de stadsarchieven toegankelijk zijn gemaakt, en 2) De kunstzinnige presentaties, die op basis van dit materiaal gemaakt zijn. De sprekers in het ochtendprogramma geven ieder vanuit hun eigen perspectief input. In workshops die in de middag plaatsvinden wordt een nadrukkelijk beroep gedaan op de input, kennis en creativiteit van de deelnemers. Het project wil deze input gebruiken bij het uitwerken van ideeën wat er met de ervaringen en het materiaal nog meer gedaan kan worden. Elke workshop heeft een jury die de beste actiepunten verzamelt. Afsluitend worden enkele van deze actiepunten middels een skypeverbinding aan Minister Bussemaker en de zaal gepresenteerd.

 

Selma Leydesdorff, hoogleraar Oral history and Culture aan de Universiteit van Amsterdam leidt het plenaire deel en introduceert een voor een de sprekers.

 

THEMA 1: DE BETEKENIS VAN DE ORAL HISTORY INTERVIEWS

 

A: De oral history methode en de betekenis van de verzamelde levensverhalen van vluchtelingen voor de hedendaagse geschiedenis.

 

Corinne Squire: Levensverhalen uit de jungle

Als directeur van het Centre for Narrative Research van de University of East Londen, heeft Corinne Squire onderzoek gedaan naar hoe vluchtelingen in Calais leven. Ze is onderdeel van een groter onderzoeksteam binnen de Universiteit die zich inzet voor het vluchtelingenkamp. Een van de projecten die ze momenteel uitvoeren heet “life stories”, waarin vluchtelingen les krijgen over de levens van bijzondere personen zoals Barack Obama en Ghandi. Sinds kort begeleidt de universiteit 20 vluchtelingen (co-workers) die over hun leven in Calais vertellen, schrijven en foto’s maken. Door de verhalen van andere vluchtelingen in het kamp middels interviews vast te leggen zijn deze vluchtelingen zich heel bewust dat ze als oral historici bronmateriaal verzamelen over het leven in de Jungle. Dit materiaal wordt binnenkort in een boek gebundeld en uitgebracht. Corinne legt een verband met het project Ongekend Bijzonder waarbij vluchtelingen zelf hun levensverhaal vertellen. Vluchtelingen werken op deze wijze mee aan het vastleggen van hun eigen geschiedenis. Het verschil met Ongekend Bijzonder is dat ze vanuit de Universiteit gevolgd worden naar hun volgende bestemming.

In dit volgende fragment toont Corinne aan de hand van foto’s, die gemaakt zijn door de bewoners van het vluchtelingenkamp, hoe het leven in de Jungle wordt vastgelegd. Levens vastleggen met foto’s is een unieke aanvulling op de vertelde verhalen.
De waarde van dit soort wild oral history materiaal is zeer bijzonder. De wil om het eigen verhaal vast te leggen is van wezenlijk belang voor dit oral history project. Relevante informatie zou anders verloren zijn gegaan. Ook voor het reframen. Een van de meest interessante uitkomsten uit het Calais project is dat mensen in onzekere situaties opzoek gaan worteling en er een zelfreflectie ontstaat”, aldus Corinne.

 

https://youtu.be/uSOdcBnFtJM

Halleh Ghorashi: Inclusiever beeld door verhalen

 

Hoogleraar Diversiteit en integratie aan de Vrije Halleh Ongekend BijzonderUniversiteit Halleh Ghorashi spreekt over het dominante discours dat ons beeld over vluchtelingen bepaalt. De beelden over vluchtelingen die ons dagelijks bereiken zet ze neer als ‘de ander’. Ze ziet het als een taak voor oral historici om dit beeld te keren door het vastleggen en vertellen van hun verhalen. Ze koppelt dit aan de tijd dat ze zelf als vluchteling in Nederland aankwam en niet meer dan een nummer was.

Verhalen zijn belangrijk, de verhalen geven de ander waar we bang voor zijn een stem en een identiteit. Als we met zijn allen het beste uit een vrije democratische samenleving willen halen dan moeten we op zoek gaan naar krachten die ons kunnen verbinden. We moeten durven onze democratie verdieping te geven door verbinding te maken met de kwetsbaren in onze samenleving”.

 

Een van de uitkomsten van haar onderzoek is dat in de relatie tussen de mensen die connecties hebben met de samenleving en die er ver van afstaan een ruimte ontstaat om met een kritische blik naar onze huidige democratie te kijken en nieuwe gedachtes te ontwikkelen. Ze vertelt over een ander project met vluchtelingenvrouwen uit verschillende landen die in sessies bijeenkwamen om hun verhalen te delen. Het delen van verhalen leidde tot veel meer zelfvertrouwen. Vrouwen die lange tijd in de veronderstelling waren dat de structurele uitsluiting die ze ervaarden alleen op hen als individu gericht was, beseften dat ze het slachtoffer waren van een collectieve structuur. Het bij elkaar brengen van verhalen verandert deze structuur in de samenleving.

 

Dit is de grootste uitdaging voor onderzoekers, de verhalen inzetten om dit soort structuren in de samenleving te doorbreken. Het bijzondere aan Ongekend Bijzonder is dan ook de rijkdom aan materiaal dat bijdraagt aan een veel inclusiever beeld over vluchtelingen in onze samenleving”.

 

B: De inhoud van de Ongekend Bijzonder interviews en mogelijkheden tot verder onderzoek.

 

Firoez Azarhoosh: Eigenaarschap als maatstaf

Het betoog van Firoez Azarhoosh, projectcoördinator1-000020417 Ongekend Bijzonder gaat over de bijdrage van vluchtelingen aan de grote steden. Hij baseert zich niet op een wetenschappelijke analyse maar op zijn persoonlijke ervaringen, historische bronnen, de tientallen interviews die hij heeft gezien, en zijn eigen verleden en heden als vluchteling. Hij gaat daarbij in op drie aspecten: de integratie van migranten in Nederland met of zonder behoud van de eigen culturele identiteit, eigenaarschap als maatstaf voor integratie en de bijdrage van vluchtelingen aan de sociale vitaliteit van steden.

