Metadata
Vluchtreden: Doodsdreigement, omdat haar man en zij rijk waren.
relaties met eigen gemeenschap: Heeft wel eens contact met familie en buren in Irak (via Viber). Heeft twee Irakese vriendinnen in Nederland. Heeft contact met moeder, broer en zus , die in de buurt wonen (in Nederland/Amsterdam). Zij heeft drie zussen in het buitenland (Zweden en Denemarken).
opleiding: Leraar
beroep land van herkomst: Lerares Engels (basisschool).
werk in NL: Vrijwilligerswerk
bijdrage aan de stad: Vrijwilligerswerk in een buurthuis in Amsterdam Zuid. opvallend/bijzonder: Het verlies van haar man in Nederland, die na jarenlange behandeling komt te overlijden in het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis in Amsterdam Slotervaart. Ze heeft drie jaar lang tussen huis en ziekenhuis geleefd. Ze ontmoet een dag in de bus een oud-leerling van haar uit dezelfde Irakese stad Khadiqit, in Amsterdam. De rollen veranderen, de leerling wordt de leraar, omdat zij alles beter kent en begrijpt. Op het einde van het interview krijgt ze een kleine uitbarsting van frustratie over alles wat ze heeft moeten achterlaten in Irak: haar huis, haar tuin, hun twee auto’s in de garage, etc.
[i] Goeiemiddag [Naam].
[r] Goeiemiddag [Naam].
[i] Leuk dat je hier bent.
[r] Dankjewel.
[i] Ja. Ik zie dat je naast jou op de tafel iets wat je meegenomen hebt, die belangrijk voor jou is.
[r] Ja, ja.
[i] Kan je erover iets vertellen?
[r] Dit is in mijn herinnering staat in mijn hoofd van mij vroeger. Was ik verliefd in Irak. Ik heb de foto’s van mij, van mij en van mijn man. Toen ik ben in Irak gewoond vroeger. En staat bij mij die kaartje van mijn man toen hij was juwelier. Die staat die adres en plaats waar die winkel van mijn man staat ook. Ik vind het altijd ik denk het in mijn hoofd. Als jij, ik zie het hoe was. Ik in Irak gewoond, maar oké ik kom hier dit is Nederland. Dit is ook mij, mij tweede land, ik kan zeggen. Maar ik woon in mijn eigen land bijna 40 jaar. Ik kan niet vergeten snel. Alles staat in mijn hoofd. Ja, dat is het. Ik neem het met mij mee. Ik vind het…
[i] Kan je ons laten zien, alstublieft?
[r] Ja, ja, ja.
[i] Eén voor één.
[r] Dit is mijn man. Laatste foto van mijn man, toen hij is dan over ik kan zeggen. Drie jaar hij is overleden, deze foto. En dit is die kaart van mijn man, toen hij was juwelier in Irak. Ja, staat [bestaat?] beetje niet heel veel foto’s. Ik en mijn man. Wij hebben in Irak, in de noord van Irak wij hebben gepakt. Dit is in die studio in Irak. Ja. Dit is in, ik kan zeggen een feest in Irak. We hebben geweest, en dit is van die nieuwe jaar. Wij hebben in Irak ook een keer naar die nieuwe jaar geweest. En dit is die familie in mijn huis in Irak. Mijn familie. Dit is ook, dit is in mijn huis, in mijn tuin in Irak. Zo, dit is ook. Wij hebben naar feest geweest. Dit is ook mijn foto, in die feest. Dat ben ik en mijn broer ook in die noord van Irak. Deze foto in 2006, heb ik gepakt. Dit is mijn jarig. En dit is ook we hebben in de feest. Dit is ik denk, welke jaar is het? Ik denk of 2000. Deze foto om 2000 en die ook, ja. Dit is de kaartje van mij, toen heb ik getrouwd. Dit is de kaartje.
[i] Oh, je hebt best leuke foto’s meegenomen enzo.
[r] Ja, dank u wel.
[i] En, ja, en hoe belangrijk deze foto’s voor jou? Is echt belangrijk, ik denk altijd hoe ik heb gewoond in Irak, toen ik kom hier en mijn man, hij is overleden. Toen ik kom hier drie jaar geleden en ik woon nu alleen. Maar dat is het. Ik, ik moet doorgaan met mijn life [leven]. Ik begon nu om to [te] Nederland. Proberen om te Nederland praten om te Nederland leren. Ik heb mij inburgering examen gehaald. And [en] ik heb de cursus gehaald voor mijn taal verbeteren. Ja, dat is het. Ik doe mijn best om te Nederland leren. Dat is belangrijk, als je gaat naar de afspraak of als je gaan naar contact met mensen maken. Ik moet begrijpen die taal van deze land. Ja, en sommige woorden misschien ik kan niet goeie zeggen, maar het komt goed met mij.
[i] Nee.
[r] Ik hoop dat het komt goed.
[i] Je spreekt goed Nederland.
[r] Ja.
[i] Ja duidelijk.
[r] Oké.
[i] En wat was jouw naam, volledige naam?
[r] Mijn naam is [Naam], [Naam] en mijn familienaam [Naam]. Ja.
[i] En wat voor familie kom jij vandaan? Ik bedoel hoeveel mensen waren jullie thuis?
[r] Ja, in mij mij familie is niet heel groot familie, ik kan zeggen ik heb vier, vijf zussen. En met mij zes en één broer. En zijn alle zussen van mij getrouwen [getrouwd] in andere landen. Ik heb eentje. Zij woont in Danimark [Denemarken] met haar man en haar kinderen. En drie zussen, zij wonen in Zweden. Ook zij getrouwen [getrouwd] met haar man en met haar, met hun familie. En één zus heb ik, zij woont hier in Leiderdorp. Ook zij getrouwd, zij heeft twee, drie meisjes. En mijn broer en mijn moeder, zij wonen niet heel ver. Maar ik kan zeggen naast mij, ik woon in Slotervaart en zij wonen in Slotermeer. Ik kan fietsen. Dit is bijna vier of vijf kilometer. Ja.
[i] En hoe zag jouw jeugd uit? Ik bedoel kindertijd. Hoe was jouw kind, was hoe was?
