Als Lan in 1974 slaagt voor haar eindexamen, breit haar moeder een vestje van fijn breigaren voor haar. Ze draagt het vaak als ze naar de universiteit gaat en is er heel trots op: “Ik had in de gaten dat iedereen het heel mooi en sjiek vond.” Lang kan ze er niet van genieten. Onder het nieuwe regime is het ongepast om kleuren te dragen. Iedereen loopt in bruin-zwarte kleren. Voor Lan is het vestje een dierbare herinnering aan haar moeder, omdat het met veel liefde gemaakt is.