 

In zijn zoektocht komt Firoez door de geschiedenis heen een patroon tegen dat zich herhaalt, namelijk eerst intolerant en angstig zijn tegenover nieuwkomers, en uit angst groepen beperken en ongelijk behandelen, om vervolgens honderd jaar later vooralsnog in onze geschiedenisboeken de aanwezigheid van dezelfde groepen als verrijking van onze beschaving beschrijven. Volgens Firoez zouden we nu ook in een dergelijke situatie zitten.
Bij het analyseren van de interviews is geconstateerd dat de eerste contacten met de burgers van de ontvangende samenleving van essentieel invloed zijn op de snelheid waarmee vluchtelingen door dit transformatieproces heenlopen. Een warme ontvangst zorgt dat nieuwkomers sneller geneigd zijn om nieuwe dingen op te pikken en nieuwe tradities zich toe eigenen. Naarmate men meer kansen krijgt en positieve contacten ervaart, des te meer men wordt aangetrokken tot het grote geheel. Dit is een natuurlijk proces van hoe integratie behoort te lopen.

 

In de interviews is ook te zien dat ongeacht de mate van beheersing van de taal en het opleidingsniveau eigenaarschap de belangrijkste maatstaf is voor integratie. Deze eigenaarschap heeft volgens Firoez niets te maken met het behoud van de eigen cultuur maar wel met de mate waarin men als mede eigenaar van de nieuwe samenleving erkend wordt.

 

De vechtlust om zich mede eigenaar te voelen in de nieuwe samenleving dooft als men geen erkenning krijgt en het gevecht kansloos blijkt. Eigenaarschap maakt dat je actief wordt en bijdraagt aan de vitaliteit van de stad. Als we over een vitale stad praten, hebben we het vaak over een stad die meerdere vormen van economieën heeft waardoor de fluctuaties en turbulentie in economische sfeer opgevangen en verzacht worden. Een stad is vitaal als je er kan wonen, werken, en jezelf kunt ontplooien. Maar naast economische vitaliteit bestaat er ook zo iets als sociale vitaliteit.

 

Sociale vitaliteit is de mate waarin een stad flexibel om kan gaan met een veranderende samenleving waarbij ruimte voor eigenaarschap de essentie vormt. In een sociaal vitale stad zijn bewoners global minded, innovatief, nieuwsgierig, leergierig en creatief. Het maakt niet uit of dit over kunst en cultuur gaat of over techniek en industrie.
Firoez eindigt zijn betoog met de volgende woorden:

Mijn stelling is dat de belangrijkste bijdrage die de ballingen aan onze samenleving leveren ‘de toename van sociale vitaliteit’ is. Het gaat dus niet zo zeer om het ‘economische’, dat ze studeren, werken, vrijwilligerswerk doen en belasting betalen, maar vooral de manier waarop ze dit doen en de motivatie die hen hiertoe zet. Vluchtelingen zijn per definitie een bijdrage aan vitaliteit omdat ze weten waarvoor ze gevlucht zijn en wat zij tijdens de vlucht meegemaakt hebben. Dit vermogen van het vergroten van sociale vitaliteit kan vernietigd worden door vernedering, lange verblijf in gesloten centra zonder contacten met samenleving, discriminatie en korte geheugen van ons als het om de geschiedenis gaat.”

 

Leo Lucassen: Etiketten en autonomie

Hoogleraar Geschiedenis aan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) Leo Lucassen gaat in op de vraag hoe je als historicus met (levens)verhalen moet omgaan. En op welke manier verhalen een verdere uitgangspunt zouden kunnen zijn voor verder onderzoek. “De verhalen zijn in een bepaalde context van een ontvangende samenleving tot stand gekomen. Een samenleving die liever eigenlijk geen vluchtelingen ontvangt en vluchtelingen berooft van ieder eigen initiatief. Dus hoe die verhalen eruit zien is afhankelijk van hoe de ontvangende samenleving eruit ziet. Als historicus is het dan interessant de huidige situatie naast vergelijkbare situaties in de geschiedenis te leggen.

Zou je dan andere verhalen krijgen? In zijn betoog gaat hij in op 2 aspecten:
1. Het etiket dat vluchtelingen tijdens bepaalde historische periodes kregen en het gevolg op de verhalen die er verteld zijn.
2. Hoeveel autonomie kregen vluchtelingen in de samenlevingen in bepaalde historische periodes?
In het volgende fragment gaat Leo Lucassen in op de situatie van Joodse vluchtelingen in Amsterdam in de jaren ’30, de opvang van Indische repatrianten uit Nederlands Indië, de opvang van Aussiedlers (verre nazaten van Duitse emigranten uit Rusland) in Duitsland na 1989 en als laatste de huidige opvang in AZC’s in Nederland in vergelijking met de situatie van vluchtelingen in Calais.

 

http://www.youtube.com/watch?v=YMAClgcfRl4

THEMA 2: HET BEWAREN, TOEGANKELIJK MAKEN EN PRESENTEREN VAN DE LEVENSVERHALEN

A: Oral history materiaal: duurzaam en toegankelijk? De (toekomstige) rol van archieven.

 

Jantje Steenhuis: Archief van alle Rotterdammers

Archivaris bij het Rotterdams Stadsarchief Jantje Steenhuis is van het begin af aan als stuurgroep lid betrokken bij Ongekend Bijzonder. Ze vertelt kort over de migratiegeschiedenis van Rotterdam. Hoe Rotterdam, als havenstad, al vanaf eind 19e eeuw te maken had met vluchtelingen en migranten. De Russen, Belgen, Duitsers en Chinezen die na de Eerste Wereldoorlog kwamen en in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog ook vele Joden. Na de oorlog de arbeidsmigranten; Kaapverdianen in de jaren ’50, op de vlucht voor de Portugese overheerser en Surinamers en Antillianen in de jaren ‘70.
“Het feit dat Rotterdam vandaag de dag 174 nationaliteiten herbergt stelt archieven voor de opgave hoe je de archieven van al die groepen in het archief krijgt. Hoe kom je in contact met mensen en zorg je dat jouw archief dat van alle Rotterdammers wordt?”