[r] Ja, ja, ja ik ben de jongste, de jongste van alle familie. De jongste van de meisjes en van die jongen. En toen ik klein tot 12 jaar mijn vader hij is overleden. En mijn moeder, zij gaat ons zorg maken bij ons. Zeven kinderen en zonder man en het is heel moeilijk in Irak als je vrouw zij heeft geen man en zij moet zorg maken van de kinderen. Mij vader ook, zij was juwelier man, maar hij was in Khanaqin. Het is kleine stad in Irak, en toen hij is overleden. En dan mij, mijn oom is komt, hij zegt ik kan jullie… Ik en ik kan niet, ik weet het niet hoe ik kan zeggen. Gaat bij ons zorg maken [voor ons zorgen], gaat bij ons geld betalen om te leven [financieel ondersteunen]. En mijn moeder alles gaat zorg maken bij ons. Dan toen ik ben 19 jaar, ik ben klaar met mijn school. Ik heb docent in Irak, ik ben docent, en ik heb getrouwd van mijn man. Dan hij live [leeft] ook niet met ons, naast mijn familie. En hij gaat ook help mijn moeder om te andere meisjes gaan trouwen gaan naar de school. Mijn zussen en mijn broer en dan wij hebben onze life [leven] alle mijn zussen zijn getrouwen [getrouwd]. Alleen mijn broer ja, ja. En in Irak, wij leven in, dan wij komen in Bagdad om, 2019… 90 [1990] zij komen, wij komen in Bagdad wonen. En toen komen hier 2007. Wij hebben in Irak in Bagdad gewoond. Ja.
[i] En wat is jouw religie? Ik bedoel waar geloof jij in?
[r] Mijn geloof? Ja, mijn geloof is. Ik ben niet Moslim. Wij hebben andere geloof. Wij hebben in Irak, wij zeggen bij ons Menderhea [?] mensen. Ons geloof gaat op die Johannes de Doper. In die water wij doe alle ons cultuur in de water, wij doen het. Ja. En al mijn familie zijn hebben zelfde…
[i] Zelfde religie.
[r] Ja, ja, ja.
[i] Ja.
[i] En ken je mij even wat vertellen over jullie traditie? Ik bedoel hoe, jij hebt net vertelt over die religie. En hoe zag eruit eigenlijk?
[r] Sorry ik kan niet begrijpen.
[i] Nee.
[r] Wat bedoel je?
[i] Ik bedoel wat voor cultuur ben jij in opgevoed thuis enzo? Je vertelt jouw vader dat was juwelier.
[r] Ja mijn vader was juwelier.
[r] Ja.
[i] Ja, en toen hij is overleden. Die geld voor hem is komt bij mijn moeder en wij hebben eigen huis gepakt. Wij woon in Irak in onze huis zonder huur om te betalen. En maar die eten, en elke maand mijn oom gaat, stuurt bij ons… geld. Ook hij was juwelier, ik kan zeggen de broer van mij vader gaat ons helpen.
[i] Ja, ik bedoelde ook vroeger was het, ja, iedereen bij elkaar kwam eten.
[r] Ja, ja, ja.
[i] Ik bedoel hoe vroeger was…hoe zag het eruit enzo?
[r] Ja, ja dat is heel vroeger was die buren en wij woon in, ik kan zeggen… Het is kleine stad in Irak, het is niet die middle [midden] van Irak. Die Khanaqin. Maar die mensen heel heel aardig. Niemand zeggen, jullie hebben andere geloof. Of ik ben Moslim, ik ben Christian [Christen]. Nooit, niemand zeggen en die mensen daar zijn Koerdisch mensen en Turkish [Turkse] mensen. Gaan praten en wij woon, en Arabisch, wij woon samen, zelfde lijkt die broers. Niemand zeggen als je gaan eten, samen gaan eten. Gezellig dag maken, of gaan als je iets gewoon bij ons. Ik kan zeggen bij mijn familie of iets. Alle mensen, alle buren kom om te helpen. Wil jij helpen? Wil jij iets doen voor jullie? Maar nu is alles veranderd. Ik kom bijvoorbeeld als ik kom hier mijn buren zes jaar geleden. Ik woon in die wijk, ik weet het niet, wat is de naam van mijn buren. Hier in Nederland is anders, niet zelfde like [zoals] bij ons. En ik denk nu in Irak ook veranderd, niet zelfde like [zoals] vroeger. Zo mensen
[i] Wat denk jij?
[r] niemand gaat helpen elkaar. Nu, nee alleen gaat over die geld, ja. De buren enzo, niet zelfde like [zoals] vroeger. Ja.
[i] Oké, wat je hebt verteld, dat jij wat was jouw studie in Irak, wat heb jij gestudeerd?
[r] Ik ben Engels docent. Ik heb… bijna toen ik kom hier, dan ik leave [verlaten] mijn werk. Ik heb ervaring bijna 27 jaar met die basisschool. Ik ga les geven de zes jaar tot twaalf jaar. Wij hebben in Irak de basisschool kinderen, dit is mijn werk. Ik doe het en ik heb ervaring enzo, maar toen die probleem is gebeurd van mijn man. Ik leave [verliet] Irak en ik leave [verliet] mijn werk ook. Ja, dat is het.
[i] En wanneer ben jij voor het eerst naar Nederland gekomen?
[r] Op de 17 december 2007. Wij komen hier in Irak. Omdat probleem gebeurd van mijn man. Die komen mensen van mij, die. Mijn man, hij was juwelierman en hij heeft grote zaak van die goud, en hij is rijke man. Ik kan zeggen hij was rijk man. En ik weet het niet ze komen mensen met die mask [masker] en met die pistool. En komen dood maken voor hem. En dan gaan alle sieraden winkel en goud en alles. En die… Alles gaan stelen dan gaan weg. En dan toen hij is wakker worden hij zie alles gaat weg voor hem. En die komen dood maken. Hij weten niet waarom. En dan ik komt van, ik. Zij hebben mij gebeld, jouw man hij was in ziekenhuis. Toen ik ga om te zie hem. Wat is gebeurd Salhe? Wat is gebeurd met jou? Zegt, ik weet het niet. Mensen komen met die mask [marker] en die auto staat bij die… voordeur van de winkel en gaan dood, komen met de pistool en snel snel en dan gaan weg. En hij zegt ik kan nooit blijf hier. Ik moet leave [verlaten] Irak. Ik moet misschien volgende keer komen dood maken van jou ook. Of dood komen dood maken van jouw broer ofzo. Ik kan nooit blijven hier. Het is niet veilig hier nu. Het is heel gevaarlijk van die rijke mensen, ik kan zeggen. En dan wij leave [verlaten] Irak. De probleem gebeurd voor hem op de eind van 2006. En dan wij leave [verlaten] Irak om 2007, wij leave [verlaten] Irak.
[i] En sinds wanneer woon jij in Amsterdam?
[r] Ik… sinds ik denk 2008 ik kom hier bij Amsterdam. Ja, 2000. Ja, de eind van 2008. Ja.
[i] Wat vond jij bij aankomst? Ik bedoel toen jij naar Amsterdam kwam was heel nieuwe stad. Wat was jouw idee, wat was jouw gevoel?
