Levensverhaal van mevrouw Monica

Dit is een bewerking van het levensverhaal van een mevrouw die vluchtte uit Chili. Het oral history interview van Ongekend Bijzonder werd door Ferdows Kazemi bewerkt voor de tentoonstelling De wederopbouw van mijn leven.

Ik ben Monica Acuña Montecinos. Jaren geleden moest ik mijn huis verlaten in Chili, nadat Allende afgezet was. Deze tas is een van de schaarse voorwerpen die ik mee kon nemen bij vertrek. De tas die ik gekocht had toen ik ging trouwen, toen mijn man en ik nauwelijks geld hadden om de huur van onze kamer te betalen, toen ik een jonge bruid was in verwachting van een kind. Nooit gedacht dat ik drie jaar later met slechts een koffer en twee kinderen in Nederland zou belanden. Wat neem je mee als je op de vlucht bent? Iets dat je zeer dierbaar is, een aandenken aan je gelukkige momenten. En dat is deze tas.

 

Aangekomen in Nederland zorgde ik vier jaar lang voor onze kinderen. We zijn nu al 42 jaar verder. Ik heb nooit op Nederlandse les gezeten. De taal heb ik in de praktijk geleerd, op de werkvloer. Toen ik leiding ging geven aan een groep Spaanstalige schoonmaaksters in een ziekenhuis in Rotterdam. Ik was gelukkig met die baan die mij bevrijdde van mijn gouden kooi. Vier jaar thuis zitten en me slechts bezighouden met het huishoudelijk werk ervoer ik als leven in een gouden kooi. Ik wilde weer de maatschappij in. Ik zocht betekenis in het leven.

 

Naast mijn baan probeerde ik ook deel te nemen aan politieke activiteiten die over Chili gingen. Maar heel gauw bleken de vrouwen de rol van koekjesbakker en de mannen de rol van vergaderaar te hebben. Daar was ik niet van gediend. Ik zette toen samen met een aantal vrouwen een groepje op. We waren uit Chili vertrokken als de koffer van de man. Maar we wilden hier onafhankelijk een beslissing nemen over onze toekomst. En dat deden we onder andere door het organiseren van culturele avonden voor vrouwen. Een baan zoeken was ook een stap naar onafhankelijkheid.

 

Elkaar respecteren is altijd mijn motto geweest. Ik benadrukte altijd tegen mijn personeel dat ze geen vrouwtje genoemd mochten worden omdat ze het ziekenhuis schoonhielden. Wie werkt moet met respect behandeld worden, het maakt niet uit wat voor werk je doet. In een operatiekamer is het werk van een schoonmaakster net zo belangrijk als dat van een chirurg.

 

Dat is waar ik al mijn hele leven aan vast probeer te houden. Respect voor elkaar is de essentie van het leven en zorgt voor vrede en liefde in de wereld.