 

Het Rotterdams archief was dan ook blij toen Ongekend Bijzonder aan de deur klopte, aldus Jantje. Ze vertelt over de vier groepen die de stuurgroep koos om de aandacht op te richten; Chilenen die in de jaren ‘70 vluchtten voor de dictatuur van Pinochet, een groep die destijds in Rotterdam heel hartelijk is ontvangen. Iraniërs, die ook in die periode kwamen als gevolg van de revolutie in het land. Irakezen op de vlucht voor het regime van Saddam Hoessein en de ex Joegoslaven die in de jaren ’90 vluchtten voor de Balkan oorlog. Het Rotterdams archief wil de verzamelde interviews graag via spraakherkenning toegankelijk maken, waardoor je op woord kunt zoeken.

 

In het onderstaande filmpje vertelt Jantje Steenhuis hoe zij het heeft ervaren om bij Ongekend Bijzonder betrokken te zijn, dingen die voor haar als archivaris nieuw waren en plannen die het archief heeft om vervolg te geven aan het project.

 

https://youtu.be/85axsGvwWos

Arjan van Hessen: Talking to history

De tweede bijdrage over het thema bewaren,
toegankelijk maken en presenteren van levensverhalen komt van Arjan van Hessen, taal- en spraaktechnoloog bij de Universiteit Twente en Universiteit Utrecht. Arjan van Hessen wil de zaal een technisch verhaal besparen en vertelt het onderhoudende verhaal hoe hij zelf via de seismologie bij de spraaktechnologie kwam,Aardbeving en Audio Arjan van Hessen waarbij zijn liefde voor verhalen een rode draad is. De afbeelding hiernaast illustreert waarom de overstap van de seismologie naar de spraakherkenning een makkelijke overstap was voor Arjan. De computersoftware die achter deze verschillende metingen zit is hetzelfde.
Wat is nu de droom voor techneuten? Arjan licht een tipje van de sluier op van de mogelijkheden die spraaktechnologie voor oral history in de toekomst kan hebben. Kunstmatige intelligentie ontwikkelt zich snel en komt ook beschikbaar voor oral history. Er komt steeds meer materiaal dat steeds beter te ontsluiten zal zijn, voorspelt Arjan.

 

“Denk aan spraakherkenning, automatisch vertalen, gezichtsherkenning en emotie detectie. Als je via internet naar een bepaalde gebeurtenis zoekt krijg je in de toekomst geen hits meer via google maar kun je als het ware direct ‘met het verleden spreken.’ Bijvoorbeeld als je de vraag stelt hoe het was om een tocht over de bergen te maken in een bepaalde tijd, geeft iemand uit het verleden antwoord. Dat lijkt nu nog een beetje science fiction maar over tien jaar is dat heel anders.”

 

 

B. De presentatie van oral history materiaal, co-creatie en culturele participatie.

 

Saskia Moerbeek: De olifantenpaadjes naar museale vernieuwing

Initiatiefnemer van Ongekend Bijzonder en directeur van Stichting BMP Saskia Moerbeek vertelt ons over de opzet van het project en de bedoeling van de publiekspresentaties: het overbrengen van de emoties en verbeelding die de verzamelde verhalen oproepen aan een breed publiek. Het scherm toont de door BMP ontworpen ‘smaakmatrix’, die weergeeft welke keuzen zijn gemaakt voor het presenteren van het materiaal. In de matrix zijn de 30 presentaties van Ongekend Bijzonder gerangschikt naar mate van samenwerking met vluchtelingen (co-creatie) en mate dat de interviews direct in de presentatie terug zijn te zien.

ongekendbijzondermatrix

Dan de theoretische uitgangspunten van Ongekend Bijzonder. Saskia noemt de ambitie van het project om een impuls te geven aan museale vernieuwing. Ze toont een plaatje van Sint en Piet, als symbool voor de uitdagingen waar stadsmusea zich voor geplaatst zien. De musea, die het erfgoed van de stad bewaren en tentoonstellen, staan in het licht van globalisering en technologische ontwikkelingen voor de vraag hoe zij zich moeten verhouden tot de nieuwe dynamiek en diversiteit in de stad.

 

Aannames over identiteit en grenzen tussen ‘hier’ en ‘daar’ vervagen. Je ziet meer en meer fragmentarisering: mensen verbinden zich steeds meer tijdelijk aan verschillende dingen die nú belangrijk voor hen zijn. Door mobiliteit en virtuele gemeenschappen is identiteit steeds minder aan plaats verbonden. Het project Ongekend Bijzonder is in zekere zin op te vatten als een zoektocht naar de relatie tussen identiteit, plaats en complexe verbondenheid. Vluchtelingen zijn voorlopers in dit proces. Hun sociale netwerken zijn los komen te staan van (gedeelde) plaats als (historische) context voor sociale relaties. Het uitgangspunt van Ongekend Bijzonder is dat het vervagen van de samenhang tussen plaats, gemeenschap en cultuur ruimte biedt aan verbeelding. Aan het ontstaan van nieuwe narratieven over plaats, geschiedenis, cultuur en identiteit, die mainstream beelden van (nationale) identiteit ter discussie stellen en nieuwe uitingsvormen doen ontstaan.