[r] De eerste keer toen ik kom hier, mijn man hij was ziek. De eerste week toen wij komen hier bij Nederland hij was ziek en ik ben altijd bezig met hun. Ik ben naar ziekenhuis en operatie gedaan. Twee keer en, ik ben bij die chemo gehad en bij radiotherapie gehad enzo. Dan ik kom hier bij Amsterdam. Ik woon hier dichtbij Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis. Zij geef mij en mijn man speciaal huis. Dit is naast ziekenhuis, omdat altijd ik moet bij ziekenhuis wij moet gaan. Vier jaar ik woon hier in Amsterdam. Ik kan zeggen ik weet het niet waar is Osdorp. Alleen die ik weet dat Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis. Dan ik kom terug dan Sierplein. Het is naast bij mijn huis, that’s it [dat is het]. Maar, daarna toen hij is overleden, omdat ik ben bang. Ik weet het niet hoe ik kan contact met de mensen maken, ik praat alleen Engels. En mijn man hij was ziek, hij kan niet lopen, hij kan niet ver weg gaan. Hij is altijd moe, hij blijft altijd thuis of hij blijft in ziekenhuis. En dan toen hij is ik kan zeggen overleden. Dan ik beginnen om te mijn leven om te veranderen. Ik altijd ik ga vragen, ik weet het niet waar staat Osdorp. Is dat is tien minuten bij mijn thuis. Maar ik weet het niet waar is het. Vier jaar ik woon hier, ik nooit één keer ik ben geweest naar die stad, naar station Amsterdam station.
[r] Amsterdam station, ja.
[i] Vier jaar ik woon hier nooit, nooit, nooit gezien niks. Als ik heb ik afspraak met die, wij gaan met die taxi. Hij heeft speciaal taxi van Connexxion en Wallis. We gaan met die taxi dan komen terug snel, dat is het. En dan toen hij was overleden. Ik zie ik ben alleen en mijn moeder en mijn broer zij woon in Syria [Syrië]. Nog niet komen naar hier. Maar ik nu ik moet beginnen, ik moet mijn taal leren. De taal leren, ik moet gaan naar school ik moet contact met mensen maken. Ik kan nooit blijven thuis altijd. En huilen en verdrietig enzo.
[i] En heb jij opleiding hier gedaan studie?
[r] Ja, ja ik ben naar school geweest ik heb gevraagd om te school hebben, ik ben naar school geweest, ik heb… Diploma inburgering examen gehaald. En ik heb Nederland paspoort gehaald en vorige jaar ook. Ik heb naar… Cursus om te mijn taal verbeteren, ik vraag altijd de mensen hier in Nederland heel aardig mensen. Ik vraag altijd graag ik wil mijn taal verbeteren, ik wil taalcoach hebben of ik wil iemand om te mij helpen met brief of ik kan niet goeie lezen. Ik kan zeggen het is niet, is beetje moeilijk taal voor mij, maar ik doe mij best om te do [doe] het. Maar sommige tijd ik zie het heel moeilijk voor mij. Ik wil iemand om te mij helpen, om te voor mij bellen of om te voor mij formulier in te vullen. Ja, maar is komt goed met mij. Ja, ja.
[i] En heb jij ook vrienden hier? Ik bedoel.
[r] Ja, nu heb ik vriendin hier, Nederlandse vriendin. En. Zij is vroeger was mijn taalcoach. Nu zij is mijn vriend, ze gaat altijd mij bellen, [Naam] heb jij iets heb je iets om te helpen ofzo? Maar sommige tijd komen gezellige dag maken samen of gaan met die auto. Zij heeft auto of sommige tijd gaan fietsen. Ja, ja, ja. Zij heet Maria. Ja.
[i] Heb jij vaak met haar contact?
[r] Ja, ja niet altijd zij heeft werk. En ik ga haar bellen, hoe gaat het met jou Maria? En sommige tijd gaat mij bellen, hoe gaat het met jou, [Naam]? Ik heb operatie gedaan, zij gaat mij helpen. Zij heeft met mij geweest naar ziekenhuis en naar de dokter. En die afspraak gemaakt en toen ik ben wakker worden, toen ik heb operatie gedaan. En ik heb wakker worden ik zie Maria staat bij mij met bloemetje, ja, en met haar auto zij neemt mee naar thuis. Ja zij is heel, heel aardig vrouw.
[i] En eten jullie samen ook bijvoorbeeld?
[r] Ja, ja, zij is, ja, zij is heel aardig ik zie haar.
[i] Toen je hier naartoe kwam in Amsterdam, had jij last van cultuurshock? Cultuurshock betekent dat je bent gewend aan andere cultuur in Irak… En kom jij hier in Nederland. Je hebt heel mensen leven beleven op heel andere manier dan in Irak hoe mensen daar wonen.
[r] Ja.
[i] Had je last van, ik bedoel, in het begin hoe…
[r] Nee, geen probleem van mij. Het is hun cultuur, en ik heb elk mijn cultuur. Als je maar, wij kan…samen leven. En wij kan als je buur bij mij of naast mij maak niet uit voor mij geen probleem. Ja, ja ik vind het maakt niet uit. Ja.
[i] En zijn er dingen die je in Nederland teleurgesteld van wordt? Snap je wat ik bedoel?
[r] Sorry.
[i] Ik bedoel dat, het zijn er dingen van mensen die jij ziet… Maar liever dat het op andere manier dat het doen?
[r] Sorry, wat bedoel je?
[i] Ja, ik bedoel, ben jij teleurgesteld? [vertaling vanuit Arabisch: Zijn er dingen van mensen die ze hier leven, dat je het niet leuk vind?]
[r] Nee, geen probleem voor mij. [vertaling vanuit Arabisch: Ieder mens leeft zijn eigen leven, elk mens kan leven op manier dat hij het zelf wil.] Geen probleem voor mij. Ja, ja, ja. Dit is hun cultuur. Ik kan niet zeggen waarom hij doet zo, maar ik vind het heel rustig land voor mij. Heel die plaats en alles komt goed met mij. Het is, ja, ja.
[i] En je voel je ook veilig in de stad?
[r] Veilig land, en mooi land en rustig land en. Dat is heel heel goed voor mij, ja. Heel anders dan mijn eigen land nu. Ja. Nu mijn eigen land is heel heel heel gevaarlijk land. Ik kan nooit daar ga, ik kan nooit daar leven zo. Zonder [onverstaanbaar] zonder eten, zonder drinken, zonder medicijnen, mensen gaan… Ik weet het niet hoe zij wonen daar. Heel heel rijk land, maar nu het is heel arm land. Ja mensen heel arm mensen wonen daar, veel veel arm mensen. Zij hebben zonder eten. De kinderen hebben geen… medicijnen als je ga ze ziek worden of. Ja, ja, ja veel probleem in mijn eigen land, maar ik zie hier alles… Alles is komt goed met mij. Ik ben heel heel beter dan veel veel mensen wonen in Irak.
[i] En wat is jouw passie? Ik bedoel wat is jouw hobby?