 

Saskia haalt Arnoud Odding aan die in zijn boek ‘het disruptieve museum’ stelt dat museale vernieuwing in zijn kern gaat om het aangaan van een nieuwe relatie met het publiek en aansluiten bij waar behoefte aan is in de samenleving: het verlenen van betekenis. Musea moeten daarvoor buiten de muren van hun museum treden en relaties aangaan met verschillende gemeenschappen in de stad. Zij kunnen mensen helpen aarden en hun plek in de samenleving te vinden.
Ongekend Bijzonder wil concreet bijdragen aan museale vernieuwing door:
1. Samen met culturele partners tentoonstellingen of presentaties te maken die bijdragen aan het aarden van mensen in de stad.
2. Een relatie te creëren tussen de musea en een nieuw publiek
3. Een verbinding tot stand te brengen tussen het bestaande publiek van de musea en het verhaal van vluchtelingen en daarmee in de beeldvorming over vluchtelingen beïnvloeden;
4. Vluchtelingen niet alleen als subject van museale presentaties laten fungeren maar er voor te zorgen dat er co-creatie plaatsvindt tussen de makers van tentoonstellingen en de vluchtelingen over wie het gaat, of dit nu gewoon mensen zijn die hun verhaal verteld hebben, of kunstenaars.
5. Bijdragen aan de representatie van mensen met een vluchtelingenachtergrond in de collecties.
6. Nieuwe manieren van presenteren te introduceren

De verschillende presentaties van Ongekend Bijzonder hebben elk aan een of meer van deze doelstellingen bijgedragen. De betrokken partners bleken bereid hun grenzen te verleggen om tentoonstellingen op basis van de verhalen mogelijk te maken. Veldwerkers legden met de museumbezoeken die zij voor vluchtelingen organiseerden olifantenpaadjes aan voor een nieuw publiek. Het enige waar het project volgens Saskia niet in is geslaagd, is om de verhalen en werken van vluchtelingen deel uit te laten maken van vaste collecties. In Rotterdam hebben vluchtelingen kunstenaars zelf een expositie van hun werk georganiseerd, met de expositie ‘Anders kijken’ in gebouw de Heuvel. Saskia stelt zichzelf het doel om met een vervolg project de olifantenpaadjes naar het museum niet alleen voor een nieuw publiek maar ook voor nieuwe kunstenaars aan te leggen. Hoewel, zo zegt ze, “misschien is dit wel de nieuwe manier van presenteren, gewoon in gebouw de Heuvel en niet in een museum.”

 

Wayne Modest: Things matter

 

De laatste spreker deze ochtend is Wayne Modest, hoofd van het onderzoekscentrum voor materiële cultuur bij het Tropenmuseum, Afrika museum en Museum Volkenkunde. Wayne begint met zijn boodschap waar hij aan het eind van zijn verhaal op wil terugkomen: “Things matter.” Hij vertelt dat het project een aantal vragen bij hem deed rijzen toen hij er een aantal jaar geleden met Saskia Moerbeek over sprak. Hij vertelt over zijn overwegingen, die ook nu spelen als musea iets met vluchtelingen willen doen. Als museum moet je stilstaan bij de vraag wáárom willen we een presentatie maken over vluchtelingen? Willen we écht een verbinding aangaan met het onderwerp, of doen we het voor onszelf? In het onderstaande fragment kun je beluisteren welke rol musea volgens Wayne zouden kunnen vervullen.

 

http://www.youtube.com/watch?v=aLtGvMF3yj4

Wayne toont een filmfragment van de documentaire Ongekend Bijzonder die onderdeel was van de tentoonstelling Ik neem je mee in het Centraal Museum [hier is de hele documentaire te zien]. We zien Lan Nguyen die vertelt over het vestje dat haar moeder voor haar had gebreid en dat haar herinnert aan de zorgeloze tijd voor de oorlog in Vietnam. Wayne komt terug op zijn statement dat “things matter.”

 

Objects for us who work in museums are animate, they are agents. They do something to you, make you want to smile, laugh or cry. Bringing to an object the narrative together is another way of bringing across a message. Of bringing others into the light of others. Things matters. Maybe that is what I should have done when you [Saskia] came to me. To participate in the project. Maybe it can be later.

 

WORKSHOPS

Deelnemers aan het symposium kiezen na de pauze voor een van de zes workshops. De resultaten zijn terug te lezen in korte verslagen van iedere workshop:
Workshop 1: Out of the box, over toekomstige oral history projecten (pdf)
Workshop 2: Mogelijkheden verder onderzoek (pdf)
Workshop 3: Oral history materiaal duurzaam toegankelijk (pdf)
Workshop 4: De presentatie van oral history materiaal (pdf)
Workshop 5: Educatieve programma’s van/voor vluchtelingen (pdf)
Workshop 6: Beleidsadviezen voor organisaties en beleidsmakers (pdf)

 

Na de workshops verzamelt iedereen zich in de plenaire zaal voor het skypegesprek met minister Jet Bussemaker van OCW. Zij reageert op de suggesties die uit de workshops naar voren zijn gebracht. Saskia praat de minister eerst kort bij over de achtergrond van het project en het symposium. Jet Bussemaker onderstreept het belang van het verzamelen, doorgeven van verhalen en het plaatsen in een historische context. Volgens haar wordt de kracht van verhalen nog steeds onderschat. Hoor in het fragment hieronder welk maatschappelijk belang ze in de verhalen ziet.