[r] Ah, mijn hobby? Ja, het is de eerste hobby van mij, ik houd om te reizen, maar ik kom hier… Ik weet het niet hoe ik doe het. Elke jaar om te reizen of om te andere land om te zien. Maar ik weet het niet, ik vind het beetje moeilijk om te zoeken op de computer zoek. Ik ga altijd iemand help mij mijn vriendin ofzo, gaat ticket maken voor mij. Ik zeg ik wil ga naar Zweden ik wil ga naar Danimark [Denemarken] te mijn zus of iemand of te zien. Mijn familie. En ik kan naaien. Ik kan breien. Ja.
[i] Ja
[r] Ja, ja, perfect. Ik doe het. Ik kan heel goeie koken. Ja, met de eten met die koekjes lekker eten maken.
[i] Wat voor eten maak je?
[r] Alle Irakees eten en sommige Italiaan eten. Ja, ja, ja.
[i] En als je eten maakt, komen ook andere mensen bij jouw eten?
[r] Ja, ja, ja als er visite ofzo, mijn vrienden ofzo. Ik ga… Niet alleen voor mij en mij familie mijn moeder en mijn broer. Als je mijn vriendin komen, ik ga uitnodigen maken, wij komen samen om te eten. Ja. Ik denk dat alle mensen als gaan eten, zeggen, ja, heel lekker eten. Ja.
[i] Omdat het anders is?
[r] Sorry?
[i] Vinden ze jouw eten lekker, omdat het anders is?
[r] Ja, ja.
[i] En wat vind jij van als jij zo naar Amsterdam kijkt, welke plek vind jij het mooi van Amsterdam?
[r] Amsterdam, ik vind het. Ik ben naar Van Gogh Museum geweest. Ik vind het heel heel interessant. En heel mooi, en van Amsterdam Museum ook geweest. Ik vind het heel heel interessant voor mij. Schilderijen en die hoe hij heeft gemaakt Van Gogh ik zie zijn schilderijen hoe hij heeft gemaakt. Ik vind heel heel mooi en heel leuk voor mij.
[i] En je hebt van Gogh, kent jij van Gogh?
[r] Ja, ja, ja. En ik wil toen ik ben in Irak ik luister ik altijd ik houd om te luister van klassiek muziek. Ik heb geluisterd van André Rieu.
[i] André Rieu.
[r] Muziek, ja. Maar ik weet het niet deze meneer hij is Nederland man. Ik kom hier mijn vriendin en Maria, zij zegt [Naam] is deze André Rieu je weet het dat is hij is Nederland. Ik zeg echt? [gelach] Toen ik ben in Irak, ik luister van deze muziek. Ik vind heel heel rustig muziek voor mij, ja.
[i] En nu nog steeds luister jij naar?
[r] Ja, ja, ja, maar nu ik weet dat André Rieu hij is Nederland ik houd om te zie hem face to face [oog in oog].[gelach]
[r] Ja.
[i] Dat is jouw ambitie?
[r] Ja, ja, dit is mijn ambitie om te zie hem. Of als je gaat feest maken ofzo ik ga om te zien.
[i] Heb je hobby ook als muziek ook?
[r] Nee, alleen ik luister van die muziek en Arabische muziek. Wij hebben in Arabische muziek heel heel mooie stemmen. Vroeger mijn man ook hij houd het van die Om Kalthoum. Zij is heel… Zij heeft heel heel mooie liedjes in Arabisch. En Abdel Halim. En ik hou van Fairuz om te luister van Fairuz, ochtend.
[i] En Irakese zanger?
[r] Ochtend altijd ik wakker worden van die muziek van Fairuz en dan ik ga mij kleding aandoen muziek van Fairuz dan ik ga naar werk. Ochtend… Ja, ja, ja.
[i] En luister ook naar Nederlandse zanger of zangeres?
[r] Nee, toen ik kwam hier, ik weet het ik niet begrijpen, want mijn Nederlands niet heel goed [lacherig]. Ja, ja.
[i] In welke wijk woon je?
[r] Sorry?
[i] Hoe heet het wijk waar jij woont?
[r] De wijk Slotervaart, hier is bij Sierplein bij Lelylaan Station, ja.
[i] En hoe zit er daar uit?
[r] Het is leuk voor mij, ik woon in eigen huis. In gezin huis, ik heb die tuin ook klein tuintje. En ik heb is goeie klein huis, ja. Ja, is klein huis. Is Tartaud-Kleinhof. Mijn wijk heet Tartaud-Kleinhof. Ik weet het niet wat betekent.
[i] Tartaud?
[r] Tartaud-Kleinhof, maar ik weet het niet wat betekent deze naam in Nederland.
[i] Tartaud?
[r] Tartaud-Kleinhof.
[i] Kleinhof.
[r] Ja, Tartaud-Kleinhof. Weet ik niet wat betekend deze naam.
[i] Tartaud weet ik ook niet, maar Kleinhof betekent.
[r] Kleinhof dat betekent klein hoofd.
[i] Nee, nee, nee, nee.
[r] Ja?
[i] Kleinhof, klein betekent klein. Hof beteken… [onbegrijpelijk: Arabisch]
[r] Straat?
[i] [onbegrijpelijk: Arabisch] Klein plek.
[r] Ja, ja. [onverstaanbaar: Vertaald vanuit het Arabisch: Boog net als een klein hof].
[r] [onverstaanbaar] Okey, okey.
[i] Arabisch: Baha, baha.
[r] Ja, ja, kleinhof.
[i] En wat zijn jouw ambities hier in de stad Amsterdam te doen?
[r] Later ik kan zeggen?
[i] Ja.
[r] Ik houd mijn taal verbeteren en ik houd om to [te]… Ik kan opleiding doen, en ik kan ook om met die kinderen om te werken. Klein kinderen hier, maar ik vind het beetje moeilijk voor mij, omdat is mijn taal is niet heel goed en ik hoop later te doen.
[i] Maar hoe vind jij het leuk om met kinderen werken?
[r] En zo, omdat ik heb ervaring met kinderen lang tijd geleden. Ik weet hoe ik kan contact met de kinderen maken. Hoe ik kan elkaar begrijpen. Ik weet hoe ik kan met de kinderen om te doorgaan. Ja.
[i] Je zei dat je moeder ook hier woont?
[r] Ja, mijn moeder zij komen drie jaar geleden.
[i] Zorg jij voor haar ook?
[r] Ja, ja, nu zij is ouwe vrouw, 75 jaar, en zij is heel moe. Altijd gaat probleem hebben, en ik ga zorg maken van haar in haar thuis. Drie keer, vier keer per week, ik ga bij haar ik ga boodschappen doen of ik ga schoon maken van haar thuis of van haar. Ik ga van lichaam of douche maken of kleding aandoen, opdoen of ik ga van haar… Veel dingen eten maken.