 

http://www.youtube.com/watch?v=yn0X0ZMpBOs

Saskia geeft een samenvatting van de punten die vandaag uit de workshops naar voren kwamen:

  • Het is belangrijk om een oral history databank aan te leggen die breder is dan alleen de verhalen van vluchtelingen. Om verbinding en interactie tussen de verhalen te kunnen bevorderen. Dat is belangrijk voor verder onderzoek. Ook is geopperd om deze databanken aan interactieve platforms te koppelen.
  • Er is een grote rijkdom aan materiaal. Het is belangrijk om verder onderzoek vanuit universiteiten te stimuleren. Dat vraagt om publiciteit in de universitaire wereld.
  • Verdieping zoeken. Bijvoorbeeld door een aantal mensen over een jaar nogmaals te interviewen, om zo verschillen in tijd en perceptie vast te kunnen leggen.
  • De verhalen zijn belangrijk gebleken voor nieuwe generaties, ze kunnen een sleutel vormen in het gesprek tussen generaties. Het helpt jongeren om te weten wie ze zijn en waar ze vandaan komen.
  • Context van de verhalen. Ook de plek en omgeving van de ontvangende samenleving zijn van belang (zoals op institutioneel als op wijkniveau). De verhalen vormen een bron van dialoog, waarbij je mensen kan uitnodigen ook hun eigen verhalen te vertellen. Veel verhalen zijn universeel.
  • Laat mensen eigenaar laten voelen van hun eigen verhaal. Als je producties maakt is het belangrijk dat de manier waarop een verhaal verteld wordt bij mensen past. Het kan gaan om een politieke boodschap maar ook om het produceren van muziektheater waarbij mensen samenwerken.
  • Er is veel nadruk gelegd op educatie, in de brede zin. Dat kan ook zijn ontmoeting en het delen van emotie. Doelgroepen die genoemd worden zijn: politici, journalisten en beleidsmedewerkers. M.n. beleidsmedewerkers worden uitgenodigd om op ‘safari’ te gaan met vluchtelingen op zoek naar hun verhalen.
  • Breng verhalen publieke ruimtes maak creatieve oplossingen laten ervaren wat een vluchteling meemaakt en hoe dat aangrijpt op dingen die mensen zelf hebben meegemaakt. Gebruik materiaal nog veel meer culturele producties.

Jet Bussemaker vindt het mooie uitkomsten. Ze ziet zelf direct een aanknopingspunt op het aspect van educatie. Ze belooft dat ze een aantal van haar medewerkers mee op ‘safari’ zal sturen om kennis te maken met vluchtelingen in de wijk. Als de verbinding met de minister weer is verbroken presenteren de juryleden nog de actiepunten uit hun workshops die nog niet aan de orde zijn geweest [terug te lezen in de afzonderlijke workshop verslagen.]
Saskia Moerbeek bedankt alle betrokkenen en aanwezigen voor het geslaagde symposium. “We zijn blij met alle input en werken daar de komende tijd mee verder.”

 

Food for thought

Het symposium gaf veel stof tot verder denken over de betekenis en mogelijkheden van levensverhalen. Over oral history als bron voor het vastleggen van de eigen geschiedenis, voor het mogelijk maken van worteling en zelfreflectie. Of juist als tegengas voor ingeprente, statische beelden van groepen mensen als ‘de ander’.

 

Het inzicht dat integratie een proces is van eigenaarschap, omdat je pas kan pas wortelen als je je mede eigenaar voelt van de plek waar je woont en daar ook in erkend wordt. Het belang van de  context van de samenleving in een bepaalde plaats of periode voor de inhoud van de verhalen die je krijgt. Bijvoorbeeld als het over vluchtelingen gaat, het etiket en de mate van autonomie die mensen in de ontvangende samenleving krijgen.

 

En tenslotte, als het gaat over het ontsluiten van verhalen en het maken van presentaties; de bijdrage die projecten als Ongekend Bijzonder kunnen leveren aan de relatie die archieven en musea aangaan met hun veranderende omgeving. Zeker met gevoelige onderwerpen als identiteit en ‘belonging’ is er behoefte aan presentaties die ons kritisch op onszelf laten reflecteren en aanzetten tot verantwoordelijkheid en gastvrijheid naar elkaar.

 

 

 

Programmaboekje Ongekend Bijzonder festival Amsterdam

Programmaboekje Ongekend Bijzonder Festival Rotterdam

Persbericht: Ongekend Bijzonder Festival op Grotekerkplein

3-dagen over kracht, creativiteit en talent van vluchtelingen

Het Grotekerkplein staat van 17 t/m 19 juni 2016 in het teken van het Ongekend Bijzonder Festival. Een gratis muziek-, theater- en kunstfestival voor alle Rotterdammers, uitgaande van de kracht, creativiteit en talenten van vluchtelingen. Even geen zware kost over opvang en asiel, maar een groot feest over kansen, trots en ontmoeting. 

Het landelijke interviewproject Ongekend Bijzonder verzamelde de levensverhalen van voormalige vluchtelingen. De verhalen vormen de basis voor tientallen artistieke producties die de afgelopen twee maanden in Rotterdam, Amsterdam, Utrecht en Den Haag te zien waren. Het Ongekend Bijzonder Festival in Rotterdam, dat georganiseerd wordt door het plaatselijke Ongekend Bijzonder team vormt de spetterende afsluiter van dit spektakel.

In de levensverhalen van Ongekend Bijzonder komt naar voren hoezeer vluchtelingen zich met de stad Rotterdam identificeren. De wederopbouw van de stad raakt aan de wederopbouw van hun leven. Ze hebben als nieuwkomers de stad mee zien bouwen. Daarmee is Rotterdam meer dan andere steden, hùn stad.

De afgelopen maanden hebben groepen oude en nieuwe vluchtelingen, in samenwerking met organisaties als het RO theater en Music Generations, gewerkt aan eigen muziek-, dans- en theatervoorstellingen. Ook hebben ze tal van workshops voorbereid waarin co-creatie centraal staat. Samen met gerenommeerde bands als Ntjam Rosie & Artvark, Tentiempiés, Mala Vita en Carlama Orkestar maken zij het Ongekend Bijzonder festival tot een bruisend evenement dat lucht en ruimte schept. Kijk voor het programma op www.ongekendbijzonder.nl/festival

Muziek
Dagelijks treden vier of vijf bands op. Op vrijdag bijvoorbeeld de zangeres Ntjam Rosie & saxofoonkwartet Artvark met de voorstelling Homelands en een optreden van Music Generations met vluchtelingentalenten. Zaterdag is het feest met de energieke cumbia band Los Paja Brava, met Mela Vita en de legendarische Chileense band Amankay. Zondag zijn de bruisende Tentiempiés en de balkantonen van Carlama Orkestar aan de beurt. Verder o.a. Misa & Sendi (Balkan), Dar al Mouzika (Nederlands en Syrisch) en Team Tresor (Congolees).