[i] Je zorgt voor haar?
[r] Ja, ja, ik zorg van haar. Zij heeft probleem met haar rug, kan niet goeie lopen. Zij heeft operatie gedaan van haar rug, en haar knie ook zij heeft probleem. En nu zij heeft in haar heup probleem zij moet ook operatie doet. En van haar ogen, twee keer heb ik operatie van haar ogen gemaakt. Ja.
[i] En dan, ja.
[r] Ja, nu beetje gaat beter kan niet veel lopen. Dus tien minuten, maximum kwartiertje gaat heel moe. Zegt mama ik kan nooit meer lopen, ja. Met de rollator gaat met de rollator lopen. Zonder rollator dat kan niet moeilijk van haar om te lopen, ja. Ik ga bij haar ik ben bezig met haar. Dat is, ik ga afspraak bij de dokter maken, met de tandarts. Met specialist ofzo. Ik doe alles voor haar.
[i] Dus jij regelt al dat zo dingen voor haar?
[r] Ja, ja, nu mijn vriendin, zij is Nederlander. Zij Hanna, Maria… Zij zeggen voor mij [Naam] jij doet zorg van jouw moeder. Altijd jij bent bezig met haar. Die systeem hier in Nederland. Zij kan PGB-formulier maken van haar. En je kan doe het zorg van jouw moeder dit is veel te werk. Het is misschien later gaan vraag van jou om te werk zoeken ofzo. Maar die jouw moeder dat is jij doet alles van haar. Jij bent bezig met haar hele week, bijna hele week. Ik zeg ik weet het niet, hier die systeem. Ik doe het dit is mijn moeder. Ik doe het van haar zonder geld hoeft niet om te… Geld nemen van haar. Maar ik weet het niet, die systeem hier in Nederland. Je kan doe het, als je gaat zorg maken van jouw moeder of van jouw broer of jouw zus je kunt… Speciaal formulier invullen van die mensen. Als je ga je zorg maken van haar zij heet PGB-formulier.
[i] PGB.
[r] Ja, ja, ja. Ik weet het niet, ik ga om te vragen. Misschien later ik doe het. Ja.
[i] Ja.
[r] Dus over twee maand of drie maand misschien mijn moeder gaat ook operatie doet van haar heup.
[i] Nieuwe operatie gaat ze doen?
[r] Ja, ja en nieuwe heup te maken van haar zij heeft probleem. En ik weet het niet misschien ik ga om te vragen gaat iemand mij helpen deze situatie ofzo. Ja.
[i] En wordt jij niet moe mentaal dit soort dingen regelen?
[r] Nee, dit is mijn moeder. Ik houd om te doen met haar. Ze is maak niet uit voor mij. Ja. Ja.
[i] En nu iets anders. Als je in Amsterdam, waar ga je naartoe als jij wil wandeling doen of iets naar buiten?
[r] Ja, ja, ja.
[i] Waar vind jij het mooi?
[r] Ja, ja. Ik doe het met mijn broer is in de nu is winter het is koud, maar in zomer… Ik ben naar Vondelpark geweest twee keer of drie keer, met mijn broer. Wij gaan beetje wandelen hier in die wijken dichtbij mijn thuis. Wij gaan naar Amsterdam Centraal te zie heel veel dingen. Naar de Dam naar die, ja, ja. Nu ik weet beetje beter dan vroeger. Ja, ja. Markt sommige tijd staat die markt in de plaats ik ga met mij… Kennis of mijn vriendin wij gaan samen. Ja. Oké staat veel markt hier in Amsterdam.
[i] Ja?
[r] Ja, ja. Maar ik weet het niet hoe ik gaan. Sommige tijd wij gaan met de tram of sommige tijd wij gaan fietsen. Ja. Bij mijn moeder thuis ook staat markt elke maandag. Ik ga met mijn broer daar beetje boodschappen doen dan komen terug.
[i] En hou jij van om naar de markt te gaan?
[r] Ja, het is beetje goedkoop en niet zelfde als ik ga bij Albert Heijn om te kopen sommige fruit ofzo. Maar ik zie het bij die markt is… Beetje… goedkoop dan. Ja.
[i] Dan andere plekken.
[r] Ja, ja, ja.
[i] Je zei dat jij lerares was in Irak?
[r] Ja.
[i] Ja, heb jij die ambitie om hier nog om lerares te worden?
[r] Ik houden om te doe het, maar ik vind het beetje moeilijk om te… Ik moet nog meer leren, en de taal is moeilijk voor mij. Ja, ik doe mij best om te doe het, maar duurt heel lang. Ik ben bijna 50 jaar nu, nu ik ben niet jong. Om te snel om te leren enzo, ik vind het beetje moeilijk. Ja.
[i] Wat vind jij, als ik jou mag vragen, van, van Nederlands cultuur mooi? Welke dingen?
[r] Ah, Nederland cultuur bedoel je?
[i] Ik bedoel, je woont hier in Amsterdam, je gaat je contact met mensen opgenomen. Wat vind jij iets dat wij bijvoorbeeld in Irak niet zo beleven? Wat is mooi van de stad Amsterdam bij de mensen?
[r] Ja, ja. Staat heel veel park. Ik zie het heel mooi. En met die zwaan enzo in de water. Staat die water hier, ik vind het heel heel mooi. Heel veel groen plaats staat hier en water in, in Amsterdam en in alle Nederland ik denk, ik vind het heel mooi. En gaat rustig mijn lichaam maken. Ja, ja.
[i] Ga je vaak naar die park om…?
[r] Ja, met die fietsen of wandelen, en ik zie het heel leuk voor mij. Mensen met de fietsen hier in Nederland. En zij hebben andere alles de pad van fietspad en heel met die… Zebrapad enzo alles ik zie het heel heel leuk voor mij. Als ga jij, Amsterdam het is alles. Veel mensen gaan fietsen, ik vind het heel leuk voor mij daar andere land.
[i] Je bent niet gewend om te fietsen, toch?
[r] Ja, in mijn land nooit gefietst, maar toen ik kom hier. Ik heb geleerd om te fietsen. Mijn broer hij heeft mij geleerd. En ik vind het de eerste vond ik beetje moeilijk voor mij. En nu nee. Ik… Heel makkelijk, maakt niet uit voor mij. Ik ga naar heel veel als heb ik afspraak ofzo. Sommige tijd ik ga fietsen. Het is heel in Amsterdam kost veel geld, als je ga jij met openbaar vervoer. Ja, niet altijd. Sommige tijd ik ga naar. Ik ga fietsen en sommige tijd, nee ga met de openbaar vervoer met die tram of met die bus ofzo. Ja.
[i] Wil jij iets drinken?
[r] Nee, nee, dankjewel.
[i] Welke persoonlijke ontwikkeling heb jij doorgemaakt, meegemaakt hier? Ik stel het op andere manier. Ik bedoel je woont nu al, hoe lang ongeveer woon je hier in Amsterdam?
[r] Nu bijna zeven jaar ik kan zeggen bijna zeven jaar.
[i] Ja. Zeven jaar, ja.
[r] Wat zie jij in jezelf dat jij veranderd bent? Ontwikkeld dat jij nieuwe dingen hebt geleerd. Wat zijn die dingen?
[r] Ik heb, ik vind het heel leuk voor mij, ik heb Nederland geleerd. Ik heb nu contact met de mensen, met de Nederland mensen. Ik kan contact met de Nederland mensen maken. Of ik heb mijn paspoort gehaald. Nederland paspoort gehaald. Ik heb heel blij nu, ik kan naar alle landen ik nu. Ja, ja.
[i] Ben jij trots op?
[r] Sorry?
[i] Trots op dat jij leuk dat jij de Nederlandse paspoort heb?
[r] Ja, natuurlijk. Het is. Ja, ja.
[i] En ben jij blij dat je in Amsterdam woont?
[r] Ja. Ja.
[i] Waarom?
[r] Heel blij dat ik ben in Amsterdam gewoond. Dit is heel mooie stad, maar beetje drukke stad. Ik kan zeggen beetje het is drukke stad. Maar ik vind het heel mooie stad. Alles stad naast mijn thuis. Als ik ga naar ziekenhuis, als ik ga naar openbaar vervoer ofzo alles makkelijk voor mij. En Amsterdam is heel heel mooie stad. Staan heel veel museums. Heel veel… veel ouwe gebouwen. Vind ik heel heel mooi, als ik ga naar centrum, Amsterdam centraal. Ik zie heel veel dingen. Heel interessant voor mij, heel mooi. Ja, ja.
[i] En heb jij familie ook hier in Amsterdam of in Nederland?
[r] Alleen mijn moeder en mijn broer, en ik heb één zus zij is getrouwd in Leiderdorp.
[i] En ga jij ook?
[r] Ja, ik ga met die trein bij haar sommige tijd, zij woont naast die rivier. In die zomer is heel heel mooi bij haar thuis. Ja, ja, ja.
[i] Was het Nederlandse taal moeilijk in het begin om te leren?
[r] Ja beetje moeilijk voor mij, vind ik beetje moeilijk. Maar nu ga ik vind het beetje, niet zelfde like [zoals] toen ik beginnen. Ja, sommige die eerste toen ik ben Nederland gepraat. Ik doe mix Engels en Nederland. Als ik ga praten met die mensen, in één zin ik doe mix. Ik vergeten die woord, ik weet het niet hoe ik kan zeggen. Ik zeg het in Engels. Maar nu gaat beetje beter voor mij. Ja, ja.
[i] En zie jij het verschil tussen bijvoorbeeld Amsterdam hoe Amsterdammer hoe ze praten? Met de rest van de andere steden?
[r] Ik denk ja die hebben andere dialect.
[i] Dialect, ja.
[r] Dialect, sommige mensen gaan praten [begrabbel] snel, snel, snel. Ik begrijp niet, ik zeg kunt u graag kunt u langzaam praten. Ja, ja.
[i] En zijn mensen hier in Amsterdam, vriendelijk met jou? Als jij iets vraagt of…?
[r] Ja. Ja. Ik vind het heel aardig mensen. Voor mij heel heel aardig mensen. Als ik ga iemand mij helpen enzo altijd gaan mij helpen. Ik heb heel heel bijvoorbeeld bij mijn buren. Zijn heel ouwe mensen, is bijna 80 jaar die vrouw en die meneer. Meer dan 80 jaar. Maar toen ik kom bij mijn thuis, ga altijd mij vragen. [Naam] als wil jij iets, wij kan van jou doen. Als jij wil iets om te doen. Ga bellen, of ga bij ons deur of bij onze bellen, zeg maar. Vorige jaar ik heb probleem voor mij gebeurd. Ik… Bijna dezelfde tijd like [zoals] nu. Het is van die de eind van de jaar. En ik heb operatie gemaakt. Ik zat in mijn thuis, gelukkig dat mijn broer. Hij komt logeren bij mij, om bijna elf uur ’s ochtends. Ik heb gehoord, dat met de boormachine. Iemand komt bij mij voordeur. Weet ik niet. Ik heb gehoord iets. En mijn broer hij was wakker snel. Hij zegt [Naam] heb jij gehoord iets? Ik zeg, ja. En iemand snel van mij bellen. Van mij voordeur gepakt. En dan met de boormachine. Mijn broer gaat snel die lamp gaat open. Dan hij heeft gezien twee mensen met die mask [masker] gaan snel. En ik weet het niet wat ik kan doe het. En ik heb beetje ziek, ik kan. Ik ben operatie gemaakt en ik ben heel heel… Ik weet het niet.
[i] Nerveus.
[r] Nerveus en ik ben heel bang. Ik weet het niet wat ik moet doen. Wie moet ik bellen? Ik heb geen telefoon van die politie ofzo. Toen ochtend gebeurd ik en mijn broer, nooit geslaapt. Dan ik ben naar de buren geweest. ik zeg meneer Gerard, kunt ik heb een vraagje graag. Heeft iets gehoord gisteren? Hij zeg, ja [Naam]. Is jouw broer iets gemaakt in jouw huis om elf uur nooit geslaapt. Ik zeg, nee Gerard, mijn broer was slapen. Maar kwam inbraak van mijn voordeur om te maken. Ik denk de dief is komt om te inbraak te maken van mijn thuis. Echt [Naam], waarom niet komt niet bij ons? Waarom ’s nachts ga ons bellen ga zeggen. Ik zeg, ik ben bang. Dan vrouw gaat komt bij mij gaat mij helpen. En die meneer ook gaan de politie gebeld. Ik heb aangifte gemaakt. Sorry. Ik heb aangifte gemaakt, en van zij gebeld van mij die… Die woninghuis, de woninghuis van mij gaan die voordeur komen nieuwe maken voor mij. En die politie is komt gezien enzo. [Naam] als jij heb iets gebeurd met jou zeggen. Hoeft niet om te zeggen en wij hebben geslaapt of… Ik zeg, ik vind het moeilijk altijd om te zeggen. Nee wij hebben zelfde lijken op jouw mama en papa van jou. Ja ik vind het heel heel aardig mensen. Altijd gaan mij helpen, als je iets gebeurd met mij. Of als ik iets willen om te bellen. De vrouw zegt, snel komt van mij en zij gaat doet het. Ja ik vind het heel heel goede aardige mensen enzo.
[i] Zij geven jou veiligheid het gevoel.
[r] Ja, ja.
[i] En heb jij soms heimwee naar je eigen land? Heimwee [Arabische vertaling: heimwee].