Theater en poëzie
De voorstelling van Syrische vluchtelingen Talent op de Vlucht trekt in heel Nederland volle zalen. Op vrijdagavond is deze voorstelling op het Grotekerkplein te zien. En op vrijdag en zaterdag speelt het RO theater samen met voormalige vluchtelingen de korte voorstelling De wonderlijke lotgevallen van Benaw Bezimen. Verder dragen 21 dichters uit 11 verschillende landen gedichten voor, afgewisseld met muziek uit o.a. Chili, Eritrea en Irak.

Dans 
Tijdens de optredens kan er op het plein gedanst worden. Op zondagmiddag treden in samenwerking met de Danssalon Eritrese, Chileense en Balkan dansgroepen op zoals Newen Copihue, Tamo Daleko en BiHRO en wordt het publiek uitgenodigd mee te doen.

Kunst en workshops voor kinderen
In gebouw de Heuvel is doorlopend Anders Kijken te zien, een tentoonstelling van acht kunstenaars uit o.a. Irak, Chili en Syrië (al vanaf 12 juni geopend). Ook zijn daar doorlopend films en documentaires te zien. Buiten op het Grotekerkplein werkt de Schildersbrigade, samen met bezoekers, aan een nieuwe kunstwerk op grote schermen. En voor kinderen zijn er op zaterdag en zondagmiddag kinderkunst workshops.

Huiskamer van Rosh
Los van de muziek, de gezellige drukte, het feest staat midden op het festivalterrein ook nog een plek van rust en verstilling. De mobiele studio van Syrisch Rotterdamse filmer Rosh Abdelfatah heeft de vorm van een huiskamer. Terwijl hij werkt aan ‘de film van zijn leven’ gaat hij met bezoekers in gesprek. Hoe zou jouw levensfilm er uit zien?

Nog meer Ongekend Bijzonder in Rotterdam
Op basis van de levensverhalen van vluchtelingen organiseert Ongekend Bijzonder, naast dit festival, verder nog de foto expo De Wederopbouw van mijn leven in de Bibliotheek Rotterdam (t/m 10 juni) en de tentoonstelling VerRotterdamst (t/m 2 oktober). De levensverhalen zijn eerder deze maand opgenomen in de collectie van Stadsarchief Rotterdam, en zijn zo een blijvend onderdeel van het collectieve geheugen van de stad.

 

————————— einde bericht ———————-

Voor meer informatie over het interviewproject, het festival of hi res beeldmateriaal kunt u contact opnemen met Michel Langendijk van Ongekend Bijzonder op 020-428 27 28 of 06 40963010 en via ongekendbijzonder@stichtingbmp.nl
Kijk voor informatie en interviewfragementen o.a. over Rotterdam op ongekendbijzonder.nl

Foto: Los Paja Brava (een van de bands die optreedt en waarvan het beeld is gekozen als campagnebeeld voor het Ongekend Bijzonder Festival.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

‘Tussen aanhalingstekens’ door Mardjan Seighali

Tekst van Madjan Seighali, uitgesproken bij de uitreiking van de Ongekend Bijzonder interviews aan Het Utrechts Archief in 2016

 

Er waren dagen of waren het maanden of misschien wel jaren dat ik niet meer sprak over “daar”. Tussen aanhalingstekens. Hoe kun je begrijpen of voelen wat ik bedoel met “daar”. Je bent er niet geweest. Je kent de geuren niet, je kent de kleuren niet, je kent de liedjes niet die mijn moeder zong om mij in slaap te wiegen.

 

Het duurde dagen, maanden of misschien wel een paar jaar voordat ik als vluchteling hoorde dat anderen ook over “daar” tussen aanhalingstekens spreken. Maar hun “daar” was niet het mijne. Hun “daar” was geen ver land, maar een ver kamp. Een plek waar zij opgesloten zaten in Duitsland of Indonesië tijdens de Tweede Wereldoorlog.

 

Ik hoorde over hun “daar” door verhalen rond 4 mei. Ik las over “daar” als er weer dagboeken werden gepubliceerd met persoonlijke verhalen. En ik begreep steeds beter dat heel veel Nederlanders elkaars verhalen ook niet kenden. Want op een verjaardagsfeestje houd je maar liever je mond of vertel je over hoe koud het was op Koningsdag of hoe warm met Kerst.

 

Ik hoorde dat mensen die in de oorlog in kampen hebben gezeten het onderling over “daar” hebben. Zij die het ook hebben overleefd, weten wat met “daar” bedoeld wordt. En zij die er niet waren, begrepen het toch niet. Jules Schelvis, die tengere moedige Joodse man, die onlangs is overleden, begon pas na zijn pensioen over “daar” te getuigen. Hij werd 95 jaar en tot op het laatst vertelde hij in grote zalen en op TV voor veel Nederlanders het verhaal over de trein die naar Sobibor reed. Om niemand te laten vergeten dat “daar” tussen aanhalingstekens heeft bestaan.

 

Ik wil niet wachten tot na mijn pensioen om u mijn verhaal over “daar” te vertellen, maar ik wil ook niet dat ik op verjaardagsfeestjes alleen maar steeds moet vertellen waar “daar” ligt en waarom ik “daar” niet meer ben.

 

Ja, ik kom uit Iran en ja, ik moest vluchten en ja, ik heb in de gevangenis gezeten en ja, dat was een hel en duurde anderhalf jaar lang en ja, ik weet wat doodsangst is en hoeveel verdriet een mens heeft als hij zijn geliefden kwijt raakt of nooit meer ziet.

 

En ja, Nederlands leren is heel moeilijk. Ik ben nu 25 jaar in mijn aankomstland. maar afgelopen week schreef ik dat ik ging spreken met hysterici in plaats van historici. Ja, nu lacht u… dat zou ook gebeuren als ik dit op een verjaardag zou vertellen. Maar vaak heb je niet zo’n kwinkslag bij de hand.