[r] Zo, dit is mijn eigen land. Ik ben geboren, ik zie het sommige tijd in die tv om te zien mij land. Wat gebeurt in mijn land. Ik ga huilen. Wat is gebeurd in Bagdad. Wat is gebeurd in mij eigen, waarom? Mijn land is heel heel rijk land. En mijn land is heel heel goeie land. Maar nu alles veranderd in mijn land. En ik kan nooit naar mijn eigen land terug om te gaan. Ze gaan misschien ik weet het niet. Gaan dood maken van mij of… Ja, maar staat in mijn hoofd. Dat is het is bijna 55 jaar ik woon daar. Ik had daar geboren. En alles staat in mijn hoofd, toen ik ben ik klein. Mijn vriendin toen ik ben klein en… mijn buren en Is moeilijk om to leave [verlaten] alles achter mij. Maar ja, staat in mijn hoofd, dat is het. Ik nu, ik ben nu in andere land. Ik moet beginnen met nieuw life [leven].
[i] En heb je contact met mensen die daar, bijvoorbeeld?
[r] Ja, op die… sommige gaat mijn… Collega’s in mijn werk, of mijn buren gaan mij bellen op die Viber. Ga praten samen met elkaar. Ja. Is ja. Niet altijd ja, niet altijd. Sommige tijd gaan vragen, hoe gaat het met jullie? En ik ga vragen hoe gaat het met jullie, dus ja. Ja wij missen jullie [Naam] wij heel heel wij missen jou en jouw man. Was heel aardig man, heel lief man. Dat is het. Ja, ja.
[i] Dus je voelt nu dat je hier woont veilig en blij ben jij in Amsterdam?
[r] Ja rustig land en veilig land. En heel aardige mensen enzo. Ja, ja.
[i] En je vertelde over je gezondheid dat je operatie hebt gemaakt ofzo?
[r] Ja is gaat is van die vrouw probleem, heb ik operatie gemaakt.
[i] Ja.
[r] Ja, vorige jaar, maar nu gaat goed met mij.
[i] Beterschap met alles.
[r] Dankuwel, dankuwel.
[i] De belangrijkste of wat wij opzoek zijn vanuit uit ons opleiding.
[r] Ja.
[i] De bijdrage van, jouw bijdrage. Dus wij zijn op zoek naar wat je aan de stad Amsterdam hebt toegevoegd, of wat is jouw… Bijdrage aan de stad? Ik heb wel naar jouw verhaal heb geluisterd. Je zorgt voor je moeder heel goed.
[r] Ja.
[i] Als zij ziek operatie en haar heupen.
[r] Ja, dit is vierde keer ik denk operatie gemaakt. Nu toen zij komt in Nederland dit is… Vierde operatie zij heeft gemaakt. En zij heeft ook nieuwe operatie zij moet doe het. Ja, ja.
[i] En je doet ook… Je hebt een vriendin.
[r] Ja.
[i] Die je mee omgaat.
[r] Ja, ja niet heel veel, drie of vier dat is genoeg.
[i] Hoeveel vriendinnen?
[r] Ja, drie of vier. Twee vrouwen zijn Koerdische vrouwen, Irakees. Eentje, zij woont in die dorp niet hier. Bij Zaandam en eentje zij woont hier.
[i] Zien jullie elkaar soms?
[r] Ja, in Mercatorplein, en ik ga bij haar als je iets met mij gebeuren of als ik wil iets om te mij helpen. Ze zegt, [Naam] je kunt bij mij komen. Ik kan zeggen één vriendin zij is Koerdisch zij heet Suzanne. Vroeger ik ben haar docent in Irak.
[i] En je hebt haar je hoe vertellen dat?
[r] Ik heb haar gezien, ja.
[i] Hoe was dat?
[r] Eén keer ik ben in de bus, en ik heb gepraat Arabisch met mijn zus in de telefoon. Ik heb gezien dat vrouw gaat bij mij kijken. Hij zegt je bent Arabisch, jij bent Irakees? Ik zeg, ja ik ben Irakees. En welke plaats kom je? Ik zeg wij in Khanaqin. Zegt echt? Khanaqin? Wie ik ben van Khanaqin ik ook. Ik kom bij Khanaqin, ik zeg van, zij zegt van mij. Weet jij dat staat iemand wie weet jij in Khanaqin? Ik zeg de juwelier, wie was de juwelier in Khanaqin? Zij zegt zegt meneer zo en meneer zo. Ik zeg dat is mijn vader, en dit is mijn oom. Ah echt? Jij hebt één zus of iemand docent Engels docent in Khanaqin. Ik zeg dat ben ik. Ze zegt, ja echt? Ik ben in deze school toen heb jij mij geleerd. Ja, ja, ja, ja. Dan je bent mijn docent. Ik zeg ja, ik ben jouw docent. Nu wat wil jij [Naam] wil jij iets mijn ogen ik geeft het bij jou snel. Jij bent mijn docent.
[i] Heel apart dat jij die hier ziet.
[r] Ja, ja, ja zij gaat altijd mij bellen, zij gaat altijd vragen van mij als wil jij iets. Zij woont hier bijna zeventien [17] jaar geleden. En zij weet veel dingen beter dan ik. Ja gaat altijd ook mij helpen. Suzanne het is heel heel aardig vrouw.
[i] Dus je hebt hier je leerling gevonden?
[r] Ja, ja.
[i] Oké. Ja, dus je hebt nu vriendinnen enzo?
[r] Ja, ja.
[i] En je helpt je moeder?
[r] Ja.
[i] En dat kan ik beschouwen als bijdrage. Bijdrage betekent [arabisch vertaling]: jou toevoeging aan de stad. De dingen die je doet.
[r] Ja.
[i] Zijn er nog dingen die jij wil nog vertellen over…?
[r] Ik wil nog meer leren, dit is in die. Ik kan zeggen dat is die hier DWI gaan betalen voor mij. Eén keer… Dan ik ga ik moet ik wil nog meer leren, ik moet uit mijzelf betalen. Ik vind het heel moeilijk voor mij. Ik heb uitkering en ik vind het heel moeilijk om te betalen van mij… Nog meer les te hebben. En ik ga altijd vragen iemand om te mij helpen. Om te nog meer les. Omdat als ik blijf thuis, en ik heb geen contact met de mensen. Alleen van mijn moeder kan komen terug. En dan ik ga twee keer per week naar werk, naar… Ik doe vrijwilligerswerk twee keer per week. Ik vind het niet…
[i] Waar doe jij die vrijwilligerswerk?
[i] In de zuiden van hier in Amsterdam. Met die VVR. Het is van die Vrouwen Vluchtelingen Raad. Dit is heel aardig vrouw ook. Ik ga met haar… Van die ook verschillende vrouwen komen. Van alle Koerdisch en Turkish [Truks] en Afghanistan en Pakistan, Iran mensen vrouwen komen en gaan altijd zij hebben verschillende… Iets om te doen.
[i] Activiteiten.
[r] Activiteiten maken. Ja, ja.
[i] En vind jij?
[r] Sommige gaan les van die naailes geven. Of sommige gaan praten over die lichamelijk van die vrouwen, gaat baby vallen of we gaan over die ja veel dingen gaan maken. Ja.
[i] En ben jij, geef jij ook daar naai…
[r] Ja, ja, ja. Ik heb gegeeft [gegeven]. Ik heb gehelpt [geholpen] die vrouwen. Als jij je weet het niet dan gaan naaien. Veel naaimachine hebben gehaald van de gemeente van de vrouw. En elke vrouw gaat op die één naaimachine zitten, en wij gaan haar helpen. Om te leren, ja.
[i] En is, dat doe jij in de buurtcentrum? Hoe heet of de vrijwilligerswerk waar is dat?
[r] Staat ook in die, ik denk de plaats is van die… Van die oude mensen.
[i] Oké.
[r] Ja.
[i] Bejaardenhuis.
[r] Ja, nee. Buurthuis.
[i] Buurthuis.
[r] Buurthuis, ja, ja. Ik ga twee keer per week met die tram 50.
[i] En hoe veel uren blijf jij daar?
[r] Drie uurtje. Eén uur dan kom terug om vijf uur en om vijf uur dan kom terug bij mijn thuis. Maar sommige tijd als ik heb ik afspraak ofzo ik ga… Die vrouw bellen, ik zeg, zeg maak niet uit. Klaar met jouw afspraak dan je kunt komen. Ja, ja. Zij is heel aardige vrouw.
[i] Ja?
[r] Ja, ik heb ook geleerd contact met mensen gemaakt. Vind het ook heel leuk voor mij. Maar als ik bleef thuis ik vergeet. Ja, ik vergeet, je moet altijd contact met de mensen maken. Je moet altijd praten met de mensen, ja.
[i] Omdat je vroeger leraar, lerares was?
[r] Ja.
[i] Was altijd met mensen enzo.
[r] Ja,ja. En de Nederland taal, als je niet contact met de mensen maken dan je vergeten.
[i] Je moet vaak met de mensen gaan praten.
[r] Ja, ja
[i] [onverstaanbaar]. Zijn er nog andere dingen die jij nog wil vertellen over…
[r] Nee, dankuwel.
[i] Nee.
[r] Echt bedankt van jou.
[i] Ja, nee ja, dus je doet best. Je de bijdrage die is zichtbaar wat je doet.
[r] Ja.
[i] Jouw moeder helpen.
[r] Ja.
[i] En twee dagen per week naar de buurthuis gaan.
[r] Ja, ja.
[i] En jouw ambitie om verder gaan naaien, misschien.
[r] Ja, ja, ja. Het is twee jaar geleden, ik begin nu met mijn leven om te nieuw om te maken. Ik blijf thuis. Toen mijn man hij is overleden. Ik blijf bijna zes, zeven maand, ik nooit leave [verliet] mijn thuis ik vergeet alles. Ik houd niet om te praten met die mensen. Ik houd niet om te praten met iemand. En ik ben naar die dokter geweest, met gynaecoloog. Sorry naar die… …[Arabisch vertaling: psycholoog]
[i] Psycholoog.
[r] Psycholoog, ja.
[i] Ja.
[r] Naar psychiater ook.
[i] Ja
[r] Ik kan nooit slapen zonder medicijnen. Zonder… slaaptablet. Omdat, ik zie altijd ik zie hem met mij. Ik ga praten met hun. Mijn moeder zegt, je gaat gek… Wat is gebeurt met jou? Hij is overleden de meneer bijna zes maand geleden, zeven maand geleden. Ik zeg mama, ik nooit beloof [geloof?]. Het 29 jaar wij samen. Trouwen wij gaan samen eten, samen en dan… Gaat snel ik nooit beloven [geloven]. Ja, iets gebeurt met mij heel heel veel probleem. De eerste twee jaar toen hij is overleden. Nu ik vind…
[i] Maar nu gaat het wel beter?
[r] Nu een beetje ja, ja, ja. Niet zelfde like [zoals] vroeger. Ik houd niet om te praten met iemand. Ik houd niet om te leave [verlaten] mijn thuis. Ik houd niet om te eten, nee, nee. Niemand zegt voor mij ga eten. Niemand zegt ga alleen naar de begraven elke dag. Dan ik kom terug ik ga bij mijn… Slaapkamer. En de deur gaat dicht maken. En niemand, ik wil alleen om te uit mijzelf om te blijven. Alleen huilen. Ja, ja, ja, ja. Vind gaat beter met mij.
[i] Nu gaat beter.
[r] Ja.
[i] Veel sterkte met alles.
[r] Dankuwel, dankuwel.
[i] En.
[r] Ze is… Moeilijk voor mij, ik leave [verlaat] alles. Ik leave [verlaat] mijn werk, ik leave [verlaat] mijn huis. Ik heb gewoond in mijn huis was 60 meter in Irak. Met drie dadelboompje en heel grote tuin. En twee auto’s staat in mijn garage. Enzo dan ik kom hier, mijn huis gaat weg. Die geld van mijn man was heel rijk, man gaat weg. En mijn werk ook gaat weg. 27 jaar geleden ik heb werk. En ik ga elke dag naar mijn werk. En ik leave [vertrek] snel, snel. Ik kom hier. Ik moet wachten… Elke maand om te uitkering om te halen. Het is heel weinig voor mij. Vind het heel weinig. Maar dat is het. Dat is het.
[i] Ja.
[r] Maar ik vind toen ik kom hier. Ik zeg maak niet uit, alleen mijn man hij was op live [in het leven]. Ik wil niks, ik wil niets. Alleen ik wil hem. Hij was ook my life [mijn leven], dat is het met mij. Maar toen ik kom hier.
[i] Heel andere leven.
[r] Ja, ja, ja.
[i] Oké.
[r] Sommige iets gaat gebeuren met ons, wij kan niks doen, ja.
[i] Nou, ik dank je voor het gesprek.
[r] Dankuwel. Ik ook bedankt van jou.
[i] Was heel fijn om met jou te spreken.
[r] Dankuwel, ik hoop dat u begrijp mij.
[i] Ja, ja, je was…
[r] Mijn taal, ik weet het niet, ik gaat goed of niet goed.
[i] Het gaat goed, natuurlijk kan altijd beter. Maar het ging goed.
[r] Oké.
[i] Goed verstaanbaar.
[r] Ja, dankuwel.
[i] En veel sterkte met alles.
[r] Bedankt.
[i] En nogmaals bedankt, [Naam].
[r] Ja, dankuwel.