Je verhaal over “daar” is zo groot. En tegelijk stokt het altijd.

 

Voor u is “daar” een plek van verdriet, van overleven, van honger en ontbering. Wij als slachtoffers van “daar” komen aan uw verwachtingen tegemoet. Schoorvoetend of met tegenzin vertellen we op verjaardagsfeestjes weer wat aan uw verwachtingen voldoet. En daarna gaan we met een steen op ons hart naar huis.

 

Ik wil u vragen, vraag naar wat anders over “daar” en laten we andere verhalen delen. Want weet u hoe ik verliefd werd? Of hoe mijn zonen als kleuter waren? Of vraag naar de geuren van de lente in de stad waar ik vandaan kom. Dan kan ik u vragen hoe u verliefd werd, hoe uw kinderen als kleuter waren. Wat uw lievelingseten is of van welke geuren in de lente u gelukkig wordt.

Mensen afkomstig uit oorlogsgeweld spreken soms met elkaar nog over “daar” en soms houden zij zelfs hun mond tegen elkaar.

Door de hele geschiedenis heen is duidelijk dat waar jij ook vandaan komt, hoe lang je daar ook was, waarom je terugkwam of waarom je aankwam, er verhalen zijn om te delen die boven onszelf uitstijgen. Dat zijn de verhalen die altijd verbinden omdat ze van “daar” “hier” tussen aanhalingstekens maken. Omdat zij gaan over elkaars verhalen.

 

Mijn hoop en mijn verzoek is dat u de vluchtelingen ziet als mensen met een verdrietig verhaal over “daar”. Maar ook met belangstelling en potentie voor het nieuwe leven hier. Zoals de inspirerende verhalen van “Ongekend bijzonder”.  De immense moed van de vluchteling om zijn nieuwe bestaan te omarmen kunt u met respect en nieuwsgierigheid tegemoet treden door samen verhalen te delen.

Zo vertelde Jules Schelvis dat zijn liefde voor de klassieke muziek gevoed bleef, zelfs al had hij honger omdat hij “daar” met zijn kameraad Leo delen van melodieën floot die de ander dan moest raden. Ineens denkt u bij zo’n verhaal: zou ik dat kunnen? Zou ik een melodie van Mozart of Rachmaninov kunnen fluiten?

 

En ik zou u op een feestje kunnen vertellen dat mijn jongens schitterende Perzische voornamen dragen maar dat er bij het Heren 1 hockeyteam tussen de studenten alleen naar hun sterke benen gewezen wordt en ik als moeder vaak denk aan die stoere kleuterbenen die ze helemaal naar Nederland brachten.

 

Verhalen over “daar” en over “hier” zijn zoveel meer dan alleen de eeuwige pijn in het hart van de vluchtelingen. Een groot deel van de verhalen gaat over het nieuwe leven in Nederland. Over het opbouwen van een nieuw bestaan en alles wat daarvoor nodig is. Over de manier waarop velen van u, die geïnterviewd zijn uw nieuwe bestaan omarmd hebben. Dat u die verhalen hebt willen delen biedt andere Nederlanders de kans om u beter te begrijpen en tegelijk tonen ze ons ook een spiegel. Vluchtelingen brengen waardevolle culturen mee en voegen deze toe aan het erfgoed van de samenleving waarin ze terecht zijn gekomen. Nee, de angst dat zij ons culturele erfgoed vernietigen, is niet reëel. Zij ontsluiten juist een rijke wereld van ervaringen, observaties, verhalen en immateriële waarden.

 

Het is belangrijk dat niet de ander bepaalt wat jouw verhaal is. Dat bepaal je zelf. Iedereen heeft zijn eigen perspectief en gezamenlijk vormen wij het verhaal van een wijk, een stad, een land. Door elkaars verhalen te beschouwen als erfgoed, zorgen we ervoor dat iedereen erbij hoort en deel is van een samenleving. Voor vluchtelingen is het van groot belang om te weten dat hun herinneringen nu ook formeel deel uitmaken van ons nationale en stedelijke geheugen. Voor wie veel kwijt geraakt is, is wat resteert zeer kostbaar. Het besef dat niet alles verloren is. Te weten dat die herinneringen – hoe pijnlijk ze soms ook zijn – bewaard blijven en beschikbaar zijn voor wie daarin geïnteresseerd is. Daarmee wordt respect gedaan aan het verleden en ontstaat er ruimte voor de toekomst.

 

Ik hoop dat wij blijven oefenen en mooie en verassende vragen op verjaardagsfeestjes stellen en elkaar beter en dieper leren kennen. Wij zijn “hier” en komen van “daar”,
Laat jouw wereld en mijn wereld elkaar raken,

Laat de suiker smelten in jouw hart, zoals we in het Perzisch zeggen.

 

Dank u wel voor uw aandacht.

Met een vragenlijst ging ik naar de ‘enge’ vluchtelingen, door Ferdows Kazemi

Het is inmiddels zo’n 32 jaar geleden. Ik was een studente van 18 jaar oud en net verhuisd naar Shiraz om daar sociologie te gaan studeren aan de universiteit. Iran en Irak waren toen verwikkeld in een bloedige en langdurige oorlog. Veel mensen waren gevlucht uit de grensgebieden naar de grote steden. Shiraz huisvestte een behoorlijk aantal van die vluchtelingen.

 

Ik kan me goed herinneren dat veel Shirazi’s niet gelukkig waren met die ontwikkeling. Vluchtelingen beschouwden ze als indringers die hun mooie stad vuil en onveilig maakten. Er deden veel verhalen de ronde over het wangedrag van vluchtelingen. Zij zouden meisjes aanranden, winkeldiefstal plegen, mensen op straat beroven enzovoort. Ik was nog te jong om een onafhankelijke mening te kunnen vormen, vooral omdat ik niet de beschikking had over betrouwbare informatie.

 

Een hoogleraar zocht toen assistentie bij een onderzoek naar de oorlogsvluchtelingen. Ik mocht van hem langs de deuren gaan bij die vluchtelingen om vragenlijsten in te vullen.

 

Mijn eerste vraag aan die hoogleraar was of het veilig was om bij de vluchtelingen aan de deur te komen. Hij keek me afkeurend aan en zei:
‘Ik stuur u bij MENSEN aan de deur mevrouw Kazemi. U gaat geen dienrentuin binnen’.
Ik antwoordde: ‘Ja, maar…’
Hij liet me niet uitpraten.
‘Maar wat? Maar ze zeggen dat vluchtelingen criminelen zijn? U bent student sociologie, mevrouw. U hoort uw uitspraken te baseren op onderzochte feiten en niet op uw onderbuikgevoelens. Wat zou van dit land moeten worden als haar studenten voor hetzelfde bang zijn als de mensen die nooit in hun leven een boek aangeraakt hebben? En nu de vragenlijsten pakken en op onderzoek uitgaan. Ik laat geen student slagen die zich door haar angsten laat leiden in plaats van door de rede. Ik had eigenlijk verwacht dat u gevraagd zou hebben of het niet erg was om de privésfeer van die mensen binnen te dringen voor een onderzoek. Dat is eigenlijk de vraag die een student hoort te stellen. En weet u wat mijn antwoord daarop zou zijn? Ja, het is erg, heel erg. Deze mensen leven van de coulance van de overheid. Ze voelen zich daarom verplicht om mee te werken aan een onderzoek dat door een onderwijsinstelling opgezet is. En wij maken gebruik van hun zwakke positie, terwijl we weten dat ze waarschijnlijk nee gezegd hadden tegen ons als zij die keuze hadden gehad’.

 

Ik heb toen niet gevraagd waarom hij iets deed dat hij eigenlijk afkeurde. Maar ik ben blij dat ik hem mocht assisteren.

 

Met een tas vol vragenlijsten ging ik langs de deuren bij de mensen over wie ik veel enge verhalen gehoord had. Wij waren onbekenden voor elkaar. Ik had de indringer kunnen zijn die hun privacy schond.
Het waren doorgaans grote gezinnen met jonge kinderen, die bijna allemaal in studentenhuizen woonden. Met het hele gezin op één kamer, die tevens als keuken diende. Al die gevluchte gezinnen lieten me zonder enige terughoudendheid binnen in hun kamer en overal kreeg ik thee of limonade aangeboden. Wij praatten over de oorlog. Ze vertelden me veel verhalen. Over de eerste dagen na de oorlog. Over hoe die oorlog alles van hen afgenomen had. Over hun vlucht en hoe onaangenaam ze door hun landgenoten in Shiraz opgevangen waren. Over de vooroordelen van de Shirazi’s. Over de pijn en het verdriet die de oorlog hun bezorgd had. Ze vertelden over hun huizen en de prachtige steden die ze achtergelaten hadden. Over de mooie tijden, waarvan ze door de oorlog alleen nog maar konden dromen. Over de hoop die ze koesterden op de terugkeer naar huis. Over hun heimwee naar de oude, goede tijden; de tijden waarin ze ergens thuishoorden, de tijden waarop ze trots waren, de tijden waarin hun menswaardigheid gewaarborgd was. De tijden waarin ze niet als indringers beschouwd werden.

 

Ik luisterde naar die verhalen en hoe meer ze vertelden hoe ongemakkelijker ik me met mijn vragenlijst voelde. Een standaard vragenlijst waarin gevraagd werd hoe oud ze waren, hoeveel kinderen ze hadden, uit hoeveel mensen hun huishouden bestond, hoeveel kamers ze hadden en nog meer cijfertjes waarvoor ik me schaamde naarmate zij uitgebreider hun levensverhaal vertelden.

 

Ik moest 100 vragenlijsten invullen en bij de 20e gaf ik het op. Ik kon het niet opbrengen om nog langer met die lijsten langs de deuren te gaan. Ik wilde geen telmachine zijn. Die aantallen konden me niets schelen. Het waren de verhalen die er toededen. En die verhalen mocht ik niet doorvertellen omdat ze politiek erg gevoelig lagen.

 

De resterende 80 vragenlijsten bracht ik terug naar mijn docent en ik bedankte hem omdat hij me de kans gegeven had om mijn kijk op de wereld bij te stellen. En ik zei tegen hem dat ik nooit een kwantitatief onderzoeker zou worden. En dat is ook niet gebeurd. Hij glimlachte en zei dat hij blij was dat ik mezelf beter had leren kennen.

 

We weten wellicht hoeveel mensen de oorlogen en onderdrukkingen ontvluchten, op zoek naar veiligheid en vrijheid. Soms maken we ons druk om de grootte van die aantallen. We zien ze als duizenden indringers die ons land binnen komen. Het zijn de aantallen die ons afschrikken, niet de verhalen. Die kennen we doorgaans niet.

 

Levensverhalen creëren verwantschappen. Ze binden. Ze halen de angst voor het onbekende weg. Ze maken het onbekende zelfs bemind. En dat is wat we met het project ‘ongekend bijzonder’ van plan zijn.

Ik ben de gelukkige die de teksten mocht schrijven bij de portretten die u hier vandaag kunt bewonderen. Teksten gebaseerd op levensverhalen van 15 vluchtelingen. Die teksten zijn vooral een symbolisch gebaar. Je kunt immers onmogelijk een levensverhaal in 400 woorden illustreren.
Ik hoop dat ik hiermee kan bijdragen aan een betere wereld, een wereld waarin verhalen er toedoen in plaats van aantallen.

Ferdows spoken column

 

Spoken Column van Ferdows Kazemi bij de opening van de tentoonstelling De wederopbouw van mijn leven in de Centrale Bibliotheek (in mei 2016), ook verschenen op Joop.nl